Bijbel – Nieuw Testament – Het gebed van de gelovige – Jakobus 5:12-20

25 juli, 2023

Bijbelboeken: Jakobus

Bijbel – Nieuwe Testament

Jakobus 5:12-20

Het gebed van de gelovige

Inleiding

We beginnen dit artikel met een kort woord vooraf over vers 12 voordat we overgaan naar het grootste onderwerp in het gekozen tekstgedeelte dat handelt over gebed en genezingen.

‘Maar voor alle dingen, mijn broeders, zweer niet: niet bij de hemel, ook niet bij de aarde, en zweer ook geen enkele andere eed, maar laat uw ja ja zijn en uw nee nee, opdat u niet onder enig oordeel valt.’ (Jak.5:12)

Jakobus verwijst naar Jezus’ woorden in Mat.5:34-37. Zweren betekend een eed houden en christenen zouden niet hun woorden kracht moeten doen bijzetten door een eed en daarvoor te zweren. Eerder: ‘Laat uw woord ja echter ja zijn, en uw nee nee, en wat meer is dat dit, is uit de boze.’ (Mat.5:37) Mogen we bv. voor het gerecht zweren? De meeste uitleggers gaan ervan uit dat daarmee niets verkeerd is en dat het in vers 12 heel wat anders is dan zweren in een persoonlijk gesprek.

Vers 13-20

 ‘Lijdt iemand onder u? Laat hij bidden. Is iemand welgemoed? Laat hij lofzingen. Is iemand onder u ziek? Laat hij de oudsten van de gemeente bij zich roepen en laten zij over hem bidden en hem zalven met olie in de naam van de Heer. En het gebed van het geloof zal de zieke behouden en de Heer zal hem oprichten; en als hij zonden gedaan heeft, zal het hem vergeven worden. Belijdt dus elkaar de zonden en bidt voor elkaar, opdat u gezond mag worden’ (Vertaling Telos/Voorhoeve).

God kan alle ziekte genezen, behalve de laatste!

 De laatste jaren wordt er steeds meer het ‘zalven met olie van gelovigen’ gepraktiseerd. Ik heb gehoord dat er zelfs voorgangers zijn die een flesje olie op zak hebben, in geval van… Het geeft de indruk dat het een ‘tovermiddel’ is, dat te pas en te onpas gebruikt wordt. Ik denk niet dat Jakobus ons een ‘blanco formule’ gegeven heeft om zieken te genezen. Uit mijn eigen ervaring is het toch zo geweest dat sommigen genezen werden en anderen ziek bleven of zelfs stierven. Er is namelijk ook een: ‘zonde tot de dood’ waarvoor we niet hoeven te bidden (1Joh.5:16; 1Kor.11:30). Bidden, heeft iemand eens gezegd, is niet dat de wil van de gelovige in de hemel geschied, maar dat Gods wil op aarde geschied!

Context

Wanneer we rekening houden met context van dit Bijbelgedeelte dan zien we dat het hier in Jakobus 5 gaat om een lid van de gemeente die gezondigd heeft en onder tucht van de gemeente is geplaatst. Ik plaats dit gedeelte dan ook in die context, maar wil ook nog opmerken dat het boek Jakobus de gelovigen ziet alsnog verbonden aan de Joodse wet en gebruiken. Laten we dit gedeelte wat nader bezien.

De persoon is ziek vanwege zonden (Vs.14-16).

