Gelegenheidpreken – Kerst – Jesaja 9 – Want een Kind is ons geboren!

12 december, 2024

Rubrieken: Gelegenheidspreken

Gelegenheidspreken

Jesaja 9:5

Want een Kind is ons geboren!

Inleiding

U bent waarschijnlijk allemaal wel eens getuige geweest van de geboorte van een kind en dan weet u wat dat betekent. Al maanden van tevoren gebeuren er allerlei dingen die normaliter niet voorkomen. Ik denk alleen maar aan het bezoeken van een vrouwenarts voor de controle van moeder en kind. Dan wordt er een kamer in gereedheid gebracht, kleertjes en allerlei andere spullen gekocht. Om kort te gaan er wordt alles aan gedaan om het kind op de meest beste manier te verwelkomen in deze wereld. Alles komt in beweging!

Met de aankondiging van de geboorte van het Kind van Jozef en Maria was het niet anders, ook toen kwam alles in beweging. Hemel en aarde, Jozef en Maria, engelen, herders, Elisabeth, Simeon en Anna allemaal kwamen ze in beweging!

God kwam in beweging

“Maar Hij antwoordde hun: Mijn Vader werkt tot nu toe en Ik werk ook.” (Joh.5:17)

De oorzaak van de noodzaak van de komst van een verlosser, was natuurlijk de val van de mens. Dat bracht God in beweging en Hij zocht het eerste mensenpaar op in de hof van Eden. Daar, tijdens die ontmoeting openbaarde God zijn plan van de verlossing die Hij in Christus zou voltooien. Om dat doel te bereiken was er nog een lange weg af te leggen. Tot de slang had God gezegd: ‘En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen’ (Gen.3:15). Dit wordt ook wel de ‘moederbelofte’ genoemd, niet omdat ze een toezegging over een moeder is, maar omdat deze belofte als het ware de ‘moeder’ is, waaruit alle beloften van God geboren worden. Uit de naamgeving van Adam en Eva wordt dat wel duidelijk. ‘Voorts noemde Adam de naam van zijn vrouw Eva, omdat zij een moeder van alle levenden is’ (Gen.3:20). De geschiedlijn loopt via Abraham (Gen.12:1), Juda (Gen.49:10), Mozes (Deut.18:18) en David (2Sam.7:12-16). “Maar toen de tijd door de vader vooraf bepaald, toen de volheid des tijds gekomen was, heeft God zijn Zoon uitgezonden.” (Gal.4:2, 4) “In het laatst van de dagen heeft God tot ons gesproken in de Zoon.” (Heb.1:1) Het was Gods laatste antwoord op het zondeprobleem. Daarvoor had Hij gesproken tot het volk door het zenden van zijn slaven naar de landlieden om zijn vruchten te ontvangen, maar dezen namen zijn slaven, sloegen de één, doodden de ander en stenigden de derde. Opnieuw zond hij andere slaven, maar dan de eersten, en zij deden met hen hetzelfde. “Tenslotte nu zond hij tot hen zijn zoon en zei: zeggende: Zij zullen mijn zoon ontzien.” (Mat.21:37) Aldus de gelijkenis van de onrechtvaardige landlieden.

Jozef en Maria kwamen in beweging

“En gij, Bethlehem Efrata, al zijt gij klein onder de geslachten van Juda, uit u zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israël.” (Mi5:1)

