Biografie van Jozua – Het boek Jozua – Biografieën OT

10 augustus, 2023

Rubrieken: Biografieën

Bijbelboeken: Jozua

Biografieën Oude Testament

Jozua, meer dan overwinnaars!

Het boek Jozua

Inleiding

‘Zo overwon Jozua’, met deze woorden wordt de eerste militaire overwinning van Jozua beschreven (Ex17:13). Op hun tocht door de woestijn, van Egypte naar het beloofde land, werd het volk door de Amalekieten aangevallen, Jozua verdedigde hen daarin gesteund door Mozes, Aaron en Hur die voor hem bemiddelden. Deze drie woorden – ‘zó overwon Jozua’ – zijn van toepassing op het hele leven van Jozua, want hij was in elk opzicht een overwinnaar.

Zijn eigenlijke naam was Hosea, dat ‘redding’ betekent, maar met een profetisch inzicht, veranderde Mozes zijn naam in Jozua, dat ‘de Here redt’ betekent (Nm13:8, 16). De Griekse vorm van zijn naam is Jezus (Mt1:21). Met een dergelijke naam, kon de zoon van Nun niets anders zijn dan een overwinnaar!

Hoe dan ook, om een overwinnaar te zijn, zul je de obstakels die je tegenkomt in je leven dienen te overwinnen. Welke obstakels overwon Jozua, en hoe kunnen zijn voorbeeld en overwinningen ons vandaag tot bemoediging zijn?

Voorwaarden voor leiderschap.

Het volk Israël wist dat Jozua door God verkozen was als opvolger van Mozes. Jozua begon als een nederige dienstknecht van Mozes (Ex24:13; 33:11; Nm11:28; 27:15-23; Dt31:8; 34:9; Jz1:1), want als God iemand als leider wil vormen, start Hij met een dienstknecht (Mt25:21). De Bijbel zegt van Mozes dat ‘er in Israël geen profeet meer is opgestaan zoals hij’ (Dt34:10). Stel je eens voor dat je zo’ leider mag volgen! Mozes was een man met een groot geloof, moed, en overtuiging, een profeet die geweldige wonderen gedaan heeft, een profeet die sprak met God van aangezicht tot aangezicht en aan het volk Gods Woord gaf. Wij hebben een veel groter voorbeeld dan Mozes, wij hebben de Heer Jezus tot voorbeeld, we mogen ‘zijn voetstappen navolgen’! (1Pt2:21).

Jozua was lang genoeg in de nabijheid van Mozes geweest om te weten dat elke leider God dient te gehoorzamen om zijn wil te doen, om een succesvol leider te zijn. Geen twee leiders zijn gelijk. Maar het vergt vaak een nieuwe leider om een nieuwe generatie uit te dagen en te leiden, en Jozua’s opdracht was het volk in het beloofde land te brengen. De laatste jaren tijdens het verblijf in de wildernis had Jozua instructies van Mozes ontvangen, maar tevens hadden de beloften van God hem bemoedigd (Jz1:1-9), en ook Gods aanwezigheid had hij ervaren, dus was hij bekwaam voor de strijd die hem te wachten stond.

Drie keer zei God tegen Jozua ‘wees sterk en moedig’ (Jz1:6, 7, 9), en eenmaal beval Hij hem niet ontmoedigd te worden. (vs.9), want zonder moed, zou hij bang worden voor de vijand en falen. Het volk Israël heeft vaak geprobeerd Mozes te ontmoedigen, maar Mozes was doorgegaan en God gehoorzamen, en Jozua volgde dat voorbeeld. Als je weet dat God je geroepen heeft voor een bepaalde taak, dan sta je sterk!

De invloeden van Egypte.

Mocht je denken dat alle Israëlieten die uit Egypte wegtrokken ‘heiligen’ waren, dan heb je het mis. God had tegen hen gezegd, ‘ieder werpe de gruwelen weg, waarop zijn ogen gevestigd zijn; verontreinigt u niet met de afgoden van Egypte. Ik ben de HERE, uw God.’ (Ez20:7). Gehoorzaamden ze Hem? Nee! ‘Maar zij waren weerspannig tegen Mij en wilden naar Mij niet luisteren; niemand wierp de gruwelen weg, waarop zijn ogen gevestigd waren, en de afgoden van Egypte verlieten zij niet, zodat Ik overwoog mijn grimmigheid over hen uit te storten, mijn toorn ten volle over hen te brengen in het land Egypte’ (Ez20:8). Lees Ezechiël 23 en merk op hoe vaak de woorden ‘overspel’ en ‘ontucht’ gebruikt worden in verband met de verering van valse goden in plaats van God (vs. 8, 18, 19, 21, 27, 29, 35).

