Gelegenheidspreken- Oud- en Nieuwjaar – Jozua 1 – Een nieuw begin!

13 december, 2024

Rubrieken: Gelegenheidspreken

Gelegenheidspreken

Oud- en Nieuwjaar – Jozua 1

Een nieuw begin!

Als terugkijken pijn doet … en vooruitkijken je bang maakt … kijk dan naast je: Ik ga met je mee, Ik ben altijd bij je, alle dagen’

 Woord vooraf

Nog enkele dagen en het jaar 2024 ligt achter ons en we staan aan het begin van het nieuwe jaar 2025. Afwachten wat dat jaar ons zal brengen.

Grote veranderingen, wereldwijd, dienen zich aan op allerlei terreinen van de maatschappij! Trump wordt de nieuwe president van de Verenigde Staten van Amerika voor de komende vier jaar en de politieke leiders vragen zich af hoe deze zich gaat manifesteren. De oorlog in Oekraïne duurt voort en het aantal slachtoffers in Oekraïne en Rusland gaat ons bevattingsvermogen te boven. De strijd van Israël tegen de terroristen in Gaza en de Hezbollah in Libanon duurt ook nog altijd voort. Syrië is gevallen en Assad is gevlucht, rebellen hebben de macht overgenomen en hoe de situatie zich in het land en regio de komende tijd gaat ontwikkelen moeten we maar afwachten. De secretaris-generaal van de NATO, Marc Rutte, heeft ons gewaarschuwd voor dreigend oorlogsgevaar en een ontwrichting van de wereldorde. Maar ‘last but not least’, meer dan ooit, verwachten we de komst van de Heer Jezus! Als u deze dingen ziet gebeuren heft uw hoofden want uw verlossing is nabij!

Inleiding

We staan nu voor een nieuw begin, het jaar 2025, zoals eeuwen geleden ook Jozua, de opvolger van Mozes, voor een nieuw begin stond, een onbekende toekomst, met nieuwe uitdagingen en mogelijkheden. Veertig jaar lang was hij met Mozes opgetrokken om het volk Israël naar het beloofde land te brengen, vanaf de uittocht uit Egypte via de Sinaï naar Kanaän. Nú, ná het sterven van Mozes en vóór hij het beloofde land binnen gaat trekken, staat hij er alleen voor! Hoe zou Jozua zich gevoeld hebben? Als hij achterom keek dan zouden de herinneringen aan de gebeurtenissen en aan allen die in de woestijn gevallen waren, pijn kunnen doen. Keek hij vooruit dan zou hem dat angstig kunnen maken, wat zou de toekomst brengen? Maar als Jozua naast zich keek, dan wist hij zich gesterkt want hij had immers de belofte dat God met Hem was! Laten we maar eens lezen:

1 Het geschiedde na de dood van Mozes, de knecht des Heren, dat de Here tot Jozua, de zoon van Nun, de dienaar van Mozes, zeide:

2 Mijn knecht Mozes is gestorven; welnu, maak u gereed, trek over de Jordaan hier, gij en dit gehele volk, naar het land, dat Ik hun, de Israëlieten, geven zal.

3 Elke plaats die uw voetzool betreden zal, geef Ik ulieden, zoals Ik tot Mozes gesproken heb.

4 Van de woestijn en de Libanon ginds tot aan de grote rivier, de rivier de Eufraat, het gehele land der Hethieten, en tot aan de Grote Zee in het westen zal uw gebied zijn.

5 Niemand zal voor u standhouden al de dagen van uw leven; zoals Ik met Mozes geweest ben, zal Ik met u zijn; Ik zal u niet begeven en u niet verlaten.

6 Wees sterk en moedig, want gij zult dit volk het land doen beërven, dat Ik hun vaderen gezworen heb hun te zullen geven.

7 Alleen, wees zeer sterk en moedig en handel nauwgezet overeenkomstig de gehele wet die mijn knecht Mozes u geboden heeft; wijk daarvan niet af naar rechts noch naar links, opdat gij voorspoedig zijt, overal waar gij gaat.

8 Dit wetboek mag niet wijken uit uw mond, maar overpeins het dag en nacht, opdat gij nauwgezet handelt overeenkomstig alles wat daarin geschreven is, want dan zult gij op uw wegen uw doel bereiken en zult gij voorspoedig zijn.

