Serie Geloofshelden – Deel 8 – Mozes – Als geloof nee zegt

2 juli, 2024

Serie – Geloofshelden

Mozes: ‘Als geloof ‘nee’ zegt!’

Deel 8 – Hebreeën 11:23-29

Inleiding

 Echt geloof is gehoorzaamheid aan Gods Woord, ongeacht de gevoelens in ons, de omstandigheden rondom ons of de consequenties voor ons.’

Met het doel de Joodse christenen te leren de uiterlijke, nationale godsdienst op te geven en in te zien dat zij niet moesten vasthouden aan wat slechts een voorafschaduwing was, maar aan Hem die de volmaakte vervulling van de oudtestamentische offerdienst was is de brief aan de Hebreeën geschreven. Gelovigen die (1) in moeilijke maatschappelijke omstandigheden leefden, (Heb.10:32-39; 13:3) en (2) verzocht werden terug te keren naar de joodse nationale godsdienst. Het leven van Mozes, een leven door geloof, was dan ook bedoeld als een bemoediging om vol te houden en door te gaan! Mozes had geleerd ‘nee’ te zeggen tegen de wereld en de duivel ‘en achtte de smaad van Christus groter rijkdom dan de schatten van Egypte!’

Als we ‘ja’ zeggen tegen God, moet dat automatisch een ‘nee’ zijn tegen iets anders, anders sluiten we een compromis. God vraagt een totale toewijding aan Hem: we kunnen geen twee heren dienen! In Abraham herkennen we iemand die ‘ja’ tegen God en ‘nee’ tegen Ur der Chaldeeën zei! Abraham geloofde God en verliet Ur om naar Kanaän te gaan. ‘Hij ging uit zonder te weten waar hij komen zou.’ (Heb.11:8) Het is makkelijker ‘ja’ tegen God te zeggen, dan ‘nee’ tegen onze vijanden – het vlees, de wereld en de duivel. Lot zei ‘ja’ tegen God maar zei nooit ‘nee’ tegen de wereld, en hij eindigde in een donkere grot in dronkenschap en losbandigheid. De apostel Paulus moest van Demas getuigen: ‘Hij heeft mij verlaten, daar hij de tegenwoordige eeuw heeft lief gekregen.’ (2Tim.4:10) Jakobus zegt: ‘Overspeligen, weet u niet dat vriendschap jegens de wereld vijandschap is tegen God? Wie dus een vriend van de wereld wil zijn, maakt zich tot een vijand van God.’ (Jak.4:4-5)

Drie oudtestamentische voorbeelden mogen dit illustreren: Ten eerste Mozes als hij het volk oproept om een keuze te maken: ‘Wie is voor de Here? Die kome tot mij! En tot hem verzamelden zich al de Levieten. (Ex.32:26) Vervolgens Jozua’s besluit bij de verbondsvernieuwing in Sichem: ‘Maar ik en mijn huis, wij zullen de Here dienen.’ Het volk wil hem daarin navolgen en krijgt de opdracht: ‘Nu dan, doet de vreemde goden weg, die in uw midden zijn, en neigt uw harten tot de Here, de God van Israël.’ (Joz.24:15, 23) En tot slot Elia, die tegen het volk zei, tijdens zijn ontmoeting met de profeten van de Baäl op de berg Karmel: ‘Hoelang zult gij aan beide zijden mank gaan? Indien de Here God is, volgt Hem na; maar indien het de Baäl is, volgt hem na’ (1Kon.18:21).

De Heer Jezus zei tegen de discipelen: ‘Niemand kan twee heren dienen, want hij zal òf de één haten en de ander liefhebben, of zich aan de één hechten en de ander verachten. U kunt niet God dienen en Mammon’ (Mat.6:24).

Nee, tegen het gezag! – De consequenties van het geloof. (11:23)

‘Men moet God meer gehoorzamen dan mensen.’ (Hand.5:29

Er kunnen zich situaties in het leven voordoen waarin het geoorloofd is om nee tegen de overheid te zeggen. Amram en Jochebed, de ouders van Mozes (Ex.6:19) kwamen in een dergelijke situatie toen de Farao beval dat alle pasgeboren jongetjes moesten worden gedood. Hoewel de Tien Geboden nog niet aan het volk Israël waren gegeven, wisten Amram en Jochebed toch dat het verkeerd was het kind te doden dat God hen gegeven had. In het normale leven is gehoorzaamheid aan de overheid geboden. (Rom.13; Tit.3:1; 1Petr.2:13-17) Maar burgerlijke ongehoorzaamheid is geoorloofd, wanneer de wetten van de overheid ingaan tegen het gezag van Gods Woord, en dat was toen het geval. Het ‘men moet God meer gehoorzamen dan mensen.’ werd hier wel heel duidelijk toegepast, door de ouders van Mozes en door de vroedvrouwen, maar God liet zich niet onbetuigd want ‘God deed de vroedvrouwen wel.’ (Ex.1:17; Hand.5:29; 4:19) ‘Wie Mij eren, zal Ik eren.’ (1Sam.2:30) Het vereist moed om ‘nee’ te zeggen als het geloof dat vereist. Het voorbeeld van Sadrak, Mesak en Abednego – toen zij weigerden om voor het gouden beeld ter aarde te werpen en te aanbidden (Dan.3) – laat ons zien wat de consequenties kunnen zijn van een volhardend geloof.

