Eschatologie
Acht koningen van de eindtijd
Woord vooraf
God is de God, die van het begin ook het einde verkondigd (Jes.46:10) en het is dan ook niet verwonderlijk, gelet op de overvloed aan Bijbelse informatie in verband met de eindtijd, hoeveel belang God eraan hecht om ons daarover te informeren. Een van de redenen waarom de Heilige Geest gekomen is, is om ons over die toekomstige dingen in te lichten (Joh.16:13; 15:15) en om onze aandacht op Christus te richten, want het getuigenis van Jezus is de geest van de profetie (Op.19:10).
Bij de beschrijving van de eindtijd, zoals we dat vinden in Gods Woord, komen we maar liefst acht koningen, machthebbers of koninkrijken tegen, die dan een belangrijke rol zullen spelen. Ik denk dat we niet ver verwijderd zijn van het moment waarop ‘de koningen der aarde zich in slagorde zullen scharen en de machthebbers samen zullen spannen tegen de Here en zijn gezalfde’ (Ps.2:2). We leven in een transitieperiode waarin het aangename jaar van de Heer zal overgaan naar de dag van de wrake van God (Jes.61:2; Luk.4:18-19).
De huidige gebeurtenissen versterken de indruk dat het einde van ‘tijden van de volken’ zeer nabij is (Luk.21:24), wat wil zeggen dat de komst van Christus en zijn koninkrijk nabij is en Hij een einde zal maken aan alle voorgaande rijken (Dan.2:44).
Wij leven in een tijd dat we de ontwikkelingen die zullen leiden tot die definitieve fase van Gods handelen met deze wereld van nabij mogen meemaken. Een van de meest opmerkelijke gebeurtenissen ná de tweede wereldoorlog is de vestiging van de staat Israël in 1948. Maar ook het ontstaan van de rijken van de koningen, die we hierna zullen bespreken maken daar deel van uit (vgl. Luk.21:29). Daar komt bij dat de technologische evolutie van de laatste decennia toepassingen, die tot voor kort ondenkbaar waren, mogelijk maken. We denken maar een ontwikkelingen en toepassingen op het gebied van de computertechnologie. Maar ook het assortiment van wapens die de mens ter beschikking staan zijn onbegrensd. We zien daar nu al een glimp van bij de oorlog in Oekraïne, en dat zal alleen maar toenemen naarmate de tijd vordert. Het Midden-Oosten, maar met name Israël zal het middelpunt vormen van de gebeurtenissen, ‘de legerplaats van de heiligen en de geliefde stad’ (Op.20:9).
Veel van de dingen die hieronder beschreven worden zullen zij, die hun vertrouwen op de Heer Jezus Christus hebben gesteld en deel uitmaken van de Gemeente van de Levende God, niet meemaken. Het getuigenis van de Schrift is daarover duidelijk, de Gemeente zal worden opgenomen vóór de dag deS Heren zal aanbreken! (1Thes.5; 2Thes.2). Voor hen die dan nog op de aarde wonen zal een verschrikkelijke tijd aanbreken!
Een denkbaar eindtijdscenario
Dat de Schrift één geheel vormt bestaande uit het Oude en Nieuwe Testament komt door de bespreking van dit onderwerp duidelijk naar voren. De meeste informatie moeten we uit het Oude Testament halen. Zoals de Heer Jezus zei: ‘de Schrift kan niet verbroken worden’ (Joh.10:35 – Telos. vert.). Op grond van de gegevens die de Bijbel ons verstrekt zou je, uiteraard onder voorbehoud, tot het nu volgende eindtijdscenario kunnen komen.
