Het Heilige Roomse Rijk heeft bestaan van ongeveer 962 tot 1806. Over deze politieke entiteit bestaat qua periodisering en geografie de nodige onduidelijkheid. Wat was het Heilige Roomse Rijk precies? En hoe ontstond dit Rijk?
Het Heilige Roomse Rijk was geen moderne staat zoals wij die tegenwoordig kennen. Maar een politiek verband van wereldlijke en kerkelijke gebieden die al dan niet direct onderworpen waren aan het gezag van een Rooms-Duitse keizer, vorst of koning. Het ‘Rijk’ vormde een lappendeken van hertogdommen, graafschappen, bisdommen en koninkrijkjes en veranderde in de loop der tijd door oorlogen en politieke huwelijken regelmatig van vorm. De Verlichtingsfilosoof Voltaire (1694-1778) stelde in 1756 over het Heilige Roomse Rijk, vanwege de vaagheid van diens politieke entiteit: ‘Dit Rijk is noch Heilig, noch Rooms en noch een Rijk…’
Op zijn beurt – zo citeerde historicus Peter Wilson in 2016 – noemde de zeventiende-eeuwse Duitse rechtsfilosoof en historicus Samuel von Pufendorf (1632-1694) dit rijk ooit ‘…een wangedrocht, omdat het gedegenereerd was van een reguliere monarchie tot een onrechtmatig politiek lichaam.”
Het begrip Heilige Roomse Rijk
Het begrip Heilige Roomse Rijk verwijst naar het voormalige Romeinse Rijk, met de toevoeging ‘Heilig’. De benaming kwam voor het eerst in 1157 in een keizerlijk charter voor. De combinatie van ‘heilig’ en ‘rijk’ moest de gelijkwaardigheid van het kerkelijk en wereldlijk gezag benadrukken. De keizer of koning was de ‘wereldlijke paus’. Deze combi paste in de trend die het Concordaat van Worms (1122), dat de Investituurstrijd (1096-1122) beëindigde, had gezet en waarbij gestreefd werd naar een betere relatie tussen pauselijk en keizerlijk gezag. In 1254 werd de term Heilige Roomse Rijk voor het eerst in complete vorm gebruikt als Sacrum Imperium Romanum. Dat bleef zo totdat dit rijk in 1806 ophield te bestaan.
Wortels van het Heilige Roomse Rijk
De wortels van het Heilige Roomse Rijk gaan terug tot de keizerskroning van Karel de Grote (ca.745-814) op 25 december 800 door paus Leo III (ca.750-816). Karel werd hiermee de eerste bestuurder met de titel keizer sinds de ondergang van het West-Romeinse Rijk in 476. Tijdens zijn keizerschap breidde Karel zijn rijk verder uit in oostelijke richting. Enkele decennia na de dood van Karel de Grote viel zijn Karolingische Rijk met het Verdrag van Verdun (843) in drieën uiteen. Hierdoor ontstond onder Karel de Kale (823-877) in het westen het West-Frankische Rijk, dat al vanaf 987 Frankrijk genoemd werd en de basis werd van het huidige, moderne Frankrijk. De twee andere gebiedsdelen legden het ‘fundament’ van wat in de tiende eeuw het Heilige Roomse Rijk kwam te heten: een middenrijk onder Lotharius I dat zich uitstrekte van het huidige Nederland tot Noord-Italië en een Oost-Frankisch Rijk onder Lodewijk de Duitser dat voornamelijk het huidige Duitsland besloeg.
Begin, ontwikkeling en bloeiperiode van het Heilige Roomse Rijk (962-1550)
Als ‘echt’ startpunt van het Heilige Roomse Rijk kan de keizerskroning van Karel de Grote in 800 dienen, maar een ander startpunt is een stuk logischer. Namelijk de pauselijke kroning, in 962, van Otto I de Grote (912-973) tot keizer. Deze Otto was koning van het Oost-Frankische of Duitse koninkrijk. Sinds die tijd was het Duitse koningschap verbonden met de keizerstitel, een structuur die de basis vormde van het Heilige Roomse Rijk. Het jaar 962 als beginpunt van het Heilige Roomse Rijk is logischer, omdat het territorium waarover Otto regeerde niet zoals ten tijde van Karel de Grote in Frankrijk lag, maar in Midden-Europa: van de Nederlanden, via het Duitse Rijk tot Noord-Italië. In 961 had Otto I het koninkrijk Italië veroverd en zich het jaar erop in Rome tot Romanorum Imperator (Keizer der Romeinen) laten kronen. Otto en de vorsten na hem zagen zichzelf als beschermers van de kerk, hoewel er regelmatig conflicten met de pauzen waren.
Ontwikkeling van het Heilige Roomse Rijk vanaf 962:
Omstreeks het einde van de Middeleeuwen besloeg het Heilige Roomse Rijk territoriaal gezien ruwweg de volgende gebieden: het tegenwoordige Duitsland, België, Nederland, het oostelijk deel van Frankrijk, Oostenrijk, noordelijk Italië, Hongarije, Tsjechië en Roemenië. Het hoogtepunt van het Heilige Roomse Rijk werd bereikt tijdens het bewind van Karel V (1500-1558), die ook nog eens koning van Spanje was en heerste over koloniën in het pas ontdekte Amerika.
Verval en einde van het Heilige Roomse Rijk (1550-1806)
De Reformatie en daaropvolgende godsdienstoorlogen stimuleerden het interne uiteenvallen van het Heilige Roomse Rijk vanaf de tweede helft van de zestiende eeuw en in de zeventiende eeuw. Het protestantisme kreeg met de Vrede van Augsburg (1555) vaste voet aan de grond in het Rijk en leidde op termijn tot versnippering. Maar er speelde meer. Na de Vrede van Westfalen in 1648 waarmee voor de Nederlanden de Tachtigjarige Oorlog eindigde, kregen meerdere gebiedsdelen in het Heilige Roomse Rijk gedeeltelijke onafhankelijkheid of werden geheel onafhankelijk. Niet alleen ontstonden de Noordelijke Nederlanden, maar ook verscheidene losse Duitse staten en de Zwitserse Confederatie. Het Heilige Roomse Rijk was hierna steeds minder een eenheid. De macht van de keizer nam af en strekte zich nog slechts uit over zijn persoonlijke gebieden. Vanaf de Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748) ontwikkelde het Koninkrijk Pruisen, onder leiding van het Huis Hohenzollern, zich steeds meer als een onafhankelijk gebied en, hoewel ze niet tot het kerngebied van het Heilige Roomse Rijk behoorden, betwistten zij het gezag van de Oostenrijkse Habsburgers over de Duitse gebieden.
Het definitieve verval van het Heilige Romeinse Rijk vond plaats in de achttiende en negentiende eeuw. De Verlichting (18e eeuw), de Franse Revolutie (1789) en de Napoleontische Oorlogen (1792-1815) wakkerden op veel plekken in Europa het nationalisme en het ontstaan van natiestaten aan. Onder pressie van Napoleon Bonaparte (1769-1821) deed de Heilige Roomse keizer Frans II (1768-1835) op 6 augustus 1806 afstand van de titel ‘Heilig Rooms keizer. Zijn droom en ambitie om als Heilig Rooms keizer in de voetsporen te treden van Karel de Grote lag hiermee in duigen. Vanaf dat moment regeerde hij als keizer Frans I van Oostenrijk.