Geestelijk Leven – Lukas 21:5-38 – Lessen uit de rede van de laatste dingen

6 oktober, 2024

Rubrieken: Geestelijk Leven

Geestelijk Leven

Lukas 21:5-38

‘Lessen uit de rede van de laatste dingen’

 

Voorwoord

Naarmate de tijd en de oorlog tussen Israël en de Hamas in Gaza en Hezbollah in Libanon vordert, geven die gebeurtenissen meer vrijmoedigheid om tot een overzicht van de komende gebeurtenissen te komen. Het is altijd riskant en niet aan te raden om actuele gebeurtenissen onmiddellijk te duiden als vervulde profetieën, maar veel zaken die voorheen niet denkbaar waren, geven daartoe nu wel aanleiding. De profetie van de Bijbel helpt ons uiteraard een stuk op weg om een eindtijdvisie te ontwikkelen, maar er zijn ook zaken in de wereld die niet direct in de Bijbel vermeld worden maar ons toch informatie verstrekken waardoor ze er een plaats in krijgen. Meer en meer ontwikkeld zich onder de mensen het gevoel dat we in bijzondere tijden leven. Berichten in de media en uitspraken van politici voedden de gedachten aan een komende derde wereldoorlog. De dreigingen van de Russische premier Poetin om kernraketten in te zetten liegen er niet om. Waar loopt dit op uit en wat moeten en kunnen wij doen als kinderen van God?

Lessen uit de rede van de laatste dingen

Nee, er is nog geen sprake van paniek onder volken, maar in het algemeen kunnen we wel spreken van een gevoel van angst die heerst onder de mensen voor de dingen die kunnen gebeuren en een mogelijk instorten van de huidige wereldorde. De techniek dreigt een Moloch te worden in plaats van een middel. De toepassing van Artificiële Intelligentie (AI) in delen van de maatschappij schijnt onbeperkte mogelijkheden te kunnen leveren die de mens niet meer in de hand dreigt te hebben. De migratiegolf die Europa en de Verenigde Staten overspoelt, legt een grote financiële druk op de budgetten van de betrokken landen. Zo zijn er nog veel meer zaken te benoemen die ons een somber beeld geven van de wereld waarin wij leven. Die gebeurtenissen kunnen we duiden als ‘Signalen van de eindtijd’ of moeten we spreken van de tekenen van de tijden, waarover de Heer Jezus spreekt? (Mat.16:3)

In de tempel (21:1-7)

Onze Heer onderwees en genas niet alleen in de tempel, maar Hij keek ook naar de aanbidders, de rijken en de armen. De mens let erop wat ze geven, maar de Heer Jezus geeft aandacht van wat erover blijft. God ziet het hart aan en de kent de motieven waarom en wat we geven. God verwacht geen financiële offers die onze draagkracht te boven gaan, tenslotte zijn we ook rentmeester en dienen verantwoordelijk met de onze financiën om te gaan.

De Heer Jezus was niet onder de indruk van de schoonheid van de tempel, want Hij wist dat het een “rovershol” was (19:46) dat door God zou worden verwoest (Mat.21:38). Toen de Heer Jezus de verwoesting van de tempel aankondigde, vroegen Zijn discipelen om meer details over deze aanstaande gebeurtenis. “Vertel ons wanneer deze dingen zullen gebeuren?” (Mark.13:3-4). Lukas’ versie van de Olijfbergrede is ook te vinden is in Mattheüs 24-25 en Markus 13, maar we volgen de eindtijdrede van de Heer Jezus, die opgenomen is in het evangelie naar Lukas. Lukas wijkt aanzienlijk af van dezelfde rede van de Heer Jezus vermeld in Mattheüs 24, wat te maken heeft met het karakter van elk evangelie. In Mattheüs volgt op een lange periode van weeën en verdrukkingen, onmiddellijk de eindtijd en de verschijning van de Messias. In het evangelie naar Lukas hebben we ook te maken met een periode van vervolging maar die gaat over in de verwoesting van Jeruzalem en de verbanning van het Joodse volk. Pas ná de tijden van de volken zal de komst van de Messias plaatsvinden.

