Oude Testament – Een drievoudig snoer – 1 Samuël 1-3

7 augustus, 2023

Bijbelboeken: 1 Samuel

               Oude Testament – 1 Samuël

                                    ‘Een drievoudig snoer’

                                               1 Samuël 1-3

Voorwoord

Na de dood van Jozua, werd Israël geleidelijk aan een verdeelde natie. In plaats van op God te vertrouwen, begon het volk de goden van hun heidense buren te vereren, en de geestelijke band die de stammen van Israël bijeenhield werd steeds zwakker en stonden op het punt te begeven. Het volk neigde ertoe om te doen wat goed was in hun eigen ogen en gaven nog weinig aandacht aan het verbond dat ze met de Here hadden gesloten. Het volk begon om een koning te vragen, iemand die de eenheid zou kunnen herstellen en de vijanden zou verslaan. God voldeed aan hun verzoek en gaf hen Saul, maar niet om hun problemen op te lossen – deze maakte het alleen nog maar erger – maar om het volk duidelijk te maken dat hun grootste nood was terug te keren tot Hem terug te keren. Helaas, niet eerder dan dat David op het toneel verscheen kwam er pas een echte verandering. David werd door Samuël gezalfd, die de zoon van Elkana en Hanna was. De geschiedenis van het Bijbelboek Samuël begint met een nederige vrouw, die door haar onderdanige houding en vertrouwen in God een voorbeeld voor ons is om na te volgen. De volgende persoon die ons wordt voorgesteld in dit Bijbelboek is de priester Eli, een compromitterende persoonlijkheid die geneigd was om water bij de wijn te doen, maar de eigenlijke hoofdpersoon is uiteraard Samuël, de zoon van Hanna.

Inleiding

De boeken 1 en 2 Samuël vormen de transitie van de periode van de Richteren tot aan de tijd dat het koninkrijk Israël werd opgericht. Samuël was de laatste richter en de eerste nationale profeet. Hij was het die Saul tot koning zalfde, en daarna David als zijn opvolger.

Een drievoudig snoer, Hanna, Eli en Samuël, dat leidde tot de zalving van koning David en uit diens geslacht kwam tenslotte de Messias, de ware Koning van Israël!

Een Godvrezende vrouw

Hanna haar naam betekend ‘genade’ en genade straalde ze ook uit in haar leven! God gaf haar genade toen ze leed onder de kwetsende opmerkingen van Peninna, de tweede vrouw van Elkana vanwege haar kinderloosheid. Ze handelde in genade toen ze Eli vriendelijk weersprak toen ze door hem niet begrepen werd en bekritiseerd (Kol.4:6). God handelde in genade met Hanna en ze baarde een zoon die ze van de Here gebeden had en opdroeg, waarna ze een loflied zong. Dat lied was zo mooi en betekenisvol dat veel later Maria, de moeder van Jezus, het overnam (Luk.1:46-55).

Hanna was een vrouw van geloof en geduld (Heb.6:12), die haar zelf toewijdde aan God die ze vroeg om een zoon, en wachtte totdat God haar dat op zijn tijd gaf. Ze was geduldig ondanks de houding van Pennina, en ze was geduldig toen Eli haar beschuldigde van dronkenschap. Ze had gelukkig een toegewijde echtgenoot in Elkana die haar lief had en aanmoedigde de Heer trouw te blijven. Er waren momenten in het leven van Hanna die erg moeilijk waren, maar ze volhardde in haar geloof en dat leidde uiteindelijk tot haar overwinning.

Hanna wist wat velen van ons wellicht vergeten hebben, dat God werkt en zijn plan op aarde tot stand brengt door ‘gewone’ mensen. Hij vroeg Hanna niet om een leger te leiden, zoals Debora (Ri.4-5) of om bij een koning tussenbeide te treden zoals Ester. Hij vroeg haar om eenvoudig geduldig te blijven in haar verlangen en schonk het leven aan een zoon. ‘Verlustig u in de Here; dan zal Hij u geven de wensen van uw hart’ (Ps.37:4). Alles wat Hanna wilde was om een vrouw naar Gods hart te zijn, die handelde naar zijn wil. Door dat te doen ondanks alle moeilijke omstandigheden, hielp ze mee aan de verlossing van het volk.

