Israël – Vragen over de toekomst – Lukas 21

20 juli, 2023

Rubrieken: Israël

Nieuwe Testament

Vragen over de toekomst

Lukas 21

Voorwoord

In drie evangeliën vinden we een eindtijdrede, beter bekend onder de titel: ‘Rede over de laatste dingen’. De rede in Mattheüs en Marcus zijn vrijwel identiek en verschillen weinig. In het evangelie van Mattheüs en Lukas zijn de verschillen echter groter en verdienen daarom onze aandacht. Ik ben daar in een apart artikel op ingegaan. Zie mijn artikel: De vlucht uit Jeruzalem – Mattheüs 24 en Lukas 21 in de rubriek Christendom. Ik verdedig de visie dat de rede in Lukas deels vervuld is rond 70 n.Chr. en voor een ander deel spreekt over de toekomstige gebeurtenissen, terwijl de rede in Mattheüs geheel toekomstig is.

Inleiding

Hoofdstuk 21 kunnen we in tweeën delen op grond van het woordje ‘totdat’; ‘totdat de tijden van de volken zullen zijn vervuld’ (Luk.21:24). Het eerste deel (21:1-20) spreekt van het tijdvak van de verwoesting van de tempel door Titus in 70 n.Chr., tot het aanbreken van de zeventigste jaarweek zoals aangekondigd in Daniël 9, en dat verbonden is met de komst van de Messias voor het volk Israël. Het tweede deel zijn praktische vermaningen gericht aan Joodse gelovigen die leven in de tijd vlak voorafgaand aan de komst van de Messias (Luk.21:29-38). Deze boodschap is gericht tot Joden, het is geschreven door een Jood en het gaat over de toekomst van de Joden! In de Bijbel wordt het volk Israël weergegeven door twee symbolen, een wijnstok en vijgenboom (Mat.21:18v.; Jer.8:13; Hos.9:10; Nah.3:12). En ‘alle bomen’ van Luk.21:29 de omliggende volken (zie: Jer.12 :14-15). Als de ‘zomer’ (Luk.21:30) een metafoor is voor het verwachte Vrederijk, dan moet de ‘lente’ de tijd zijn voorafgaand aan de komst van Christus en dat Vrederijk.

De beschrijving van de tijd van 33-70 n.Chr. (Luk.21:8-19)

De Heer Jezus was niet onder de indruk van de schoonheid van de tempel, Hij wist dat het een ‘rovershol’ was en dat het door God ‘woest’ aan de Joden was overgelaten (Mat.23:38). Toen Jezus dan ook aangaf dat die tempel verwoest zou worden en dat er geen steen op de andere gelaten zou worden (21:6) vroegen de discipelen achter bijzonderheden naar deze aanstaande gebeurtenis. ‘Zeg ons wanneer zullen deze dingen gebeuren?’ Omdat Lukas’ evangelie bestemd was voor de volken, geeft hij niet alle details die speciaal verbonden zijn met het volk Israël, zoals Mattheüs dat wel doet (Mat.24). Jezus vertelde hun dat er moeilijke tijden zouden komen voor de gelovigen, en dat ze moesten vasthouden aan zijn Woord en zich niet laten verleiden (21:8). Ook zouden ze niet verontrust moeten worden door nationale of internationale of natuurlijke gebeurtenissen, en dat ze niet zouden opgeven als vervolging zou komen. Tijden van vervolging kunnen aanleiding geven om te getuigen van hun geloof, en Christus zou door de Heilige Geest de wijsheid geven wat te zeggen. De Heer Jezus verwijst in eerste instantie naar de tijd die beschreven is in het boek Handelingen, maar uiteraard geldt dit voor alle gelovigen in alle tijden. We moeten in alle tijden oppassen voor verleidingen en angst en erop vertrouwen dat de Geest ons de kracht zal geven te volharden.

De verwoesting van de tempel. 70.n.C. – de komst van de Messias (Luk.21:20-24)

Deze verzen gaan over de inname van Jeruzalem en de verwoesting van de tempel door Titus in het jaar 70 n.Chr. De Heer Jezus geeft de discipelen de raad om de stad en Judea te ontvluchten. Voor meer bijzonderheden over die vlucht verwijs ik nogmaals naar mijn artikel ‘De vlucht uit Jeruzalem’ in de rubriek Christendom van deze website. De rest is de trieste geschiedenis van wat de Joden die toen zijn weggevoerd door de Romeinen en verspreid zijn over alle volken tot op vandaag de dag, is overkomen. Zij werden verstrooid onder alle volken!’ Maar er is een goddelijk ‘totdat’! ‘En zij zullen vallen door het scherp van het zwaard en als gevangenen worden weggevoerd onder alle volken; en Jeruzalem zal door de volken worden vertrapt, totdat de tijden van de volken zijn vervuld’ (21:24). Veel theologen, die de vervangingstheologie of vergeestelijkingstheologie met betrekking tot Israël hadden verdedigd, kwamen dan ook in grote verlegenheid dat op 24 mei 1948 de staat Israël werd opgericht! De ‘tijden van de volken’ verwijst naar de gebeurtenis dat de volken Jeruzalem hebben ingenomen. Het begin van die periode is van 606-586 v.Chr. toen de Babyloniërs zijn begonnen met het wegvoeren van de Joden in ballingschap (2Kron.36) en het einde van die periode zal zijn wanneer de Heer Jezus zal terugkeren, Jeruzalem zal bevrijden en zijn rijk zal oprichten (Zach.13-14). Toen in 1967, de Oude stad Jeruzalem is veroverd en het onder Israëlisch bestuur kwam, menen anderen dat de tijden van de volken daardoor als beëindigd mag worden beschouwd. Hoe het ook zij we zien in elk geval dat God bezig is zijn geschiedenis met het volk Israël te vervolgen (Ez.37).

