Geestelijk Leven – 2 Timotheüs 2:1-5 – Het leger van God

23 juli, 2024

Rubrieken: Geestelijk Leven

Geestelijk Leven

2 Timotheüs 2:1-5

Het leger van God

Voorwoord

Het Nieuwe Testament kent meerdere metaforen van een christen en één daarvan is een soldaat in het leger van God. Toen de oorlog van Rusland tegen Oekraïne uitbrak een paar jaar geleden, wisten veel jongemannen niet hoe snel ze hun land moesten verlaten om niet in het leger te moeten vechten. Ze zochten een veilig onderkomen in andere landen en lieten anderen het ‘vuile’ werk opknappen. Bijna 20.000 Oekraïners zijn naar het buitenland gevlucht om de dienstplicht te ontlopen. Van de Russen zijn ruim 115.000 naar Georgië uitgeweken. Je kunt zulke mensen lafaards of deserteurs noemen. Desertie is het permanent verlaten van een krijgsmacht zonder toestemming of zich onttrekken aan de legerdienst. De intentie om permanent te vertrekken onderscheidt het van de meer algemene ongeoorloofde afwezigheid. Doorgaans geldt desertie als een strafbaar feit. Heel anders was het toen de oorlog tussen Israël en Hamas uitbrak. Toen verliet niemand het land, maar vanuit de hele wereld kwamen joodse mannen en vrouwen naar hun land om mee te helpen en dienst te nemen in het leger! Nu, na enkele maanden oorlog blijken er ook in Israël plotseling steeds meer pacifisten in Israël te zijn… U begrijpt dat ik weinig sympathie kan opbrengen voor hen die zich op een of andere manier onttrekken aan hun plicht en om discutabele redenen hun heil elders zoeken om de strijd te ontlopen en anderen in de steek laten.

Soldaten van Christus

We leven in een wereld van geweld, vooral de laatste paar jaren. We hoeven maar te denken aan Oekraïne en Israël. Sinds de tijd dat de wereld in de zonde is gevallen is er strijd geweest. De eerste oorlog vinden we al heel vroeg in de Bijbel terug (Gen.14) en sindsdien is er moeilijk een periode in de wereldgeschiedenis te bedenken, waarin er geen oorlogen zijn geweest. Er is zelfs in de Bijbel een verwijzing naar ‘het boek van de oorlogen des Heren.’ (Num.21:14) In het Nieuwe Testament wordt onder andere een link gelegd tussen een gelovige en een soldaat. Zo schrijft Paulus aan Timotheüs: ‘Lijd mee verdrukking als een goed soldaat van Christus Jezus. Niemand die als soldaat dient, wikkelt zich in de zorgen van het leven, opdat hij hem behaagt die hem in dienst genomen heeft. En als iemand ook kampvechter is, wordt hij niet gekroond als hij niet wettig heeft gestreden.’ (2Tim.2:3-4-5)

U begrijpt dat de ‘oorlogen’ die wij moeten voeren fundamenteel verschillen van de oorlogen vermeld in het Oude Testament! Paulus wijst ons erop dat, ‘onze strijd is niet tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van deze duisternis, tegen de geestelijke machten van de boosheid in de hemelse gewesten.’ (Ef.6:12) In Efeze 6:10-20 wordt verder gesproken van onder andere een ‘wapenrusting, ‘strijd’, ‘weerstand bieden en standhouden’, ‘het zwaard van de geest’, allemaal uitdrukkingen die erop wijzen dat er een strijd gaande is.

Dienstweigeraars

We moeten uiteraard, voordat we oordelen, de achterliggende oorzaak weten waarom iemand dienstweigert. Een reden daarvoor is dat men beroep te doen op het feit dat hij of zij pacifist is. Pacifisme is de filosofie en praktijk waarbij geweldloosheid centraal staat en vrede als belangrijk doel wordt nagestreefd. In sommige landen kunnen pacifisten een vervangende dienst vervullen, bijvoorbeeld als verpleger of iets dergelijks. Maar pacifisme als oorzaak om geen deel te nemen aan de strijd is in het leger van God niet mogelijk; daar ontkomt geen gelovige aan! Zolang wij een geestelijke vijand hebben die niet opgeeft zullen gelovigen strijd moeten voeren. Aan het eind van zijn leven getuigt de apostel Paulus: ‘Ik heb de goede strijd gestreden.’ (2Tim.4:7) En ook Timotheüs wordt opgeroepen de goede strijd van het geloof te voeren (1Tim.6:12).

