Het ontkennen van een toekomstig Koninkrijk voor Israël vinden we uiteraard in die kerken waar het subsistutionalisme, of vervangingsleer wordt aangehangen en dat zijn voornamelijk de RK-kerk en een groot aantal Protestantse kerken. Maar ook in het Evangelisch Christendom, die overigens theologisch weinig gevormd is, wordt die gedachte gevonden en dat vooral bij de aanhangers van het Preterisme of de minder bekende de Pre-Wrath doctrine. Deze leer, de vervangingstheologie of substitutionalisme, leert dat de Kerk het ‘geestelijk Israël’ is en daarmee in Gods heilswegen de plaats van Israël heeft ingenomen. Een leer is door Augustinus (354-430) verkondigd: ‘Het Jodendom is in theologisch opzicht achterhaald: het is door God verworpen en de kerk is ervoor in de plaats gekomen’. In de toekomstvisie van Augustinus is voor het Joodse volk geen aparte plaats, tenzij in het ware Israël, waarin christenen en joden samen kerk zijn. De consequentie van die mening is dat dat je dan alle profetieën die in het Oude Testament over een toekomstig Israël gaan, moet vergeestelijken en dat is een onmogelijke opgave! Er zijn er die zeggen dat als Israël nog een toekomst heeft, waarom komt het dan niet voor in het laatste Bijbelboek de Openbaring van Johannes? Die vraag wordt wel door navolgers van de Pre-Wrath doctrine gesteld. (Zie de rubriek Pre-Wrath’ op mijn website) De tegenwerping dat Israël in het boek Openbaring niet voorkomt, heb ik in ander artikel al weerlegd. (Zie daarvoor de rubriek Israël en het artikel: ‘Israël in de Openbaring’). Waarom er dan niet uitvoerig melding van Israël wordt gemaakt in het Nieuwe Testament van de toekomstige gebeurtenissen is kort te beantwoorden: Het Oude Testament staat er vol van!
Inleiding
In dit artikel willen we laten zien dat er voor Israël wel degelijk een Koninkrijk in het vooruitzicht is gesteld. Veel gedeelten uit het Oude Testament zoals bijvoorbeeld de hoofdstukken 37 – 39 van het boek Ezechiël en gedeelten van het boek Zacharia (bv. hoofdstuk 14) en veel andere gedeelten in de Schrift gaan over een terugkeer en een toekomstig herstel van Israël! Juist het volk Israël neemt een grote plaats in, in Gods handelen met de wereld, en zeker in de eindtijd. Daniël 9 dat over de zeventig jaarweken spreekt past ze toe op Israël: ‘uw stad en uw volk’. De recente gebeurtenissen in het Midden-Oosten zijn voor velen een teken dat de eindtijd volop bezig is zich te manifesteren. Veel gelovigen zien in de huidige gebeurtenissen de (voor-) vervulling van Bijbelse profetieën. De Opname voor de Gemeente is aanstaande, en ook de komst van de Messias en daarmee van het Koninkrijk van Christus!
Israël
Het Bijbels onderwijs over Israël is te breed om dat in twee A4’tjes te behandelen. W.J. Ouweneel heeft er maar liefst een boek met als titel ‘Het Israël van God’, van 763 bladzijden aan gewijd, maar hij is niet de enige auteur veel anderen leren hetzelfde, namelijk dat Israël nog een glorieuze toekomst wacht. Trouwens, voor de serieuze onderzoeker is het lezen van Ouweneels boek meer dan de moeite waard!
Na de holocaust en de stichting van de staat Israël in 1948 is de belangstelling voor Israël enorm toegenomen. En dat niet alleen ook het ontstaan van de EU, een hersteld Romeins rijk dat al voorzegt werd door de profeet Daniël (Dan.2:37-45) behoort m.i. tot de tekenen der tijden (Mat.16:3). En wat te denken van de herovering van Oost-Jeruzalem in 1967? Anderen wijzen dan weer op de vele Joden die tot geloof zijn gekomen en nu gekend zijn als de Messias-belijdende Joden. Minder positief is de kerkverlating en de secularisatie van onze westerse maatschappij. En dan spreken we nog niet van oorlogen, hongersnoden, geweld, natuurrampen enz. Al met al voor velen, zowel gelovig als ongelovig, een reden om zich zorgen te maken, want het zijn zaken die toch wel bijzonder zijn en onze tijd tot een speciale tijd maken. Bijbelgetrouwe gelovigen denken dan aan de komst van Christus.
