Eschatologie – Openbaring 7 en 14 – De 144.000 verzegelden uit Israël

10 maart, 2025

Rubrieken: Eschatologie

Eschatologie

Openbaring 7 en 14

De 144.000 verzegelden uit Israël

Voorwoord

In een eerder verschenen artikel met de titel: “Het gelovig overblijfsel van Israël”, in de rubriek Eschatologie is aangetoond dat er ook in de eindtijd een gelovig overblijfsel van Israël aanwezig zou zijn, zoals dat altijd in de geschiedenis van het volk is geweest. We hebben daar vastgesteld dat het in de eindtijd, de tijd vlak voor Jezus’ komst, Het overblijfsel uit het volk Israël de 144.000 verzegelden van Openbaring 7 zijn. In dit artikel willen daarom iets verder op deze speciale groep ingaan.

Inleiding

Wanneer de natie Israël, gedeeltelijk teruggebracht in het land, is het nog steeds in ongeloof (Ez.37:8). God is echter duidelijk bezig met het volk om het op andere gedachten te brengen. De hele zeventigste week, denk aan de Grote Verdrukking, van Daniël is een periode van voorbereiding op de komst van de Koning (Dan.9:24-27). Het evangelie van het koninkrijk, dat bekering noodzakelijk maakt, zal worden verkondigd (Mat.24:14). Er is een ontvangst van deze boodschap. God gebruikt veel verschillende middelen om “heel Israël” tot verlossing te brengen tijdens die zeventigste week. Het Woord van God is beschikbaar en kan gebruikt worden zodat die Joden die hongeren en dorsten, dat Woord kunnen doorzoeken om kennis over de Messias op te doen. De Heilige Geest, hoewel niet in een tempel wonend zoals in onze tijd, namelijk in de Gemeente, is niettemin werkzaam en zal velen tot overtuiging en verlossing brengen. Tekenen zullen worden gegeven (1Kor.1:21) om Israël te wijzen op de kennis van God. Zo’n teken is de bv. de komst van de antichrist (Op.13:11-18) en “de twee getuigen” (Op.11. Er zal een bediening zijn van de 144.00 verzegelden van Israël (Op.7) en de bediening van de twee getuigen (Op.11:1-13), allemaal met de bedoeling om de natie tot bekering en redding te brengen. De uitstorting van de toorn van God wordt gezien als het doel om mensen tot bekering te brengen (Op.6:9-10). Hoewel de meerderheid van het volk Israël zich niet zal bekeren, kunnen sommigen door deze tekenen God in geloof aanvaarden. We kunnen hieruit concluderen dat de natie, die bij het begin van de verdrukking nog niet gered was, een groot aantal getuigenissen van allerlei aard ontvangt, zodat een groot aantal bij de wederkomst van de Messias op de Olijfberg (Zach.14:3-4) redding ervaren (Rom.11:26-27). Het feit dat de broeders, waarnaar in Openbaring 12:10-11 wordt verwezen, de satan overwonnen hebben door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, geeft aan dat velen gered zullen worden tijdens die periode van de verdrukking. Mattheüs 24:14 maakt duidelijk dat het evangelie dat gepredikt wordt het “evangelie van het koninkrijk” zal zijn (Mat.24:14). De Openbaring maakt duidelijk dat de redding door het bloed van het Lam is (Op.12:11; 7:14).

De dienst van het gelovig overblijfsel

Het is duidelijk uit Openbaring 12:11 en 17, dat dit gelovig overblijfsel zal getuigen tijdens de periode van de verdrukking. De specifieke vijandigheid van satan is te wijten aan het feit dat zij “het getuigenis van Jezus Christus hebben.” (Op.2:17) Het Oude Testament beeldt Israël af als de getuige van God aan de naties van de aarde. Israël was ontrouw aan deze bediening. God zal in de eindtijd een getrouw getuigenis opwekken die in de Grote Verdrukking dit oorspronkelijke doel voor deze naties vervullen (Zach.8:23).

