Oude Testament – Jeremia 30 – Is de de dag van Jakobs benauwdheid aanstaande?

20 oktober, 2023

Bijbelboeken: Jeremia

Bijbel – Oude Testament

Is Jakobs benauwdheid aanstaande?

Jeremia 30

‘Wee, want groot is die dag, zonder weerga; een tijd van benauwdheid is het voor Jakob; maar daaruit zal hij gered worden’ (Jer.30:6)

Voorwoord

De oorlog die uitgebroken is op 7 oktober 2023 tussen Israël en Hamas, heeft veel losgemaakt bij de mensen; overal demonstraties in het Midden-Oosten en de rest van de wereld. Veel mensen zijn bezorgd over het huidige wereldgebeuren, niet in het minst vanwege de oorlog tussen Rusland en Oekraïne, en de spanningen tussen China en Taiwan. En dan komt deze oorlog er nog eens bij! Ook christenen maken zich zorgen en vragen zich af of al deze gebeurtenissen, en er zijn veel meer dan ik hierboven heb vermeld, iets met de wederkomst van de Heer Jezus, de Messias te maken hebben. Concreter: Is de tijd van ‘Jakobs benauwdheid aanstaande?’

Het is algemeen aanvaard dat onder ‘de tijd van benauwdheid voor Jakob’ de Grote Verdrukking of de Dag des Heren, het ‘uur van de verzoeking’ moet worden verstaan. Een periode dat Gods oordelen over deze aarden worden uitgestort (Op.6:16-17). Dat heeft alles te maken met de terugkeer, het herstel en het ontstaan van Israël als natie. In het Midden-Oosten zijn ze omringd door vijanden, landen die niets liever willen dan dat Israël van de kaart wordt geveegd!

Inleiding

In het onderwijs met betrekking tot ‘de laatste dingen’, speelt Israël een grote en belangrijke rol. Het is dan ook logisch te denken dat de huidige gebeurtenissen iets te maken hebben met de eindtijd. De stichting van de staat Israël in 1948 was iets om je over te verbazen; na zo’n 1900 jaar zijn de Joden, nadat ze onder de volken zijn verstrooid, weer vereend als natie. Maar wel met een goddelijk doel en bestemming!

Beknopt overzicht van de toekomstige gebeurtenissen

(1) De vervulling van Israëls herstel en het effectueren van het ‘nieuwe verbond’ wordt geplaatst in het ‘laatst der dagen’ (Jer.23:20; 30:24), dat heeft altijd betrekking op het Messiaans vrederijk, met als enige uitzondering Hebreeën 1:1.

(2) Israël wordt hersteld in zijn eigen land (Jer.30:3; 32:37,41; 33:11,15; 50:4v. vgl.Jes.61:7; Ez.37:25). Dit is in de terugkeerprofetieën altijd het letterlijke land Israël, namelijk het land waar Israël vroeger ook gewoond had, niet een of ander nieuw land. Door deze koppeling met het verleden kan er geen twijfel over bestaan welk land bedoeld is.

(3) Aan het herstel van Israël gaat de grote verdrukking vooraf, de ‘tijd van de benauwdheid van Jakob’, waarin Israël door God op de proef wordt gesteld (Jer.30:7; vgl. Dan.12:1; Mat.24:21; Op.3:10).

(4) Het ongelovig volk wordt geoordeeld, dat wil zeggen: mag het Messiaans vrederijk niet binnengaan (Jer.30:11; 31:30).

(5) Alle volken, met name die welke zich tegen Israël verheven hebben, worden geoordeeld en aan de Messias onderworpen (Jer.30:6-8,11).

(6) Degene die over hen zegeviert, is inderdaad de Messias, de Zoon van David, die bewerker en middelpunt en einddoel van het geestelijk en fysiek Israël zal zijn (Jer.30:9,21; vgl. Ez.34:23v.; 37:24; Hos.3:4v.).

(7) Anders dan bij de terugkeer uit de Babylonische ballingschap gaat het in het toekomstig herstel om een terugkeer van alle twaalf stammen naar het land. Ze werden weggevoerd onder alle volken, en keren na 2000 jaar terug naar hun land (Luk.21:24).

(8) Deze terugkeer is niet alleen uit Babel maar uit alle volken van de aardbodem (Jer.30:3v.; 31:9,15,27,31; vgl. Jes.11:11-16; Ez.37:15-28). Dit is bezig meer en meer werkelijkheid te worden.

