Diverse Onderwerpen – Efeze 3:20 – Wat God voor anderen heeft gedaan…

13 juni, 2025

Rubrieken: Diverse Onderwerpen

Diverse Onderwerpen

Efeze 3:20

 

 

“Wat God voor anderen heeft gedaan, kan Hij ook voor u doen!”

Inleiding

“Hem nu, die in staat is zeer overvloedig te doen boven alles wat wij bidden of denken, naar de kracht die in ons werkt.”

Enige tijd geleden hebben we de gebeurtenis van ‘Pinksteren’ mogen gedenken, en de gedachte aan de Persoon van de Heilige Geest ligt hopelijk nog fris in ons geheugen. Dat we denken aan de uitstorting en de komst van de Heilige Geest wil niet zeggen dat de Heilige Geest er nog niet was, laat staan dat hij niet werkzaam is geweest. Want onmiddellijk in het begin van de Bijbel lezen we dat de Heilige Geest al actief aanwezig was: “De aarde nu was woest en ledig, en duisternis was op den afgrond; en de Geest Gods zweefde op de wateren.” (Gen.1:2) En ook lezen we herhaaldelijk dat de Heilige Geest op gelovigen neerdaalde en hen tot machtige daden aandreef. We hoeven alleen maar te denken aan Jozua (Num.27:18), Simson (Ri.14:6) en David (1Sam.16:13) om te weten dat de Heilige Geest aanwezig en  werkzaam was ook vóór de uitstorting ervan op de Pinksterdag (Hand.2:1-4).

Ook in de evangeliën wordt gesproken over de Heilige Geest. Bij de doop van de Heer Jezus door Johannes de doper lezen we dat de Heilige Geest in lichamelijke gestalte als een duif op Hem neerdaalde (Luk.3:21-22). Later in de synagoge te Nazareth lezen we: “En het boek van de profeet Jesaja werd Hem gegeven; en toen Hij het boek had ontrold, vond Hij de plaats waar geschreven stond: ‘De Geest van de Heer is op Mij, doordat Hij Mij heeft gezalfd om aan armen het evangelie te verkondigen; Hij heeft Mij gezonden om aan gevangenen loslating te prediken en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijlating, om te prediken het aangename jaar van de Heer.” (Luk.4:17-19) De Heer Jezus werd gezalfd, was vol van de Heilige Geest, werd geleid door de Heilige Geest en ging zijn weg in de kracht van de Heilige Geest (Luk.3:17, 4:1,14).

De komst of uitstorting van de Heilige Geest

We hebben gezien dat de Heilige Geest in het Oude testament en in de Evangeliën aanwezig en werkzaam was in gelovigen van het Oude Testament en bij de Heer Jezus. Wat is dan het bijzondere aan de uitstorting van de Heilige Geest zoals we dat vinden in het boek Handelingen? Wel, kwam vroeger de Heilige op een gelovige, of dreef een gelovige aan, in het Nieuwe Testament is de Heilige Geest blijvend aanwezig in de Gemeente en ook in de gelovige. Hij is als het ware onder ons komen wonen. Er zijn veel aspecten te noemen in verband met de komst van de Heilige Geest, één daarvan is dat de Geest de gelovigen uit de Joden en die uit de volken tot één Lichaam heeft gedoopt (1Kor.12:13). De doop met of in de Heilige Geest is een eenmalige geschiedkundige gebeurtenis; het vervuld worden (Ef.5:18) is heel iets anders en deze beide betekenissen staan los van elkaar. De Heilige Geest is maar één keer gekomen of uitgestort, de vervulling met Gods Geest kan herhaaldelijk gebeuren.

De Heer Jezus zegt in Johannes: “De Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet was verheerlijkt.” (Joh.7:39) En in Johannes 16:7 lezen we: “Maar Ik zeg u de waarheid: het is nuttig voor u dat Ik wegga; want als Ik niet wegga, zal de Voorspraak niet tot u komen; maar als Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden.” Een andere vermelding vinden we in het boek Handelingen uit de mond van Petrus: “Nu Hij dan door de rechterhand van God is verhoogd en de belofte van de Heilige Geest heeft ontvangen van de Vader, heeft Hij dit uitgestort wat u en ziet én hoort.” (2:33) Bij zijn hemelvaart beloofde de Heer Jezus zijn discipelen: “U zult kracht ontvangen wanneer de Heilige Geest over u komt.” (1:8)

