Diverse Onderwerpen – Gekruisigd door christenen – Valse of Verkeerde leer?

15 augustus, 2023

Rubrieken: Diverse Onderwerpen

‘Gekruisigd door christenen’

Valse of verkeerde leer?

Inleiding

Valse of verkeerde leer, wat is het verschil? Wanneer kan je van valse leer spreken? Dat er verschil van mening bestaat over veel onderwerpen in de Bijbel is geweten en daar zullen we mee moeten leren leven. Aan dat verschil van mening kunnen allerlei oorzaken aan ten grondslag liggen, bv. of je geestelijk of niet geestelijk bent (1Kor.2:13-16), of je een kind of volwassene in het geloof bent (1Kor.3:1). Of je zwak of sterk in het geloof staat (Rom.14:1) en of je verdraagzaam bent of niet, om er maar enkele te noemen. Verder dienen we ons af te vragen wat ik, (wij) als norm voor ons denken en geloven nemen; dat is uiteraard de Bijbel! Maar is verschil van mening dan te classificeren als valse leer? Ik noem maar een heet hangijzer als de hoofdtooi van de vrouw waarover veel discussie rond is, of de positie van de vrouw in de gemeente, en zo zijn er legio voorbeelden te noemen.

De veel geciteerde gezegde, die ik ook als mijn persoonlijk ‘Leitmotiv’ genomen heb, luidt: ‘In hoofdzaken eenheid, in bijzaken verdraagzaamheid en in alles de liefde’. Deze gezegde maakt al duidelijk dat er hoofdzaken en bijzaken zijn. De hierboven aangehaalde onderwerpen, zoals hoofdtooi en positie van de vrouw, zijn wat mij betreft ‘bijzaken’, deze tasten de basis van het christelijk geloof niet aan. Hoofdzaken zijn belangrijker en dienen als norm van ons Bijbels geloof, waarover we dienen te waken. Een vroeg voorbeeld daarvan is het concilie van Nicea (325 n.Chr.) dat bijeengeroepen werd vanwege verschil van mening over de persoon Jezus in de drie-eenheid.

Bijbelgedeelten die betrekking hebben op de valse leraren van de laatste dagen.

De periode die wordt geïdentificeerd als ‘de laatste dagen’ voor de Gemeente, hoewel buitengewoon kort in vergelijking met andere tijdperken en bedelingen, neemt in het Nieuwe Testament een onevenredige plaats in. Die tijd is aan het einde van de christelijke jaartelling, en onmiddellijk voorafgaand aan de opname van de Gemeente van de aarde en de introductie van de Grote verdrukking in de wereld. Deze ‘laatste dagen’ worden gekenmerkt door valse leraren. Van deze leraren wordt nooit gezegd dat ze behouden zijn, en vanwege het eigenaardige karakter van hun goddeloosheid brengen ze een snel verderf over zichzelf. Ze verschijnen pas in de ‘laatste dagen’ en maken dus geen deel uit van het hele tijdperk van de Gemeente. De ongekende en enorme verscheidenheid van allerlei denominaties binnen het christendom de laatste honderdvijftig jaar getuigd daarvan. Drie passages dienen daarvoor als bewijs:

1 Timotheüs 4:1-5

‘De Geest nu zegt uitdrukkelijk, dat in de latere tijden sommigen van het geloof zullen afvallen, terwijl zij zich zullen bezighouden met verleidende geesten en leringen van demonen die in huichelarij leugen spreken en hun eigen geweten hebben dichtgeschroeid.’

Niet de hele context wordt geciteerd, maar er wordt genoeg gepresenteerd om aan te geven dat door een eigenaardige en ondubbelzinnige inspiratie wordt gezegd dat mannen met gezag in de Gemeente zich in de laatste tijd zullen afkeren van dat systeem van de leer dat ‘het geloof’ wordt genoemd, en in plaats daarvan leerstellingen van demonen vervangen. Sommigen veronderstellen, zonder rechtvaardiging, dat deze leraren gelovigen zijn die niet wedergeboren afvalligen zijn geworden. De passage beweert, in overeenstemming met de andere geschriften die op dezelfde algemene waarheid betrekking hebben, niet meer dan dat deze belangrijke personen, die enig begrip hadden van ‘het geloof’ (vgl. Judas 1:3), het weergeven in die mate dat ze zich wenden tot de leer van demonen. Trouwens de idee dat sommigen die eenmaal gered zijn, weer verloren zijn, krijgt geen steun van dit Schriftgedeelte.

2 Petrus 2:1-22

‘Er waren echter ook valse profeten onder het volk, zoals er ook onder u valse leraars zullen zijn, die verderfelijke sekten heimelijk zullen invoeren en de Meester die hen gekocht heeft, zullen verloochenen en een spoedig verderf over zichzelf brengen. En velen zullen hun losbandigheden navolgen, en om hen zal de weg van de waarheid gelasterd worden. En door hebzucht met verzonnen woorden zullen zij koopwaar van u maken, het oordeel rust niet voor hen van oudsher en hun verderf sluimert niet.’