(8) Gerechtigheid, blijdschap en vrede zullen in Israël heersen, zonder ooit nog weer verstoord te worden, wat bij de terugkeer uit Babel bepaald niet het geval was (Jer.30:18-20; 31:4-7, 12-14,24; vgl. Jes.9:5v.; 32:14-18; 60:17-22).

Huidige situatie

Op het moment dat ik dit artikel schrijf zijn de vijandelijkheden tussen Israël en Hamas nog in volle gang. Het land is omringd door vijanden en hoe dit moet eindigen is nog niet te voorzien. In de verzen 6 tot 8 van Psalm 83 lezen we wie de verschillende vijanden van Israël en het Joodse volk in het verleden waren en waar ze verbleven. ‘De tenten van Edom en de Ismaëlieten’ – dat zijn Zuid-Jordanië en Arabië. ‘Moab en de Hagrieten’ – dat is centraal en noordelijk Jordanië. ‘Gebal en Ammon en Amalek’ – dat zijn Libanon en Syrië en het Sinaï-schiereiland. ‘Filistea – dat is de Gazastrook. ‘Met de inwoners van Tyrus’ – dat is meer van Libanon. ‘Zelfs Assur heeft zich bij hen aangesloten’ – dat zijn Syrië, Libanon, Iran en Irak. En achter het totaal van deze landen zit uiteraard de duivel, die zich tot doel heeft gesteld om de naties te misleiden die aan de vier hoeken van de aarde zijn om hen tot de oorlog te verzamelen (Op.20:8; Ez.38:2). Het is een benarde situatie en voor Israël een probleem om aan alle vijandelijkheden een halt toe te roepen.

De Dag des Heren

Maar om terug te keren tot de kern van dit artikel: Is Jakobs benauwdheid aanstaande? Die dag, een tijd van benauwdheid van Jakob (Jer.30:7), is aanstaande, maar hetgeen we nu zien is daar wel een voorbode van. Een ‘wake-up call’ voor Israël maar net zo goed voor ons! Dit huidig conflict kan er wel toe leiden, want het profetisch podium is klaar, er moeten echter nog wel een aantal zaken aan voorafgaan die nog op hun vervulling wachten. En welke dat zijn daar geeft het Nieuwe Testament antwoord op. Het eerste wat moet gebeuren is de Opname van de Gemeente. Verdere uitleg daarover laat ik in dit artikel buiten beschouwing, ten eerste omdat ik daar eerder al artikelen over geschreven heb, en ten tweede omdat de Dag des Heren, de Grote Verdrukking of de laatste jaarweek van Daniël niet eerder aanvangt dan wanneer de Gemeente is weggerukt van deze aarde en haar plaats in het Vaderhuis heeft ingenomen (1Thes.413-15; 1Kor.15:51-57; Joh.14:1-3).

Ná de Opname komt de Dag van de Heer als een dief in de nacht. Wanneer zij zullen zeggen vrede en veiligheid, dan zal een plotseling verderf over hen komen zoals de barensnood over een zwangere, en zij zullen geenszins ontkomen’ (1Thes.5:2-3). Zoals we weten uit de profetie van Daniël, zal er tussen het hersteld Romeins rijk (de EU) een verbond van zeven jaar worden gesloten worden met Israël (Dan.9:27). Maar op de helft van die jaarweek zal dat verbond plots verbroken worden (Dan.9:27) en zal de eigenlijke Grote Verdrukking aanbreken (Mat.24:21). In die zevenjarige periode zullen er een paar dingen gebeuren die voorafgaan aan de benauwdheid van Jakob, waarover de apostel Paulus ons informeert in de tweede brief aan de Thessalonicenzen. We lezen: ‘Wij vragen u echter, broeders, in verband met de komst van onze Heer Jezus Christus en onze bijeenvergadering tot Hem, dat u niet zo in uw denken geschokt of verschrikt wordt, noch door geest, noch door woord, noch door een brief als van ons, alsof de dag van de Heer al aangebroken zou zijn. Laat niemand u op enigerlei wijze bedriegen, want die komt niet, als niet eerst de afval gekomen is en de mens van de zonde geopenbaard is, de zoon van het verderf, die zich verzet en zich verheft tegen al wat God heet of een voorwerp van verering is, zodat hij in de tempel van God gaat zitten en zichzelf vertoont dat hij God is. Herinnert u zich niet dat ik u dit gezegd heb, toen ik nog bij u was? En nu, u weet wat hem tegenhoudt, opdat hij geopenbaard wordt op zijn tijd. Want de verborgenheid van de wetteloosheid werkt al. Alleen hij die nu tegenhoudt blijft, totdat hij weggenomen wordt. En dan zal de wetteloze geopenbaard worden, die de Heer Jezus zal verteren door de adem van Zijn mond en te niet doen door de verschijning van zijn komst; hem, wiens komst naar de werking van de satan is met allerlei kracht en tekenen en wonderen van de leugen, en met allerlei bedrog van de ongerechtigheid voor hen die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet hebben aangenomen om behouden te worden. En daarom zendt God hun een werking van de dwaling om de leugen te geloven, opdat allen geoordeeld worden die de waarheid niet hebben geloofd, maar een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid’ (2Thes.2:1-12).

