Bijbel – Nieuwe Testament
Overige Geschriften
Inleiding op de Eerste brief van Johannes
De schrijver
De heilige Geest gebruikte de apostel Johannes om ons het evangelie naar Johannes, drie brieven en de Openbaring te geven. Deze drie werken vullen elkaar aan en geven ons een totaalbeeld van het christelijk leven.
Verleden
In het evangelie naar Johannes ligt de klemtoon op de redding, geschiedenis van het leven van Jezus, Christus die voor ons stierf; het Woord werd vlees.
Heden
In de brieven van Johannes ligt de klemtoon op heiliging, de hedendaagse ervaringen, Christus leeft in ons, het Woord woont in ons.
Toekomst
In de Openbaring naar Johannes ligt de nadruk op de heerlijkheid, de toekomstige hoop, Christus komt voor ons, het woord dat overwint.
Doel
Johannes geeft ons vijf redenen voor het schrijven van zijn eerste brief:
-
Dat we gemeenschap hebben (1:3)
‘Gemeenschap’ is het hoofdthema van de eerste twee hoofdstukken (1:3, 6-7). Gemeenschap heeft te maken met onze persoonlijke gemeenschap met Christus, niet met onze eenheid met Hem wat zoonschap is. Onze dagelijkse gemeenschap kan wisselend zijn, ons zoonschap blijft altijd hetzelfde.
-
Dat we vreugde mogen hebben (1:4)
Het woordje ‘vreugde’ wordt allen hier gebruikt, maar de zegen die de vreugde voortbrengt zien we doorheen heel de brief. Vreugde is het resultaat van een hechte gemeenschap met Christus.
-
Dat we niet zouden zondigen (2:1-2)
De straf voor de zonde wordt geregeld als de zondaar op Christus vertrouwt, maar de macht die de zonde over het dagelijks leven van een gelovige kan uitoefenen is een andere zaak. De eerste brief van Johannes maakt duidelijk hoe we de zonde kunnen overwinnen en hoe vergeving kunnen ontvangen als we toch gezondigd hebben.
-
Dat we de zonde zouden overwinnen (2:26)
Johannes werd in zijn dagen geconfronteerd met valse leer zoals wij in onze tijde met valse leraars geconfronteerd worden (2Petr.2). De valse leraars in Johannes dagen verkondigden: (1) dat materie zondig was en dat om die reden Christus niet in het vlees gekomen was; (2) dat Christus maar een gewoon mens was zoals wij; (3) dat kennis van de waarheid meer betekende dan de waarheid toe te passen in je leven; en (4) dat slecht een ‘klein aantal geestelijken’ geestelijke waarheden kon begrijpen. Wanneer je de eerste brief van Johannes leest, valt het op dat hij de nadruk legt op: () dat materie niet slechts is, maar de mens zondig is; (2) dat Jezus Christus een echt lichaam had en een werkelijke dood was gestorven; (3) dat het niet voldoende is te ‘zeggen’ dat we geloven, maar dat we het ook in de praktijk moeten brengen; en (4) dat alle gelovigen een zalving van God hebben en zijn waarheid kunnen begrijpen.
-
Dat we zekerheid zouden hebben (5:13)