Nieuwe Testament – Afscheidswoorden van Paulus – 2 Timotheüs 4

8 augustus, 2023

Bijbelboeken: 2 Timoteüs

Nieuw Testament – 2 Timotheüs

‘Afscheidswoorden van Paulus’

2 Timotheüs 4:6-8

‘Want ik word al als een drankoffer uitgegoten en de tijd van mijn heengaan is aangebroken. Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop geëindigd, ik heb het geloof behouden. Overigens is voor mij de kroon van de gerechtigheid weggelegd, die de Heer, de rechtvaardige Rechter, mij in die dag zal geven; en niet alleen mij, maar ook allen die zijn verschijning hebben liefgehad.’

Inleiding

Laatste woorden van mensen, uitgesproken op hun sterfbedden, maken vaak indruk omdat daarin vaak hun ware aard naar voren komt. Ze willen vaak nog iets doorgeven aan de achterblijvers. We weten dat Beethoven stierf met een vuist naar de hemel opgeheven hij was teleurgesteld in het leven en vooral in Napoleon van wie hij zulke grote verwachtingen had. Ook in de Bijbel vinden we van verschillende personen ‘afscheidswoorden’ we denken maar aan Jakob, Mozes en Samuël. Van de apostel Paulus kennen we ook zijn afscheidswoorden gericht aan zijn kind Timotheüs, geschreven vanuit een Romeinse gevangenis, zoals hierboven aangehaald.

Toen Paulus zijn afscheidsbrief schreef aan zijn geliefde vriend en broeder Timotheüs schreef hij niet met angst en zorg maar met vrede in zijn hart. Hij weet dat hij zijn dood tegemoet gaat, maar het maakt hem niet bang. Hij weet dat zijn taak er bijna op zit, maar dat ontmoedigd hem niet. Zijn woorden spreken van moed en berusting in zijn situatie, en in deze houding van geloof, kijkt Paulus in drie richtingen en geeft getuigenis van zijn geloof en vertrouwen op God.

Paulus keek om zich heen

‘Want ik word al als een drankoffer uitgegoten en de tijd van mijn heengaan is aangebroken.’

Paulus keek om zich heen en gaf te kennen dat hij er klaar voor was. Hij zag zichzelf niet als een gevangene die ter dood gebracht zou worden, maar als een offer ter heerlijkheid van God. Zijn leven wordt hem niet afgenomen; hij offert het voor de Heer. De Heer Jezus had zijn leven voor Paulus afgelegd, en nu mag de grote apostel zijn leven afleggen voor zijn Heer en Heiland. De woorden gericht tot Petrus door de Heer Jezus kunnen we zonder meer ook toepassen op Paulus: ‘Toen u jonger was, omgordde u uzelf en liep u waar u wilde; maar als u oud geworden bent, zult u uw handen uitstrekken, en een ander zal u omgorden en u brengen waar u niet heen wilt. En dit zei Hij om aan te duiden met wat voor dood hij God verheerlijken zou’ (Joh.21:18-19).

In zijn afscheidtekst vermijd Paulus het woordje ‘dood.’ Het is niet uit vrees voor de dood of uit vrees om te sterven om het woordje ‘dood’ te vermijden. Het is eenvoudig zo dat er voor een gelovige niet zo iets is als de dood. Het woord dat Paulus hier gebruikt is ‘vertrek’, en dat heeft in het Grieks meerdere betekenissen. Eén betekenis is, je tent inpakken en verder trekken, de manier waarop een soldaat dat zou doen als het leger verder trekt. Paulus zag zichzelf als een van Gods soldaten, levend in een tent – zijn sterfelijk lichaam. Hij wist dat de dood zijn tent zou wegnemen en dat hij in Gods heerlijkheid zou komen. Onze lichamen zijn tijdelijke woonplaatsen (Pred.12:7). Als de Heer ons naar huis roept, zullen we verheerlijkte lichamen ontvangen, permanente woonplaatsen, en die zullen we voor altijd houden.

Een andere betekenis is de meertouwen van een boot losmaken ter voorbereiding van het zee kiezen. Dat is wat er gebeurt als een gelovige sterft – hij verlaat de ligplaats van dit leven en deze wereld, en zet zeil naar de hemel en zijn eeuwige stranden. Paulus wist dat zijn dood een bevrijding was. De gevangenis was niet zijn permanente verblijfplaats. Zijn kleine ‘boot’ zou worden losgemaakt en hij zou aankomen aan de eeuwige kusten om de Heer Jezus te ontmoeten.

Kunt jij ook met evenveel vertrouwen om je heen kijken zoals Paulus, als je zou weten dat ook jij ‘geofferd’ zou worden?  Als je gelooft in de Heer Jezus, ben je daarvoor klaar, en is er niets te vrezen.

Paulus keek achterom

‘Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop geëindigd, ik heb het geloof behouden.’

