Bijbel – Nieuwe Testament – Want wij struikelen dikwijls! – Brief van Judas

25 augustus, 2023

Bijbelboeken: Judas

Bijbel – Nieuw Testament

Want wij struikelen allen dikwijls!

De brief van Judas

Voorwoord

De schrijver van deze brief was een halfbroer van Christus, in Markus 6:3 ‘Judas’ genoemd. De opgestane Christus werd gezien door Jakobus, een andere halfbroer (1Kor.15:7), dus zowel Jakobus als Judas zijn ongetwijfeld ongeveer tegelijkertijd tot geloof gekomen. De halfbroers van Christus worden in Handelingen 1:13-14 genoemd als deelnemers aan de gebedssamenkomst voorafgaand aan de uitstorting van de Heilige Geest op Pinksteren (Hand.2). Merk op dat Judas zich niet beroemd over zijn menselijke relatie met Christus. Hij noemt zichzelf liever een ‘gebonden slaaf van Jezus Christus’ en een broer van Jakobus. Hoewel Judas in zijn brief spreekt over oordeel, wijst hij er zorgvuldig op dat de ware gelovige in Christus wordt behouden (vs. 1, 24). We kunnen onszelf niet redden, maar we moeten onszelf in de liefde van God bewaren door Zijn Woord te gehoorzamen. In dit artikel willen we de verzen 17-25 overdenken.

Inleiding

‘Maar u, geliefden, denkt terug aan de woorden die tevoren zijn gesproken door de apostelen van onze Heer Jezus Christus, zij u zeiden dat er in het laatst van de tijd spotters zouden zijn, die naar hun eigen goddeloze begeerten wandelen. Dezen zijn het die zich afscheiden, natuurlijke mensen die de Geest niet hebben’ (vs.17-18)

‘Er zal een tijd zijn dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen’ (2Tim.4:3)

Het is oorlog! Nee, ik doel niet op de oorlog van Rusland tegen Oekraïne, maar de oorlog die woedt in de hemelse gewesten! (Ef.6:2). Ik weet niet of u zich daarvan bewust bent, maar Gods Woord attendeert ons daarop, en dat niet alleen, ook dat we leven in het laatste der dagen. Wij zijn die generatie van mensen op wie de einden van de eeuwen zijn gekomen (1Kor.10:11), maar de tijd is niet stil blijven staan en nu leven wij in het laatst van de tijd. Een tijd die zich kenmerkt door verval en afval van het geloof, door lege kerken, door zgn. christelijke naties die belijden God te kennen, maar die ze verloochenen met hun werken (Tit.1:16). En in zo’n tijd leven u en ik en moeten ons staande zien te houden, dat is niet gemakkelijk is ervaren we dagelijks. De laatste dagen kenmerken zich ook door allerlei sekten en allerlei leerstelling die niet in overeenstemming zijn met Gods woord. De moderne media maakt een wereldwijde verspreiding ervan mogelijk en de beïnvloeding van mensen gaat daarmee gepaard. Het is een tijd, was geestelijke zaken betreft, waarin de satan rondgaat als een engel van licht! Voor de duivel, die zich voordoet als een engel van het licht zijn het drukke tijden en daarom waarschuwt de apostel Paulus, voor die valse apostelen die zich voordoen als apostelen van Christus (2Kor.11:13-14). Maar, wanneer we spreken van de ‘laatste dagen’ dan denken we ook aan de tijd die erna komt, en dat betekent voor de gelovige de komst van Christus. Om de woorden van Lukas te gebruiken: ‘Wanneer u deze dingen zult zien gebeuren, weet dan dat het koninkrijk van God nabij is’ (Luk.21:31).

Houdt vast!

‘Geliefden, terwijl ik alle bereidwilligheid had u te schrijven over onze gemeenschappelijke behoudenis, werd ik genoodzaakt u te schrijven met de vermaning om te strijden voor het geloof dat eenmaal aan de heilige is overgeleverd’ (vs.3)

‘Dit bevel vertrouw ik je toe, mijn kind Timotheüs, overeenkomstig de voorafgegane profetieën over jou, opdat je door deze de goede strijd strijdt’ (1Tim1:18)

Nogmaals, het is oorlog, en dat betekent dat we moeten strijden, in dit geval strijden voor het geloof dat eenmaal aan de heiligen is overgeleverd. Meer dan ooit moeten we vasthouden aan het Woord van God en dat dient een prioriteit te zijn in het leven van iedere gelovige. U begrijpt dat ik niet bedoel dat we de Bijbel goed verzorgd in een boekenkast moeten plaatsen en denken dat we daarmee aan onze verplichting voldaan hebben. Nee, dat Woord dient een plaats in ons leven te krijgen. Zoals de psalmist zegt: Ik berg uw woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondige’ (Ps.119:10). Maar niet alleen dat, we moeten, als het nodig is, ook de geloofsinhoud ervan verdedigen. Zeker, niet iedere gelovige is een apologeet, iemand die de bekwaamheid heeft om op deskundige wijze het geloof te verdedigen, maar door het toepassen van het woord in ons leven is dat in zekere zin ook al een vorm van ‘verdediging’. ‘Dat u schijnt als lichten in de wereld, terwijl u het woord van het leven vertoont’ (Fil.2:15).