De komst van de Heer Jezus. (Luk.21:25-28)

Wanneer we spreken over de terugkeer van de Heer Jezus moeten we goed de twee komsten van de Heer Jezus onderscheiden, respectievelijk voor de Gemeente en voor Israël. Zie daarvoor bijvoorbeeld de rubrieken Israël en Eschatologie van mijn website, voor meer uitleg. Deze verzen komen m.i. overeen met de beschrijving in de eerste zes zegels in hoofdstuk 6 van het boek Openbaring. (Zie daarvoor mijn artikel: ‘De eerste zes zegels’ in de rubriek NT Geschriften van Johannes). We bevinden ons hier namelijk in de ‘ure van verzoeking’ c/q de ‘Grote Verdrukking’, de laatste jaarweek van Daniël (Dan.9:27). Meer specifiek bevinden we ons hier in de laatste helft van die jaarweek, in de benauwdheid van Jakob (Jer.30:7; Op.13-19). De Heer Jezus onderwijst ons wat er zal gebeuren in die tijd, vlak voor zijn komst in heerlijkheid. Het zal een tijd zijn waar de mensen het besterven van bangheid en verwachting van de dingen die over het aardrijk zullen komen. De gevestigde orde zal ineenstorten. Radeloosheid door bruisen van de zee en watergolven; mogen of moeten we daarbij denken aan grote catastrofes veroorzaakt door de natuur, of zijn het zoals sommigen, die denken dat ‘zee en watergolven’ metaforen zijn van volkeren, en denken aan de ineenstorting van de menselijke beschaving en anarchie? De wetenschap dat de komst van de Messias aanstaande is zal voor de gelovigen in die tijd een grote bemoediging zijn om te volharden. ‘Als nu deze dingen beginnen te gebeuren, richt u op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing is nabij!’ (21:28).

De dingen die zij nu meemaken zijn als het ware schaduwen van de nabije werkelijkheid. De gelijkenis van de vijgenboom maakt dat duidelijk. Het is duidelijk dat het hier om Israël gaat; Israël wordt gesymboliseerd door de vijgenboom (Mat.21:18v.; Jer.8:13; Hos.9:10; Nah.3:12) In ‘alle bomen’ zie ik persoonlijk het ontstaan van de volken (Jer.12:14-15) die zich rondom Israël bevinden, en in een of andere relatie daarmee staan. We denken maar aan Jordanië, Syrië, Libanon, landen die eeuwenlang deel hebben uitgemaakt van het Ottomaanse rijk, daarna als mandaatgebied onder gezag van Frankrijk en Engeland en dan uiteindelijk zelfstandig zijn geworden. Het is een geestelijke ‘lente’, de zomer is nabij; een nieuw begin! Israël is alweer 72 jaar een eigen staat en land, dus hoe dichtbij is de komst van Christus wel niet!?

Adviezen voor gelovigen (Luk.21:29-38)

Deze adviezen zijn bruikbaar voor elke gelovige in welke tijd hij of zij ook leeft, maar hier hebben ze uiteraard te maken met de nabije komst van Christus en daaraan voorafgaande oordelen die over de wereld zullen komen.

Let op! Let op de tekenen der tijden (Mat.16:3) en geef acht op het profetisch woord! (1Petr.1:19). Betreffende de komst van de Heer Jezus voor de Gemeente zijn geen tekenen gegeven, maar voor Israël wel, zoals we hebben gezien: ‘Als nu deze dingen beginnen te gebeuren! Maar als de tekenen bedoeld voor Israël, nu al zichtbaar worden, dan moeten ook wij ernstig rekening houden met de komst van de Heer! Dus: Laat onze lendenen omgord en onze lampen brandend zijn, en weest gelijk aan mensen die op hun heer wachten’ (Luk.12:35vv.).

Pas op! Er zijn nooit meer sekten, oosterse religie en andere spirituele stromingen geweest dan in de laatst vijftig. Het is dan ook een kenmerk van de eindtijd. ‘Want er zal een tijd zijn dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar naar hun eigen begeerten voor zichzelf leraars zullen verzamelen, om zich het gehoor te laten strelen, en voor zichzelf leraars zullen verzamelen overeenkomstig hun eigen begeerten, en zij zullen het oor van de waarheid afkeren, en zich tot de fabels wenden’ (2Tim.4:3-4).

Waakt en bidt! Speciaal met het oog op de eindtijd is het noodzakelijk rekening te houden met de machten van de duisternis in de Grote Verdrukking, wanneer de duivel zich zal openbaren. ‘Daarom weest vrolijk, hemelen, en u die daarin woont. Wee de aarde en de zee, want de duivel is tot u neergekomen met grote grimmigheid, daar hij weet dat hij weinig tijd heeft’ (Op.12:12).

‘Maar groeit op in de genade en kennis van onze Heer en Heiland Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, zowel nu als tot de dag van de eeuwigheid. Amen.’ (2Petr.3:18).

_______________________________________________________________________________