De Toekomst – Eschatologie voor Beginners – Deel 4 – Israël

22 juli, 2023

Rubrieken: De Toekomst

‘Eschatologie voor beginners’

De Toekomst

Deel 4

Israël

Inleiding

Het volk Israël neemt in Gods plannen een grote plaats in, niet alleen in het verleden maar in de (nabije) toekomst. En uiteraard wordt in deze reeks plaats voor het volk Israël ingeruimd. Ik doe dat uitgaande van het boek Ezechiël, hoofdstuk 37 tot 48.

Een hersteld volk (hoofdstuk 37)

Van de scheuring van het rijk in 10 en 2 stammen, dat plaats vond na de dood van koning Salomo (1Kon.12), is het volk nooit herstelt en zulk een herstel moet dus nog plaatsvinden. In Ezechiël 36 vinden we oorzaak vermeld waarom Israël onder de volken is verstrooid geworden (vs.16, 21). In datzelfde hoofdstuk wordt tevens Israëls herstel aangekondigd (vs.24-38) dat verder wordt uitgewerkt in het daaropvolgende hoofdstuk 37. Israël zal terugkeren naar het land Israël (Ez.11:17), naar uw land en naar hun land (Ez.11:17; 36:24; 37:21) en het begin van de vervulling van die profetieën daarvan was, toen in 1948 de staat Israël werd opgericht. De herrijzenis van Israël wordt beschreven in het gezicht was Ezechiël kreeg van het dorre doodsbeenderendal. Uit vers 11 kennen we de betekenis van deze dorre beenderen: ‘Mensenkind, deze beenderen zijn  het gehele huis Israël’. Dan volgt een beschrijving van een geleidelijk herstel: de beenderen voegden zich aaneen, er kwamen spieren op en vlees en er trok een huid overheen (vs.7-8). Dat is wat we gezien hebben de laatste decennia een geleidelijk groei van het volk Israël en het in cultuur brengen van het land. Moerassen zijn drooggelegd, steden en dorpen gesticht, het land tot ontwikkeling gebracht en vanaf 1882 zijn er meer dan 3 miljoen Joden uit alle vijf continenten teruggekeerd naar hun vaderland zodat er nu meer dan 6 miljoen Joden wonen. Wie had dat kunnen bedenken toen tijdens de twee wereldoorlog miljoenen Joden werden uitgeroeid tijdens de holocaust? Zoals zij zeggen: Onze beenderen zijn verdord en onze hoop is vervlogen! (vs.11), maar dan hebben ze buiten de Here God gerekend want Hij heeft gedachten van vrede over hen en niet van onheil, om het volk Israël een hoopvolle toekomst te geven (Jer.29:11). Maar… geest was er nog niet in hen! Het meest fundamentele ontbreekt nog, hun terugkeer naar God! Iedereen die wel eens een bezoek heeft gebracht aan het land Israël weet dat er niet veel gelovige Joden zijn. Statistisch hangt 82% het joodse geloof aan maar dat is meer cultuur dan echt geloof, zoals dat ook in België of andere landen in Europa het geval is. Maar een terugkeer naar het land is niet voldoende, er moet ook een terugkeer naar de God van het land zijn!

De hereniging (hoofdstuk 37)

Het laatste gedeelte van hoofdstuk 37 beschrijft de hereniging van de 10 stammen van Israël en de twee stammen Juda en Benjamin. Er zal een wonder gebeuren, de twee en tien stammen zullen weer tot één volk worden, zoals de twee stukken hout tot één worden. Spreekt het eerste gedeelte van dit hoofdstuk over het recente verleden en de herrijzenis van het volk Israël, het tweede gedeelte spreekt over de hereniging van het volk in de nabije toekomst. Eén volk en één koning, want ‘mijn knecht David zal hun voor eeuwig tot vorst zijn! (37:24, 25). Wie anders dan de Heer Jezus zal die Koning zijn! Er zal een verbond gesloten worden: ’Zie, de dagen komen, luidt het woord des Heren, dat Ik met het huis van Israël en het huis van Juda een nieuw verbond sluiten zal’ (Jer.31:31). ‘Mijn heiligdom, mijn woning zal voor eeuwig te midden van hen staan (vs.26-28). De beschrijving daarvan vinden we terug in de hoofdstukken 40-46. Zoals bekend verondersteld weten we dat een groep religieuze Joden al jarenlang bezig zijn met de voorbereiding van de herbouw van de tempel. Als u daar meer over wilt weten kunt u terecht op de website van The Temple Institute. Maar zover is het nog niet want er staat nog heel wat te gebeuren en ook daarvan zien we de schaduwen duidelijker en duidelijker worden, ik bedoel de situatie in het Midden-Oosten. Want niet alleen Israël is weer in het land, de vijgenboom, maar ook alle andere ‘bomen’ (landen) zijn uitgelopen. We denken maar aan Iran, Irak, Syrië, Libanon en Jordanië, stuk voor stuk staten die er honderd jaar geleden nog niet waren. Alle genoemde landen staan stuk voor stuk vijandig tegenover Israël, het bewijs van hun vijandigheid vinden we in de oorlogen die Israël in haar korte bestaan heeft moeten voeren om niet onder de voet gelopen te worden. En die vijandigheid neemt met de jaren die verstrijken toe!