Dat kan in zijn uiterste consequentie ook afscheiding betekenen van valse leraars en/of gemeenten waar valse leer wordt getolereerd (2Tim.2:19v.). In dat verband spreekt Paulus van: ‘Want er moeten ook sekten onder u zijn, opdat ook de beproefden onder u openbaar worden’ (1Kor.11:19). Maar we hebben ook het Woord als een zwaard van de Geest ter beschikking! (Ef.6:17). De vraag is echter: bent u geoefend in het Woord, het zwaard? We lezen van Abraham dat hij, om zijn broer Lot te bevrijden, zijn ‘geoefenden’ in de strijd bracht! (Zie: Gen.14:14). Bent u geoefend en inzetbaar? God helpt ons maar we hebben ook onze eigen verantwoordelijkheid! Zoals de kerkvader Augustinus heeft gezegd: ‘God zorgt voor de wind, maar wij moeten de zeilen hijsen!’

Bouw jezelf op!

‘Maar u, geliefden, terwijl u zichzelf opbouwt in uw allerheiligst geloof en bidt in de Heilige Geest, bewaart uzelf in de liefde van God en verwacht de barmhartigheid van onze Heer Jezus Christus, tot het eeuwige leven’ (vs. 20).

‘Daarom dan ook, daar wij zo’n grote wolk van getuigen rondom ons hebben, laten ook wij alle last en de zonde die ons licht omstrikt afleggen’ (Heb.12:1)

Een huis dat niet bewoond is en leeg staat raakt snel in verval en zo is het ook met ons geloof! We dienen regelmatig onszelf te onderzoeken of we nog in het geloof zijn (2Kor.13:5). We dienen ‘onze behoudenis te bewerken met vrees en beven, want het is God die in ons werkt, zowel het willen als het werken, om zijn welbehagen’ (Fil.2:12). Maar hoe doen we dat zou de vraag kunnen zijn? Wel zoals we weten zijn we wedergeboren uit onvergankelijk zaad, het Woord van God, en dat Woord dient ook voor de verdere groei in ons geloof (1Petr.1:23, 2:2). Dagelijks een gedeelte in de Bijbel lezen en ‘stille tijd’ houden is geen overbodige luxe! Het lezen van Gods Woord dient te gebeuren door middel van gebed en onder de leiding van de Heilige Geest. Door dat te doen blijft u verbonden en heeft u gemeenschap met de Vader en de Zoon en bewaart u zich in de liefde van God.

De hoop op Jezus’ komst die wij als gelovigen kennen is niet slechts iets voor de toekomst maar is ook een motivatie voor het heden. Zo zegt de apostel Johannes: ‘Wij weten dat als Hij geopenbaard zal zijn, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is. En ieder die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich zoals Hij rein is’ (1Joh.3:2-3). Die hoop, die verwachting kan al ons leed verzachten, want we weten dat ‘het lijden van de tegenwoordige tijd niet waard is vergeleken te worden met de toekomstige heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden’ (Rom.8:18).

Je bent er voor de ander!

‘En hebt medelijden met sommigen die twijfelen, redt anderen door hen uit het vuur te rukken, hebt medelijden met anderen in vrees, en haat zelfs het kleed dat door het vlees bevlekt is’ (vs.22-23).

‘Niemand van ons immers leeft voor zichzelf, en niemand sterft voor zichzelf’ (Rom.14:7)

Judas schets hier drie verschillende soorten mensen; Sommigen die twijfelen., anderen die uit het vuur gered moeten worden en anderen die leven in en naar het vlees. In onze huidige tijd waarin allerlei informatie, door middel van de moderne media, over ons uit wordt gestort zijn er veel mensen die twijfelen. Twijfel is een toestand waarin je niet weet wat je moet doen, denken of geloven. Je hebt dan ergen twijfels over, je bent ergens niet zeker van en denkt dat het niet waar is. Allerlei complottheorieën die de ronde zijn daar ook debet aan. Dat is in de maatschappij het geval maar ook bij ons in de christelijke kerken en gemeenten. Velen twijfelen aan het gezag van de Bijbel en vinden bepaalde onderwerpen niet meer passend bij de moraal van onze moderne tijd. Anderen twijfelen aan de belofte van Jezus’ wederkomst. Komt Hij nog wel vragen vele zich af (2Petr.3:4). Daarom dient ons geloof gebaseerd zijn op Gods Woord dat het einde van alle tegenspraak is (Heb.6:16). ‘Gelukkig die niet gezien en toch geloofd hebben (Joh.20:29).

