Bijbel – Oude Testament – Daniël 11 – Wie is de Antichrist?

13 november, 2024

Bijbelboeken: Daniël

Bijbel – Oude Testament

Daniel 11

Wie is de Antichrist?

Voorwoord

Wie is de Antichrist? Zal het de toekomstige president van de VS, Donald Trump zijn? Of misschien zijn schoonzoon Jared die getrouwd is met de dochter van Trump, Ivanka? Jared is bovendien ook nog van Joodse afkomst. Of misschien wel de enigszins mysterieuze persoon van Elon Musk, de rijkste persoon ter wereld, een belangrijke financiële en publieke supporter van Donald Trump, en die bekend staat als de op één na grootste donateur. Moet het wel een Jood zijn zoals sommigen beweren, kan het niet iemand zijn met een Moslim of Arabische achtergrond? In het verleden heeft men gedacht aan bv. Napoleon of Hitler en veel anderen. De laatste tijd circuleren er allerlei namen en hoor ik veel speculaties hierover. Maar wat zegt de Bijbel, of zegt de Bijbel misschien niets daarover? In dit artikel willen we de Bijbel raadplegen en mogelijk krijgen we een antwoord op onze vraag.

Inleiding

Het is mij niet onbekend dat ook andere profeten van het Oude Testament als Daniël, over de Antichrist hebben geschreven, maar wil ik mij in dit artikel beperken tot het boek Daniël. Trouwens die andere profeten zijn Jesaja, Zacharia en Ezechiël. In het Nieuwe Testament zijn het hoofdzakelijk de Bijbelboeken 1 en 2Thessalonicenzen, de brieven van Johannes en de Openbaring naar Johannes die ons informeren over een toekomstige Antichrist.

Het boek Daniël

Het boek Daniël is voor het Oude Testament, wat de Openbaring van Johannes voor het Nieuwe Testament is; het ene boek kunnen we niet zonder de ander begrijpen. Profetisch gaat het in Daniël over de “tijden van de volken” (zie: Luk.21:24), die periode begon in 606 v.Chr. met de inname van Jeruzalem en eindigt met de komst van Christus om de volken te oordelen en zijn koninkrijk op te richten. In de verschillende dromen en visioenen die we in het boek Daniël tegenkomen, vinden we het programma voor de volken vanaf de opkomst van Babel en daarna het Perzisch-Medische, Griekse en het Romeinse rijk, en het rijk van de Antichrist juist voor de komst van Christus (Zie: Dan.2 en 7). Het boek Daniël maakt duidelijk dat “Er een God in de hemel is” (2:28) en dat de “Allerhoogste macht heeft over het koningschap der mensen” (4:25). Daniël maakt duidelijk dat God Almachtig is wat de gang van zaken betreft met deze wereld. God kan heersers aanstellen of afzetten. God kan de grootste rijken tenietdoen en overgeven aan hun vijanden.

In Daniël 10 zien we dat achter de zichtbare machten onzichtbare machte schuilen. Dat laten ons de volgende teksten zien. We horen van de strijd die de engel Michaël voerde met de vorst van het koninkrijk van de Perzen: “En hij zei tot mij: Vrees niet, Daniel, want van de eerste dag af, dat gij uw hart erop gezet hadt om inzicht te verkrijgen en om u voor uw God te verootmoedigen, zijn uw woorden gehoord, en ik ben gekomen op uw woorden. Maar de vorst van het koninkrijk der Perzen stond eenentwintig dagen tegenover mij; doch zie, Michael, een der voornaamste vorsten, kwam mij te hulp, zodat ik daar, bij de koningen der Perzen, de overhand behield.” (Dan.10:12-13)

