'In hoofdzaken eenheid, in bijzaken verdraagzaamheid en in alles de liefde'
En wees niet bevreesd voor hen die het lichaam doden en de ziel niet kunnen doden, maar wees veeleer bevreesd voor Hem Die zowel ziel als lichaam te gronde kan richten in de hel.
In de traditionele uitleg, d.w.z. in de meeste Protestantse en RK-kerken, hebben de hoofdstukken 2 en 3 van het boek Openbaring geen profetische betekenis, slechts een contemporaine c.q. praktische uitleg. Dat komt o.a. doordat men denkt de Gemeente nog te kunnen vinden in Openbaring ná hoofdstuk 4, hoewel daarvoor geen enkele aanwijzing is. Ze betrekken heel het toekomstig gebeuren, zoals geschilderd in het boek Openbaring, op de Gemeente. De 144.000 verzegelden uit alle stammen vormen de Gemeente of een deel ervan. De grote schare, die uit de grote verdrukking komt, stelt eveneens de Gemeente voor. Met de vrouw uit Op12 is het precies zo gesteld. Ook de aanbidders in hoofdstuk 11:16 behoren tot de Gemeente. Dit alles wordt door hen toegepast op de Gemeente. Maar in het Bijbelboek Openbaring wordt de Gemeente, zoals hiervoor gezegd, echter niet meer gezien vanaf hoofdstuk 4 tot 19. Door hen die de vervangingsstheologie voorstaanis is er geen plaats voor een toekomstig Israël. De vervangingstheologie (ook bekend als supersessionisme) leert dat de gemeente Israël heeft vervangen in Gods plan. Aanhangers van vervangingstheologie geloven dat God geen specifieke toekomstplannen voor de natie Israël meer heeft. De kerk is in de plaats van Israël gekomen (Augustinus). Omdat er in Openabring na hoofdstuk 4 nog wel gesproken wordt over gelovigen moet het dus in hun denken wel de kerk zijn; wie anders?
Ook zijn er die geloven dat de Gemeente door de Grote Verdrukking moet gaan en aanvaarden ook niet dat Openbaring 2 en 3 een profetische beschrijving geeft van de geschiedenis van de Gemeente. Omdat de Grote Verdrukking niet eerder plaats zal vinden dan in de tweede helft van de laatste jaarweek, kan de Opname niet eerder plaatshebben. Dus kan een profetische geschiedschrijving in hun denken geen plaats hebben en verklaart men Openbaring 2 en 3 alleen praktisch. (Zie voor de Pre-Wrath Doctrine de gelijknamige Rubriek op deze website).
Aanhangers van het zgn. Preterisme heeft aan het hele Bijbelboek Openbaring helemaal geen profetische boodschap, omdat in die visie alles in het jaar 70 als vervuld wordt beschouwd. (Zie Preterisme in de rubriek: Eschatologie).
Ook zijn er die een profetische uitleg wel accepteren maar geloven dat Openbaring 2-3 in de profetische uitleg alleen maar toepasbaar kan zijn op de kerk binnen het Romeinse rijk. Daar is immers de RK-kerk ontstaan en de Reformatie. In dat Romeinse rijk vinden we ook het Babylon van de eindtijd met als centrum Rome (Op.17-18). Ook veel verdere eindtijdgebeurtenissen zullen voor een groot gedeelte plaats vinden in Israël waarmee het hersteld Romeins Rijk in de nabije toekomst verbonden zal zijn. De openbaring van de antichrist en het verbond dat met dit hersteld Romeins Rijk zal worden gesloten ondersteunen de gedachte dat de profetische uitleg van de zeven gemeenten op West-Europa betrekking kan hebben.