De Griekse tekst luidt: ‘Als hij door blijft gaan met zondigen.’ Dit sluit aan bij 1Korinthe 11:30 – ‘Daarom zijn er onder u vele zwakken en zieken en nogal velen zijn ontslapen.’ Jakobus beschrijft een lid van de gemeente die ziek is en onder de tucht van God staat. Dat verklaart waarom de oudsten van de gemeente erbij geroepen worden: deze mens kan niet naar de gemeente komen om zijn zonde te belijden, en vraagt daarom om de komst van de leiders van de gemeente. De oudsten hebben de taak om toe te zien op de tucht van de gemeente (vgl. Mat.16:19; 18:15-20). Ziekte kan ook een gevolg van zonde zijn; zo zegt David in Psalm 41:5 het volgende: ‘Ik zeide: Here wees mij genadig, genees mij, want tegen U heb ik gezondigd.’ De Heer Jezus zei het volgende tegen de man die bij de vijver van Bethesda lag: ‘Zie, u bent gezond geworden; zondig niet meer, opdat u niet iets ergers overkomt’ (Joh.5:14; vgl.8:11). Maar ook een ongezonde levensstijl kan een nadelige invloed op iemands gezondheid hebben. Ik denk aan roken, drinken en overmatig eten en dergelijke.

De betreffende persoon belijdt zijn zonden (vs. 16).

In de begintijd van het christelijk geloof werd tucht in de gemeente uitgeoefend; 1Korinthe 5:9-13 is daarvan een goed voorbeeld. Paulus deelde de gelovigen in de gemeente mee de zondaar uit hun midden weg te doen totdat hij/zij zich bekeerde van zijn/haar zonden. Het kleine woordje ‘daarom’ in vers 16 in enkele vertalingen verduidelijkt dit: ‘Belijdt daarom elkander uw zonden en bidt voor elkander, opdat gij genezing ontvangt (5:16). Sommige vertalingen spreken van ‘misdaden’ en niet van ‘zonden. Het Griekse woord ‘hamartia’ staat wel degelijk voor zonden. Hetzelfde woord wordt in Jakobus 1:15 gebruikt.

De betreffende persoon wordt genezen door het gebed van geloof (vs. 15).

Het is niet de zalving die geneest, maar God, door het gebed. Het Griekse woord wat met zalving vertaald wordt, is een medische term; het zou ook vertaald kunnen worden met ‘massage’. Dit geeft misschien aan dat Jakobus een geneeskrachtige werking verondersteld die gepaard dient te gaan met gebed om genezing door God te verkrijgen. God kan genezen met of zonder oorzaak; in elk geval, het is God die geneest. Maar wat is ‘het gebed van het geloof’ dat de zieke geneest? Het antwoord vinden we in 1Johannes 5:14-15 ‘En dit is de vrijmoedigheid die wij jegens Hem hebben, dat als wij iets bidden naar zijn wil, Hij ons hoort. En als wij weten dat Hij ons hoort, wat wij ook bidden, dan weten wij dat wij de beden hebben die wij van Hem hebben gebeden.’ Het ‘gebed van het geloof’ is een gebed dat gedaan wordt als we de wil van de Heer kennen.’ De oudsten zoeken naar de wil van God in een zaak, en bidden in overstemming daarmee. Bij zieken is het niet altijd duidelijk hoe we moeten bidden. Paulus had dat probleem ook; lees Romeinen 8:26. Is het Gods wil om te genezen of is het Gods bedoeling zijn kind thuis te halen, of is het bedoeld als een tuchtiging? Ik weet het niet; daarom dien ik te bidden, ‘als het uw wil is, genees uw kind.’ Hen die beweren dat God elke ziekte geneest, en dat het Gods bedoeling is dat er geen zieken kunnen zijn, ontkennen de Schrift en de praktijk. Dat wil niet zeggen dat God er onverschillig onder blijft, maar, zoals Jesaja 63:9 zegt: ‘In al hun benauwdheden was ook Hij benauwd.’ Maar als we de innerlijke overtuiging hebben door het Woord en de Geest dat het Gods wil is te genezen, dan kunnen we het ‘gebed van het geloof’ bidden en mogen we verwachten dat God zal genezen. Let erop dat het niet de individuele persoon is die bidt – het zijn de oudsten van de gemeente – geestelijke mensen – die Gods wil zoeken en bidden. Jakobus leert ons niet om te bidden voor een genezer. De zaak ligt in de handen van de oudsten van de plaatselijke gemeente.