Daniël 11:1-35

Deze verzen beschrijven de geschiedenis van Syrië en Egypte; respectievelijk de koning van het noorden en van het zuiden. Herodotus beschrijft in zijn “Historiën” of zijn “Het verslag van mijn onderzoek” de veldtocht van Xerxes, zoon van Darius, en de veroveringen van de Perzische grootvorsten op Griekenland en ook op Egypte (de koning van het zuiden). Ook het boek Esther in het Oude Testament verstrekt ons informatie over die tijdsperiode. Dat is geschiedenis, maar de volgende verzen wijzen ook naar de eindtijd: “Dan zullen strijdmachten door hem op de been gebracht worden; zij zullen het heiligdom, de vesting, ontheiligen, het dagelijks offer doen ophouden en een gruwel oprichten, die verwoesting brengt. En degenen die zich misgaan tegen het verbond, zal hij door vleierijen tot afval bewegen, maar het volk dat zijn God kent, zal sterk zijn en daden doen. En de verstandigen onder het volk zullen velen tot inzicht brengen, maar zij zullen een tijdlang struikelen door zwaard en vuur, door gevangenschap en beroving. Doch, terwijl zij struikelen, zullen zij een kleine hulp vinden; dan zullen velen zich in huichelachtigheid bij hen aansluiten. Sommige van de verstandigen zullen struikelen, opdat er onder hen loutering, schifting en zuivering teweeggebracht worde, tot aan de eindtijd; want deze toeft nog tot de vastgestelde tijd.” Dit gedeelte beschrijft profetisch de periode van de Makkabeeën, maar is ook een soort blauwdruk voor de “eindtijd” (11:35; Mat.24:15).

De eindtijd – 11:36-45

Met vers 36 zijn we dan de eindtijd terecht gekomen en vinden we een beschrijving van de toekomstige Antichrist. “En de koning zal doen wat hem goeddunkt; hij zal zich verhovaardigen en zich verheffen tegen elke god, zelfs tegen de God der goden zal hij ongehoorde woorden spreken, en hij zal voorspoedig zijn, totdat de maat van de gramschap vol is; want wat vastbesloten is, geschiedt. Ook op de goden zijner vaderen zal hij geen acht slaan; op de lieveling der vrouwen noch op enige andere god zal hij acht slaan, want tegen alle zal hij zich verheffen. Maar in hun plaats zal hij de god der vestingen vereren: de god die zijn vaderen niet gekend hebben, zal hij vereren met goud en zilver en edelgesteenten en kostbaarheden. En hij zal optreden tegen de versterkte vestingen met de hulp van de vreemde god; ieder die deze erkent, zal tot grote eer komen; hij zal hen tot heersers maken over velen en grond aan hen toedelen als beloning. Maar in de eindtijd zal met hem de koning van het Zuiden in botsing komen, en de koning van het Noorden zal op deze aanstormen met wagens en ruiters en vele schepen; en hij zal de landen binnenvallen, en als een overstroming steeds verder om zich heen grijpen.” (11:36-40)

Beschrijving van de Antichrist in het Nieuwe Testament

Wie is die “koning” waarover gesproken wordt in Daniël 11:36, is het de toekomstige Antichrist, te onderscheiden van de koning van het zuiden en/of van het noorden? Gedeelten uit het Nieuwe Testament, die enigszins gelijkluidend zijn met wat we in Daniël 11 lezen, zoals in 2 Thessalonicenzen 2 bevestigen de mening dat het wellicht over de Antichrist gaat. “Laat niemand u op enigerlei wijze bedriegen, want die komt niet als niet eerst de afval gekomen is en de mens van de zonde geopenbaard is, de zoon van het verderf, die zich verzet en verheft tegen al wat God heet of een voorwerp van verering is, zodat hij in de tempel van God gaat zitten en zichzelf vertoont dat hij God is. Herinnert u zich niet dat ik u dit gezegd heb, toen ik nog bij u was? En nu, u weet wat hem tegenhoudt, opdat hij geopenbaard wordt op zijn tijd” en verder “wiens komst naar de werking van de satan is met allerlei kracht en tekenen en wonderen van de leugen, en met allerlei bedrog van de ongerechtigheid.” (2Thes.2:3-6, 8-9)

Andere gedeelten van het NT die spreken van de Antichrist

De Antichrist treedt in de plaats van de ware Christus, zo zegt Johannes 5:43 waar de Heer Jezus spreekt tot zijn toehoorders: “Ik ben gekomen in de naam van mijn Vader en u neemt Mij niet aan; als een ander komt in zijn eigen naam, die zult u aannemen.”

