'In hoofdzaken eenheid, in bijzaken verdraagzaamheid en in alles de liefde'
En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.
‘Zult Gij dan de rechtvaardige met de goddeloze verdelgen?’ (Genesis 18:23)
Vraag:
Is er geen onrechtvaardigheid bij God wanneer onschuldigen worden gedood om de zonde van iemand anders? Ieder zal toch om zijn eigen zonde ter dood gebracht worden? Ik denk hierbij aan de dood van Korach en de anderen.
Aangehaalde Bijbelteksten:
‘Toen trokken zij weg uit de omtrek van de woning van Korach, Datan en Abiram, en Datan en Abiram traden naar buiten en stonden aan de ingang van hun tenten met hun vrouwen, zonen en kleine kinderen. Daarop zeide Mozes: Hieraan zult gij weten, dat de Here mij gezonden heeft om al deze daden te doen, en dat het niet mijn bedenksel is: indien dezen zullen sterven, zoals ieder mens sterft, en over hen bezoeking zal worden gedaan, zoals ieder mens bezocht wordt, dan heeft de Here mij niet gezonden. Maar, indien de Here iets nieuws zal scheppen, zodat de grond zijn mond zal opensperren en hen verzwelgen met alles wat hun toebehoort, zodat zij levend in het dodenrijk zullen dalen, dan zult gij weten, dat deze mannen de Here gesmaad hebben. Nauwelijks had hij al deze woorden uitgesproken, of de grond spleet onder hen, en de aarde opende haar mond en verzwolg hen met hun huisgezinnen en met alle mensen die bij Korach behoorden en met alle have. Zo daalden zij, met al de hunnen, levend in het dodenrijk; en de aarde overdekte hen, zodat zij uit het midden der gemeente omkwamen’ (Deut.16:27-33).
‘De vaders zullen niet om hun kinderen ter dood gebracht worden; ook zullen de kinderen niet om hun vaders ter dood gebracht worden; ieder zal om zijn eigen zonde ter dood gebracht worden’ (Deut.24:16).
Voorbeelden van uitzonderingen op de regel dat een ieder voor zijn eigen zonden zal geoordeeld worden:
(1) De dood van het kind dat uit David en Batseba geboren was (2Sam.12:15-23).
(2) De dood van Achan en zijn familie en bezittingen (Joz.7:25-26).
(3) Het oordeel over Korach, Datan en Abiram hun familie en de helpers (Num.16:20-35).
(4) De Gibeonieten en het huis van Saul (2Sam.21:1-14)
(5) De volkstelling door David (2Sam.241:17 en 1Kron21:1-17).
(6) De grootste uitzondering is wel de Heer Jezus Christus die om uw en mijn zonden is gestorven.
Antwoord:
De normale gang van zaken (sorry voor deze wijze van uitdrukken!) wordt verwoord in Deut.24:16: ‘Een ieder zal voor zijn eigen zonde ter dood worden gebracht’ zoals ook uit onderstaande teksten blijkt.
‘In die dagen zal men niet meer zeggen: De vaders hebben onrijpe druiven gegeten en de tanden der kinderen zijn slee geworden. Maar ieder zal om zijn eigen ongerechtigheid sterven; ieder die onrijpe druiven eet, diens tanden zullen slee worden’ (Jer.31:29-30; Ez.18:1-20).
‘Zodra hij het koningschap vast in handen had, doodde hij de dienaren die zijn vader, de koning, hadden gedood. Maar de kinderen van de moordenaars bracht hij niet ter dood, overeenkomstig hetgeen geschreven staat in het wetboek van Mozes, waar de Here geboden heeft: De vaders zullen niet om de kinderen ter dood gebracht worden, ook zullen de kinderen niet om de vaders ter dood gebracht worden; maar ieder zal om zijn eigen zonde ter dood gebracht worden (2Kon.14:5-6).
Hoewel dit geldige principe van handelen met een persoon ten opzichte van zijn of haar eigen daden norm is, komt in de Schrift duidelijk naar voren dat God altijd nog het recht behoudt in bijzondere omstandigheden daarop uitzonderingen te maken.