Serie: Geschiedenis Christendom – De Middeleeuwen – Deel 2 – Karel als persoon

30 juli, 2025

Geschiedenis van het Christendom

De Middeleeuwen – Deel 2

Karel als persoon

Inleiding

De Frankische vorst Karel de Grote, afkomstig uit het geslacht van de Karolingers, werd in 800 de eerste West-Europese keizer sinds de ondergang van het West-Romeinse Rijk in 476. Hij was koning, keizer en staatsvormer: zowel Frankrijk en Duitsland beschouwen Karel als grondlegger van hun natie. Ook onderscheidde Karel zich als verspreider van het christelijk geloof, onderwijshervormer en militair genie. Zijn leven heeft voor bijna honderd procent uit oorlogvoering bestaan. Wie was Karel de Grote?

Jeugd en privé

Karel de Grote werd in 748, 747 of 742 (deze drie jaartallen worden door historici genoemd) geboren in Luik. Hij was de zoon van Pepijn de Korte (714-768) – de eerste Frankische koning uit het geslacht van de Karolingers en de zoon van Karel Martel – en diens vrouw Bertrada van Laon (720-783). Over Karels jeugd is weinig bekend. Zijn biograaf Einhard (ca.770-840) schreef in Vita Karoli Magni (Over het leven van Karel de Grote, geschreven tussen 817 en 830) dat er nagenoeg niets over Karels jeugdjaren was overgeleverd en dat degenen die het zouden kunnen vertellen inmiddels allemaal overleden waren.

Vermoedelijk kreeg hij, net als zijn broer Carloman (751-771), zijn opvoeding en onderwijs in Saint-Denis, tegenwoordig een voorstad van Parijs. Het onderwijs dat hij genoot moet degelijk zijn geweest, vanwege Karels afkomst, maar ook omdat hij op latere leeftijd blijk gaf van het beheersen van Latijn, literatuurkennis had en zich ook mengde in allerlei theologische en filosofische discussies. Maar echt op hoog niveau lezen en schrijven lukte Karel niet.

In 770 arrangeerde Karels moeder een huwelijk voor haar zoon met de Longobardische prinses Desiderata (750-?). Het huwelijk, Karels tweede (eerder was hij gehuwd met Himiltrude), duurde niet lang want Karel verstootte zijn vrouw al spoedig. Hij zou daarna nog vier keer trouwen en had naast zijn huwelijkspartners talloze minnaressen. Bij deze vrouwen verwekte Karel minstens achttien kinderen.

Groot man

Wat weten we nog meer over de persoon Karel? In elk geval dat hij niet alleen in naam, maar ook fysiek-letterlijk een groot man was. Berekend is dat hij de voor zijn tijd enorme lengte van 1 meter 84 had. Verder hield Karel veel van zwemmen en jagen. Zijn biograaf Einhard noteerde dat Karel een uitstekende zwemmer was. Over Karels uiterlijk vermeldde deze biograaf dat hij ‘een ronde schedel’ had, met ‘grote en levendige ogen, een vrij lange neus, blond haar, en een goedlachs en vrolijk gezicht.’ Karel was een joviale, gulle man, geen zuinigerd. Hij deelde uit als hij dat kon. Daarnaast was hij, zoals we zo dadelijk zullen zien, uitermate wreed richting vijanden en mensen die niet deden wat hij van ze verlangde.

Koning en militair (768-800)

Na de dood van Pepijn de Korte, in 768, trad Karel aan als Frankische vorst. Karels moeder Bertrada – vanwege haar klompvoet “Bertha met de Grote Voet” genoemd – kwam vanaf dit moment bij Karel inwonen. Aanvankelijk regeerde Karel samen met zijn broer Carloman (met wie hij op slechte voet stond), waarbij Karel vooral de noordwestelijke gebieden van het Rijk bezat en Carloman de meer zuidelijke en oostelijke gebieden, evenals delen van het huidige Nederland en Frankrijk. Toen Carloman in december 771 stierf, accepteerden diens onderdanen Karel als hun vorst en niet Carlomans zoontjes.

Karel en de Saksen

De zomer erop, in 772, begonnen de zogeheten Saksische Oorlogen, die tot 804 zouden duren. In een periode van enkele decennia veroverde Karel grote gebieden in met name het oosten van Europa. Een belangrijke kwaliteit van Karel de Grote – daarom kon hij zijn rijk ook aanzienlijk uitbreiden – was zijn grote militaire inzicht. Hij zorgde ervoor dat zijn legertroepen goed uitgerust waren en nam in veldslagen vrijwel altijd de juiste beslissingen. In vijfentwintig veldtochten leed hij slechts tweemaal een nederlaag: in de strijd tegen de Moren bij Roncevalles (778, het Roelantslied gaat over deze slag) en tegen de Saksen bij Süntelberg. Bij alle andere gevechten kwam hij zegevierend uit de strijd. Zijn militaire successen waren te danken aan een goed uitgerust en intensief getraind leger. De kern van Karels leger bestond uit een ruiterij die gerekruteerd was uit de bevoorrechte en daarom loyale ridderlaag in het Frankische Rijk. Deze ridders waren gewapend met een zwaard, schild en lans en droegen een maliënkolder, helm en beschermende arm- en beenkappen. De cavalerie had de beschikking over speren, bijlen, soms een zwaard en een korte flexibele boog met een goedgevulde pijlkoker.