Na de Opname van de Gemeente zal een afvallig staatshoofd van Israël, de antichrist de macht krijgen in Israël,[1] die een verbond zal sluiten met het hoofd van het hersteld Romeins rijk, de Europese Unie, gesymboliseerd door het beest uit de zee[2]. Deze dictator van West-Europa wordt in Israël tot een afgod gemaakt[3]. In die tijd trekt de koning van het zuiden (Egypte)[4] op tegen Israël. Ook de Assyriërs (Iran/Irak/Syrië) trekken op en overspoelen Israël. Ze worden door God gebruikt als zijn roede om het afvallige volk Israël te tuchtigen en worden daarbij gesteund door Gog, Rusland[5]. De Assyriërs nemen Jeruzalem in en ook Egypte wordt door hen overrompeld[6]. De Europese legers snellen daarop Israël te hulp vanwege het verbond tussen de dictator van Europa en de Antichrist[7]. Op dat moment zal de Heer Jezus neerdalen op de Olijfberg en als een Held ten strijde trekken tegen zijn vijanden; dit is het begin van Zijn Davids regering[8]. De Europese legers die intussen het verbond met Israël verbroken hebben, worden in het noorden van Israël, in Harmagedon door Christus vernietigd[9]. De leiders van de opstand, het beest en de valse profeet, worden in de hel geworpen[10]. Het teruggekeerde overblijfsel uit de twee stammen dat was gevlucht[11], verdrijft samen met de in Jeruzalem achtergebleven getrouwen de bezettingsmacht van de Assyriërs uit het land[12]. Door geruchten uit het oosten en noorden keert de hoofdmacht van de Assyriërs met de koning van het verre noorden uit Egypte terug naar Jeruzalem.[13] Christus vernietigt in Edom, de grootste haters van Zijn volk, de heidenvolken die in Edom zijn verzameld[14]. Daarna komt de Heer Jezus uit Edom[15] naar Jeruzalem en vernietigt de Assyriërs en de koning van het verre noorden bij Jeruzalem[16]. De rest van de goddeloze Joden wordt gedood[17] maar het gelovig overblijfsel van de Joden wordt verlost[18] en zij oordelen Jordanië, Arabië, de Palestijnen e.a.[19]. Het overblijfsel van de tien stammen keert uit alle volken terug naar Israël[20] en Israël zal als één volk onder één Koning in vrede en veiligheid in het land wonen[21]. De Russische machten met in hun gelederen de Perzen, Cusjieten en Puteeërs rukken tegen Israël op en worden op de bergen van Israël vernietigd[22]. Tenslotte wordt Satan voor duizend jaren gebonden[23].
Tot zover een schets van de gebeurtenissen die in de eindtijd vlak voor de zichtbare wederkomst van de Christus, de parousia, zullen plaatsvinden. Deze gehele geschetste periode vanaf de Opname tot aan de wederkomst van Christus op de Olijfberg omvat de zeventigste en laatste jaarweek van Daniël (Dan.9:24927). Vanaf 1948, toen Israël weer als een staat erkend werd, is het podium voor de eindstrijd al in gang gezet. De machten die een rol gaan spelen en uit zijn op de vernietiging van Israël is de oorlog tegen het Lam. De koningen die hieronder vermeld en besproken worden zijn inmiddels allen aanwezig en hebben hun positie al ingenomen. We moeten wel bedenken dat zij niet kunnen bevroeden dat dit hun ondergang zal betekenen. Om het met de woorden van de profeet Micha te zeggen: ‘Wel zijn nu vele volkeren tegen u vergaderd, die zeggen: Zij worde ontwijd, en mogen onze ogen zich aan Sion verlustigen! Maar zij kennen de gedachten des Heren niet en verstaan zijn raadslag niet, dat Hij hen verzamelt als schoven op de dorsvloer. Sta op en dors, gij dochter Sions; want Ik zal uw hoorn van ijzer maken en uw hoeven van koper, en gij zult vele volkeren verbrijzelen en gij zult hun onrechtmatig gewin door de ban aan de Here wijden, en hun vermogen aan de Here der ganse aarde’ (Mi.4:11-13). ‘Waarom woelen de volken en zinnen de natiën op ijdelheid? De koningen der aarde scharen zich in slagorde en de machthebbers spannen samen tegen de Here en zijn gezalfde’ (Ps.2:1-2). ‘Dezen hebben enerlei bedoeling en geven hun macht en gezag aan het beest. Dezen zullen oorlog voeren tegen het Lam, en het Lam zal hen overwinnen – want Hij is Heer van de heren en Koning van de koningen – en zij die met Hem zijn, geroepenen en uitverkorenen en getrouwen’ (Op.17:13-14).