Dus dat Openbaring 2 en 3 een profetische geschiedschrijving is, is voor velen onacceptabel, toch zijn de meeste Bijbelleraars in de Evangelische wereld van mening dat de zeven gemeenten wel degelijk een profetische voorzegging is van de Gemeente (Christendom of Kerk), vanaf de uitstorting van de Heilige Geest tot aan de komst van de Heer Jezus om zijn Gemeente op te nemen. Daarvoor spreken de gegevens, die vermeld worden in de brieven aan die zeven Gemeenten, overduidelijk en zijn niet te negeren. In de bespreking van de brieven aan de Gemeenten zal dat meer verduidelijkt worden.
Indeling Openbaring
De sleutel tot de indeling van het boek Openbaring kunnen we vinden in 1:19. Dit vers geeft een driedeling van Openbaring: ‘Wat u hebt gezien’ is dan hoofdstuk 1 het visioen van de Zoon des mensen. ‘Wat is’ zijn de hoofdstukken 2-3 en geven een profetisch overzicht in de zeven Gemeenten. ‘Wat hierna gebeuren zal’ verwijst naar hoofdstuk 4:1 en alles wat daarna gaat gebeuren. Openbaring 4:1 – ‘Na deze dingen zag ik, en zie, er was een deur geopend in de hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, alsof een bazuin met mij sprak, zeide: Klim hierheen op en ik zal u tonen, wat na dezen geschieden moet. Dit vers verwijst naar twee zaken: (1) De voltooiïng van de geschiedenis van de Gemeente op aarde en haar Opname, dat is het eerste ‘hierna’ en (2) de oordelen die staan te komen en beschreven worden vanaf hoofdstuk 6, dat is het tweede ‘hierna’. In deze studies volgen we het standpunt dat het hele boek Openbaring ‘profetisch’ is (1:3). Dat geldt voor Openbaring 4-19, maar ook voor Openbaring 1, waar Christus ons wordt voorgesteld in de profetische gestalte van Dan.7 en 10 en dus ook voor hoofdstuk 2- en 3.
De voornaamste aanwijzingen
Wat zijn de voornaamste redenen om aan te nemen dat Openbaring 2-3, naast de historische en praktische betekenis, ook een profetische betekenis heeft? Daarvoor kunnen onderstaande opmerkingen ons helpen:
1e. ‘Zalig is hij, die leest, en zijn zij, die horen de woorden van deze profetie, en die bewaren, hetgeen daarin geschreven is’ (Op.1:3; 22:7, 10, 18, 19). Door deze woorden wordt het gehele boek Openbaring, en dus ook de zeven brieven, als profetie gekenmerkt, en daarom het enige Bijbelboek het enige profetische boek in het Nieuwe Testament. Zoals de rest van de Openbaring een schets geeft van de gebeurtenissen, die uitlopen op de komst van Christus, zo schetsen de brieven aan de zeven Gemeenten de ontwikkelingen als getuigenis van God die daaraan voorafgaan. Het druist tegen elke vorm van hermeneutiek in, om de hoofdstukken 2 en 3 een andere kwalificatie te geven dan profetisch. Meestal staat daar een theologisch dogma of een verkeerde leer in de weg om daarin een verandering tot stand te brengen (zie hierboven). Om hun leer te handhaven worden deze hoofdstukken ‘weggemoffeld’ door te stellen dat ze niet profetisch van karakter zijn! Argumenten daarvoor heeft men niet! Ooit heb ik iemand horen zeggen: ‘Dat Openbaring 2 en 3 een profetische beschrijving van de geschiedenis van de kerk op aarde voorstelt daar kan ik niets mee! Dat is pas uitlegkunde!