Dienstweigeren aan de wereldse overheid, zogenaamde ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’  bestaat wel tot de mogelijkheden. God heeft de overheid ingesteld, die het zwaard niet tevergeefs draagt (Rom.13:1-7), maar als een overheid uitdrukkelijk tegen Gods normen en waarden ingaat, mogen of moeten we dienstweigeren. Zoals we lezen van de vroedvrouwen in de tijd dat het volk in Egypte verbleef: ‘De vroedvrouwen echter vreesden God en deden niet wat de koning van Egypte haar gezegd had, maar lieten de jongens in leven.’ (Ex.1:15-22) In zulke situaties ‘moeten we God meer gehoorzamen dan de mensen.’ (Hand.5:29)

Deserteurs in het leger van God

Zoals hierboven al gezegd is desertie het permanent verlaten van een krijgsmacht zonder toestemming of zich onttrekken aan de legerdienst. Ook ‘het leger van God’ kent helaas deserteurs, we denken maar aan Demas die, omdat hij de tegenwoordige eeuw of wereld weer had lief gekregen, de apostel Paulus had verlaten (2Tim.4:10). Maar Demas was niet de enige die Paulus in de steek had gelaten. ‘Dit weet je, dat allen die in Asia zijn zich van mij hebben afgewend, onder wie Fygelius en Hermogenes.’ (2Tim.1:15) En wanneer Paulus zich moet verantwoorden voor de Romeinse overheid, moet hij constateren dat: ‘Bij mijn eerste verdediging niemand bij mij is geweest, maar allen hebben mij verlaten.’ (2Tim.4:16) In het boek Handelingen lezen we dat Johannes zich afscheidde van het gezelschap van Paulus en terugkeerde naar Jeruzalem (Hand.13:13). Dat kreeg een vervolg toen Paulus later weigerde om Johannes, Markus geheten mee te nemen op zijn reis, want hij achtte het niet juist om hem die hen van Pamfylië af in de steek had gelaten weer mee te nemen. ‘Er ontstond nu een verbittering zodat zij van elkaar scheidden en Barnabas Markus meenam en naar Cyprus afvoer.’ (Hand.15:36-39)

Saboteurs in het leger van God

Een saboteur is iemand die een zaak ondermijnt of die opzettelijk of kwaadwillig tegenwerkt. Een voorbeeld daarvan vermeld Paulus in zijn brief aan de gelovigen te Filippi: ‘…anderen verkondigen Christus uit partijzucht, niet zuiver, met de bedoeling verdrukking aan mijn gevangenschap toe te voegen.’ (Fil.1:17) In dezelfde brief spreekt Paulus van ‘velen die wandelen… als vijanden van het kruis van Christus. We lezen ook van een zekere Alexander de kopersmid die Paulus veel kwaad heeft berokkend (2Tim.4:14). Eerder had Paulus ook al geschreven over Alexander als iemand die schipbreuk had geleden ten aanzien van het geloof. Terwijl Paulus Timotheüs aanspoort de goede strijd te strijden, en het geloof te behouden in een goed geweten, vervolgt hij dat sommigen dat geloof van zich hebben gestoten, ‘waardoor zij ten aanzien van het geloof schipbreuk hebben geleden. Onder hen zijn Hymeneüs en Alexander, die ik aan de satan heb overgegeven, opdat hun het lasteren wordt afgeleerd.’ (1Tim.1:18-20) Bij het afscheid van de oudsten van de gemeente Efeze waarschuwde Paulus hen voor moeilijkheden die zouden komen: ‘Ik weet, dat na mijn vertrek wrede wolven bij u zullen binnenkomen, die de kudde niet sparen; en uit uzelf zullen mannen opstaan, die verdraaide dingen spreken om de discipelen achter zich aan te trekken. Daarom waakt, en herinnert u dat ik drie jaar lang, nacht en dag, niet heb opgehouden iedereen met tranen terecht te wijzen.’ (Hand.20:29-31) Een waarschuwing die helaas is uitgekomen zoals we terugkijkend op tweeduizend jaar kerkgeschiedenis kunnen vaststellen!