Overzicht van de vier machten die in de eindtijd een rol spelen
Bij het bestuderen van de opstelling van heidense naties ten tijde van de Grote Verdrukking zullen we ontdekken dat er: (1) een federatie van naties van tien koninkrijken zal zijn die de uiteindelijke vorm is geworden van het vierde koninkrijk (Dan.2:40-42; Op.17:9-12) een hersteld Romeins rijk (EU) onder leiding van het beest, de Antichrist (Open.13:1-10); (2) een noordelijke confederatie, Rusland en haar bondgenoten; (3) een Oosterse of Aziatische confederatie, Irak, Syrië (de Assyriër) en China (?) en (4) een Noord-Afrikaanse mogendheid, Egypte. Het optreden van deze vier geallieerde machten tegen Israël tijdens de Grote Verdrukking worden duidelijk in de Schrift vermeld en vormen een van de belangrijkste thema’s van de profetie. (Zie o.a. Ez.38-39; Dan.11-12 e.v.a.).
De koning van het Romeins rijk
Uit de uitleg die de profeet Daniël heeft gegeven van het statenbeeld van Nebukadnezar weten we dat het laatste van de vier rijken aan wie God de aardregering heeft gegeven, van de tijd dat het Joodse volk in Babylonische ballingschap is gegaan tot aan de komst van de Messias, het Romeinse rijk het laatste is. Het Romeinse rijk wordt ons voorgesteld in twee gestalten, (1) door twee benen, Oost- en West Romeinse rijk, en (2) door tien tenen, in haar eindtijdfase (Op.17:713). Het rijk van Christus zal dat rijk verbrijzelen. Dit rijk wordt ons in het Nieuwe Testament voorgesteld door het beest uit de zee (Op.13:1-10). In de eindtijd zullen er tien koningen zijn die hun macht schenken aan één koning, het beest (Op.17:12). ‘En de tien horens die u hebt gezien, zijn tien koningen, die nog geen koninkrijk ontvangen hebben, maar één uur gezag als koningen ontvangen met het beest. Dezen hebben enerlei bedoeling en geven hun macht en gezag aan het beest’ (Op.17:12-13). Veel uitleggers geloven dat de EU een voorloper is van deze koning, het ‘beest uit de zee’ (Op.13:1-7). Deze ‘koning’ zal een verbond sluiten met Israël, een verbond dat er zou toe moeten leiden dat Israël gevrijwaard zal blijven voor de agressie van andere koningen, zoals die van het Noorden (Assyrië) en het uiterste noorden, Rusland. Deze laatste zal de eerste ondersteunen. Het gesloten verbond zal op de helft, dus na drieënhalf jaar verbroken worden, waarna een ‘gruwel van verwoesting’ zal worden opgericht, dat een ‘startschot’ is voor de Grote Verdrukking voor Israël (Mat.24:15, 21; Dan.12:1; Jer.30:7). De koning van het Romeins rijk zal worden vernietigd door Christus komst (Zach.14:3).
De koning van het noorden
Deze koning is de Assyriër, de oude vijand van Israël in het Oude Testament. Te onderscheiden van ‘de koning van het verre noorden’, Rusland! Hiermee kan het huidige Iran, Irak en/of Syrië bedoeld zijn, maar dat is niet met zekerheid te zeggen. In elk geval zijn het wel drie landen die ten noorden van Israël liggen en vijandig ten opzichte van Israël zijn. Vooral de profeet Jesaja heeft ons veel over de Assyriër te zeggen, zo laat hij ons zien dat God de Assyriër in het verleden heeft gebruikt om het volk Israël, vanwege hun zonden, te tuchtigen opdat ze tot God zouden terugkeren. ‘Wee Assur, die de roede van mijn toorn is en in welks hand mijn gramschap is als een stok. Tegen een godvergeten volk zal Ik [die] [koning] zenden, en tegen de natie waarover Ik verbolgen ben, zal Ik hem ontbieden om buit te behalen en roof te plegen en om het volk te vertrappen als slijk der straten’ (Jes.10:5-6). Zo wordt door Jesaja ook Kores (Cyrus) vermeld als Gods herder (Jes.44:28; 45:1). Jesaja schildert Assur verder als een machtig, geweldig en wreed rijk, zie daarvoor Jes.8:5vv.; zie verder Jes.10:5vv.; 13:3vv.; 14:25; 30:31vv.; Jes.36-37; 41:2vv. Vergeet ook niet Psalm 83 te lezen, waarin vers 9 ook van Assur sprake is (Zie ook Dan.10-11). Zoals de Assyriër in vroegere tijden als tuchtroede door de Here is gebruikt geworden, zo zal het nogmaals zijn in de Grote Verdrukking. In het boek Daniël zien we de aanslag van de Assyriër op het land Israël, in het bijzonder de stad van de grote Koning, Jeruzalem. ‘Maar in de eindtijd zal met hem (de Antichrist – zie vers.36-39) de koning van het Zuiden in botsing komen, en de koning van het Noorden zal op deze (de Antichrist) aanstormen met wagens en ruiters en vele schepen; en hij zal de landen binnenvallen, en als een overstroming steeds verder om zich heen grijpen. Ook het Sieraadland (Israël) zal hij binnenvallen, en velen zullen struikelen; maar aan zijn macht zullen ontkomen: Edom, Moab en de keur der Ammonieten. En hij zal zijn hand uitstrekken tegen de landen, en het land Egypte zal niet ontkomen, Maar hij zal de schatten bemachtigen van goud en zilver en alle kostbaarheden van Egypte; en Libiërs en Ethiopiërs zullen in zijn gevolg zijn. Doch geruchten uit het oosten en uit het noorden zullen hem ontstellen, zodat hij in grote grimmigheid zal uittrekken om velen te verdelgen en te vernietigen. Hij zal zijn staatsietenten opslaan tussen de zee en de berg van het heilig Sieraad (Dan.8:9), maar dan komt hij aan zijn einde, zonder dat iemand hem helpt’ (Dan.11:45).
