Dagelijks Brood – Nummer 14 – Ezechiël 22:30 – Wachters op de muren

11 maart, 2024

Rubrieken: Dagelijks Brood

Dagelijks Brood

Nummer 14 – Ezechiël 22:30

‘Wachters op de muren’

 

‘Ik heb onder hen gezocht naar iemand, die een muur zou kunnen optrekken en voor mijn aangezicht op de bres zou kunnen staan ten behoeve van het land, zodat Ik het niet zou verwoesten, maar Ik heb hem niet gevonden.’

Inleiding

Hoofdstuk 22 uit het boek Ezechiël vermeld de zonden van Jeruzalem en Gods ingrijpen. Als ze zich niet zouden bekeren en de zonden uit hun midden wegdoen, was God genoodzaakt het volk onder de volken te verstrooien en onder de landen te verspreiden (Ez.22:15). De geestelijke leiders, priesters en profeten waren de oorzaak van het verval van het volk (Ez.22:23-29). Er was nog een klein gelovig overblijfsel (vgl. Mal.3:16) die wel trouw aan God en zijn geboden wilden blijven, maar ze hadden een leider nodig, maar God kon niemand vinden! Hoe is de situatie vandaag onder de christenen? Ook vandaag zoekt God naar mannen en vrouwen die verantwoordelijkheid willen opnemen om de gelovigen te leiden, om tot leven te brengen in hetgeen dat dreigt te sterven (Op.3:2). En… misschien bent u het wel die God daartoe wil gebruiken! En zo ja, dan volgen hieronder een aantal adviezen.

Waakt en bidt

‘Mensenkind, u heb Ik tot wachter over het huis Israëls aangesteld. Wanneer gij een woord uit mijn mond hoort, zult gij hen uit mijn naam waarschuwen.’ (Ez.3:17) Een wachter om het volk te waarschuwen, maar waarvoor, voor welk gevaar? Ten eerste tot de goddeloze opdat hij zich bekeert en zou leven. ‘Zeg tot hen: zo waar Ik leef, luidt het woord van de Here Here, Ik heb geen behagen in de dood van de goddeloze, maar veeleer daarin, dat de goddeloze zich bekeert van zijn weg en leeft’. (33:11) Dus: ‘Bekeert u, bekeert u van uw boze wegen. Want waarom zoudt gij sterven, huis Israëls? Ten tweede de rechtvaardige, dat hij zich niet afkeert van zijn gerechtigheid en onrecht doet. Mocht hij toch God vaarwel zeggen, dat legt God een struikelblok voor hem neer, opdat Hij zou terugkeren tot de levende God. ‘Want wie de Heer liefheeft tuchtigt Hij, tot hun nut, opdat zij aan zijn heiligheid deel zouden krijgen’ (Heb.12:6,10)

Neem je plaats in

‘Op uw muren, Jeruzalem, heb Ik wachters aangesteld. Nooit zullen zij zwijgen, heel de dag en heel de nacht niet’ (Jes.62:6) Ezechiël was één van die wachters die, zoals Nehemia, de muren van Jeruzalem inspecteerde, waarin bressen waren geslagen en waarvan de poorten door vuur waren verteerd.’ (Neh.2:13) De vijand zit niet stil, ook niet in de gemeente van Jezus Christus. Soms doet de satan zich voor als een engel van het licht, de andere keer als een brullende leeuw. Als er gevaar dreigt hebben de gelovigen de taak valse leer te bestrijden of valse apostelen aan de kaak te stellen. Wanneer er een bres dreigt te ontstaan of een muur aan het wankelen is, moeten de geestelijke leiders optreden en die dichten. De apostel beschrijft niet slechts de wapenrusting van de gelovige, maar ook zijn houding: ‘Standhouden tegen de listen van de duivel!’ (Ef.6:11).

Stel je vertrouwen op God

Wees niet bang om het onderspit te delven; ‘Want als wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning die de wereld overwonnen heeft: ons geloof’ (1Joh.5:6). Geen geloof in onszelf, onze kwaliteiten, zelfvertrouwen, ouderdom of ervaring, nee, geloof in God en zijn beloften. ‘Want al wandelen wij in het vlees, wij voeren geen strijd naar het vlees; want de wapens van onze strijd zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God, tot afbreking van bolwerken; daar wij de overleggingen en elke hoogte die zich verheft tegen de kennis van God, afbreken en elke gedachte gevangen nemen tot de gehoorzaamheid van Christus.’ (2Kor.10:4-5) Wanneer we David en Goliath met elkaar vergelijken, dat zien we dat Goliath goed bewapend en krachtige wapens had, maar David, had slecht een slinger en een paar stenen, maar hij had geloof in God en daarmee versloeg hij Goliath. (1Sam.17)

Geef niet op!

‘Waakt, staat vast in het geloof, weest mannelijk, weest sterk! (1Kor.16:13). Er kunnen momenten in het leven zijn dat we dreigen onder te gaan, maar geef niet op! De discipelen, op het meer van Galilea, werden overvallen door een hevige storm, en dreigden onder te gaan. Ze riepen tot de Heer Jezus: ‘Meester, bekommert U Zich er niet om dat wij vergaan? De Heer Jezus greep in en de wind ging liggen en de discipelen waren gered. Paulus op weg naar Rome om voor de keizer te verschijnen, had een zwak moment, maar toen hij de broeders zag, die hem tegemoet kwamen, ‘dankte hij God, en vatte moed!’ (Hand.28:15) Paulus had de goede strijd gestreden, ook al hadden allen hem verlaten (2Tim.4:16), hij heeft volgehouden en de loop beëindigd en het geloof behouden. (2Tim.4:7-)

____________________________________________________________________________________________________