Bemoedigingen (21:8-19)

Aangezien hij speciaal voor heidenen schreef, nam Lucas niet alle profetische details op die specifiek betrekking hadden op de natie Israël. Jezus vertelde zijn discipelen dat er moeilijke tijden voor hen lagen, zoals de religieuze verwarring die we van daag de dag kunnen waarnemen; ze moesten zich vast houden aan Zijn woord en zich niet door bedriegers op een dwaalspoor moesten laten brengen (1Tim.2:3-4). Ook moesten ze niet bang zijn voor nationale, internationale en natuurlijke rampen. Deze gebeurtenissen zijn geen specifieke tekenen in verband met Jezus’ komst, in alle eeuwen komen ze voor. Uiteraard zullen deze dingen toenemen naarmate we dichter bij de komst van de Heer Jezus komen. Het der wat Lukas duidt is religieuze vervolging. Ook die dingen zijn van alle eeuwen maar zullen toenemen in de eindtijd. Tijden van verdrukking kunnen tijden van getuigenis zijn, en de Geest geeft de wijsheid en woorden die ze dan nodig hebben, terwijl de gelovige in gewone leven Gods Woord dienen te onderzoeken. Omdat ze weten wat er zal gebeuren, kunnen ze zich op deze zaken voorbereiden. Deze bemoedigingen zijn toepasbaar voor al Gods kinderen in elk tijdperk. We mogen erop vertrouwen dat de Heilige Geest om ons de wijsheid en kracht te geven om te volharden.

Adviezen (21:20-24)

In deze verzen bereidde Jezus Zijn volk voor op de val van Jeruzalem, die plaatsvond in 70 n.Chr. Hij vermaande het volk om Jeruzalem en Judea te verlaten. Hen die acht sloegen op Zijn Woord werden gespaard. We weten dat er in die tijd gelovigen zijn geweest die aan dit advies gehoor hebben gegeven en gevlucht zijn naar Pella in het Overjordaanse. (Zie het artikel: “De vlucht uit Jeruzalem” in de rubriek Christendom).

“De tijden der heidenen” verwijst naar de periode waarin de heidenen Jeruzalem zouden overrompelen en de macht zouden krijgen. “De tijden der heidenen” begonnen met de gevangenschap van Jeruzalem door de Babyloniërs in 606-586 v.Chr. “Zij verbrandden het huis Gods en braken de muur van Jeruzalem af; al zijn paleizen verbrandden zij met vuur en alle kostbaarheden vernietigden zij.” (2Kron.36:17-23), en het zal eindigen wanneer Jezus Christus terugkeert naar de aarde en de stad bevrijdt (Zach.13-14). Er is een “totdat”; ‘Totdat’ de volheid van de volken s ingegaan; en zó zal heel Israël behouden worden.” (Rom.11:25) ‘Uw huis wordt u woest gelaten, totdat u zegt: Gezegend Hij die komt!” (Mat.23:39) Sommigen plaatsen het einde van deze periode in het jaar 1967, toe ook Oost-Jeruzalem onder Israëlisch kwam. Anderen geloven dat het einde zal zijn met de komst van de Messias.

Tekenen (21:25-33)

Jezus leert wat er zal gebeuren in de laatste helft van de Grote Verdrukking, vlak voordat Hij in heerlijkheid verschijnt en terugkeert naar de aarde. De laatste helft van de Grote Verdrukking zal een zeer moeilijke tijd zijn, met grote oordelen vanuit de hemel en grote nood op de aarde. (Op.13-19). Gelovigen, in die tijd, zullen grote bemoedigingen vinden in de tekenen die wijzen op de komst van de Messias, en zullen vol verwachting naar omhoog kijken terwijl ze wachten op Zijn terugkeer. We mogen deze gebeurtenis niet verwarren met Zijn komst voor de Gemeente (1Thes.4:13-18), want dat kan elk moment gebeuren. We zoeken niet naar tekenen; we zoeken naar de Redder (Fil.3:19-20). Maar omdat “toekomstige gebeurtenissen hun schaduwen vooruitwerpen”, weten we dat Zijn komst spoedig zal zijn wanneer we deze dingen “beginnen te gebeuren”. Het uitbotten van de vijgenboom is geïnterpreteerd als een symbool van het herstel van de natie Israël. De zinsnede “en alle bomen” (vs.29) kan duiden op de groei van nationalisme in de wereld. Nadat men de idee van het kolonialisme na de Tweede Wereldoorlog verlaten heeft, is er daarna een enorme groei in nationalisme gezien. De landen rondom Israël zijn alle ontstaan ná de Eerste Wereldoorlog. “Deze generatie” verwijst naar de generatie die leeft wanneer al deze dingen plaatsvinden. God zal Zijn volk Israël bewaren en hen door hun lijden heen helpen, zodat ze hun glorieuze koninkrijk kunnen binnengaan.

