Vraag en Antwoord

Nummer 44

De vreze des Heren

Vraag:

Wat moeten we verstaan onder ‘de vreze des Heren’?

Antwoord:

 “De vreze des Heren is het begin der kennis; de dwazen verachten wijsheid en tucht.”

(Spreuken 1:7)

 Vaak hoor je dat ‘de vreze des Heren’ wil zeggen, bang zijn voor God! Deze gedachte komt niet overeen met wat de Bijbel daarmee bedoelt te zeggen. Het is eerder ‘ontzag hebben voor God’, een eerbiedig vertrouwen in Hem en de wil om Hem te behagen en gehoorzamen. “Wees niet te snel met uw mond, en laat uw hart zich niet haasten een woord te uiten voor het aangezicht van God. Want God is in de hemel en u bent op de aarde.” (Pred.5:1) Met andere woorden, tussen God en de mens is er een oneindige afstand waarvan we ons bewust dienen te zijn.

Iets anders is de vrees voor God waarover in Genesis 20:11 gesproken wordt. Toen Abraham bij Gerar kwam, dacht hij: Er is zeker geen vrees voor God in deze plaats.” Dit zou waarschijnlijk betekenen dat men daar niet bang was voor God. In Exodus vinden we een interessante combinatie waar beide betekenissen in één tekst vermeld staan: “Maar Mozes zeide tot het volk: Vreest niet, want God is gekomen om u op de proef te stellen, en opdat er vrees voor Hem over u kome, dat gij niet zondigt.” (20:20) Het volk hoefde niet bang zijn voor God, maar zij moesten een gepast gevoel van eerbied hebben, dat ook de vrees zou inhouden om Hem te mishagen.

______________________________________________________________________________