Bijbel – Oude Testament
Profetische Boeken
Inleiding op het boek Daniël
De mens Daniël
Daniël is één van de grootste mannen in de Joodse geschiedenis. Dat hij werkelijk heeft bestaan wordt duidelijk door vermelding van hem in het boek Ezechiël 14:14, 28:3 en ook in Mattheüs 24:15 en Hebreeën 11:33. Hij was in zijn tienerjaren in het jaar 605 v.Chr. toen Nebukadnezar Juda en Jeruzalem bedreigde, innam en de stad verwoestte. Er zijn meerdere deportaties geweest van de Joden naar Babel, en Daniël maakte deel uit van de eerste groep omdat hij van hoge afkomst was. De praktijken van Babel bestonden daarin dat ze hen die tot de hoogste kringen behoorden het eerst deporteerden om hen dan in te zetten tot dienst in hun eigen rijk. Daniël was nog actief in 539 v.Chr. toen het koninkrijk werd overgenomen door Cyrus (Kores). Hij leefde en diende meer dan zestig jaar in Babel. In feite leefde hij onder de volgende heersers: Nebukadnezar, Belsassar, Darius en Cyrus en verschillende rijken: Babel, Meden en Perzen. Zijn naam betekent ‘God is mijn rechter’. Hij heeft meerdere belangrijke posten vervuld en werd geacht om zijn karakter en wijsheid, vanwege God die hem zegende. Nebukadnezar noemde hem het hoofd van de wijzen en heerser van het land (2:48), een positie te vergelijken met die van eerste minister. Nebukadnezars kleinzoon, Belsassar, riep Daniël terug van zijn pensioen en, omdat hij het handschrift op de wand had verklaard, maakte hij Daniël tot de derde heerser in het land (5:29). Minstens vijfenzeventig jaar was Daniël Gods trouwe getuige in een zondige en afgodisch koninkrijk.
Het boek
Het boek Daniël is voor het Oude Testament, zoals Openbaring voor het Nieuwe Testament; het is eigenlijk zo dat we de een niet zonder de ander kunnen begrijpen. Profetisch gaat het in Daniël over de ‘tijden van de volken’ (zie: Luk.21:24), die periode begon in 606 v.Chr. met de inname van Jeruzalem en eindigt met de komst van Christus om de volken te oordelen en zijn koninkrijk op te richten. In de verschillende dromen en visioenen die we in Daniël tegenkomen, vinden we het programma voor de volken vanaf de opkomst van Babel via de verovering van de Meden, Perzen, Grieken en Romeinen, en de overheersing van de antichrist juist voor de komst van Christus. Dit boek maakt duidelijk dat ‘er een God in de hemel is’ (2:28) en dat de ‘Allerhoogste macht heeft over het koningschap der mensen’ (4:25). Daniël maakt duidelijk dat God Almachtig is wat de gang van zaken betreft met deze wereld. God kan heersers aanstellen of afzetten. God kan de grootste rijken tenietdoen en overgeven aan hun vijanden. In 1:1-2:3 is het boek in het Hebreeuws geschreven, maar van 2:4 tot 7:28 in het Chaldeeuws. De Hebreeuwse gedeelten zijn verbonden met het activiteiten van de Joden.
Volgorde van de gebeurtenissen
Het boek Daniël is niet geschreven in chronologische volgorde. In de helft van het boek verklaart Daniël de dromen van anderen; in de tweede helft geeft hij zijn visioenen over de toekomst van zijn volk weer. De historische volgorde van het boek is als volgt:
-
De ballingschap (605-604 v.Chr.)
-
De droom van het beeld (602 v.Chr.)
-
Nebukadnezars beeld
-
Nebukadnezars droom van de boom