2e. Het begrip ‘profetie’ heeft in Openbaring een duidelijk eschatologisch karakter, d.w.z. het heeft betrekking op de toekomstige dingen: ‘Om zijn slaven te tonen wat spoedig moet gebeuren’ (1:1; 22:6). In Openbaring 4:1 staat: ‘Hierna zag ik, en zie, een deur was geopend in de hemel, en de eerste stem die ik gehoord had als van een bazuin, de met mij sprak, zei: Kom hier op en Ik zal u tonen wat hierna moet gebeuren’. Wat kan het tweevoudig ‘hierna’ anders betekenen dan dat ‘ná de gebeurtenissen beschreven in de hoofdstukken 2-3, met andere woorden ná de kerkgeschiedenis die met de Opname afgesloten wordt, waarna de oordelen volgen. De Opname van de Gemeente, zoals vermeld in Joh.14:1-3, 1Thes.4:13-18, wordt niet vermeld in het boek Openbaring, maar als gebeurt verondersteld. Het boek Openbaring is een boek dat ons spreekt over het oordeel dat over deze wereld zal komen en omdat de Opname al voldoende werd vermeld in andere brieven van het Nieuwe Testament, was een herhaling daarvan niet nodig.
3e. Paulus heeft verschillende brieven aan zeven gemeenten geschreven, maar Johannes richt zijn gehele schrijven in één boek tot zeven gemeenten (1:4, 11). De brieven moesten niet elk afzonderlijk aan de betreffende gemeente worden gezonden. In 1:11 lezen we dat de zeven brieven in één boek moesten worden opgenomen en dat dit boek in zijn geheel aan de zeven gemeenten woest worden gezonden. Elk van de zeven gemeenten kreeg elk van de zeven brieven. Ook het meervoud ‘wat de Geest tot de Gemeenten zegt’ duidt op een eenheid. Het gehele boek Openbaring is daarom een ondeelbaar profetisch geheel. Dit onderstreept de opmerking onder Op 1:3 namelijk, dat de gehele Openbaring toekomst-onthullende profetie is.
4e. Het is opvallend dat juist deze gemeenten gekozen zijn en dat hun getal tot zeven is beperkt. Er waren in Asia méér gemeenten, maar deze zeven zijn genomen omdat ze zich in een toestand bevonden die de Heilige Geest nodig had, om ons een volkomen beeld van de geschiedenis van de christelijke Kerk op aarde te kunnen geven.
5e. Er is in de zeven brieven een morele volgorde. Men kan zien dat de Heer een vast plan voor ogen had. Het kwaad begint klein, alleen zichtbaar voor het oog van de Heer (Efeze), maar het neemt langzamerhand toe totdat de Gemeente uit de mond van de Heer wordt gespuwd (Laodicéa). Alles wat God aan de verantwoordelijkheid van de mens overlaat, begint goed maar eindigt slechts. Ik noem maar als voorbeeld de schepping, en het volk
Israël.
6e. Na het tweede en derde hoofdstuk wordt geen melding meer gemaakt van de Gemeente op aarde. In de hoofdstukken 4 en 5 wordt ons getoond wat er in de hemel zal gebeuren, en in de volgende hoofdstukken is er nog slechts sprake van de volken, Israël en de grote hoer Babylon.
7e. In de brieven wordt gesproken van de persoonlijke wederkomst van de Heer voor de gemeenten Thyatira (2:25), Sardis (3:3, vgl. 16:15) en Filadelfia (3:11). Hieruit blijkt wel zeer duidelijk dat de inhoud profetisch is. Voor de plaatselijke gemeenten Thyatira, Sardis en Filadelfia kan de Heer niet wederkomen, want deze gemeenten zijn reeds lang verdwenen. Deze gemeenten moeten dus de éne Kerk voorstellen, in zeven toestandelijke gedaanten, vanaf het begin tot aan de komst van Jezus Christus voor Zijn Gemeente.
8e. Veel gelovigen hebben geen moeite om in de zeven scheppingsdagen de hele heilsgeschiedenis te zien. Ook heeft met geen problemen om in Leviticus 23 een profetische beschrijving van de geschiedenis van Israël te zien. Zelfs in de zeven gelijkenissen (Mat.13) wil men nog wel een profetische schildering van de geschiedenis van de christenheid zien, dus waarom niet in Openbaring 2 en 3? Wat is daar zo vreemd aan?