Een paar dingen, die aan de Dag des Heren voorafgaan, vallen op: (1) De ‘tegenstander’, (m.i. de Heilige Geest) moet weggenomen worden; (2) De afval moet plaatsvinden; (niet het ‘verval’ dat nu al gaande is) maar het verloochenen van alles wat de Schrift ons leert; (3) De antichrist, de ‘zoon van het verderf’ moet zich vertonen in de tempel (vgl. Op.13:11-18).

Nogmaals de Opname

Hoewel er verschillende visies zijn of de Gemeente voor, tijdens of ná de Grote Verdrukking wordt opgenomen, geef ik toch de voorkeur aan de opname vóór de Grote Verdrukking. Want ‘Jezus redt ons van de komende toorn’ (1Thes.1:9), en ‘God heeft ons niet bestemd tot toorn’ 1Thes.5:9). Zie voor een uitvoerige argumentatie over dit onderwerp in de rubriek Eschatologie het artikel: Imminentie en Midtribulationisme.en het artikel: Posttribulationisme.

Conclusie

Ook al gaat de Gemeente niet door de Grote Verdrukking maar ervoor wordt opgenomen maken ook wij kennis met de vele tekenen der tijden die ons zeggen dat de komst van Jezus nabij is. Tussen het moment van de Opname en de Toorn van het Lam scheiden slechts zeven jaar van elkaar, eerder minder dan meer. Daarom geldt ook voor ons: ‘Als nu deze dingen beginnen te gebeuren, richt u op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing is nabij’ (Luk.21:28). Vandaar dat ik hieronder nog een aantal praktische vermaningen laat volgen, die zonder meer op onszelf kunnen toepassen.

Adviezen voor gelovigen (Luk.21:29-38)

Deze adviezen zijn bruikbaar voor elke gelovige in welke tijd hij of zij ook leeft, maar hier hebben ze uiteraard te maken met de nabije komst van Christus en daaraan voorafgaande oordelen die over de wereld zullen komen.

Let op! Let op de tekenen der tijden (Mat.16:3) en geef acht op het profetisch woord! (1Petr.1:19). Betreffende de komst van de Heer Jezus voor de Gemeente zijn geen tekenen gegeven, maar voor Israël wel, zoals we hebben gezien: ‘Als nu deze dingen beginnen te gebeuren! Maar als de tekenen bedoeld voor Israël, nu al zichtbaar worden, dan moeten ook wij ernstig rekening houden met de komst van de Heer! Dus: Laat onze lendenen omgord en onze lampen brandend zijn, en weest gelijk aan mensen die op hun heer wachten’ (Luk.12:35vv.).

Pas op! Er zijn nooit meer sekten, oosterse religie en andere spirituele stromingen geweest dan in de laatste vijftig jaren. Het is dan ook een kenmerk van de eindtijd. ‘Want er zal een tijd zijn dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar naar hun eigen begeerten voor zichzelf leraars zullen verzamelen, om zich het gehoor te laten strelen, en voor zichzelf leraars zullen verzamelen overeenkomstig hun eigen begeerten, en zij zullen het oor van de waarheid afkeren, en zich tot de fabels wenden’ (2Tim.4:3-4).

Waakt en bidt! Speciaal met het oog op de eindtijd is het noodzakelijk rekening te houden met de machten van de duisternis zullen zich openbaren, want hij, de duivel, ‘weet dat hij weinig tijd heeft’ (Op.12:12). Maar u echter: ‘groeit op in de genade en kennis van onze Heer en Heiland Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, zowel nu als tot de dag van de eeuwigheid. Amen’ (2Petr.3:18).

_______________________________________________________________________________