9 Heb Ik u niet geboden: wees sterk en moedig? Sidder niet en word niet verschrikt, want de Here, uw God, is met u, overal waar gij gaat’ (Joz.1:1-9)

Hoe ga je om met het verleden? (Als terugkijken pijn doet …)

We kunnen het verleden niet veranderen, maar het verleden kan ons wel veranderen! Gebeurtenissen in het afgelopen jaar kunnen ons bitter of beter maken. Dat hangt ervan af hoe wij met het verleden omgaan. Wat had Jozua niet allemaal meegemaakt? Hij heeft velen van zijn volk zien vallen in de woestijn (vgl. Num.14:22, Deut.1:35, Ps.95:10-11). Hij heeft veel moeilijke situaties meegemaakt, denk maar aan de gebeurtenissen rond het gouden kalf (Ex.32), en vele andere. Toch heeft hij in die veertig jaar ook de ‘goede hand’ van God ervaren (vgl. Ezra 8:22)! Achteraf bezien was die tijd een voorbereiding geweest op de taak die hem nu wachtte. Beschouwen wij ons verleden ook als een leerschool? Wat als u terugkijkt op het afgelopen jaar, wat doet u pijn?

Wat Jozua van Mozes had geleerd, kon hij nu toepassen als leider van het volk. Jozua was veranderd in die veertig jaren, en nog maar enkele dagen geleden had hij afscheid moeten nemen van Mozes. Mozes, die zijn einde voelde naderen, had de Heer gevraagd om een man aan te stellen die voor hen voor hen uit en in zou gaan, uit de woestijn en in het land van de belofte. De Heer heeft op het verzoek van Mozes, Jozua aangewezen, ‘een man in wie de Geest is’. Bij die gelegenheid legde Mozes hem de handen op (Deut.34:9), zodat Jozua vol zou zijn van de geest der wijsheid, om het bevel over te nemen. Nu stond Jozua er alleen voor, maar hij was vervuld van de Geest en had de belofte van God: “Zoals Ik met Mozes geweest ben, zal Ik met u zijn.” (Joz.1:5) en dat was voldoende voor hem.

Wat verwacht je van de toekomst? (… en vooruitkijken je bang maakt …)

In het evangelie naar Lukas lezen we over een periode waarin gezegd wordt dat ‘de mensen het zullen besterven van bangheid en verwachting van de dingen die over het aardrijk komen’ (Luk.21:26). De onzekerheid van de dingen die vóór ons liggen, maakt ook dat vandaag de dag, veel mensen bang en onzeker zijn. Jozua ging geen onbekende toekomst tegemoet, we weten dat hij voordien al in het beloofde land was geweest. Jozua was een van de twaalf verspieders geweest (Num.13-14) en hij had de beloften van God waarop hij kon vertrouwen gerealiseerd. Het spreekwoord: ‘Van het concert des levens heeft niemand een programma’ gaat voor een gelovige niet op, want God heeft een programma van uw en mijn leven! Maar dat wil niet zeggen dat alles in de nabije toekomst gladjes zal verlopen. Het lijden van de tegenwoordige tijd kan ook ons treffen! Wij, als gelovigen, maken deel uit van deze wereld en haar bevolking, en aan het zuchten van de schepping hebben ook wij deel. Maar wij weten dat alles wat er gebeurt een doel heeft en dat het mogelijke tekenen zijn die ons zeggen dat Jezus’ komst nabij is! Ook voor Jozua ging Gods plan niet zonder moeite, inspanning en strijd in vervulling, zoals de rest van het boek Jozua ons leert! Het beloofde land moest immers in bezit worden genomen door het volk onder leiding van Jozua, en er waren veel tegenstanders!Verwijzing(en) [