De relatie van de 144.000 tot het overblijfsel

Bij het onderzoeken van de profetieën uit het Oude Testament wordt duidelijk dat God een overblijfsel heeft binnen het overblijfsel van de natie. We geloven dat de 144.000 van Openbaring 7 en 14 een speciaal deel van het overblijfsel van Israël vormen, apart gezet door een soevereine daad van God, om speciale getuigen te zijn tijdens de Grote Verdrukking. Verschillende zaken zijn hier belangrijk om verder op in te gaan.

Eén of twee groepen?

Openbaring 7:1-8

“Hierna zag ik vier engelen staan op de vier hoeken van de aarde, die de vier winden van de aarde vasthielden, opdat er geen wind zou waaien op de aarde, noch over de zee, noch over enige boom. En ik zag een andere engel opkomen van de opgang van de zon opgaat, die het zegel van de levende God had; en hij riep met luider stem tot de vier engelen wie gegeven was aan de aarde en de zee schade toe te brengen, en hij zei: Brengt geen schade toe aan de aarde, noch aan de zee, noch aan de bomen, voordat wij de slaven van onze God aan hun voorhoofden hebben verzegeld. En ik hoorde het getal de verzegelden: honderdvierenveertigduizend verzegelden uit elke stam van de zonen van Israël – uit de stam Juda twaalfduizend verzegelden, uit de stam Ruben twaalfduizend, uit de stam Gad twaalfduizend verzegeld, uit de stam Aser twaalfduizend verzegeld, uit de stam Naftali waren er twaalfduizend, uit de stam Manasse twaalfduizend, uit de stam Simeon twaalfduizend, uit de stam Levi twaalfduizend, uit de stam Issaschar twaalfduizend, uit de stam Zebulon twaalfduizend, uit de stam Jozef twaalfduizend, uit de stam Benjamin twaalfduizend verzegelden.”

Openbaring 14:1-5

“En ik zag en zie, het Lam stond op de berg Sion en met hem honderdvierenveertigduizend, die zijn naam en de naam van zijn Vader hadden, geschreven op hun voorhoofden. En ik hoorde een stem uit de hemel als een stem van vele wateren en als een stem van een zware donderslag. En de stem die ik hoorde, was als van harpspelers die op hun harpen spelen. En zij zingen als een nieuw lied vóór de troon en vóór de vier levende wezens en de oudsten; en niemand kon het lied leren dan de honderdvierenveertigduizend die van de aarde gekocht waren. Dezen zijn het die zich niet met vrouwen hebben bevlekt, want zij zijn maagdelijk. Dezen zijn het die het Lam volgen waar het ook heengaat. Dezen zijn uit de mensen gekocht als eerstelingen voor God en het Lam. En in hun mond is geen leugen gevonden, want zij zijn onberispelijk.”

Letterlijk of Symbolisch?

De vraag is het genoemd aantal van 144.000 letterlijk of figuurlijk te nemen? Honderd procent zekerheid is het niet, daarvoor ontbreken beslissende teksten, maar algemeen wordt aangenomen dat degenen in hoofdstuk zeven op aarde zijn en die vermeld in hoofdstuk veertien in de hemel; ook dat de berg Sion de hemelse stad Nieuw Jeruzalem is. Ook wordt aangenomen dat de beide aantallen in hoofdstuk zeven en veertien dezelfde groep verzegelden uit Israël zijn. Sommigen denken dat dit een representatief getal was om een ontelbare menigte van Israël te symboliseren die gered worden tijdens de verdrukking.