De koning van het verre of uiterste noorden
Deze koning is Gog en wordt voor het eerst vermeld in Gen.10:2 (zie ook: 1Kron.1:5, Ez.38, 39 en Op.19:17-18, 20:8). In het Bijbelboek Ezechiël wordt er veel aandacht aan besteed: ‘Gij nu, mensenkind, profeteer tegen Gog en zeg: Zo zegt de Here Here: zie, Ik zal u, Gog, grootvorst van Mesek en Tubal! Ik zal u komen halen en u voortdrijven, u doen optrekken uit het verre noorden en brengen op de bergen van Israël’ (Ez.39:1-2). Omdat er gesproken wordt van ‘uit het verre, of uiterste noorden, wordt algemeen aangenomen dat hiermee Rusland en zijn bondgenoten bedoeld is. Let op de uitdrukkingen in het ‘verre’ of ‘uiterste’ noorden (Ez.38:6, 15; 39:2). Wanneer mogen we het optreden en de ondergang van de ‘koning van het verre noorden’ chronologisch invoeren in de eindtijd gebeurtenissen? Ná het oordeel over de koning van het hersteld Romeins rijk onder leiding van de Antichrist in Armageddon volgt het oordeel over de ‘koning van het Noorden’ de Assyriër en zijn bondgenoten is het dal van Josafat. Daarna het oordeel over Bozra (Edom) waarna het land Israël de veel gezochte rust zal krijgen (Ez.38:8-12). In die tijd zal het volk dat uit het gebied van de volken is bijeengebracht, die have en goed heeft verworven, die op de navel van de aarde in gerustheid woont, worden overvallen. Toch blijft er nog een vijand over en dat is ‘de koning van het verre, of uiterste noorden’, zoals gezegd Rusland en zijn bondgenoten. Het oordeel van deze koning zal plaatsvinden op de bergen Israëls juist voor de definitieve vestiging van het Vrederijk van Christus. Op de bergen Israëls zal Gog vallen. De beschrijving van de verdere lotgevallen laat ik voor wat het is omdat Ezechiël in hoofdstuk 38 en 39 daarvan een levendige beschrijving geeft. Na de vernietiging van deze laatste vijand zal het Vrederijk aanbreken en de bouw van de tempel zoals beschreven vanaf Ezechiël 40 tot aan het einde van het boek.
De koningen van het Oosten (van de zonsopgang)
En de zesde goot zijn schaal uit op de grote rivier dat is de Eufraat, en zijn water droogde op, opdat de weg van de koningen die van de zonsopgang komen, bereid zou worden’ (Op.16:12; 9:13-16). Het is niet helemaal duidelijk wie hier mee bedoeld worden en welke rol voor deze koningen in de eindtijd is weggelegd. Over de identiteit van deze koningen is veel discussie. Walvoord komt tot een telling van vijftig verschillende interpretaties! We kunnen denken aan China, anderen eerder aan Iran en/of Syrië en sympathiserende volken. Als het Iran en/of Syrië zou zijn dat is het gewoon een andere benaming voor de koning van het noorden. Wie voorkeur geven aan China verwijzen naar de grote aantallen die genoemd worden. ‘En het getal van de legers van de ruiterij was twintigduizend tienduizendtallen’ (Op.9:16). China staat echter op geen wijze in verbinding met Israël. Het zou kunnen dat ze wel betrokken zijn maar dan meer als verbonden met de Koning van het Noorden of de Koning van het verre Noorden. Op dit moment, in het voorjaar 2022 terwijl de oorlog tegen Oekraïne woest, zijn Rusland en China bevriende naties.