Gevaren (21:34-38)

Het feit dat de Heer Jezus elk moment kan terugkeren, betaamt het ons als Zijn volk om klaar te zijn wanneer Hij komt. We moeten oppassen voor wereldsgezindheid en de zorgen van dit leven. Hoewel we onze dagelijkse plichten niet mogen negeren, moeten we er wel voor zorgen dat we in het licht van de eeuwigheid leven. Door onszelf er dagelijks aan te herinneren dat Jezus kan terugkeren voordat de dag ten einde is, zullen we voorzichtig wandelen, zodat we niet onvoorbereid worden betrapt wanneer Hij komt (1 Joh.2:28). “Laten uw lendenen omgord en uw lampen brandend zijn, en weest u gelijk aan mensen die op hun heer wachten, wanneer hij terugkomt van de brijloft, om als hij komt en klopt, hem terstond open te doen.” (Luk.12:35-36)

Excurs: De Opname van de Gemeente

In de diverse eindtijdredes van de Heer Jezus is er nooit sprake van de opname van de Gemeente omdat dit onderwijs nog niet was bekend gemaakt. De apostel Paulus had het voorrecht deze verborgenheid bekend te mogen maken (1Thes.4:13-18). In Jezus’ toespraken gaat het altijd over de zichtbare komst van de Heer Jezus voor het volk Israël. De Gemeente bestond nog niet. De komst voor de Gemeente gaat vóóraf aan de ure van de verzoeking die over het gehele aardrijk zal komen; ook vaak abusievelijk de Grote Verdrukking genoemd. De eigenlijke Grote Verdrukking is het laatste, tweede gedeelte van de laatste jaarweek van Daniël (Jer.30:1; Dan.9:26-27, 12:1; Mat.24:21) Ná deze zevenjarige periode, die een tijd van oordeel is voor Israël en de volken, komt de Messias met de wolken des hemels. (Voor het verdere onderwijs verwijs ik u graag naar de rubriek Eschatologie op deze website.)

Excurs: Het herstel van Israël

In Ezechiël 36 vinden we oorzaak vermeld waarom Israël onder de volken is verstrooid geworden (vs.16, 21). De verwerping van de Heer Jezus maakte de maat vol en in het jaar 70 werd het volk onder de volken verstrooid. In datzelfde hoofdstuk wordt ook Israëls herstel aangekondigd (vs.24-38) dat verder wordt uitgewerkt in het daaropvolgende hoofdstuk 37. Israël zal terugkeren naar het land Israël (Ez.11:17), naar uw land en naar hun land (Ez.11:17; 36:24; 37:21). Het begin van de vervulling van die profetieën daarvan was, toen in 1948 de staat Israël werd opgericht. De herrijzenis van Israël wordt beschreven in het gezicht dat Ezechiël kreeg van het dorre doodsbeenderen dal (Ez.37:1-14). Uit vers 11 leren we de betekenis van deze dorre beenderen: “Mensenkind, deze beenderen zijn het gehele huis Israël”. Dan volgt een beschrijving van een geleidelijk herstel: de beenderen voegden zich aaneen, er kwamen spieren op en vlees en er trok een huid overheen (vs.7-8). Dat is wat we gezien hebben de laatste decennia een geleidelijk groei van het volk Israël en het in cultuur brengen van het land. Moerassen zijn drooggelegd, steden en dorpen gesticht, het land tot ontwikkeling gebracht en vanaf 1882 zijn er meer dan 3 miljoen Joden uit alle vijf continenten teruggekeerd naar hun vaderland zodat er nu meer dan 6 miljoen Joden wonen. Wie had dat kunnen bedenken toen tijdens de twee wereldoorlog zes miljoen Joden werden uitgeroeid in de holocaust? Zoals zij zeggen: “Onze beenderen zijn verdord en onze hoop is vervlogen!” (Vs.11), maar dan hebben ze buiten de Here God gerekend want Hij heeft gedachten van vrede over hen en niet van onheil, om het volk Israël een hoopvolle toekomst te geven (Jer.29:11). Maar één ding ontbrak nog… geest was er nog niet in hen! Het meest fundamentele ontbreekt nog, hun terugkeer naar God! Iedereen die wel eens een bezoek heeft gebracht aan het land Israël weet dat er niet veel gelovige Joden zijn. Statistisch hangt 82% het joodse geloof aan maar dat is meer cultuur dan echt geloof, zoals dat ook in België of andere landen in Europa het geval is. Maar een terugkeer naar het land is niet voldoende, er moet ook een terugkeer naar de God van het land zijn en dat zal gebeuren wanneer de Messias komt en ze Hem zullen zien die ze doorstoken hebben! (Zach.12:10; 14:3-4; Mat.24:30) Dan “Zal de Here koning worden over de gehele aarde, te dien dage zal de Here de enige zijn, en zijn naam de enige.” (Zach.14:9) Daar kijken we naar uit!

______________________________________________________________________________________