Praktische lessen

We vinden een aantal praktische lessen die we niet over het hoofd moeten zien. Ten eerste, ongehoorzaamheid aan God kan leiden tot ziekte. Dat was de ervaring die David had toen hij probeerde zijn zonde te verbergen (Ps.32). Ten tweede, zonde kan de hele gemeente verontreinigen. We zondigen nooit alleen, want zonde heeft het in zich te groeien en te verontreinigen. Deze persoon moest zijn zonde aan de gemeente belijden omdat hij tegen de gemeente gezondigd had. Ten derde, er is genezing (fysiek en geestelijk) als met de zonde is afgerekend. ‘Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar wie ze belijdt, en nalaat, vindt ontferming.’ (Spr.28:13). Jakobus schreef: ‘Maak er een gebruik van de zonden aan elkaar te belijden’ (letterlijke vertaling). Verberg je zonden niet voor elkaar en stel belijdenis niet uit. De ‘belijdenis’ waarover Jakobus schrijft werd in het midden van de gelovigen gedaan. Hij suggereert niet dat we onze zonden dienen te belijden aan een priester of voorganger. We belijden onze zonden ten eerste aan de Heer (1Joh.1:9), maar we dienen ze ook te belijden aan hen die er ook door ‘geraakt’ zijn. Persoonlijke zonde dient persoonlijk beleden te worden, publieke zonden dienen publiek beleden te worden.

Laat het duidelijk zijn dat we altijd met en vóór elkaar kunnen bidden als er noden zijn. Wil men toch de zalving in de praktijk brengen dan blijft de vraag op welke wijze dat dient te gebeuren, de Bijbel geeft ons daarover geen uitsluitsel.

Enkele teksten voor hen die van de waarheid afdwalen – Vers 19-20

 ‘Broeders, zelfs als iemand door een overtreding overvallen wordt, brengt u die geestelijk bent zo iemand terecht in een geest van zachtmoedigheid, ziende op uzelf, opdat ook u niet in verzoeking komt.’ (Gal.6:1)

‘En als een rechtvaardige zich afkeert van zijn gerechtigheid en onrecht doet, en Ik een struikelblok voor hem neerleg, dan zal hij sterven; omdat gij hem niet gewaarschuwd hebt, zal hij in zijn zonde sterven, en met de gerechte daden die hij gedaan heeft, zal geen rekening gehouden worden; maar van zijn bloed zal Ik u rekenschap vragen. Maar als gij de rechtvaardige waarschuwt, opdat hij niet zondige, en hij zondigt niet, dan zal hij zeker leven, want hij heeft zich laten waarschuwen; en gij hebt uw leven gered.’ (Ez.3:18-21; 33:9,1) ‘Geef acht op jezelf een op de leer; volhard in deze dingen, want door dit te doen zul je zowel jezelf als hen die je horen, behouden.’ (1Tim.4:16! ‘Redt anderen door hen uit het vuur te rukken.’ (Jud.:23) ‘Haat verwekt krakelen, maar liefde bedekt alle overtredingen.’ (Spr.10:12) ‘Voor alles, hebt vurige liefde tot elkaar, want liefde bedekt een menigte van zonden.’ (1Petr.4:8)

Excurs I – Tekenen van het Koninkrijk

‘En Hij kwam in Nazareth waar Hij was opgevoed en ging naar zijn gewoonte op de dag van de sabbat naar de synagoge en stond op om te lezen. En het boek van de profeet Jesaja werd Hem gegeven; en toen Hij het boek had ontrold, vond Hij de plaats waar geschreven stond: ‘De Geest van de Heer is op Mij, doordat Hij Mij heeft gezalfd om aan armen het Evangelie te verkondigen; Hij heeft Mij gezonden om aan gevangenen loslating te prediken en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijlating, om te prediken het aangename jaar van de Heer.’ (Luk.4:16-19)