Door de komst van het kind kwamen Jozef en Maria in beweging en reisden af naar Bethlehem Efrata. Dat had alles te maken met een volkstelling die uitging van keizer Augustus die wilde dat het hele aardrijk moest worden ingeschreven (Luk.2:1vv.). Zo ging het hele volk op reis om zich te laten inschrijven, ieder naar zijn eigen stad. Omdat Jozef uit het huis van de familie van David was, ging hij naar Juda, naar de stad van David die Bethlehem heette. De profetie van de profeet Micha werd daardoor vervuld. “En gij, Bethlehem Efrata, al zijt gij klein onder de geslachten van Juda, uit u zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israël en wiens oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid.” (Mi.5:1) Keizer Augustus zal er geen weet van gehad hebben dat hij aanleiding had gegeven tot de vervulling van deze profetie door die volkstelling uit te roepen (Mi.4:12). Maar die profetie kijkt niet alleen vooruit naar de plaats waar de Messias geboren zal worden, maar kijkt ook achterom, naar de afkomst van de ‘heerser van Israël’. Zijn ‘oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid’ (Mi.5:1). “Hij (Christus) is wel voorgekend vóór de grondlegging van de wereld, maar in het laatst van de tijden geopenbaard.” (1Petr.1:20) Dit laat ons de Goddelijkheid van de Heer Jezus zien, die de heerlijkheid die Hij bij de Vader had, heeft verlaten en onder ons is komen wonen (Joh.17:5). Emmanuel, God met ons! De Heer Jezus wil, dat waar Hij is, ook wij bij Hem zouden zijn, om zijn heerlijkheid te aanschouwen die U Mij hebt gegeven, omdat U Mij hebt liefgehad vóór de grondlegging van de wereld (Joh.17:24).

Engelen van de hemel kwamen in beweging

“De engel zeide tot hen: Weest niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap.” (Luk.2:10)

Nergens anders in Gods Woord vinden zo’n grote aanwezigheid van engelen dan bij de geboorte van de Heer Jezus. Door de komst van het kind kwam ook de engelenwereld in beweging. Bij de schepping waren de engelen ook aanwezig: “terwijl de morgensterren tezamen juichten, en al de zonen Gods jubelden?” (Job 38:7) Engelen zijn ‘dienende geesten, die tot dienst uitgezonden worden’ (Heb.1:14). Zo verscheen een engel van de Heer aan Zacharia met de boodschap dat zijn vrouw Elizabeth zwanger zou worden (Luk.11:11-13). Elizabeth werd de moeder van Johannes de doper die voor Jezus uit zou gaan om Hem aan te kondigen. “Zie, het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt”, was zijn boodschap (Joh.1:29). De engel Gabriël kwam tot Maria, met de boodschap dat ze zwanger zou worden en een Zoon zou baren en ze moest Hem de naam Jezus geven (Luk.1:26-31). In de beschrijving van de geboorte van Jezus kwam er een engel van de Heer tot de herders, met de bekende boodschap: “Zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor het gehele volk zal zijn; want u is heden een Heiland geboren, die Christus de Heer is, in de stad van David.” (Luk.1:10) Een menigte van een hemelse legermacht prees God. Tenslotte verscheen een engel in een droom aan Jozef (Mat.1:20) met de boodschap en zei: “wees niet bang uw vrouw Maria tot u te nemen, want wat in haar is verwekt, is uit de Heilige Geest. Zij nu zal een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal zijn volk behouden van hun zonden.” (Mat.1:20-21)

Herders kwamen in beweging

“Laten wij dan naar Bethlehem gaan om te zien hetgeen geschied is en ons door de Here is bekendgemaakt” (Luk.2:15)

De verschijning van een engel wekt altijd vrees op wanneer een verschijning in de Bijbel wordt vermeld. Engelen worden vaak in de kunst uitgebeeld als kleine mollige gevleugelde kinderen, maar de Bijbel geeft ons een heel ander beeld. “Looft de Here, gij zijn engelen, gij krachtige helden die zijn woord volvoert, luisterend naar de klank van zijn woord.” (Ps.103:20) Lees maar eens hoe het de profeet Daniël verging en de mannen die bij hem waren, toen hij ‘de man in linnen klederen ontmoette’: “Alleen ik, Daniel, zag dat gezicht, maar de mannen die bij mij waren, zagen het niet; doch een grote schrik overviel hen, zodat zij vluchtten en zich verborgen; Zo bleef ik alleen over. Toen ik dat grote gezicht zag, bleef er in mij geen kracht meer; alle kleur week van mijn gelaat, en ik had geen kracht meer over.” (Dan.10:7-8). Dat was in de tijd van Jezus’ geboorte niet anders. De eerste woorden die werden uitgesproken door een engel in de benadering van een mens waren altijd dezelfde: Vrees niet! De herders werd meegedeeld dat het kind geboren was en in een kribbe lag in doeken gewikkeld. Daarop gingen ze naar Bethlehem en zagen Jozef en Maria en het kind liggende in een kribbe (Luk.2:15). Aan de herders werd door een hemelse legermacht de welbekende boodschap meegedeeld: “Heerlijkheid zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in mensen van zijn welbehagen.” (Luk.2:14) ‘Vrede op aarde’, zo vaak herhaald, misbruikt of misverstaan! Welke ‘vrede’ wordt hier eigenlijk bedoeld? Niet, dat met de geboorte van Jezus er opeens vrede op aarde zou komen, zoals zo vaak gedacht wordt en dat alle oorlogen zouden ophouden. Die wens is al tweeduizend jaar lang niet uitgekomen. En zelfs afwezigheid van oorlog is nog geen garantie voor de aanwezigheid van vrede. Nee, ‘vrede’ is verkondigd aan ‘mensen van Gods welbehagen’, met andere woorden mensen die vrede met God hebben verkregen door geloof in Jezus Christus; Hij is onze vrede! God is niet in oorlog met de mens, maar de mens is in oorlog met God! Vandaar dat God door de apostel Paulus liet verkondigen: “Laat u met God verzoenen!” (2Kor.5:21)