Rondreizen

Belangrijk was dat Karel de Grote in de gaten had dat hij een goede band met zijn onderdanen moest onderhouden, zodat hij van hun loyaliteit verzekerd was. Ieder jaar maakte Karel de Grote een rondreis door zijn enorme rijk, dat zich uitstrekte van de Noordzee tot aan de Middellandse Zee. Dit deed hij om de band met zijn leenmannen goed te houden en op rijks- of landdagen nieuwe wetten en besluiten voor te leggen aan de edelen.

Politieke hervormer en onderwijsvernieuwer (780-790)

De uitbreiding van Karels Rijk vroeg ook om een efficiënte(re) bestuursinrichting. In 782 voerde Karel in zijn Frankische Rijk daarom het systeem van de graafschappen in. Rond diezelfde tijd kwam aan zijn hof een paleisschool tot stand, waar de clerici en hofhouding – en ook Karel zelf – leerden schrijven, rekenen en een algemene vorming in de taal en letteren kregen. In 789 werden dit soort scholen algemeen beleid binnen zijn Rijk, uitgevaardigd via een serie onderwijswetten onder de naam Admonitio generalis (Algemene vermaning) en persoonlijke brieven zoals de Epistola de litteris colendis (Brief over de studie van de letteren) aan abt Baugulf van de Abdij van Fulda. Karel hechtte belang aan correcte, foutloze tekstkopieën geschreven in kloosters, zag de noodzaak van bibliotheken in en richtte veel kloosterscholen op. De onderwijs- en studiecultuur die hierna in het Frankische Rijk opbloeide, staat bekend als de Karolingische Renaissance. Feitelijk hielp deze onderwijspolitiek Karel om – dit keer met zachte hand – de bevolking van zijn rijk te kerstenen.

Inhoudelijk zette Karel zich op onderwijsgebied in voor het herstel van de septem artes liberales, de zeven vrije kunsten. Deze heten ‘vrij’ omdat ze de opvoeding tot vrije mensen beoogden. De septem artes liberales werd de basis van het middeleeuwse onderwijs en bestond uit zeven vakken, onderverdeeld in het trivium (drie ’taalvakken’: grammatica, dialectica en retorica) en quadrivium (vier ‘rekenvakken’: aritmetica, geometrica, musica en astronomia)

Karel de Grote als Keizer (800-814)

Op 25 december 800 kroonde paus Leo III Karel de Grote tot keizer, als dank voor het feit dat Karel hem een jaar eerder met zijn leger te hulp was geschoten vanwege intern-religieuze problemen in Rome, waarbij Leo door concurrenten van de curie uit Rome verdreven was. Karel werd hiermee de eerste bestuurder met de titel keizer sinds de ondergang van het West-Romeinse Rijk in 476. Tijdens zijn keizerschap breidde Karel zijn rijk verder uit in oostelijke richting, waarbij onder meer Bohemen en Avarenmark binnen de rijksgrenzen opgenomen werden.

Dood en daarna

Karel stierf op 28 januari 814 in Aken, wellicht aan een borstvliesontsteking, na een ziekbed van een week, en werd nog diezelfde dag begraven. Zijn graf aldaar, in de Dom van Aken is ondanks uitvoerig archeologisch onderzoek nooit exact gelokaliseerd. Zijn enige nog levende zoon Lodewijk de Vrome volgde hem op. Toen deze troonopvolger stierf in 840, brak er een burgeroorlog uit over de troonopvolging. Daarna deelde het Verdrag van Verdun (843) het Frankische Rijk onder de nakomelingen van Karel de Grote in drie delen op, waarmee er een einde kwam aan het grote rijk van Karel.

Vader van Europa

Naast zijn veroveringen verwierf Karel de Grote vooral veel aanzien met zijn culturele en economische prestaties. Zo zorgde hij met zijn ‘Karolingische Renaissance’ voor een opleving van de Europese schriftelijke cultuur en zou het feodale systeem – dat door Karel sterk bevorderd werd – nog eeuwenlang invloed hebben op de politieke en economische geschiedenis van het continent.

Literatuurlijst

Das Grosse Bibellexikon (3 dln.) Brockhaus – ISBN: 3-417-2461-3

De Franken en het Christendom – Pierre Trouillez – ISBN 9789059087217 – Uitg. Davidsfonds

De Germanen en het Christendom – Pierre Trouillez – ISBN 978940191434 – Uitg. Omniboek

De Grote Volksverhuizing – Chayah Visser – pdf.

De kerstening van Europa – Aat van Gilst – ISBN 9789461538734 – Uitg. Aspekt

En zij werden verstrooid onder alle volken – W. Keller – ISBN 90 6084 611 7 – Voorhoeve

Handelingen der Gemeente, dl.1 en 2 – ISBN: 90-242-2625-2 – R.H. Matzken – Kok Kampen

Het ontstaan van het Christendom – Evangelische Omroep – ISBN: 90-70100-51-7

Karel de Grote – Aat van Gilst – ISBN 9059117026 – Uitg. Aspekt

______________________________________________________________________________