Een schipperende priester

Eli was een toegevende vader die bij gelegenheid zijn beide zonen berispte voor hun zondige handel en wandel, maar daar bleef het bij. Hij sanctioneerde hen niet en ook verving hij hen niet door andere priesters aan te stellen. Het werk aan de tabernakel was tot een routine geworden en van enige werkelijke geestelijke activiteiten was geen spoor meer te bespeuren.  Het woord van de Heer was schaars! (1Sam.3:1). Het beeld dat we van Eli krijgen is van een oude, dikke man, zittend op een stoel bij de tabernakel van waaruit hij de gang van zaken bestuurde, zijn ogen sluitend voor wat hij zag en zijn oren voor wat hij hoorde (1Sam.4:13). We weten dat Eli al op hoge leeftijd was, achtennegentig jaar (1Sam.2:22; 4:15) dus we zullen hem maar niet te streng beoordelen in zijn bediening als geestelijke leider van het volk. Wel kunnen we Eli waarderen in het uitspreken van de zegen die hij, op haar verzoek, uitsprak over Hanna en later wanneer ze kwam om Samuël te bezoeken (1Sam.1:17; 2:20) en zijn bereidheid de kleine Samuël onder zijn hoede te nemen toen Hanna de jongen bij hem bracht (1Sam.2:11). Eli’s zonen waren zeker niet het beste gezelschap voor de jonge Samuël, maar de Heer en Eli hielden toezicht over hem zodat hij niet meegetrokken zou worden in hun zondige wandel. Eli bracht Samuël in kennis met Gods Woord en gaf instructies voor wat betreft het werk aan de tabernakel. Samuël was als zoon geboren uit Elkana en Hanna en was dus een Leviet (1Kron.6:18-28, 33-38), maar God riep hem later als een profeet (1Sam.3:20) en als (laatste) richter van Israël (1Sam.7:15).

Er is nog iets waarin we Eli in kunnen waarderen en dat is dat hij luisterde naar Samuël toen de Here door een gezicht tot hem gesproken had (1Sam.3:16). Eli raadpleegde de jongen, luisterde naar de boodschap die hij had gekregen en onderwierp zich aan de Here: ‘Hij de Here, Hij doet wat goed is in zijn ogen’ (1Sam.3:18). Of deze uitdrukking gedaan werd uit hulpeloosheid of een teken van geestelijke onderwerping is moeilijk te zeggen. Dat Eli opmerkte dat God zich met de jonge Samuël bezighield, zal een bemoediging voor hem geweest zijn, want zijn eigen zonen hadden niet die geestelijke houding die nodig is om een bediening van God te vervullen. Er is geen spoor van jaloersheid bij Eli te bemerken dat God Samuël verkoos in plaats van Eli, om door hem te spreken. Gezegend zij die oude generatie die de jongere helpt in de weg van het geloof! Ook al faalde Eli in het handelen met zijn eigen zonen, hij hielp Samuël en deze werd tot een zegen voor het hele volk.

Eli’s laatste dag van zijn bediening was een moeilijke: zijn twee zonen stierven, de ark was in het bezit van de vijand, en zijn schoondochter stierf tijdens een bevalling van een zoon. ‘Ikabod – weg is de eer uit Israël’ (1Sam.4:1vv, 21). Maar God was nog steeds op zijn troon en had de leiding over de gebeurtenissen. De jonge Samuël stond op het punt de leemte op te vullen, hij was voorbereid en zou na het overlijden van Eli diens plaats innemen en trachten het volk terug tot God te brengen. Eli is geen grote geestelijk leider geweest, maar hij was een kleine schakel in de ketting die leidde tot de zalving van David en de latere geboorte van de Verlosser, Jezus Christus.

Een trouw dienstknecht

Zoals de Schrift ons laat weten was Samuël geboren in een tijd van geestelijk en moreel verval, en hij zou spoedig merken hoe moeilijk het zou zijn om dat om te keren. Er was verandering op komst, maar de priesters hielden vast aan de traditie en waren niet uit op verandering. De Joodse leiders wilden een koning, een die het volk bij elkaar kon brengen en hen beschermen zou tegen de vijandige, omringende volkeren (1Sam.8:6). Samuël herkende de neiging om het koningschap van God te verlaten, maar de Here zei hem het zo te laten en stelde Saul als koning aan. ‘De Here zeide tot Samuel: Luister naar het volk, in alles wat zij tot u zeggen, want niet u hebben zij verworpen, maar Mij hebben zij verworpen, dat Ik geen koning over hen zou zijn (1Sam.8:6-7). Samuël deed zijn best het volk te onderwijzen tijdens de monarchie, maar zijn pogingen leken weinig indruk te maken.