We lopen even vooruit op de beschreven gebeurtenissen en geven aandacht wat Ezechiël verder nog zegt over het herstel van het volk Israël. ‘Zo zal Ik mijn heerlijkheid onder de volken brengen, en zullen alle volken het gericht zien dat Ik voltrokken heb, en de hand die Ik op hen heb gelegd. Het huis Israëls zal weten, dat Ik de Here hun God ben, van die dag af en voortaan. En de volken zullen weten, dat het huis Israëls om zijn ongerechtigheid in ballingschap is gegaan; omdat zij Mij ontrouw geworden waren, had Ik mijn aangezicht voor hen verborgen en hen overgegeven in de macht van hun tegenstanders, zodat zij allen door het zwaard vielen. Naar hun onreinheid en hun overtredingen heb Ik hen behandeld en mijn aangezicht voor hen verborgen. Daarom, zo zegt de Here Here, nu zal Ik een keer brengen in het lot van Jakob en Mij ontfermen over het gehele huis Israëls, en ijveren voor mijn heilige naam. Zij zullen de smaad en al de ontrouw, waarmee zij Mij ontrouw geweest zijn, vergeten, wanneer zij weer in hun land wonen, veilig, zonder dat iemand hen opschrikt. Als Ik hen uit het gebied der volken terugbreng en hen uit de landen van hun vijanden verzamel, dan zal Ik Mij voor het oog der talrijke volken aan hen de Heilige betonen. En zij zullen weten, dat Ik de Here hun God ben, zowel wanneer Ik hen in ballingschap wegvoer onder de volken, als wanneer Ik hen weer in hun eigen land verzamel, zonder dat Ik iemand van hen daarginds achterlaat. En Ik zal mijn aangezicht niet meer voor hen verbergen, wanneer Ik mijn Geest over het huis Israëls heb uitgestort, luidt het woord van de Here Here (Ez.39:21-29).

De overwinning (hoofdstuk 38-39)

In deze hoofdstukken wordt de strijd beschreven tussen Gog, in het land Magog en ‘het land (Israël) dat zich van de krijg heeft hersteld, een volk dat uit het gebied van vele volken bijeengebracht is op de bergen Israëls’ (38:8). Uit de profetie van Daniël aangaande de zeventig jaarweken weten we dat er tot het einde toe strijd zal zijn (Dan.9:26) en deze strijd wordt in de voor ons liggende hoofdstukken 38-39 beschreven. We moeten deze strijd niet verwarren met de slag van Armageddon zoals beschreven in Openbaring 19-11-21, omdat die slag plaatsvindt aan het einde van de zevenjarige periode, de laatste jaarweek van de zeventig zoals door de profeet Daniël geprofeteerd, die volgt op de Opname van de Gemeente. Maar we moeten het ook niet verwarren met de strijd van God en Magog vermeld in Openbaring 20:7-9, want die zal plaatsvinden aan het einde van het Vrederijk van Christus wanneer satan nog één keer wordt vrijgelaten. De strijd vermeld in Ezechiël 38-39 in een tijd waarin de Joden veilige leven in hun eigen land (38:8, 11-12, 14) in de ‘toekomende jaren’ (38:8). Wanneer zal dat dan plaatsvinden? Het is mogelijk dat het zal gebeuren in de eerste helft van de Grote Verdrukking, wanneer Israël door een gesloten verbond met het Hoofd van het hersteld Romeinse Rijk, waarschijnlijk de Europese Unie, beschermd zal zijn van hun vijanden (Dan.9:26-27).

Na de opname van de Gemeente zal deze wereld overspoeld worden door allerlei gebeurtenissen. Het oude Romeinse Rijk zal hersteld zijn in Europa, geleid door een sterke leider. Hij zal erin toestemmen het Joodse volk te beschermen voor een periode van zeven jaar (Dan.9:27), wat gelijk staat met de periode van de Grote Verdrukking, de zeventigste week van Daniël (Dan.9:25-27). De eerste drie-en-half jaar van de Verdrukking zal relatief rustig verlopen, en Israël zal in vrede in het land verblijven, gegarandeerd door het hersteld Romeins Rijk. Maar Gog zal willen verrijken met de grote rijkdom van het land (38:12-13) en omstreeks het midden van de Verdrukking zal het, zonder voorafgaande verklaring, Israël binnenvallen. God zal tussenbeide komen en het invasieleger vernietigen. Deze overwinning zal zo groot zijn dat er zeven maanden voor nodig zijn om de doden te begraven (39:12), en het volk zal zeven jaar nodig hebben om de achtergelaten wapens te verbranden (39:9-10). De Romeinse leider zal zich haasten naar Israël om het verbond te handhaven, maar komt tot de ontdekking dat Gog niet langer een geduchte tegenstander is, en zal zich zetten in de tempel om zich te presenteren als de nieuwe wereldleider, met medewerking en goedkeuring van de antichrist, waardoor het zevenjarig verbond krachteloos wordt (Dan.9:27; 2Thes.2:3-10; Op.13:11-12). Dat zal de ‘gruwel der verwoesting’ zijn en het startschot voor de Grote Verdrukking op aarde (Dan.9:27; Mat.24:15).