Romeinen 9-11
Maar ook het Nieuwe Testament laat ons wat de toekomst van Israël betreft niet in het ongewisse. Bijvoorbeeld, de grote lijn in de drie hoofdstukken van de brief aan de Romeinen 9-11 staan in verband met Israël en gaan over Gods soevereine en verkiezende genade. Het uitgangspunt van Romeinen 11 is: ‘Heeft God zijn volk verstoten? Volstrekt niet!’ (Vs.1) Paulus geeft daarvoor drie argumenten:
(1) Nergens in het Oude Testament lezen we dat God zijn volk Israël op enig moment verstoten heeft. Er is altijd een gelovig overblijfsel geweest hoe slecht het er ook met het volk aan toe was. Altijd is er de belofte van God dat een overblijfsel zich tot Hem zal bekeren (Jes.10:21-22; 11:11, 16).
(2) In het verleden heeft God zijn volk niet verstoten, wel getuchtigd, maar ook in heden niet! Paulus is er zelf een voorbeeld van en met hem is er zelfs in de tegenwoordige tijd een overblijfsel naar de verkiezing van de genade (vs.5) van God. Met andere woorden een rest uit Israël die tot geloof in Christus is gekomen heeft zijn plaats gevonden in de Gemeente.
(3) God heeft zijn volk in het verleden en heden niet verstoten en zal dat ook in de toekomst niet doen. Want ‘geheel Israël’ zal behouden worden! Er zal ook dan een overblijfsel zijn dat zich bekeert en met hen zal God een nieuw Israël bouwen dat geheel uit rechtvaardigen zal bestaan (Jes.45:25; 60:21).
Dat leidt tot een vreemde situatie van het volk Israël in de huidige tijd. We kunnen spreken van een tweeërlei Israël. Aan de ene kant is en blijft Israël Gods verbondsvolk, aan de andere kant is het tijdelijk ‘Niet mijn volk’ (Hos.1:9) en zal dat blijven tot aan de komst van de Messias (Luk.21:24).
De toekomst van Israël
God ‘die van den beginne de afloop verkondig en vanouds wat nog niet geschied is; die zegt: Mijn raadsbesluit zal volbracht worden en Ik zal al mijn welbehagen doen.’ (Jes.46:10) De belangrijkste toekomstige gebeurtenissen met betrekking tot Israël zijn volgens de Bijbel: Oorlog, verwoestingen tot het einde. De hervergadering van Israël. Nationaal, vóór-geestelijk herstel. Bouw van de derde tempel en herinvoering van de offerdienst. De verdrukking van Israël. De verlossing, bekering, verrijzenis en hereniging van Israël. De verheffing van Israël tot het hoofd der volkeren (Lees Ezechiël 35-39).
Na de verwoesting van de tempel en de stad Jeruzalem in 70 na Chr. verkeerde het volk Israël eeuwenlang in een toestand die door de profeet Hosea zo is geschetst: ‘Want vele dagen zullen de Israëlieten blijven zitten zonder koning en zonder vorst, zonder offer en zonder gewijde steen, zonder efod of terafim. Daarna zullen de Israëlieten zich bekeren, en de Here, hun God, zoeken, en David, hun koning, en bevende komen tot de Here en tot zijn heil, in de dagen der toekomst.’ (Hos.3:4-5; Hand.15:13-17) Na die ‘vele dagen’ zullen de Israëlieten zich bekeren tot de Here, hun God. Uit andere Schriftplaatsen kunnen we ons een voorstelling maken van de weg die God met het volk gaat. Mozes, voordat het volk het beloofde land was ingegaan, sprak al van een terugkeer tot God in het laatste der dagen. Daarbij vermeldt hij Gods motieven om Israël te herstellen: zijn barmhartigheid en trouw aan het verbond met de aartsvaders. ‘Wanneer het u bang zal zijn en in de toekomst al deze dingen u zullen overkomen, dan zult gij u bekeren tot de Here, uw God, en naar Hem luisteren. Want de Here, uw God, is een barmhartig God, Hij zal u niet verlaten noch u verderven en Hij zal niet vergeten het verbond met uw vaderen, dat Hij hun onder ede bevestigd heeft.’ (Deut.4:30-31)
Het koninkrijk in de Evangeliën