Soldaten die zich overgeven

Het zijn niet allemaal deserteurs of saboteurs in het leger van God, er zijn er ook die de strijd vroegtijdig opgeven om allerlei oorzaken. Als een soldaat ziet dat de overmacht te groot is kan hij geneigd zijn de strijd te staken en zich overgeven door met de witte vlag te zwaaien. Om goed te functioneren in Gods leger moeten we altijd in verbinding blijven met onze overste leidsman en voleinder van het geloof, Jezus! (Heb.12:2) Hij heeft gezegd: ‘Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde’ en ‘Ik zal mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hades zullen haar niet overweldigen.’ (Mat.28:18; 16:18) In het Oude Testament hebben we een voorbeeld in Elisa’s optreden in de oorlog tegen Aram. De koning van Aram zond een leger naar de stad waar Elisa verbleef om hem gevangen te nemen en te doden. Zij kwamen ‘s nachts en omsingelden de stad. We lezen verder: ‘Toen de dienaar van de man Gods des morgens vroeg opstond en naar buiten trad, zie, een leger omringde de stad, zowel paarden als wagens. En zijn knecht zeide tot hem (Elisa): Ach, mijn heer! Wat moeten wij doen? Maar hij zeide: Vrees niet, want zij, die bij ons zijn, zijn talrijker dan zij, die bij hen zijn. Toen bad Elisa: Here, open toch zijn ogen, opdat hij zie. En de Here opende de ogen van de knecht en hij zag en zie, de berg was vol vurige paarden en wagens rondom Elisa. Toen de vijanden nu tot hem afdaalden, bad Elisa tot de Here: Sla dit volk toch met blindheid. En Hij sloeg hen met blindheid naar het woord van Elisa.’ (2Kon.6:15-18) Is dat niet een prachtig voorbeeld voor iemand die geneigd is om de strijd te staken om vol te houden omdat God met ons is? ‘Als God voor ons is, wie zou tegen ons zijn’? (Rom.8:31) Daarom: ‘Vrees niet, want zij, die bij ons zijn, zijn talrijker dan zij, die bij hen zijn.’ (1Joh.4:4)

Een goed soldaat van Christus

Je zou ze de veteranen kunnen noemen. Veteranen zijn alle soldaten die het Koninkrijk dienen in oorlogsomstandigheden, of tijdens vergelijkbare situaties zoals vredesmissies in internationaal verband. Een veteraan ben je als je als militair bent uitgezonden naar het buitenland voor een oorlogsmissie of een vredesmissie. Zijn ze er nog soldaten van Christus die zijn uitgezonden in deze wereld en de boodschap van vrede verkondigen? Gelukkig wel! Als ik mij beperk tot West-Europa zie ik helaas maar een kleine kudde, maar dan wel een ‘kudde’ die hoewel ze kleine kracht hebben, het woord hebben bewaard en de naam niet verloochend (Op.3:8). Ze lijden daarin verdrukking, want ze moeten het opnemen tegen een grote massa naamchristenen in een christendom die de waarheid van het woord heeft ingeruild voor denkbeelden van mensen. Een goed soldaat van Christus kan met de apostel Paulus aan het einde van zijn dienst zeggen: ‘Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop geëindigd, ik heb het geloof behouden.’ (2Tim.4:7)

Waar zijn ze?

We leven in moeilijke tijden wat het geloof betreft, kerkverlating is allang geen nieuws meer, de statistieken vertellen ons dat de laatst decennia de kerken zijn leeggelopen en dat niet alleen in de zgn. staatskerken maar ook in de evangelische gemeenten. Op basis van internationale studies wordt geconcludeerd dat anno 2022 50,02 procent van de geregistreerde inwoners in België zich rekent tot het rooms-katholicisme. Slechts 8,9 procent gaat minstens eenmaal per maand naar de kerk. Deze cijfers geven ons voldoende informatie om vast te stellen dat het met het christendom in onze westerse wereld niet goed gaat. Ik geloof dat Openbaring 2 en 3 een profetisch beschrijving van de kerkgeschiedenis is, en dan kunnen we vaststellen dat in het begin van de kerkgeschiedenis de gelovigen te Efeze al ‘de eerste liefde hadden verlaten.’ (Op.2:4) Aan het einde van de kerkgeschiedenis lezen we dat de gemeente te Laodicéa, die nog heet nog koud was en waar de Heer buiten de deur stond, door de Hem zou worden uitgespuwd! (Op.3:14-20).

Meer dan ooit is het, lettend op de tekenen der tijden dat Jezus komst nabij is, nodig de ‘hele wapenrusting van God op te nemen, om weerstand te kunnen bieden in de boze dag en om, na alles volbracht te hebben, stand te houden.’ (Ef.6:13)

______________________________________________________________________________