De nieuwe tempel (hoofdstuk 40-46)

De rest van het boek Ezechiël gaat over de oprichting, bouw en inrichting van de toekomstige nieuwe tempel. Een tempel zoals hier beschreven is er nog nooit geweest en is dus toekomstig. Ik ga, zonder commentaar te geven, voorbij aan de visie die deze hoofdstukken geestelijk willen verklaren, omdat ik dat een onzinnig standpunt vindt. Deze tempel die gebouwd en gebruikt zal worden in het Vrederijk zal worden vervuld met Gods heerlijkheid. De heerlijkheid die er vroeger was, is weggegaan maar weer zal keren (zie: Ez.1:28; 2:12, 23; 8:4; 10:4, 18; 11:2343:4-7). Ezechiël moest deze plannen aan het volk bekendmaken zodat ze beschaamd werden over hun zonden en opstandigheid (43:10-11). We kunnen in dit artikel niet op alle bijzonderheden ingaan. Omdat de afmetingen gigantisch zijn hebben we geen zekerheid hoe dit alles tot stand zal komen. Ook is de vraag gesteld of alle praktijken, zoals bijvoorbeeld offers en het priesterschap weer opnieuw ingesteld zullen worden in het toekomstig Vrederijk en tempel, omdat in Christus typologisch zijn vervuld. Anderen denken dat ze wel zullen plaatsvinden als een gedenken aan wat Christus op het kruis heeft gedaan; een terugblik dus. Zie voor meer uitleg het artikel: ‘Offers in het Vrederijk?’ in de rubriek: Eschatologie op deze website). Wat wil er gebeuren met deze tempel? Wanneer God een nieuwe hemel en aarde schept zal er geen noodzaak voor een nieuwe tempel meer zijn (Op.21:1-5, 22). Het nieuwe Jeruzalem dat de apostel Johannes beschrijft in Openbaring 21-22 zal alles overtreffen was Ezechiël ooit heeft gezien! Geheel de heilige stad zal een tempel zijn voor de heerlijkheid van God!

Het nieuwe land (hoofdstuk 47-48)

Hoofdstuk 47

Het land zal een metamorfose ondergaan door de tempelbeek die onder het altaar uitkomt. Al Gods zegeningen beginnen bij het altaar. Ezechiël beschrijft het herstel van het land, de zegen die God het land dat Hij bestemde tot woonplaats voor het volk Israël. Aan dat land worden geen grenzen gesteld (47:13-21). Het westen grenst aan de Middellandse Zee; het noorden loopt er een lijn van Tyrus tot Damascus; in het oosten, de rivier de Jordaan en de Dode Zee; en het zuiden van het zuiden van de Dode Zee tot de rivier van Egypte. Dat houdt in dat het volk woont in het land en geen stammen aan de overkant van de Jordaan. We kunnen in de levendmakende rivier een type zien van Gods Geest. De oorsprong is het altaar, de dood van Christus (Joh.7:37-39). De rivier wordt steeds dieper, zodat tenslotte de profeet erin kon zwemmen. Ook wij zouden steeds dieper moeten gaan in de dingen van God in plaats van in de ondiepten te blijven! De rivier bracht genezing en leven; de heilige Geest geneest en geeft ook vandaag leven aan wie wil!

Hoofdstuk 48

We hebben het al gehad over de grenzen van het land. Dit hoofdstuk verklaard hoe de stammen door het lot hun erfenis krijgen toegewezen tijdens het Vrederijk. Alle stammen zullen ten westen van de Jordaan verblijven; het volk zal niet langer een verdeeld koninkrijk zijn. Zeven stammen zullen in het noorden van het land hun plaats hebben: Dan, Aser, Naftali, Manasse, Efraïm, Ruben en Juda. Dan zal (8-20). In het zuiden vinden we de andere stammen: Benjamin, Simeon, Issakar, Zebulon en Gad. Het heiligdom zal in het midden zijn (vs.8). Er zal een heilige heffing voor het tempelgebied komen (vs.8-20). Alle stammen zullen er zijn en God zal er zijn! De naam van de stad zal zijn ‘Jehova-Shammah’ dat is God is aldaar! (vs.35).

_________________________________________________________________________________________________