Simeon en Anna kwamen in beweging

“En hij – Simeon – kwam door de Geest in de tempel.’ – ‘En zij – Anna – diende God onafgebroken in de tempel.” (Luk.2:37)

Simeon en Anna waren acht dagen later aanwezig in de tempel; op het juiste moment op de juist plaats! Simeon zal in die tijd vol verwachting hebben uitgekeken naar de dag dat hij de Christus van de Heer zou ontmoeten. Hij had namelijk “een Goddelijke aanwijzing ontvangen door de Heilige Geest, dat hij de dood niet zou zien voordat hij de Christus van de Heer had gezien.” (Luk.2:25-26) En toen Simeon door de Geest in de tempel kwam en de ouders het kind Jezus binnenbrachten, nam Simeon het in zijn armen en hij loofde God en zei: “Nu laat U, Heer, uw slaaf in vrede heengaan naar uw woord, want mijn ogen hebben uw behoudenis gezien, die U bereid hebt voor het aangezicht van alle volken: een licht tot openbaring voor de naties en tot heerlijkheid voor uw volk Israël.” (Luk.2:29-32)

We sluiten af met Anna, een weduwe van ongeveer vierentachtig jaar, die niet uit de tempel week, terwijl zij met vasten en bidden God diende, nacht en dag (Luk.2:38). Zij sprak over Hem tot allen die de verlossing van Jeruzalem verwachten. Enkele van hen die de verlossing van Jeruzalem verwachten waren o.a. Nicodemus, die samen met Jozef van Arimathéa, die een discipel van Jezus was, Jezus naar de gewoonte van de Joden begraven hebben (Joh.19:38-42) en de teleurgestelde Emmaüsgangers (Luk.24:19-24).  Verder mogen we denken aan de Samaritaanse vrouw die zei: ‘Ik weet dat de Messias komt, die Christus wordt genoemd.” (Joh.4:25; vgl. 1:42). Dezen verwachten de verlossing van Jeruzalem (Luk.1:74) en dan mogen we denken aan de verlossing van de Romeinse overheersing. Maar de profetie van Zacharia gaat verder dan Jeruzalem… (Luk.1:67-79).

Tenslotte: komt ook u in beweging?

Wat betekend voor u de komst van de Heer Jezus zolang geleden in Bethlehem? De Heer Jezus heeft zo’n drieëndertig jaar na zijn geboorte, zijn discipelen bevolen het evangelie te verkondigen aan alle volken (Mat.28:19). Dat is dezelfde ‘Blijde boodschap’ als dat het toen was, zondaren spreken van verlossing en bevrijding, niet van Romeinse, maar duivelse machten en onze zonden. Jezus is gekomen “en heeft vrede verkondigd aan hen die veraf was, en vrede aan hen die nabij waren.” (Ef.2:17) Want Hij is onze vrede, dat is de betekenis van ‘vrede op aarde’. Komt u ook in beweging of heeft u de vrede van God al verkregen door uw vertrouwen op Hem te stellen?

______________________________________________________________________________