Inleiding Bijbelboekenl – Nieuw Testament – Brieven van Paulus – Brief aan Titus

22 augustus, 2023

Bijbelboeken: Titus

Bijbel – Nieuw Testament

Brieven van de apostel Paulus

Inleiding op de Brief aan Titus

De persoon

Titus was een gelovige uit de Grieken (Gal.2:3), die door Paulus’ dienst voor Christus gewonnen was (Tit.1:4). We weten weinig over zijn afkomst; hij wordt in het boek Handelingen helemaal niet vermeld. Het schijnt dat hij een bekeerling uit de heidenen was en door Paulus’ in dienst genomen was. Hij assisteerde in de collecte voor de gelovigen te Jeruzalem (2Kor.2:12; 7:13,14; 8:12); en hij ontmoette Paulus in Troas met het verslag van de situatie in de gemeente te Korinthe (2Kor.2:12-13; 7:5-16). Titus nam de tweede brief aan de Korinthiërs van Paulus mee (2Kor.8:16-24). Titus was Paulus’ medewerker, die op Kreta was achtergelaten om de gemeente te besturen (Tit.1:5) totdat Paulus Thychicus en Artemas kon sturen om het werk van Titus over te nemen (Tit.3:12). Titus was in Rome tijdens Paulus’ tweede gevangenschap, en reisde vandaar naar Dalmatië voor een taak die de apostel hem had opgedragen (2Tim.4:10). Paulus waardering voor Titus is beschreven in 2Korinthiërs 8:23.

De brief

Paulus’ haast om Titus op Kreta achter te laten maakte het noodzakelijk om per brief zijn medewerker te bemoedigen en instructies te geven. De Kretenzen waren niet de gemakkelijkst mensen om mee om te gaan, zoals uit Titus 1:12-13 blijkt. We weten niet wie de gemeente in Kreta gesticht heeft, maar wat we wel weten is dat de organisatie van de gemeente en het geestelijk leven van de gelovigen ontregeld waren. Het schijnt dat de gemeente te lijden had van twee zaken: (1) bezoekende joden die wet en genade vermengden, en (2) onwetende gelovigen die de genade misbruikten. Paulus had meerdere doelen op het oog toen hij deze brief schreef: (1) Titus eraan herinneren de gemeente te ordenen en oudsten aan te stellen; (2) hem te waarschuwen voor valse leraars; (3) hem te bemoedigen in zijn pastorale taak onder de gelovigen van de gemeente; (4) duidelijk te maken hoe de genade van God in het leven van een gelovige een plaats dient te krijgen; (5) duidelijk te maken hoe hij met dwarsliggers in de gemeente moest omgaan.

De kern

Verschillende woorden in deze brief worden herhaald, dat maakt ons duidelijk welke last Paulus’ op zijn hart had. Er is een grote nadruk op ‘goede werken’ (1:16; 2:7,14; 3:1,5,8,14). Gered door genade betekent, gered om goede werken te doen. Het christelijk geloof en leven dienen zuiver te zijn (1:9,13; 2:1-2,8). Er dient een godvruchtig leven aanwezig te zijn (1:1; 2:12), geen werelds leven. Gods genade leidt een persoon tot een godvruchtig leven (1:4; 2:11vv.; 3:7,15). Een sleutelvers voor dit Bijbelboek kan zijn 3:8: ’Opdat zij die God geloven, ervoor zorgen zich toe te leggen op goede werken’. We worden niet behouden door geloof en werken, maar door een geloof dat werkt!

__________________________________________________________________________________________________