De koning van het zuiden
Er is geen ander zuidelijk rijk dat in verbinding met Israël heeft gestaan dan Egypte. De rol die Egypte in de eindtijd zal spelen is eerder passief te noemen, dat wordt wel duidelijk uit het volgende Bijbelgedeelte: ‘Maar in de eindtijd zal met hem (d.i. de Antichrist) de koning van het Zuiden in botsing komen, en de koning van het Noorden zal op deze aanstormen met wagens en ruiters en vele schepen; en hij zal de landen binnenvallen, en als een overstroming steeds verder om zich heen grijpen. Ook het Sieraadland (d.i. Israël) zal hij binnenvallen, en velen zullen struikelen; maar aan zijn macht zullen ontkomen: Edom, Moab en de keur der Ammonieten. En hij zal zijn hand uitstrekken tegen de landen, en het land Egypte zal niet ontkomen, Maar hij zal de schatten bemachtigen van goud en zilver en alle kostbaarheden van Egypte; en Libiërs en Ethiopiërs zullen in zijn gevolg zijn. Doch geruchten uit het oosten en uit het noorden zullen hem ontstellen, zodat hij in grote grimmigheid zal uittrekken om velen te verdelgen en te vernietigen. Hij zal zijn staatsietenten opslaan tussen de zee en de berg van het heilig Sieraad, maar dan komt hij aan zijn einde, zonder dat iemand hem helpt’ (Dan.11:40-45). Die geruchten uit het oosten en noorden hebben betrekking op de vernietiging van de legers van het Romeins rijk onder leiding van de Antichrist. Egypte wacht nog een prachtige toekomst, want: ‘Te dien dage zal er een heerbaan wezen van Egypte naar Assur, en Assur zal in Egypte komen en Egypte in Assur, en Egypte zal met Assur de Here dienen. Te dien dage zal Israël de derde zijn naast Egypte en Assur, een zegen in het midden der aarde. Omdat de Here der heerscharen het gezegend heeft met de woorden: Gezegend zij mijn volk Egypte en het werk mijner handen, Assur, en mijn erfdeel Israël’ (Jes.19:23-25).
De koning van Israël
Dit is de antichrist, ‘het beest uit de aarde’ (Op.13:11-18; Dan.11:36v.). Er komt een moment waarop het volk Israël een koning over zich zullen stellen, van wie het ware karakter pas later wordt herkend. Die ‘herkenning’ komt aan het begin van de tweede helft van de laatste jaarweek, ‘de gruwel van verwoesting zal worden opgericht en zal staan op de heilige plaats’, dat zal de tempel zijn (Mat.24:15). In die tempel zal de ‘mens van de zonde, ‘zoon van het verderf’ zich zetten en vertonen dat hij God is (2Thes.2:3-4). Uitdrukkingen als ‘de god zijner vaderen’ en ‘de lieveling der vrouwen’ doen vermoeden dat het hierbij om een Jood zal gaan (Dan.11:37). Het is moeilijk te geloven dat het Joodse volk Israël een niet-jood als ‘koning’ zal aanvaarden. Deze koning van Israël in de eindtijd iS de Antichrist van wie de Heer Jezus heeft van deze geprofeteerd: ‘Ik ben gekomen in de Naam van mijn Vader en u neemt Mij niet aan. Als een ander komt in zijn eigen naam, die zult u aannemen’ (Joh.5:43). Het is het beest uit de aarde en het had twee horens, aan die van een lam gelijk, en het sprak als de draak’ (Op.13:11). De ‘koning’ van wie in Daniël 11:35 gesproken wordt heeft o.a. de volgende kenmerken. (1) Hij doet wat hem goeddunkt; dat is hij, die in zijn eigen naam komt (vs.36; vgl.Joh.5:43). (2) Hij verheft zich tegen alle goden (vs.36), dat is wat we ook vinden in 2Thes.2:4. (3) Hij minacht de Messias (vs.37); hij loochent dat Jezus de Christus is (1Joh.2:22). Hij vereert de god van de vestingen (Maoezzim) vs.38; dit is volgens velen de hoofdgod van de Romeinen. (4) Hij treedt op met behulp van een vreemde god (vs.39); hij oefent al de macht van het eerste beest uit (Op.13:12). We wijzen erop dat hoofdstuk elf van