Anderen dienen uit het vuur gered te worden, hier uit de handen van de valse profeten. De engelen namen Lot, zijn vrouw en zijn beide dochters bij de hand en leidde hen uit Sodom (Gen.19:16; Zach.3:2). Er was hulp nodig om Lot en de zijnen zover te krijgen dat ze de stad Sodom verlieten. Jakobus zegt in verband daarmee: ‘Mijn broeders als iemand van u van de waarheid afdwaalt en iemand brengt hem terug, laat hij dan weten dat wie een zondaar van zijn dwaalweg terugbrengt zijn ziel van de dood redden en een menigte van zonden bedekken zal’ (Jak.5:1-20).

De derde groep zijn hen die in en naar het vlees leven, d.w.z. in hun leven geen rekening met God houden. (Zie: 1Petrus 4:1-5). Wanneer we spreken over het laatst van de tijd of de laatste dagen dan weten we dat er spotters zullen zijn die naar hun eigen begeerten wandelen en zeggen: Waar is de belofte van zijn komst? (2Petr.3:3). Voor dezulken die moedwillig, willens en wetens het getuigenis van Gods Woord verwerpen is er nog weinig hoop (2Petr.3:5).

Vertrouw op God!

‘Hem nu die machtig is u te bewaren zonder dat u struikelt, en u onberispelijk voor zijn heerlijkheid te stellen met vreugdegejuich’ (vs.24)

 ‘Ik zal u geenszins begeven en u geenszins verlaten, zodat wij vrijmoedig mogen zeggen: De Heer is mij een helper en ik zal niet vrezen; wat zal een mens mij doen?’ (Heb.13:5)

Zoals gezegd leven we in de laatste periode van het Christendom en dat wil zeggen dat we de komst van Jezus mogen verwachten, maar ook dat de wereld zich meer en meer van de Bijbelse principes verwijderd. Het gevaar om meegesleept te worden in het denken van de wereld is groter dan ooit. Ook wij kunnen struikelen wanneer we niet met een voornemen van het hart bij de Heer blijven (Hand.11:23). Onze behoudenis ligt niet alleen in het ontwijken van het kwade, maar bovenal in de nabijheid van God. Zoals vers 21 zegt: ‘Bewaart uzelf in de liefde van Christus’. Aan de andere kant is daar de belofte dat God bij machte is ons voor struikelen te bewaren. Onze verantwoordelijkheid en Gods zorg zijn twee kanten van dezelfde medaille. Aan de ene kant de opdracht bij de Heer te blijven aan de andere kant dat God ons niet zal begeven of verlaten (Heb.13:5-6). Wat onze verantwoordelijkheid betreft zegt Petrus: ‘Daarom, broeders, beijver u des te meer om uw roeping en verkiezing vast te maken; want als u dat doet, zult u nooit struikelen’ (2Pt.1:10).

En als er dingen op ons afkomen die aanleiding tot struikelen zouden geven, dien we resoluut te handelen (Mat.5:29-30).

Tenslotte

‘De enige God onze Heiland, door Jezus Christus onze Heer, zij heerlijkheid, majesteit, kracht en macht, én nu, én tot in alle eeuwigheid. Amen.’ (Vs. 25)

Je kunt beter struikelen op de goede weg, dan wandelen op de verkeerde weg!

We struikelen allen dikwijls, met die gedachte zijn we deze studie begonnen en menige gelovige kan en moet dat tot zijn of haar spijt beamen. God kan ons echter voor struikelen bewaren (Ps.116:8), maar als we toch struikelen dan kan die God van alle genade ons ook weer oprichten zodat we onze weg verder kunnen vervolgen. ‘Een geknakt riet zal Hij niet verbreken en een walmende vlaspit zal Hij niet uitblussen’ (Mat.12:20). Dat is echter geen vrijbrief om te zondigen zoals u wel zal begrijpen, maar we mogen weten dat als we toch zouden struikelen (zondigen)zondigen er vergeving is!

_________________________________________________________________________________________________