Oude Testament – Daar komt de bruid! – Genesis 24 – Profetisch

29 juli, 2023

Bijbelboeken: Genesis

Bijbel – Oude Testament

‘Daar komt de Bruid!’

Genesis 24

De typologische verklaring

Inleiding

Wie ook maar een klein beetje op de hoogte is van de typologie van de Bijbel weet dat het grootste gevaar daarin schuilt om alles te willen verklaren. Typologie kan worden omschreven als de leer van de typen, voorafschaduwingen van latere geestelijke werkelijkheden. Zo paste de Heer Jezus het onderwijs van het Oude Testament betreffende de koperen slang op Zichzelf toe (Num.21:9; Joh.3:14-15). We onderscheiden meerdere soorten types: stoffelijke, persoonlijke en historische. Ik geef van elk een voorbeeld. De tabernakel is een type van het hemels model (Heb.8:5), Adam is een type van Christus (Rom.5:14) en de zondvloed is een type van de doop (1Petr.3:21). Andere soorten van types zijn: gebeurtenissen, feesten, plaatsen, voorwerpen en ambten. Voor meer onderwijs over typologie verwijs ik u naar de literatuurlijst onderaan dit artikel.

We mogen types daarom dan zien als illustraties van nieuwtestamentische waarheden (Heb.8:5; Gal.4:24; 1Kor.10:4; Heb.10:1; Rom.5:14; 1Kor.5:7; 9:9). Zo heeft niemand ernstige bezwaren tegen de toepassing om in Izaäk een type van de Heer Jezus te zien die door zijn Vader wordt geofferd voor de zonden van de mens in Genesis 22. Izaäk is ook een type van de zondaar die geoordeeld dient te worden om zijn eigen zonden maar die een vervanging vindt in de Heer Jezus, die voorgesteld wordt in de ram in het doornstruik (Gen.22:9). Daarom ben ik van mening dat de Bijbel en in ons geval het boek Genesis, niet een verzameling is van toevallig aaneengeplakte verhalen, maar met een duidelijke geestelijke structuur waarin een diepere betekenis in verborgen ligt. Het ontdekken daarvan is een grote verrijking bij het lezen van Gods Woord.

Voordat we aan de bespreking van hoofdstuk 24 beginnen geef ik hierbij een overzicht van de gebeurtenissen van de betrokken hoofdstukken. In hoofdstuk 22 is Abraham een type van God de Vader die zijn Zoon offert, Izaäk een type van de Zoon die zijn leven geeft als offer. Onmiddellijk na het offer van Isaak lezen we over de geboorte van Rebekka. De komst van de Gemeente, waarvan Rebekka en type is, heeft het offer van Christus als basis. In hoofdstuk 23 is de stervende Sara een type van de tijdelijke terzijdestelling van Israël waardoor er ruimte kwam voor de Gemeente. In hoofdstuk 24 is de Abraham een type van de Vader, de knecht een type van de heilige Geest, Rebekka van de Gemeente en Isaak van de Heer Jezus. Tenslotte is Ketura (de ‘nieuwe’ vrouw van Abraham) (25:1) een type van het toekomstig Israël. Zoals Abraham zijn knecht zond om een bruid voor zijn zoon te zoeken zien we in het Nieuwe Testament dat God zijn Geest heeft gezonden om een bruid voor zijn Zoon te verwerven. Na de bereidverklaring van Rebekka gaat de knecht met haar op weg naar de bruidegom. Isaak neemt haar tot vrouw en ontvangt de erfenis van zijn vader.

De wil van de Vader (Gen.24:1-9)

Het is toch vreemd dat het langste hoofdstuk van het boek Genesis gaat over hoe een vader op zoek gaat naar een vrouw voor zijn zoon. Ik geloof dat het ons een beeld geeft van hoe de hemelse Vader een bruid voor zijn Zoon zocht (Mat.22). Abraham was 140 jaar oud en was rijk aan bezittingen. Hij zou nog 35 jaar leven (21:5; 25:20). Mogelijk is zijn ouderdom de reden dat hij de tijd gekomen achtte dat hij een vrouw voor zijn zoon moest zoeken opdat er volgens de belofte nakomelingen zouden komen en hij Isaak ook het land Kanaän als erfenis zou kunnen geven (12:1-3; 13:14-17; 15:18; 21:12).