Daniël spreekt vanaf vers 35 over de eindtijd, wat eraan voorafgaat is de geschiedenis die in het verleden heeft plaatsgevonden. Deze koning van Israël zal, zoals gezegd de Antichrist zijn die, uit vrees voor de bedreiging van de omliggende volken, een verbond zal sluiten met het hoofd van het hersteld Romeins rijk. Jesaja spreekt van ‘een verbond met de dood’: ‘Omdat gij zegt: Wij hebben een verbond met de dood gesloten en met het dodenrijk een verdrag gemaakt; wanneer de voortstormende gesel doortrekt, zal hij ons niet bereiken, want wij hebben leugen tot onze schuilplaats gesteld en in bedrog ons verborgen’ (Jes.28:15). In de hier genoemd ‘voortstormende gesel’ mogen we de Assyriër lezen, de koning van het Noorden (Jes.28:2; Jer.6:22, 26; Dan.9:27). Zoals we kunnen lezen in Daniël wordt dit zevenjarig verbond, gesloten met het Romeins rijk, waarover we het volgende kunnen lezen: ‘En hij zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang; in de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden; en op een vleugel van gruwelen zal een verwoester komen, en wel tot aan de voleinding toe, en waartoe vast besloten is, dat zal zich uitstorten over wat woest is (Dan.3-9:27 Mat.24:15.). Het einde van de Antichrist vinden we beschreven in 2Thes.2:8, hij zal zijn einde vinden bij de verschijning van Heer Jezus.
De koning van de afgrond
Achter alle koningen van de aarde gaat de duivel schuil, de overste van deze wereld, zo noemt de Heer Jezus hem ‘de overste van de wereld’ (Joh.14:30; 12:31; 16:11). In de Openbaring zegt de apostel Johannes over de satan: ‘Zij hadden over zich als koning de engel van de afgrond; in het Hebreeuws is zijn naam Abaddon (verderver); en in het Grieks heeft hij de naam Apollyon’ (Op.9:11). Dat duidt op een georganiseerd geheel: een koning en zijn demonische onderdanen (Mat.25:41; Ef.6:12). Daarom noemt de Heer Jezus de duivel de overste van de demonen (Mat.12:24) en spreekt verder over ‘de duivel en zijn engelen’ (Mat.25:41). Daniël 10:13 laat zien dat er speciale engelen zijn die de satan helpen (Dan.10:13; Op.12:7). Het is de duivel die de volkeren verleid: ‘En de grote draak werd neergeworpen, namelijk de oude slang, die duivel en satan genoemd wordt, die de hele wereld misleidt. Hij werd neergeworpen op de aarde en zijn engelen werden met hem neergeworpen’ (Op.12:9). De duivel is onverbeterlijk in zijn boosheid want ‘wanneer die duizend jaar tot een einde gekomen zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten. En hij zal uitgaan om de volken te misleiden die zich in de vier hoeken van de aarde bevinden, Gog en Magog, om hen te verzamelen voor de oorlog. En hun aantal is als het zand van de zee. En zij kwamen op over de breedte van de aarde, en omsingelden de legerplaats van de heiligen en de geliefde stad. Maar er daalde vuur van God neer uit de hemel en dat verslond hen. En de duivel, die hen misleidde, werd in de poel van vuur en zwavel geworpen, waar ook het beest en de valse profeet reeds zijn. En zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheid (Op.20:7-10). We kunnen spreken van een viervoudige val van satan: (1) Verbanning berg goden (Vgl. Jes.14:10-21; Ez.28:11-19), (2) in hemelse gewesten (Ef.6:10-12). (3) Hij werd op aarde geworpen (Op.12:9, 10). En (4) geworpen in de poel van vuur en zwavel (Op20:10). Het is treffend dat in het boek Openbaring staat dat de duivel weet dat hij nog weinig tijd heeft voor dat het Goddelijk oordeel hem zal treffen. ‘Wee de aarde en de zee, want de duivel is tot u neergekomen met grote grimmigheid, daar hij weet dat hij weinig tijd heeft’ (Op.12:12).