Symbolische uitleg

Het getal 144.000 lijkt symbolisch bedoeld, om een volkomen geheel aan te duiden, maar het aanwezige symbolisme (rond het getal 12) neemt niet weg dat dit getal ook letterlijk kan opgevat worden. Er waren eertijds ook letterlijk 12 stammen Israëls. Het gaat om een vast bepaald aantal. De symbolische uitleg neemt het getal 144.000 symbolisch en stelt dat het Gods volk aanduidt. Daarbij wordt soms aangenomen dat 12 een aanduiding is voor volmaaktheid en het getal wordt gekwadrateerd en met 1.000 vermenigvuldigd voor extra nadruk. De stammen zijn volgens de symbolische duiding figuurlijke stammen. Het getal 144.000 staat voor een groot en volkomen aantal Israëlieten die geroepen en afgezonderd worden door God. Een argument voor de louter figuurlijke duiding is dat we niet weten welke Jood tot welke stam behoort, uitzonderingen daargelaten. Tegen de louter symbolische duiding kan men inbrengen dat het zinsverband, de vermelding van de stammen waaruit ze voortkomen, erop wijst dat wij het getal letterlijk moeten nemen. In het boek Openbaring worden veel getallen genoemd. De zeven gemeenten zijn letterlijk zeven gemeenten. De twaalf stammen waren letterlijk twaalf stammen. De alwetende God heeft weet van de afstamming van elke Israëliet en kan uit elke stammen 12.000 mannen selecteren. Er is geen voldoende grond om een symbolische betekenis te nemen en de letterlijke uit te sluiten.

Letterlijke uitleg

Hen die deze uitleg voorstaan nemen het getal 144.000 letterlijk. Sommigen nemen het getal letterlijk, maar Israël figuurlijk: het zou gaan om uitverkorenen die een rol spelen in het einde van deze periode. Het ligt het meest voor de hand om zowel het getal 144.000 als de woorden “stam van de zonen van Israël”, “stam Juda”, “stam Ruben” enz. letterlijk te verstaan. Het gaat om 144.000 Israëlieten, 12.000 uit elk van de genoemde stammen.

Verdere opmerkingen

Sommigen menen dat als de uitdrukking “de kinderen Israëls” letterlijk is te nemen, dan ook die getallen letterlijk moeten genomen worden. Ik meen niet dat dit daarom zo hoeft te zijn. Er zit alleszins een duidelijke symboliek in die getallen. Twaalf is in de Schrift het symbool van Gods volk en de volheid van de Goddelijke regering met betrekking tot de aarde (vgl. 12 stammen, 12 apostelen). De aanwezigheid van deze symboliek geeft ons echter nog niet het recht om het getal 144.000 als een louter allegorisch getal te zien.

Aangezien het nodig is om bepaalde dingen in de twee hoofdstukken te vergeestelijken om ze tot twee afzonderlijke groepen te maken, en dat een letterlijke interpretatie ze identiek zou maken, lijkt het beste om ze als hetzelfde te beschouwen.

Samenvattend zou ik zeggen neem de aantallen symbolisch en de stammen van Israël letterlijk. U kent mijn ‘Leitmotiv? “In hoofdzaken eenheid, in andere zaken verdraagzaamheid en in alles de liefde!”

De bestemming van het overblijfsel.

Over hen die tot de Heer gebracht worden door de bediening van de 144.000 in Openbaring 7:15-16, schrijft Johannes: “Daarom zijn zij voor de troon van God en dienen Hem dag en nacht in zijn tempel; en Hij die op de troon zit, zal onder hen wonen. Zij zullen niet meer hongeren en niet meer dorsten, en de zon zal hen niet meer treffen, noch enige hitte. Want het Lam, dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en zal hen leiden naar de levende waterbronnen; en God zal alle tranen van hun ogen afwissen. Zij worden gezien “voor de troon” (Op.14:3). Aldus is de bestemming van dit overblijfsel het koninkrijk waarover Christus zal regeren vanaf de “troon van David”. “Jezus zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, gij, die Mij gevolgd zijt, zult in de wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen op de troon zijner heerlijkheid zal zitten, ook op twaalf tronen zitten om de twaalf stammen van Israël te richten”; “Hij zeide tot haar: Wat wilt gij? Zij zeide tot Hem: Zeg, dat deze mijn twee zonen mogen zitten, een aan uw rechterzijde en een aan uw linkerzijde in uw Koninkrijk.” (Mat.19:28; 20:11) Deze beloften zijn niet hemels, maar aards, en zullen vervuld worden in het millennium.

Zie in de rubriek Israël het artikel: Israël in de Openbaring

Zie in de rubriek Eschatologie het artikel: Het overblijfsel van Israël

______________________________________________________________________________