De aanwezigheid van de Heilige Geest in het leven van een gelovige

Wanneer ontvangt iemand de Heilige Geest? Het antwoord hierop is, bij zijn of haar bekering, want: zoals Petrus het zegt: “Bekeert u, en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus tot vergeving van uw zonden, en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen.” (Hand.2:38) De realiteit van zowel het ontvangen, als de inwoning van de Heilige Geest in iemand die tot geloof is gekomen, dringt niet altijd even goed door, dat vergt begeleiding en uitleg. Een voorbeeld daarvan is toen Paulus de vraag stelde aan enige discipelen te Efeze: “Hebt u wel de Heilige Geest ontvangen toen u tot geloof kwam? Zij echter zeiden tot hem: Wij hebben zelfs niet gehoord dat de Heilige Geest er is (Hand.19:2). In dat geval was gebrek aan onderwijs de oorzaak van hun tekortkoming van kennis van de aanwezigheid van de Heilige Geest, maar dat gebrek vinden we ook vandaag de dag nog. Tegen de gelovigen in de gemeente te Korinthe zegt de apostel Paulus: “Of weet u niet, dat uw lichaam de tempel is van de Heilige Geest die in u is, die u van God hebt, en dat u niet van uzelf bent? Want u bent voor een prijs gekocht; verheerlijkt dan God in uw lichaam.” (1Kor.6:19-20) Deze tekst kan zo gelezen worden als een verwijt: waren ze het misschien vergeten, of er geen acht op gegeven? Of hadden ze het verschil tussen 1Kor.3:16 en 6:19 niet opgemerkt. Want in de eerste tekst gaat het over de aanwezigheid van Gods Geest in de Gemeente, als woonplaats van God in de Geest (Ef.2:22), in de tweede gaat het over de aanwezigheid van Gods Geest in ons lichaam dat daardoor gezien wordt als een tempel.

Wat is de consequentie van die inwoning van Gods Geest in de gelovige in de praktijk?

Het kan zijn dat u vol bewondering bent voor zoveel gelovigen die, in het verleden, grote dingen voor God hebben gedaan. We denken maar aan de vele zendingsverhalen en de verkondiging van het evangelie wereldwijd. Als je tot je laat doordringen hoeveel ontberingen en moeilijkheden sommigen hebben gehad in het dienen van de Heer, kan het voorkomen dat je de moed laat zakken en zegt: “dat moet God van mij niet vragen, dat kan ik niet opbrengen!” Dan moet je wel weten dat die ‘anderen’ van gelijke natuur waren als wij (Jak.5:17), met andere woorden: “Wat God voor anderen heeft gedaan, kan Hij ook voor jou doen!” Dat hoeft natuurlijk niet te betekenen dat jij ook als zendeling uitgaat in deze wereld, want er zijn tal van andere mogelijkheden waarin je God kan dienen. Of wat denk je van de geloofsgetuigen die vermeld zijn in de brief aan de Hebreeën, en vooral die vermeld zijn in de verzen 32-38?

Het is van cruciaal belang dat u zich bewust bent van de inwoning van de Heilige Geest in uw lichaam; dat dient een realiteit te zijn! Ik bedoel niet een theoretisch kennis, maar een kennis die je bewust maakt dat “Hij, die in u is, groter is dan hij die in de wereld is!” (1Joh.4:4). Een voorbeeld uit het Oude Testament illustreert zo’n geloof. Het gaat over de belegering van Jeruzalem door Sanherib, de koning van Assur. Toen Jechiskia zag wat er gebeurde nam hij actie. “Hij stelde hij krijgsoversten over het volk; hij verzamelde hen bij zich op het plein van de stadspoort en sprak hen bemoedigend toe: Weest sterk en moedig, vreest niet en wordt niet verschrikt voor de koning van Assur en de gehele menigte die met hem is, want met ons is meer dan met hem. Met hem is een vleselijke arm, maar met ons is de Here, onze God, die ons helpt en onze oorlogen voert. En het volk steunde op de woorden van Jechizkia, de koning van Juda.” (2Kron.32:6-8) Door een goddelijk ingrijpen keerde de koning van Assyrië om en ging terug naar zijn land (32:21-23). Wat God voor Hechizkia heeft gedaan, kan Hij ook voor jou doen! “Want Hijzelf heeft gezegd: ‘Ik zal u geenszins begeven en u geenszins verlaten’ zodat wij vrijmoedig mogen zeggen: ‘De Heer is mij een helper, en ik zal niet vrezen, wat zal een mens mij doen?’ (Heb.13:5-6)

Tenslotte

Wie is tot deze dingen bekwaam, zult u mogelijk zeggen (2Kor.2:16). Maar u moet weten dat ‘wat God voor anderen heeft gedaan, Hij dat ook voor u kan doen! Want we weten dat grote Godsmannen uit het verleden van gelijke natuur zijn als wij (Jak.517), maar dat is niet alles, zij hadden ook dezelfde Heilige Geest inwonend die wij hebben, want: “Wij hebben niet de geest van de wereld ontvangen, maar de Geest die uit God is, opdat wij weten de dingen die ons door God geschonken zijn.” (1Kor.2:12) Tevens waren ze verzekerd van Gods hulp tijdens hun dienst voor God, en die goddelijke hulp en bijstand mogen ook wij ervaren: “Want God heeft ons niet gegeven een geest van bangheid, maar van kracht, liefde en bezonnenheid. Schaam je dus niet voor het getuigenis van onze Heer.” (2Tim.1:7)

“Wat God voor anderen heeft gedaan, kan Hij ook voor u doen”; daar hoeft u niet aan te twijfelen! Dus aan de slag!

______________________________________________________________________________