De Koning der koningen
Hiermee is zonder enige twijfel de Heer Jezus bedoeld, de Koning van de koningen en Heer van de heren (Op.19:16). Het zgn. statenbeeld van Daniël (Dan.2) laat ons zien dat het laatste rijk het rijk van de Christus is. ‘Ik bleef toekijken in de nachtgezichten en zie, met de wolken des hemels kwam iemand gelijk een mensenzoon; hij begaf zich tot de Oude van dagen, en men leidde hem voor deze; En hem werd heerschappij gegeven en eer en koninklijke macht, en alle volken, natiën en talen dienden hem. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet zal vergaan, en zijn koningschap is een, dat onverderfelijk is’ (Dan.7:13-14). Eenmaal komt het moment, en wie weet hoe snel al, dat we de Koning der koningen op de troon van zijn heerlijkheid zullen zien zitten en alle volken voor Hem verzameld zullen worden (Mat.25:31vv.). Het hemelse Jeruzalem is de bruid van het Lam (Op21:9v.), het aarde Jeruzalem is de bruid van de Koning (Hos.2:18 ,19). Jesaja zegt: ‘Uw ogen zullen de Koning in zijn schoonheid aanschouwen’ (Jes.33:17). ‘We zullen Hem zien gelijk Hij is’ (Fil.3:2). Hebreeën 2:7-9 zegt: ‘U hebt hem voor korte tijd minder gemaakt dan de engelen; met heerlijkheid en eer hebt U hem gekroond. U hebt hem gesteld over de werken van Uw handen; alle dingen hebt U onder zijn voeten onderworpen. Want bij het onderwerpen van alle dingen aan Hem heeft Hij niets uitgezonderd wat Hem niet onderworpen is. Nu zien wij echter nog niet dat Hem alle dingen onderworpen zijn, maar wij zien Jezus met heerlijkheid en eer’. ‘Hij, die gehoorzaam geworden is, tot de dood, ja, tot de kruisdood heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam geschonken boven alle naam, opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn, en elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader (Fil.28-11).
We gaan niet verder in op wat het resultaat voor de wereld zal zijn van Jezus’ duizendjarige heerschappij omdat dit buiten het bestek van dit artikel valt, dan allen te vermelde dat het een rijk van vrede en gerechtigheid zal zijn.
Tenslotte
Tot zover een overzicht van de acht koningen van de eindtijd. Meer gedetailleerde uitleg over deze koningen zult u kunnen vinden in de vele boeken die de eschatologie tot onderwerp hebben. In het bijzonder wil ik één boek noemen waaraan ik veel te danken heb gehad en dat is ‘Jeruzalem, de stad van de grote Koning’ van W.J.Ouweneel.
_______________________________________________________________________-
[1] Joh.5:43; Dan.11:36-39; Jes.30:33; Zach.11:15-17; 1Joh.2:18,22
[2] Dan.9:27; Jes.28:14-15; Jes.57:9-11; Op.13:1v.; 11-13
[3] Mat.24:15; 2Thes.2:4; Op.13:11-18
[4] Dan.11:40
[5] Jes.8:5-8; Jes.10:5,28-32; Jes.28:2,14-19; Dan.9:27; Zach14:1-2; Dan.8:2
[6] Jes.10:24,32; Jes.28:14-19; Dan.11:40-43; Zach.14:1-4
[7] Op.16:13-16; Op.17:7-14; Op.19:19
[8] Ps.2; Zach.14:3-7; Hand.1:11; Ko.3:4
[9] Op.17:14; Op.19:11-19; Dan.2:34-35; Dan.2:44-45; Dan.7:7-14
[10] Op.19:20-21
[11] Mat.24:15-21
[12] Mi.5:4-5
[13] Dan.11:44-45; Jes.29:1-4
[14] Jes.63:1-6
[15] Jes.63:1
[16] Jes.10:5-27; Jes.29:1-8; Jes.30:27-33; Jes.31:4-8; Dan.8:20-26; Dan.11:44-45
[17] Jes.17:4-6; Zef.3:11,15; Zach.13:8-9; Zach.14:1-15
[18] Jes.10:20-27; Jes.28:16; Jes.29:1-8; Jes.30:18-26; Mi.5:1-8; Zef.3:12-20
[19] Jes.11:11-16; Jl.3:4-8; Zefanja 2
[20] Mat.24:31
[21] Ez.37:15-28
[22] Ez.38:5
[23] Op.20:1-3
______________________________________________________________________________________________________________________