De vraag van de discipelen: ‘Heer, zult in deze tijd het koninkrijk voor Israël herstellen?’ wordt niet door de Heer Jezus ontkent maar eerder bevestigd door wat hij daarover eerder had gezegd. ‘Voorwaar, Ik zeg u, dat u die Mij gevolgd bent, in de wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen zal zitten op de troon van zijn heerlijkheid, u ook op twaalf tronen zult zitten om de twaalf stammen van Israël te doordelen.’ (Mat.19:28) De moeder van de zonen van Zebedeüs nam deze woorden van de Heer Jezus voor waar en vroeg: ‘Zeg, dat deze twee zonen van mij mogen zitten, één aan uw rechter- en één aan uw linkerhand in uw koninkrijk.’ Waarop Jezus antwoordde: ‘…het zitten aan mijn rechter- en linkerhand is niet aan Mij om dat te geven, maar is voor hen wie het door mijn Vader is bereid.’ (Mat.20:21, 23)
Het koninkrijk aangekondigd in Handelingen
‘Heb dan berouw en bekeert u, opdat uw zonden worden uitgewist, opdat de tijden van verkwikking komen van het aangezicht van de Heer en Hij de voor u voorbestemde Christus, Jezus zendt, die de hemel moet opnemen tot op de tijden van de herstelling van alle dingen, waarvan God heeft gesproken door de mond van zijn heilige profeten van oudsher. Mozes heeft immers gezegd: ‘Een profeet zal de Heer uw God u verwekken uit uw broeders, zoals Hij mij verwekte: naar Hem zult u horen overeenkomstig alles wat Hij tot u zal spreken; en het zal gebeuren, dat elke ziel die niet hoort naar die profeet, zal worden uitgeroeid uit het volk’. En ook al de profeten vanaf Samuël en zijn opvolgers af, allen die hebben gesproken, hebben ook deze dagen aangekondigd. U bent de zonen van de profeten en van het verbond dat God met uw vaderen heeft gemaakt, toen Hij tot Abraham zei: ‘En in uw nageslacht zullen alle families van de aarde gezegend worden. Tot u in de eerste plaats heeft God, na zijn knecht te hebben doen opstaan, Hem gezonden om u te zegenen door ieder van u af te brengen van uw boosheden.’ (Hand.3:19-26) Deze verzen spreken van een Messiaans vrederijk, waarin alle volken gezegend zullen worden en dat zal aanbreken als Israël zich bekeert. Met de tijden van verkwikking zal de voorbestemde Messias (Jezus) komen, die de hemel moet opnemen tot op de tijden van de herstelling van alle dingen. Daarvan hebben de profeten gesproken.
Voordat de Koning en het Koninkrijk komt
We leven in een kantelmoment in het handelen van God met deze wereld. De tijden der heidenen lopen op hun einde en een herstel van Israël staat voor de deur. Deze overgaan gaat niet geruisloos gebeuren. Ten eerste ‘zullen er tekenen zijn aan zon, maan en sterren, en op de aarde benauwdheid onder de volken, in radeloosheid door het bruisen van de zee en watergolven, terwijl mensen het besterven van bangheid en verwachting van de dingen die over het aardrijk komen; want de krachten van de hemelen zullen wankelen. En dan zullen zij (Israël) de Zoon des mensen zien komen in een wolk, met kracht en grote heerlijkheid.’ (Luk.21:25-26; Zach.14:1-7; Op.1:7) Ten tweede is er sprake van ‘het uur van de verzoeking dat over het hele aardrijk zal komen, om te verzoeken hen die op de aarde wonen.’ (Op.3:10) Vervolgens zal voor Israël, voorafgaand aan de komst van de Messias, een periode van grote verdrukking aanbreken, de ‘benauwdheid van Jakob’ (Mat.24:21; Jer.30:7). Daarna ‘wanneer de Zoon des mensen komt in zijn heerlijkheid en alle engelen met Hem, dan zal Hij zitten op de troon van zijn heerlijkheid; en vóór Hem zullen alle volken worden verzameld.’ (Mat.25:31-32) In die tijd zullen ‘Uw ogen de Koning in zijn heerlijkheid aanschouwen’. (Jes.33:17) Geen Koninkrijk voor Israël? Kom nou!!
De Opname
Een enkel woord over de zgn. Opname, niet dat het niet belangrijk zou zijn, integendeel, maar het past niet in het kader van dit artikel. Met mij is er grote meerderheid die van mening is dat die Opname van de gelovigen elk moment kan plaatsvinden, in elk geval vóór de Grote Verdrukking waarvan hierboven melding is gemaakt. Kortheidshalve verwijs ik u onder andere naar de rubriek Eschatologie waar u daarover meer kunt lezen.