“Elke plaats die uw voetzool betreedt, heb Ik u gegeven.” (Joz.1:3) Kanaän is geen beeld van de hemel, maar van de hemelse gewesten. In de hemel is er immers geen strijd meer, daar heerst eeuwige rust en vrede. Ook wij moeten er ons bewust van zijn dat we nog leven in een periode waarin strijd tot de dagelijkse realiteit behoort. Maar ook dat we een vooruitblik hebben op een eeuwige heerlijkheid bij de Heer! ‘Die hoop, moet al ons leed verzachten!’. Jozua stelde zijn vertrouwen op de beloften van God, en hij werd daarin niet teleurgesteld. Aan het einde van het boek Jozua lezen we: “Van al de goede woorden die de HEERE tot het huis van Israël gesproken had, is er niet één woord onvervuld gebleven: is er niet één woord onvervuld gebleven – Letterlijk: is er niet één woord gevallen. alles is uitgekomen.” (Joz.21:45; 23:14) Voor ons geldt het gebed (tevens een belofte) van onze ‘Jozua’ de Heer Jezus: “Vader, Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn die U Mij gegeven hebt, opdat zij Mijn heerlijkheid zien.” (Joh. 17:24a) en dat zal éénmaal voor u en voor mij in vervulling gaan. Zeker en Vast!

Je relatie met God? (… kijk dan naast je: Ik ga met je mee, Ik ben altijd bij je, alle dagen.)

Wanneer God aan Jozua zijn belofte gaf dat Hij met hem zou gaan, verwijst Hij daarbij naar zijn trouw aan Mozes in het verleden: “Zoals Ik met Mozes geweest ben, zal Ik met u zijn. Ik zal u niet loslaten en u niet verlaten.” (Joz. 1:5). Ik denk dat dat getuigenis voor Jozua voldoende zal zijn geweest om vol vertrouwen de toekomst tegemoet te zien. In een gebed schrijft Mozes, de man Gods, later in zijn leven: “Heere, Ú bent ons een toevlucht geweest van generatie op generatie.” (Ps.90:1). Wat een geweldig getuigenis geeft Mozes daar van de trouw van God! Die trouw zal ook Jozua ervaren: Want ‘de Here is met u, zolang gij met Hem zijt’, zo werd tegen koning Asa gezegd (2Kron.15:2). Dus laten ook wij met een voornemen van het hart bij de Here blijven, in het jaar dat vóór ons ligt, opdat ook wij Gods zegen en Zijn aanwezigheid mogen ervaren!

Voordat we terugkeren naar ons onderwerp zou ik graag nog verwijzen naar de relatie die Mozes met God kende. Die komt m.i. het mooist tot uiting in Exodus 33:11 waar staat: “En de Here sprak tot Mozes van aangezicht tot aangezicht, zoals iemand spreekt met een vriend.” Mozes was aan de Here verknocht, wat blijkt uit het verdere gebeuren in hetzelfde hoofdstuk. Voordat het volk begon aan de reis door de woestijn ontstaat het volgende gesprek tussen Mozes en de Here:

‘Toen zeide Mozes tot de Here: Zie, Gij zegt tot mij: doe dit volk optrekken, maar Gij hebt mij niet doen weten, wie Gij met mij zult zenden, terwijl Gij toch gezegd hebt: Ik ken u bij name en ook hebt gij genade gevonden in mijn ogen. Nu dan, indien ik genade in uw ogen gevonden heb, maak mij toch uw wegen bekend, zodat ik U ken; opdat ik genade vinde in uw ogen. Bedenk toch, dat deze natie uw volk is. Toen zeide Hij: Moet Ik zelf medegaan om u gerust te stellen?  En hij zeide tot Hem: Indien Gij zelf niet medegaat, doe ons vanhier niet optrekken. Waaraan zal anders geweten worden, dat ik en uw volk genade in uw ogen gevonden hebben, dan doordat Gij met ons medegaat? Immers daardoor zijn ik en uw volk afgezonderd uit alle volken, die op de aardbodem zijn. En de Here zeide tot Mozes: Ook deze zaak, waarover gij gesproken hebt, zal Ik doen, omdat gij genade in mijn ogen gevonden hebt en Ik u bij name ken.

Dat mogen ook wij zeggen voor het nieuwe jaar: “Als U niet meegaat, laat ons dan van hier niet verder trekken.” In Hebreeën 11:27 lezen we over Mozes: ‘hij bleef standvastig, als zag hij de Onzichtbare’, of zoals David het uitdrukt in Psalm 16:8: “Ik stel mij de HEERE voortdurend voor ogen; omdat Hij aan mijn rechterhand is, wankel ik niet.”

Laten we het voorbeeld van Mozes en Jozua navolgen en standvastig onze weg gaan “terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof” (Hebr. 12:2a). Die zegt: “Ik zal u niet loslaten en u niet verlaten.” (Joz.1:5) Hij is naast je, en bij je, alle dagen!

______________________________________________________________________________