Bijbel Studies Gerard Westerman

'In hoofdzaken eenheid, in bijzaken verdraagzaamheid en in alles de liefde'

Een gelovige in moeilijke tijden - Jakobus 5 - Bijbel - Nieuw Testament

25 juli, 2023

Book: Jakobus

De brief van Jakobus

Hoofdstuk 5:1-11

‘Een gelovige in moeilijke tijden’

Inleiding

In dit laatste hoofdstuk van de brief van Jakobus vinden we verschillende onderwerpen, maar de hoofdgedachte is toch wel de wederkomst van Jezus Christus (vs.7-9). Als een gelovige werkelijke uitziet en verlangt naar de wederkomst van Christus zal dat in zijn leven zichtbaar worden. Een vergelijking met Openbaring 22:11 dringt zich op. Welke dingen wil God, in deze laatste dagen vóór de komst van de Heer, in ons leven?

Prioriteiten (5:1-6)

Hier worden de rijken aangesproken. Alleen leven om jezelf te verrijken is jezelf beroven van de ware rijkdom (1Tim.6:6-10, 17-19). Er komt slechts ellende van (Mat.19:34). God weet wat u nodig hebt en Hij zal erin voorzien als u Mattheus 6:33 in praktijk brengt: ‘Zoekt echter eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden.’ In Lukas 16:12-31 lezen we een geschiedenis van de zonden van een rijke man en het geduld van een arme Lazarus (zie ook Luk.12:13-21). Het voorbeeld hoe om te gaan met rijkdom is de Heer Jezus die Zelf gezegd heeft: ‘Het is gelukkiger te geven dan te ontvangen’ (Hand.20:35), Hij heeft Zichzelf gegeven, ‘want u kent de genade van Onze Heer Jezus Christus, dat Hij, terwijl Hij rijk was, ter wille van u arm is geworden, opdat u door zijn armoede rijk zou worden’ (2Kor.8:9).

De zonden van de rijken:

(a) ‘oppotten’ van rijkdom (1-3)

(b) bestelen van de arbeiders (vs.4) ‘Het loon roept, en de werkers ook!’

(c) extravagant leven (vs.5)

(d) doen van onrechtbaardige daden (vs.6)

Geduld (5:7-12)

Als u het goede zaad hebt gezaaid, zult u uiteindelijk een rijke oogst aan zegeningen binnenhalen, dus heb geduld. Als anderen u uitbuiten, heb dan geduld: de Rechter staat voor de deur. Als u door beproevingen gaat, heb dan ook geduld: God zit nog steeds op de troon. ‘Maar laten wij niet moedeloos worden in goeddoen, want te gelegener tijd zullen wij oogsten, als wij niet verslappen’ (Gal.6:9).

Drie illustraties:

(a) de landman (vs.7-8)

(b) de Rechter (vs.9) ‘Zou de Rechter der ganse aarde geen recht doen?’ (Gen.18:25). ‘Tot hoelang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt u en wreekt U ons bloed niet aan hen die op de aarde wonden?’ (Op.6:10 zie ook Ps.13).

(c) de profeten (vs.10-11) Welke kwaliteiten heb ik nodig voor zending in China, vroeg een beginnende zendeling aan Hudson Taylor. Zijn antwoord was: ‘geduld, geduld en geduld!’

De tong (5:12)

Het gaat er in dit vers niet om dat je niet zou mogen zweren, maar dat je niet mag zweren ter bekrachtiging van wat je al beaamd hebt heb. Laat uw ja, ja en uw nee, nee zijn. ‘Wees niet overijld met uw mond, en uw hart haastte zich niet om een woord voor Gods aangezicht uit te spreken. Geef uw mond geen gelegenheid om u te doen zondigen’’ (Pr.5:1-6; Ps. 141:3).

Gebed (5:13-18)

Allerlei soorten gebed worden hier opgenoemd: gebed voor een zieke, gebed om vergeving, gebed voor het volk, zelfs gebed voor het weer. Gebed kan voorzien in elke behoefte en elk probleem oplossen.

(a) gebed en beproevingen (5:13) – bidden om wijsheid (1:5)

(b) gebed en ziekte (5:14) bidden om genezing

(c) gebed en zonde (5:15-16) bidden om vergeving

(d) gebed een voorbeeld (5:17-18)

‘Gebed is niet dat onze wil in de hemel geschiedt, maar dat Gods wil op aarde geschiedt!’

Verhaal: De leden van een kerk zeiden tegen een café-eigenaar dat zij baden om het terrein te kopen waarop zijn café stond om daar een grote kerk te bouwen. Lachend zeiden zij ‘we hopen en bidden dat de bliksem er een keer zal inslaan!’ Enkele weken daarop gebeurde dat inderdaad tijdens een grote storm die over de stad kwam. De café-eigenaar spande daarop een proces aan en zei tegen de rechter: ‘dat de kerkleden enkele weken geleden tegen hem gezegd hadden dat ze ervoor zouden bidden dat zijn café zou afbranden.’ De kerk huurde een advocaat om zich te verdedigen en zeiden dat ze niet verantwoordelijk waren voor het gebeurde. De rechter vond het nogal verwarrend, maar hij was van een ding overtuigd: de café-eigenaar geloofde in het gebed, de kerkleden niet!

Zorg (5:19-20)

Opnieuw benadrukt Jakobus het belang van de persoonlijke zorg voor anderen (1:27; 2:1-4, 14-16). Bent u in staat te merken wanneer een medegelovige afdwaalt? Trekt u zich dat echt aan? Zult u dan proberen te helpen? Of wacht u er (te) lang mee?

(a) een broeder terugbrengen – pastoraat (Gal.6:1)

(b) een zondaar terugbrengen – evangelisatie

____________________________________________________________________________________________