Paulus keek niet alleen om zich heen toen hij aan het einde van zijn leven kwam; hij keek ook achterom. Omdat hij geloofde in de Heer Jezus, kon Paulus rondom zich kijken zonder vrees, en hij kon ook achterom kijken zonder spijt. Veel mensen vermijden terug te kijken op hun leven. En laten we wel zijn, er is ook een verkeerde manier om terug te kijken; het is niet goed om terug te kijken op zonden begaan in het verleden of misstappen en nederlagen. Dat maakt het mogelijk dat je vandaag ook faalt. Maar het is goed terug te kijken om te zien wat de Heer in ons en door ons heeft gewerkt. Toen Paulus terug keek, zag hij dat zijn leven niet altijd gemakkelijk was geweest. Er waren momenten van strijd geweest, er waren wedlopen gelopen, en er was een taak volbracht. Hij had tegen de wereld, het vlees en de duivel gestreden, stad na stad, en nu stond hij voor zijn laatste strijd in Rome. (Zie voor een overzicht van Paulus’ leven 2 Korinthiërs 11:23-28) Er waren tijden geweest dat hij dacht te zullen falen, maar de Heer had hem er altijd doorheen geholpen. Hij kon schrijven, ‘Ik heb de goede strijd gestreden’, en ook: ‘Ik heb mijn loop beëindigd.’ Dat was altijd Paulus’ grootste verlangen geweest: ‘Opdat ik mijn loop volbreng en de bediening, die ik van de Heer Jezus heb ontvangen…’ (Hand.20:24). Ieder van ons heeft een loop te volbrengen. God heeft aan een ieder een plaats gegeven en een taak om te doen. Onze tijden zijn in zijn hand. Sommigen is een korte tijd gegeven voor hun taak; anderen kregen meer tijd. Stefanus stierf als een jonge man; Paulus was het gegeven een langer leven te mogen hebben. Maar het is niet de lengte van je leven dat telt – het is de diepte en doel van je leven. Paulus had zijn loop beëindigd. Hij kon de Heer Jezus ontmoeten, hij wist dat zijn taak volbracht was hij had het geloof behouden. Zelfs in Paulus’ dagen waren er belijdende gelovigen die het geloof opgaven. Paulus waarschuwt Timotheüs met de woorden  dat: ‘De Geest nu uitdrukkelijk zegt, dat in de latere tijden sommigen van het geloof zullen afvallen…’ (1 Tim.4:1). Het geloof hier betekent: ‘het geloof dat eenmaal aan de heiligen is overgeleverd’ (Judas vs.3) de inhoud van de christelijke leer dat lichaam van reddende waarheden waarvoor de Heer Jezus zijn leven heeft gegeven en dat we in de Bijbel, het Woord van God kunnen lezen. Als een goed dienaar, heeft Paulus dat geloof op vele manieren verdedigd, verkondigd en geleefd. Nu stond hij op het punt van het ‘podium’ te verdwijnen; het doek zou spoedig vallen!

Neem tijd om terug te kijken. Heb je de goede strijd gestreden? Ben je een overwinnaar of een slachtoffer? Ben je als een strijder op het slagveld, of een slachtoffer? Heb je jouw loop beëindigd? Heb je de wil van God gedaan vanuit je hart? En heb je het geloof behouden? Ben je trouw geweest aan het Woord van God en in het doorgeven ervan? Paulus kon zonder vrees om zich heen kijken maar ook zonder spijt achterom kijken. Ik hoop dat u en ik dat ook kunnen doen.

Paulus keek vooruit

 Overigens is voor mij de kroon van de gerechtigheid weggelegd, die de Heer, de rechtvaardige Rechter, mij in die dag zal geven; en niet alleen mij, maar ook allen die zijn verschijning hebben liefgehad.’

Paulus keek niet slechts rondom zich en achter zich, maar hij keek ook vooruit. Veel mensen zijn bang als het einde van hun leven zich aankondigt om vooruit te kijken. De Bijbel waarschuwt ons, ‘Het is de mens gezet eenmaal te sterven en daarna het oordeel’ (Heb.9:27). Maar Paulus had niets te vrezen als hij vooruit keek. Hij wist precies wat er zou gaan gebeuren: hij zou de Heer Jezus ontmoeten en van Hem de kroon der gerechtigheid ontvangen. Er is geen vrede te vergelijken met de vrede die wij in onze harten hebben wanneer we weten dat de toekomst veilig is. Paulus geloof berustte niet op de Romeinse wet, hoe goed die ook wel mocht zijn. Zijn geloof berustte niet op zijn vele vrienden, of op zichzelf en wat hij had gepresteerd. Zijn geloof was in God. Hij keek achterom zonder spijt; Hij keek om zich heen zonder angst; en hij keek vooruit zonder twijfel of vrees voor de dood  want hij vertrouwde op de Heer Jezus. Rome zou Paulus vermelden als een crimineel, maar in het boek van het leven van het Lam stond hij vermeldt als een kind van God. En hij zou uit de mond van zijn Heiland horen: ‘Goed gedaan, gij goede en getrouwe slaaf…’ (Math.25:21).

Op één of andere dag zal het leven van u en mij ook beëindigd worden. Niemand van ons kent de dag of het uur, en voor sommigen komt het misschien eerder dan verwacht. Ons ‘thuiskomen’ kan plotseling zijn; misschien hebben we iets meer tijd en kunnen we het leven de revue te laten passeren zoals Paulus dat deed in die Romeinse gevangenis. Of op een ziekbed afscheid nemen van onze geliefden. Ik hoop dat een ieder van ons in alle drie de richtingen kan kijken en daarna met hetzelfde klinkende getuigenis kan komen zoals Paulus dat in zijn laatste brief heeft geschreven. Wijdt je hart en leven aan de Heer Jezus. Wees Hem trouw, wat er ook gebeuren mag of mensen je aandoen. Het belangrijkste is niet de gunst van de mensen; het is goedkeuring van God.

____________________________________________________________________________________________