De Heer Jezus heeft Zijn prediking, onderstreept door tekenen. Laten we eens zien wat het Koninkrijk inhoudt: ‘blinden worden ziende, kreupelen wandelen, melaatsen worden gereinigd, doven horen, de doden worden opgewekt en aan armen wordt het Evangelie verkondigd.’ (Mat.11:5; Joh.2:11), ‘Mannen van Israël, hoort deze woorden: ‘Jezus de Nazoreeër, een man, door God aan u bevestigd door krachten, wonderen en tekenen die God door Hem in uw midden heeft gedaan.‘ (Hand.2:22) In de jaren zestig van de vorige eeuw is de charismatische beweging ontstaan. Naast de RK-kerk en de Protestantse- Baptisten- en Pinksterkerken, ontstonden geleidelijk aan wereldwijd overal zgn. Evangelische gemeenten die vooral de nadruk legden op het in de praktijk brengen van de gaven van de Geest, zoals vermeld in Romeinen 12:4-8, 1Korinthiërs 12:4-11 en Efeze 4:11. Daardoor werd ook de aandacht gevestigd op de wonderen en tekenen. Door die wereldwijde explosie van het ‘evangelisch christendom’ in allerlei variaties aan kerken en gemeenten, vrije groepen, organisaties en dergelijke, en de veelheid van meningen is het bijna ondoenlijk geworden om daarin nog een weg te vinden, of een eensluidend antwoord te geven met betrekking tot het onderwerp ‘wonderen en tekenen’. De wonderen en tekenen die Jezus verrichtte moeten gezien worden als tekenen en wonderen die hoorden bij zijn komst als Messias voor het volk Israël en dienden als bevestiging van Godswege. Vaak wordt hoofdstuk 53 van het Bijbelboek Jesaja als bewijstekst voor genezingen aangehaald. Maar dat gedeelte dat over de lijdende dienstknecht gaat, dient in chronologische volgorde gelezen te worden, waardoor het duidelijk wordt dat vers 4, waar staat ‘onze ziekten heeft hij op zich genomen’ tijdens Jezus aanwezigheid op aarde gebeurde. Aan de discipelen werd het gezag c.q. de macht gegeven om deze wonderen en tekenen te verrichtten, zoals o.a. aan de, niet nader genoemde, uitgezonden zeventig discipelen en de twaalf apostelen. Incidenteel werden wonderen en tekenen ook door anderen verricht zoals Stefanus en Filippus. Nadat de Heer Jezus was opgevaren naar de hemel, werden door de handen van de apostelen vele wonderen en tekenen werden verricht. (Hand.5:12) Niet elke zieke werd genezen want we lezen niet van een wonderen verricht aan bijvoorbeeld Timotheüs, Trofimus, Epafroditus en mogelijk ook Paulus.

Zoals hierboven gesteld hoorden genezingen, wonderen en tekenen bij de prediking van het komende koninkrijkijk. Diezelfde functie hadden ze ook bij de prediking van het evangelie in de begintijd van het christendom. Het boek Handelingen getuigt daar overvloedig van. (O.a. Hand.2:43; 2:43; 5:12; 6:8; 14:3; 15:12 enz.)

Excurs II – Cessationisme

‘Hoe zullen wij ontkomen, als wij zo’n grote behoudenis veronachtzamen, waarover aanvankelijk gesproken is door de Heer en die aan ons bevestigd is door hen die het gehoord hebben, terwijl God bovendien meegetuigde zowel door tekenen als wonderen en allerlei krachten en uitdelingen van de Heilige Geest naar zijn wil.’ (Heb.2:3-4)

Cessationisme is de visie dat er een einde gekomen is aan de ‘wonderbaarlijke gaven’ van genezing en tongentaal (ook wel “klanktaal” of “talen van de Geest” genoemd), en dat het einde van het apostolische tijdperk ook een einde heeft gemaakt aan de wonderen die met die periode geassocieerd worden. De meeste aanhangers van het cessationisme geloven dat, hoewel God tot op de dag van vandaag wonderen kan en zal verrichten, de Heilige Geest geen individuele personen meer gebruikt om wondertekenen te verrichten.

Mocht u zich willen verdiepen in dit onderwerp dan kunt u een uitvoerig artikel over cessationisme vinden in de rubriek Dogmatiek op deze website.

______________________________________________________________________________