Nadat Jozua met het volk de Jordaan was overgestoken, richtte hij te Gilgal twaalf stenen op, om het volk er aan te herinneren dat het God was geweest die daar het water had geopend en hen veilig in het land had gebracht (Jz4). De vorige generatie had de exodus uit Egypte meegemaakt, maar de nieuwe generatie stond voor een exodus uit een wildernis van nederlagen. Toen Jozua alle mannen besneden had in overeenstemming met Gods verbond met het volk, nam hij daarmee de ‘smaad van Egypte’ weg. Het volk maakte een nieuw begin. Egypte had niet langer zeggenschap over hen.

Maar zolang je de goden van Egypte nog vereerd, ben je niet vrij, je bent nog steeds een slaaf; en Jozua wist dat het volk nog steeds geneigd was de valse goden te vereren. In zijn afscheidstoespraak, waarschuwde Jozua hen daarvoor: ‘Welnu, vreest dan de HERE en dient Hem oprecht en getrouw; doet weg de goden die uw vaderen gediend hebben aan de overzijde der Rivier en in Egypte, en dient de HERE’ (Jz24:14).Jozua en de oudsten moeten een goed beleid gevoerd hebben, want gedurende hun jaren van leiderschap en de jaren dat de volgende leiders werden getraind, diende het volk de Here trouw; maar de derde generatie werd ontrouw en keerden terug naar de afgoden (Rt2:6-2).

Toen Jozua er voor zorgde dat Israël hun erfenis kreeg, was zijn grootste uitdaging niet dat de mensen hem met Mozes vergeleken. Zijn grootste probleem was dat ze geneigd waren het Beloofde land met Egypte te vergelijken! De verborgen zonden van Egypte voedden nog steeds het hart van sommigen van het volk. Mozes had de Israëlieten uit Egypte gehaald; eenmaal in het land, moest God Egypte uit de het hart van de Israëlieten halen.

De vijandelijke legers.

De Here had het volk beloofd dat hij ze de overwinning over hun vijanden zou geven. ‘Ik zal ze voor u uitdrijven’ is een uitdrukking die herhaaldelijk voorkomt (Ex23:20-33; 33:1-2; 34:10-14; Lv168:2-25; 20:23-4; Nm33:50-56; Dt4:35-38; 7:17-26; 9:1-6). God hield zich aan zijn belofte en Jozua versloeg dan ook eenendertig koningen en nam het land in bezit (Jz12).

Het is ongelukkig dat sommige geestelijke liederen de doortocht van de Jordaan beschrijven als een beeld van het sterven van een gelovige en hun ingaan in de hemel, want Kanaän, met als zijn boosheid en oorlogen, is geen beeld van de hemel. Het symboliseert onze strijd in de hemelse gewesten en het toe-eigenen van onze geestelijke erfenis in Christus en het verslaan van satan en zijn machten die willen dat er van onze wandel door de Geest als gelovige niets terechtkomt. We vechten echter niet voor de overwinning, maar vanuit de overwinning die Christus voor ons door zijn dood en opstanding heeft behaald. ‘Hij heeft de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd’ (Ko2:15). Claim dat in het geloof!

De eerste vier hoofdstukken van de brief aan de Hebreeën richten onze aandacht erop te geloven in onze erfenis in Christus, en de schrijver herinnert ons eraan dat het Jozua was, niet Mozes, die Israël in hun erfenis bracht. Er waren twee redenen voor de verandering van het leiderschap. Ten eerste, Mozes had gezondigd door te falen God de eer te geven (Nm20), en God liet hem het land zien maar hij mocht er niet binnengaan. Maar ten tweede wordt Mozes gelijkgesteld met de Wet, en we verkrijgen onze erfenis niet door ons aan regels en rituelen te houden. Jezus, onze Jozua, vervulde de Wet voor ons door die aan het kruis te nagelen, en we verkrijgen ons recht op de erfenis door de Heer Jezus na te volgen. Israëls ervaringen in Egypte en in de woestijn waren er van gebondenheid en onvruchtbaarheid, maar in het beloofde Land, genoten ze van vrijheid en volheid.