Als we de typologische hoofdlijn doortrekken dan zien we dat de Vader voor zijn Zoon een bruid zocht. De bevestiging daarvan zien we in het Nieuwe Testament onder andere in de gelijkenis van de bruiloft (Mat.22:1-14). We zien daar dat de koning (God) die een bruiloft voor zijn zoon aanricht en daarvan de uitnodiging doet uitgaan. Omdat op de eerste uitnodiging geen reactie kwam volgde later een tweede (22:8v.). De eerste uitnodiging was gericht aan het volk Israël en de tweede ‘aan allen die u er zult vinden’ (vs.9). Dit staat echter een later herstel van het volk Israël echter niet in de weg want zover gaat die gelijkenis niet. Let wel het initiatief om een bruiloft voor zijn zoon aan te richten gaat uit van de Vader en dat komt ook overeen met het getuigenis van het Nieuwe Testament. ‘Simeon heeft verteld hoe God in het eerst erop heeft toegezien uit de volken een volk aan te nemen voor zijn naam’ waarna ‘de vervallen hut van David weer zal worden opgebouwd die vervallen is’ (Hand.15:14,15). Hieruit blijkt tevens dat de Gemeente een tijdelijk fenomeen is en dat Israël haar plaats weer zal innemen wanneer de Gemeente is opgenomen. Ook in de volgende tekst zien we dat de actie van God uitgaat. ‘Past op uzelf en op de hele kudde, waarin de heilige Geest u als opzieners heeft gesteld om de gemeente van God te hoeden, die Hij Zich heeft verworven door het eigen bloed van zijn eigen Zoon’ (Hand.20:28).

Het getuigenis van de knecht (Gen.24:10-49)

Het mag duidelijk zijn dat de knecht een beeld is van de heilige Geest die uitgezonden is om een vrouw voor de zoon van zijn Heer te zoeken. Het werk van de heilige Geest om dat te bewerkstelligen is dan ook het voorwerp van het grootste deel van dit hoofdstuk. Het werk van de Geest, in het brengen van het evangelie duurt nu al bijna tweeduizend jaar. En als we letten op de huidige gebeurtenissen in deze wereld geloof ik dat we spoedig onze Heer zullen ontmoeten. De knecht zoekt de bruid, leidt haar door de woestijn en na een lange reis zal ze haar heer ontmoeten . Een verdere uitleg is hier overbodig, denk ik.

Hoewel de methode anders is dan vandaag zijn de principes hetzelfde; de knecht had als opdracht meegekregen dat het geen vrouw uit de Kanaänieten mocht zijn (Deut.7:3). Met andere woorden geen ongelijk juk aangaan; ‘mits in de Heer’ (1Kor.7:39; 2Kor.6:14). ‘Uit de volken een volk aan te nemen voor zijn Naam’ (Hand.15:14). Het niet houden aan dit voorschrift en toch in een huwelijk een ongelijk juk aangaan heeft in het verleden en heden voor veel verdriet gezorgd. Vandaar de vraag van de knecht: ‘Wiens dochter zijt gij?’ of zoals we het nu zouden zeggen: ‘Ben je een kind van God?’ (vs.23). Het zou ons te ver voeren om op alle details in te gaan en beperken we ons tot het moment dat knecht de toekomstige bruid gevonden heeft (vs.22). Van de heilige Geest zegt de Heer Jezus ‘dat Hij Mij zal verheerlijken, want Hij zal uit het mijne nemen en het u verkondigen’ (Joh.16:14). ‘Maar wanneer de Voorspraak is gekomen, die Ik zal zenden van de Vader, de Geest van de waarheid die van de Vader uitgaat, zal Die van Mij getuigen’ (Joh.15:26).

In zijn getuigen naar Rebekka spreekt de knecht van de grootheid en rijkdom van zijn heer en diens zoon. Hij verheerlijkt de vader en zoon. ‘De Here heeft mijn heer zeer gezegend, zodat hij rijk geworden is; Hij hem gegeven kleinvee en runderen, zilver en goud, slaven en slavinnen, kamelen en ezels. Paulus zegt het zo: ‘Christus in Wie al de schatten van de wijsheid en de kennis verborgen zijn’ (Kol.2:3) en ‘Christus Die rijk was’ (2Kor.8:9). De knecht getuigd verder: ‘En Sara, de vrouw van mijn heer, heeft mijn heer een zoon gebaard, nadat zij oud geworden was, en hij heeft hem gegeven alles wat hij bezit’ (24:35-36).

Het gaan van de Bruid (Gen.24:50-60)

Voor Rebekka was het bezoek van Abrahams knecht natuurlijk totaal onverwacht maar niet zonder effect. De knecht had zich uitgeput in lofuitingen van zijn heer. Hij geeft God de eer die zijn weg voorspoedig had gemaakt (24:21). Hij had zijn opdracht zo goed ten uitvoer gebracht dat hij als gast werd verwelkomd in het huis van Betuël. Het getuigenis van de knecht had een zodanige indruk gemaakt op Betuël en Laban dat ze er Gods hand in erkenden. De uitnodiging om te eten stelde de knecht uit want hij wilde eerst zijn opdracht ten einde brengen.

Zoals in de inleiding als is gezegd is de knecht een type van de heilige Geest die getuigenis gaf van de rijkdommen van zowel de Vader als de Zoon als de erfgenaam. De heilige Geest spreekt niet over Zichzelf maar over de Vader en de Zoon en maakt hun plannen bekend, en zoals de knecht in zijn opdracht is geslaagd, zal ook de heilige Geest slagen in zijn opdracht om een Bruid voor de Zoon bijeen te verzamelen uit deze wereld.