Het volk stemde tegen Samuël als richter (1Sam.8:19), maar toch bleef hij Gods priester, profeet (1Sam.3:20) en richter, en hij hielp Saul aan een nieuw begin. Samuël leidde het volk in een vernieuwing van het verbond met de Heer. Koning Saul bevrijdde de bevolking van Jabes Gilead, en Samuël gaf een aangrijpende afscheidspreek waarin hij aan het einde beloofde voor het volk te blijven bidden (1Sam.12:23). Maar al gauw bleek dat koning Saul weinig geestelijk inzicht had een dat hij het koningschap gebruikte om zichzelf te verhogen, niet om een steun voor het volk te zijn. Hij loog over zijn moedwillige ongehoorzaamheid, verloor zijn kroon en koningschap, en stuurde Samuël weg naar Rama met een gebroken hart.

Echte hervormers gaan er niet bij zitten om te mijmeren over ‘die goede oude tijd’. Mensen die ‘die goede oude tijd’ verheerlijken, hebben meestal een slecht geheugen en veel fantasie! Toen de Here Samuël opdracht gaf om naar Bethlehem te gaan om een nieuwe koning te zalven (1Sam.16:4), riskeerde hij zijn leven maar gehoorzaamde, en David ging deel uitmaken van de gebeurtenissen. De Schrift geeft ons geen informatie in hoeverre Samuël een mentor voor David is geweest, maar Samuël herkende Gods hand in het leven van de jonge David en zal hem zeker over God en het volk hebben ingelicht. Samuël was een godvrezende schakel tussen Israëls verleden en toekomst. Hij was bevriend met David toen die in gevaar verkeerde, bad voor hem, en vertrouwde op God dat Hij voor hem zou zorgen.

Niemand kon Samuëls geweten beïnvloeden om af te wijken van de Here, of hem beschuldigen van persoonlijke verrijking tijdens zijn dienst voor God. De enige smet op zijn blazoen is de hebzucht van zijn zonen die hun positie gebruikten om zich wel te verrijken (1Sam.1:8:3). In de Schrift wordt niets vermeld over Samuëls echtgenote, misschien was ze vroeg gestorven en wat dat de reden dat ze geen invloed kon uitoefenen op haar zonen. Samuël was vaak weg van huis, vanwege zijn dienst, en mogelijk waren daardoor de zonen geregeld op zichzelf aangewezen. Maar het is moeilijk te spreken over zaken waarover we in het ongewisse worden gelaten. Maar wanneer we zien wat Samuël voor David betekend heeft, kunnen we wellicht begrip opbrengen voor de zaken waarin hij tekortschoot ten opzichte van zijn eigen zonen. Het is wel opmerkelijk dat zowel de zonen van Eli, als die van Samuël hun vaders niet navolgden is de weg van het geloof.

Tenslotte

Samuël is een voorbeeld voor alle oudere gelovigen die geneigd zijn het verleden te verheerlijken en veranderingen niet toe te laten, en geen voorzorgen te nemen voor de komende generatie en de toekomst van het volk van God. Zonder het verleden te verheerlijken, accepteerde Samuël de verandering, deed al het mogelijk om mee te werken, en vertrouwde op God voor een betere toekomst. God verliet het koninkrijk niet; Hij koos alleen een andere, betere man, David en Samuël was voor deze als een mentor. Elke leider heeft de mentaliteit en flexibiliteit van Samuël nodig, een persoon in verbinding met God, die waardering kan opbrengen voor wat geweest is en bereid om God te volgen in wat komen gaat. Samuël was een man van geloof en het is bemoedigend de hand van God te zien in tijden waarin anderen alleen maar verwarring zien.

Een drievoudig snoer, Hanna een eenvoudige Godvrezende vrouw, Eli, een priester die tekortschoot in zijn bediening en Samuël, een jongeman uit een eenvoudig gezin die door God geroepen en gebruikt werd om het volk te dienen als profeet en richter. Gods ‘gereedschapskist’ bestaat niet altijd uit wijzen, machtigen of aanzienlijken, maar ook het dwaze, zwakke en onaanzienlijke van de wereld heeft God uitverkoren om in zijn dienst te staan. Laat dat een aansporing zijn voor hen die de neiging hebben om zich achter hun vermeende onbekwaamheid te verschuilen.

______________________________________________________________________________________________________________________________