Drie kenmerken zijn het vermelden waard als we het over de Antichrist hebben: (1) Hij loochent dat Jezus de Christus is; de Joodse Messias, de Gezalfde. (2) Hij loochent de Vader en de Zoon, d.w.z. de Godheid van de Heer Jezus en de Drie-Eenheid. (3) Hij loochent dat de Heer Jezus in het vlees gekomen is.

1Johannes 2:18 – “Kinderen, het is het laatste uur, en zoals u hebt gehoord dat de antichrist komt, zijn er ook nu vele antichristenen gekomen, waaraan wij weten dat het het laatste uur is.

1Johannes 2:22 – “Deze is de antichrist, die de Vader en de Zoon loochent.” (Zie 4:3)

2Johannes:7 – “Want er zijn vele verleiders uitgegaan in de wereld, die niet Jezus Christus als in het vlees belijden. Dit is de verleider en de antichrist.”

Openbaring 13:11 – “En ik zag een ander beest opstijgen uit de aarde; en het had twee horens, aan die van een lam gelijk, en het sprak als de draak.”

Na deze uitstap keren we terug naar Daniël 11

Die stelling dat “de koning” in Daniël 11:36-39 de Antichrist is kan op de volgende manier worden onderbouwd:

(1) In vers 35 wordt verwezen naar de toekomst met de woorden: “de vastgestelde tijd” en “de eindtijd”.

(2) “De vastgestelde tijd” d.i. de tijden van de volken waarvan sprake is in Lukas 21:24. De ‘tijden van de volken’ is een periode waarin God de regering van de wereld in handen heeft gelegd van het hoofd van de volken. Het begin was de verwoesting van de Jeruzalem door Nebukadnezar en ze eindigen bij de wederkomst van de Messias om het Vrederijk op te richten en een einde te maken aan de macht van de volken. Zie de droom van Nebukadnezar in Daniël 2.

(3) “Hij zal geen acht slaan op de lieveling der vrouwen.” Het is de vraag of hier de Messias bedoeld wordt van wie elke Joodse vrouw de moeder wilde zijn.

(4) “Ook op de goden zijner vaderen zal hij geen acht slaan.”

(5) “Hij (de Antichrist) zal hen tot heersers maken over velen.”

(6) “Hij (de Antichrist) zal grond aan hen toedelen als beloning.”

(7) “De koning zal doen wat hem goeddunkt; hij zal zich verhovaardigen en zich verheffen tegen elke god, zelfs tegen de God der goden zal hij ongehoorde woorden spreken.” (Zie 2 Thes.2).

(8 “Hij zal de god der vestingen vereren.” Mogelijk is hier het herstelde Romeinse rijk bedoeld en/of de Verenigde Staten. Hij, de Antichrist, zal ervoor zorgen dat men het eerste beest zal aanbidden en er een beeld voor oprichten (Op.13:12, 15).

Wanneer zal de Antichrist zich openbaren?

Voordat de dag des Heren komt en de Antichrist zich zal openbaren moeten er twee zaken gebeuren: (1) De “tegenhouder”, m.i. de Heilige Geest zal moeten worden weggenomen. Dat wil zeggen dat de Opname zal moeten plaatsvinden omdat de Gemeente de woonplaats van de Heilige Geest is. (2) De afval zal moeten plaatsvinden. Het gaat niet over het verval van de christenheid, dat al zichtbaar is, maar over het loslaten van de kernwaarden van het christelijk geloof. Als deze dingen gebeurt zijn dan zal de zoon van het verderf, de wetteloze zich openbaren. Openbaring 13:11-18 licht ons hierover verder in waar sprake is van het “beest uit de aarde”, die ook wordt aangeduid als “de valse profeet” (Op.16:13; 19:20; 20:10).

De vraag: “Moet de Gemeente door de Grote Verdrukking c.q. maakt de Gemeente de openbaring van de Antichrist nog mee?” is m.i. hiermee beantwoord. Het antwoord is dus “nee”, want de Gemeente zal vóór de laatste, de zeventigste jaarweek (Zie: Dan.9:24-27), c.q. de Grote Verdrukking worden opgenomen. (1Thes.1:10; 5:9; Op.3:10).

Het antwoord op de vraag: ‘Wie is de Antichrist?’ kunnen we nu nog niet beantwoorden, dat zal bekend worden wanneer hij zich zal openbaren.

______________________________________________________________________________________