En nog meer tot de verbeelding sprekend is de persoon van Rebekka die een type is van de Gemeente. Voor de eerste keer verneemt Rebekka wat het doel van de komst van de knecht is; hij zoekt een vrouw voor de zoon van zijn heer (vs.48). Ze had de boodschap nu gehoord en geloofde het getuigenis van de knecht. Toen ze de zilveren en gouden sieraden en de klederen ontving (vs.53) was ze overtuigd zowel van de rijkdom van de heer van de knecht alsook van de liefde van de zoon want hij was immers de toekomstige erfgenaam die zijn rijkdom met haar wilde delen. Daarom was er ook geen uitstel van haar vertrek mogelijk en op de vraag: ‘Wilt gij met deze man meegaan?’, zei ze: ‘Ja’ (vs.58). Maar ook de knecht wilde geen uitstel; hij had zijn opdracht voltooid en wenste nu zo snel mogelijk Rebecca voorstellen aan de zoon van zijn heer (vs.56). Betuël en Laban gaven toestemming dat Rebecca met de knecht meeging om de vrouw te worden van de zoon van zijn heer Isaak.

De ontmoeting van Bruid en Bruidegom (Gen.24:61-67)

Zich volledig overgevend aan de knecht gaat Rebecca op weg naar de ontmoeting met Isaak. Isaak van wie ze alleen maar gehoord had, maar nog niet had gezien. De toepassing is eenvoudig. De zondaar die het getuigenis en de boodschap van het Evangelie hoort en geloofd ontvangt de heilige Geest als zegel van zijn toekomstige erfenis (Ef.1:13-14). Zijn hart wordt losgemaakt van de wereld en hecht zich aan Hem, die ons liefheeft en die wij ook lief hebben gekregen, ook al hebben wij Hem nog nooit gezien (1Petr.1:8). ‘Toen maakte Rebekka zich met haar dienstmaagden gereed en zij reden op kamelen weg, en volgden de man. De knecht nam Rebekka mede en ging heen’ (vs.61). Het is niet bekend hoe lang de reis heeft geduurd, maar de afstand is mogelijk 800 kilometer geweest. Rebecca was niet op de hoogte van de bijzonderheden van de reis en welke de mogelijke gevaren en moeilijkheden deze zouden kunnen geven en ook niet hoe lang het zou duren voordat ze haar bruidegom zou ontmoeten. Maar haar gedachten zullen zich daar niet mee hebben beziggehouden, ze was gericht op het verlangen hem te ontmoeten waarvan ze al zoveel had ontvangen en nog zou ontvangen! Isaak was in haar hart en voor haar ogen. Ook wij zijn op reis naar Iemand van wie we hebben gehoord en hebben lief gekregen en verlangen naar de ontmoeting met onze Heer, maar we weten niet hoe lang de reis zal duren, maar ‘voor hen, die ‘t heil des Heren wachten, zijn bergen vlak en zeeën droog’.

‘Toen Rebekka haar ogen opsloeg en Isaak zag, liet zij zich van de kameel glijden. En zij zeide tot de knecht: Wie is die man daar, die ons tegemoet komt in het veld? En de knecht zeide: Dat is mijn heer (vs.64-65). Isaak kwam Rebecca tegemoet van de bron Lachaï-Roï, (‘bron van de levende’) en daar ontmoeten ze elkaar. De knecht stelde Rebecca aan Isaak voor en bracht verslag uit. Zoals Isaak Rebecca tegemoet kwam, op dezelfde wijze zal de Heer Jezus zijn Gemeente, waarvan Rebecca een type is, tegemoet komen in de lucht, en zó zullen wij altijd met de Here wezen (1Thes.4:17). Zonder twijfel kunnen we zeggen dat Isaak ook een sterk verlangen had om zijn bruid te zien, als dat Rebecca de bruidegom wilde zien, want ‘Hij verlangt nog meer dan wij! Hij heeft zich alles ontzegd om de vreugde die voor Hem lag (Heb.12:2). ‘Christus heeft zijn gemeente liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft, om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord, en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zó dat zij heilig is en onbesmet’ (Ef.5:25-27). We zullen Hem zien zoals Hij is. Voordat de nacht viel (vs.63), een type van de komende oordelen over deze wereld, bracht Isaak haar in de tent waarna het huwelijk voltrokken werd (Op.19). Zo vond Isaak troost na de dood van zijn moeder.

Tenslotte

Ik wil nogmaals betonen dat ik hiermee een typologische verklaring van Genesis 24 heb gegeven, waarmee u misschien niet zo mee vertrouwd bent. Ik raad u dan ook aan om de inleiding nog eens te lezen. Het kan ook zijn dat het u ontbreekt aan een totaaloverzicht van de Bijbel, of dat u onbekend met het verschil tussen Israël en de Gemeente, dan raad ik u aan om u daarvan op de hoogte te brengen. De beknopte literatuurlijst hieronder zal u daarbij kunnen helpen.

_________________________________________________________________________________________________________________________________________