Farao was de eerste van vele latere machthebbers die probeerde het volk van Israël uit te roeien, maar hij faalde in zijn plannen en werd zelf zwaar vernederd. (Ex.14) Er staat geschreven: ‘Die de wijzen vangt in hun sluwheid.’ (1Kor.3:19) Want niet alleen werd Mozes gered door de dochter van Farao, maar hij betaalde ook de kosten voor de verzorging van Mozes. (Ex.2:9) Menselijkerwijs gesproken had Mozes zijn leven te danken aan zijn ouders die de moed hadden ‘ja’ tegen God te zeggen, en ‘nee’ tegen de Farao. Laten we nooit de invloed onderschatten van een christelijk gezin, het kan de bestemming van een hele natie beïnvloedden! (Vgl. Heb.11:32-34).

Nee, tegen de wereld! – De smaad van Christus. (11:24-26)

‘Mozes werd onderwezen in alle wijsheid van de Egyptenaren en was machtig in woorden en werken.’ (Hand.7:22)

‘Nevens u begeer ik niets op aarde!’ (Ps.73:25) Dat zijn de woorden Asaf toen hij zijn rijkdom vergeleek met die van de goddelozen. Mozes heeft ook die overweging gemaakt en gekozen voor de rijkdom van Christus. Het sleutelwoord in Mozes’ leven is ‘weigeren.’ Mozes had de moed om ‘nee’ te zeggen! Nee, te zeggen tegen de positie om een zoon van Farao’s dochter genoemd te worden, een positie waar anderen hem om zouden hebben beneden. Mozes was ‘onderwezen in alle wijsheid der Egyptenaren en was machtig in zijn woorden en werken,’ hij was dus een man met een goede positie en grote mogelijkheden. Maar als Mozes in Egypte gebleven was hadden we waarschijnlijk nooit meer van hem gehoord, maar hij gaf er voorkeur aan met het volk van God slecht behandeld te worden, boven een tijdelijke genieting van de zonde, en vandaag de dag is zijn naam nog gekend.  (11:25)

Wellicht zijn er mensen geweest die Mozes hebben proberen om te praten en hem duidelijk hebben gemaakt dat hij toch verplichtingen had ten opzichte van de dochter van Farao, die hem gered had, of die tegen hem zeiden ‘dat hij in het huis van Farao meer voor het volk kon betekenen dat wanneer hij zijn positie opgaf.’ Voor Mozes stond zijn besluit vast ‘hij achtte de smaad van Christus groter rijkdom dat de schatten van Egypte, wat hij zag op de beloning.’ De Egyptenaren hebben Mozes misschien eraan herinnert was hij op het spel zette – wat hij kon verliezen, maar God herinnert hem wat Hij kon winnen, Christus! Ieder van ons moet beslissen over de vraag: ga ik mijn leven invullen naar mijn eigen behoeften en verlangens, of wil ik mijn leven in dienst stellen van God en zijn koninkrijk! We maken meestal keuzes op grond van de dingen die voor ons belangrijk zijn. Wat is voor u belangrijk?

Nee, tegen de koning! – Kracht van het geloof. (11:27-29)

‘Mozes ‘bleef standvastig, als zag hij de Onzichtbare’ (Heb.11:27)

Mozes verliet Egypte zonder de toorn van de koning te vrezen. Wat een verschil met de eerste keer dat hij Egypte verliet, toen was hij bevreesd (Ex.2:14-15). En dat de farao toornig was blijkt wel uit zijn woorden wanneer hij Mozes voor het laatst ontmoet. ‘En Farao zeide tot hem: Ga weg van mij; zorg ervoor, dat gij mijn aangezicht niet meer ziet, want ten dage, dat gij mijn aangezicht ziet, zult gij sterven’ (Ex.10:28). Zelfs al doet hij zich heel anders voor bij de tiende plaag, waar hij Mozes verzoekt te vertrekken, want even later probeert hij toch weer het volk onder zijn gezag te krijgen en zich te wreken. (Ex.12:31,32; 14:1-7) Het geheim van Mozes? ‘Hij bleef standvastig, als zag hij de Onzichtbare’ (Vs. 27).

Mozes zei nee, tegen Gods aanbod – Grootsheid van het geloof

‘Laat ieder niet alleen op zijn eigen belangen, maar ieder ook op die van anderen zien.’ (Fil.2:4)

Mozes zei ja, tegen God – Beloning van het geloof

‘En eenieder die huizen of broeders of zusters of vader of moeder of kinderen of akkers heeft prijsgegeven om mijn naam, zal vele malen meer terugontvangen en het eeuwige leven erven.’ (Mat.19:27)

_______________________________________________________________________________