Jozua’s fouten.

Jozua 7-9 leert ons dat Jozua twee keer vóór de Heer aanliep en faalde om te wachten, en te wandelen door geloof. Na de grote overwinning op Jericho, werd Israël vernederd en verslagen bij Ai (Jz7-8); en toen de mannen van Gibeon Jozua bedrogen door hem te vertellen dat ze uit een ver en vreemd land kwamen, maakte hij een verbond met hen (Jz9; Dt20:10-15). De Here had Jozua aangespoord om ‘moedig’ te zijn (Jz1:6,7), maar om moedig te zijn, dien je te wachten tot je opdrachten van Hem krijgt. ‘Wacht op de HERE, wees sterk, uw hart zij onversaagd; ja wacht op de HERE’ (Ps27:14). Als Jozua op de Here gewacht had zou hij hebben geweten van het bedrog van Achan en de Gibeonieten. Omdat leiders ook mensen zijn, kunnen ze falen. Hoe ze met hun fouten omgaan, bepaald hun karakter. Gaven ze anderen de schuld? Probeerden ze de zaken weg te moffelen? Maakten ze excuses? Als Jozua een fout maakte, ging hij tot God voor vergeving en wijsheid, en dat maakte dat zijn fouten voor hem ten goede gingen werken. Israëls nederlaag door het kleine Ai werd omgezet in een slim plan om ze te overvallen en de stad in te nemen. Ook voor de slimme Gibeonieten gold hetzelfde, Jozua zette ze als knechten aan het werk (Jz9:22-27). Mensen die geen fouten maken, doen ook vaak niets. Mensen die fouten maken en opgeven zijn ‘backsliders’, mensen die opgeven. Maar mensen die willen leren van hun fouten zijn overwinnaars. Iemand heeft eens gezegd dat ‘het leven een reeks van mislukkingen is, en het is niet alleen de slechtste gelovige die geen fouten maakt. De beste christen of generaal is hij die van zijn falen wil leren om er een overwinning van te maken. Vergeet fouten; maak van je fouten overwinningen!’

Ongeloof.    

Jozua ontdekte de sleutel tot overwinning, want hij geloofde in Gods beloften en handelde in overeenstemming daarmee, en werd een overwinnaar. ‘Door het geloof vielen de muren van Jericho’ (Hb11:30). ‘En dit is de overwinning, die de wereld overwonnen heeft: ons geloof’ (1Jh5:4).

In Jozua’s afscheidsrede, gaf hij zichzelf niet de eer maar hij herinnerde de leiders en het volk dat hij eenvoudig de beloften van God geloofde. ‘Zie, ik ga thans de weg van al het aardse; erkent nu met geheel uw hart en geheel uw ziel, dat niet één van alle goede beloften die de HERE, uw God, u gegeven heeft, onvervuld gebleven is. Alles is voor u uitgekomen. Zijnerzijds is niets onvervuld gebleven’ (Jz23:14; 21:45). Natuurlijk zijn er momenten geweest dat Jozua bezorgd en ontmoedigd was (zie Jz7:6-9), maar hij bracht altijd zijn zorgen bij God en deed beroep op zijn beloften. Dit gold ook voor Mozes, die in veel opzichten een nog moeilijkere opdracht had dan Jozua. Als we Gods beloften geloven, dan geeft God ons genade om de opdracht te volbrengen.

In de zeven brieven aan de gemeenten vermeld in Openbaring 2 en 3, daagt God de gelovigen in elke gemeente uit om overwinnaars te worden (Op2:7, 11, 17, 26; 3:5, 12, 21). Ook vandaag daagt Hij ons uit. Zullen we overwinnen – of zullen we overwinnen worden? Zullen we overwinnaars zijn of slachtoffers? Alles hangt er van af wat we doen met de beloften van God!

_____________________________________________________________________________________________