Inleiding Bijbelboeken – Oude Testament – Inleiding op Richteren

21 augustus, 2023

Bijbelboeken: Richteren

Inleiding Bijbelboeken

Historische Boeken

Inleiding op Richteren

 

Onderwerp

Gelijk Jozua, na de dood van Mozes de geschiedenis van het volk Israël vervolgt (Joz.1:11), vervolgt het boek Richteren Israëls geschiedenis na de dood van Jozua (1:1). Dit is een boek van nederlaag en ontrouw, zoals we kunnen lezen in het sleutelvers (17:6): ‘In die dagen was er geen koning in Israël; ieder deed wat goed was in zijn ogen’. De Here was geen Koning in Israël meer, de stammen waren verdeeld: het volk had zich vermengd met de heidense volken, en God vond het noodzakelijk het volk te tuchtigen. We hebben een samenvatting van het hele boek in 2:10-19: zegen- ongehoorzaamheid – tuchtiging – berouw – bevrijding. Richteren is een boek van onvoltooide overwinningen; het is een boek van het falen van Gods volk om op zijn Woord te vertrouwen en te gaan in de kracht van zijn Geest.

Geestelijke lessen

Denk aan de drie indelingen van het boek Jozua: het overstrekken van de Jordaan, de overwinning van de vijand en de erfenis in bezit nemen. Jozua vermeld hoe Israël de rivier overstak en begon de vijand te bestrijden, maar het boek eindigt met ‘Er is nog zeer veel land overgebleven om in bezit te nemen’ (Joz.13:1; 23:1-11). ‘Het overtrekken van de rivier’ wil zeggen het doden van je eigen ik en een leven gescheiden van de zonden; het betekent het in bezit komen van je geestelijke erfenis door geloof (Ef.1:3). Maar nadat we deze stap van geloof gezet hebben, is het gemakkelijk te verzwakken, of je te vermengen met de vijand. Israël trok het land binnen, maar ze faalde om de gehele erfenis in bezit te nemen. Ten eerste tolereerde ze de vijand, vervolgens nam ze belastingen aan van de vijand, daarna vermengde ze zich met de vijand, en tenslotte gaf ze zich over aan de vijand. Het was alleen door Gods ‘bevrijders’ (de Richters) dat de Israëlieten overwonnen. Hoe gemakkelijk is het ook voor gelovigen ‘om met zonde om te gaan’ en de totale toewijding en overwinning verliezen.

Het land

In het beloofde land bevonden zich veel volken en onbeduidende koningen, die over kleine gebieden heersten. Jozua had het gehele volk over de grote vijanden laten strijden; de weg was nu voorbereid voor elke stam om in geloof verder te gaan en de erfenis, die door loting aangewezen was, in bezit te nemen. Aangezien het boek Jozua een boek van een onverdeeld volk, Richteren laat ons een verdeeld volk zien dat niet aan God toegewijd is. Ze waren het verbond van dat ze bij de Sinaï waren aangegaan, vergeten.

De Richteren

In dit boek worden twaalf verschillende Richters genoemd door God geroepen om een speciale vijand in een speciaal gebied te verslaan opdat het volk rust zou krijgen. De Richters waren geen nationale leiders; ze waren eerder lokale leiders die het volk van verschillende onderdrukkers bevrijden. Het is mogelijke dat sommige onderdrukkers of periodes elkaar overlappen. Niet elk van de stammen namen deel aan elk gevecht, er was vaak ook nog rivaliteit tussen de stammen. Dat God deze ‘gewone mensen’ als richters riep en hen op een machtige manier riep is nog maar eens een bewijs van zijn genade en macht (1Kor.1:26-31). De Geest van God kwam op deze leiders voor een speciale opdracht (6:34; 11:29; 13:25), hoewel hun eigen leven niet altijd voorbeeldig waren. De paar honderd jaar dat de Richters acteerden was een voorbereiding van de vraag van Israël voor een koning (1Sam.8).

De overgebleven volken

God stond de heidense volken in het land te verblijven om verschillende redenen: (1) om Israël te tuchtigen, 2:3, 20-21; (2) Israël op de proef te stellen (2:22; 3:4); Israël voor te oefenen en voor te bereiden op strijd 3:2 (4) te voorkomen dat het land verwaarloosd zou worden (Deut.7:20-24). Wanneer Israël met minderen condities tevreden was, Zou God hun zin geven. Hij gebuikte dan deze volken voor Zijn eigen doel. De Joden konden een totale overwinning genoten hebben; in plaats daarvan stelden ze zich tevreden met een compromis. De Hoofdstukken 3-16 tonen ons de ‘op-en-neer’ ervaringen van Gods volk. Helaas weidde het volk zich niet toe aan God om Hem te gehoorzamen; ze zagen op de menselijke helpers die God zond. Veel gelovigen hebben hun ‘op-en-neer’ ervaringen’ en zoeken hun hulp bij hun voorganger of andere vrienden, in plaats van God ingang te geven in hun hart zodat Hij hun problemen zou kunnen oplossen.

______________________________________________________________________________________________________________________________