Deze passage, te uitgebreid om hier volledig vermeld te worden, is grotendeels een identificatie van de leraren van de laatste dagen. Men zegt dat ze ketterijen inbrengen, vroegere goddelijke oordelen verwerpen, engelen en goddelijke regeringen verachten en de rechte weg hebben verlaten. Dezen, die aan de bevlekkingen van de wereld zijn ontvlucht door de kennis van de Heer als Verlosser Jezus Christus – niet door de aanvaarding van Christus als Verlosser, maar omdat ze veel waarheid aan Christus verschuldigd zijn, welke waarheid ze verzaken en verdraaien. In plaats van gezegend en gered te worden door de waarheid, wenden ze zich tot ketterijen. Aan hen was ‘de weg van de gerechtigheid’ en het ‘heilige gebod’ toevertrouwd; toch wenden ze zich tot datgene wat hen kenmerkt als valse leraren. Ze worden vergeleken met een hond en met een zeug. In de huidige tijd zou er geen aarzeling moeten zijn om niet wedergeboren geestelijken te herkennen en te ontmaskeren.

Judas vers 3-4

‘Geliefden, terwijl ik alle bereidwilligheid had u te schrijven over onze gemeenschappelijke behoudenis, werd ik genoodzaakt u te schrijven met de vermaning om te strijden voor het geloof dat eenmaal aan de heiligen overgeleverd is. Want bepaalde mensen zijn binnengeslopen, die van ouds tot dit oordeel tevoren opgeschreven zijn, goddelozen, die de genade van onze God veranderen in losbandigheid en onze enige Meester en Heer Jezus Christus verloochenen’.

Nogmaals, de betreffende passage overschrijdt de redelijke grenzen van een citaat. Aangezien Judas een tweede getuige is van de waarheid die de apostel Petrus in de bovenstaande passage naar voren brengt, valt er een overeenkomst op te merken. Judas’ specifieke identificatie van de valse leraren wordt onthuld in de verzen 16-19, die luiden: ‘Dezen zijn morrenden, klagers over hun lot die naar hun begeerten wandelen, en hun mond spreekt gezwollen taal en zij bewonderen personen ter wille van voordeel. Maar u, geliefden, denkt terug aan de woorden die tevoren zijn gesproken door de apostelen van onze Heer Jezus Christus, dat zij u zeiden dat er in het laatst van de tijd spotters zouden zijn, die naar hun eigen goddeloze begeerten wandelen. Dezen zijn het die zich afscheiden, natuurlijke mensen die de Geest niet hebben.’

De koers die deze valse leraren volgen met betrekking tot de waarheid van God is er een van afval. Het mag duidelijk zijn dat er hier niet gaat om gelovigen die in de laatste dagen leven, en dat er geen verwijzing is naar mensen uit die periode in het algemeen, maar alleen voor de valse leraren zelf.

Hoofdzaken en Bijzaken van het Bijbels geloof

Je kan meerdere onderwerpen, die deel uit maken van het christelijk geloof, classificeren als hoofdzaken. Bijvoorbeeld de drie-eenheid (God als schepper van hemel en aarde, de Heilige Geest en de persoon van Christus), het heil in Christus, de zondigheid van de mens, de verlossing, de verzoening, het Woord van God, de Bijbel en ga zo maar door. Voor al deze onderwerpen geldt, dat wie daarvan afwijkt tot een valse leraar gerekend mag worden, omdat ze de grondslagen van het christelijk, bijbels geloof aantasten. Vooral met de komst van de Verlichting in de achttiende eeuw, waarin het verstand over het geloof is gaan heersen, zijn er talloze namen te noemen die afwijken van de ‘leer van de apostelen’ Maar ook de traditie als beginsel voor het christelijk geloof gerekend door de RK-kerk, wijkt op een groot aantal terreinen af van de canon. In het kader van de bespreking van het boekje ‘Gekruisigd door christenen’ beperk ik mij tot het Bijbels onderwijs betreffende de drie-eenheid in het bijzonder over de persoon van als Vader en de Zoon.

Christus in ‘Gekruisigd door christenen’

In het boekje wordt, op z’n zachts gezegd, nogal een vertekend beeld van de persoon van de Heer Jezus gegeven. Maar dat niet alleen, ook de relatie tussen Vader en Zoon is verre van Bijbels te noemen. Ik neem maar een voorbeeld uit hoofdstuk 4 en citeer het volgende: ‘Wie heeft zijn kruis, zijn kruisiging veroorzaakt? Wie was het die zijn Golgotha beraamd heeft?’. Het antwoord dat gegeven wordt? Het was mijn Vader! Was het God die Jezus kruisiging veroorzaakt heeft, waren het niet veel meer onze zonden? Zo zegt Jesaja: ‘Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden.’ (Jes.53:5). Maar in het boekje wordt over zonde en zonden met geen woord gerept!

En wat te denken van het volgende citaat uit hoofdstuk 18: ‘Jezus en zijn Vader hadden een diepgaand meningsverschil. Jouw Heer had een totaal andere mening dan zijn Vader over de vraag of Hij wel of niet aan het kruis moest gaan’ De fantasie van de auteur slaat op hol, waar haalt hij dat vandaan? De Goddelijkheid van de Heer Jezus wordt hier totaal onderuit gehaald. Ik citeer nog maar eens: ‘Het kruis is een idee van de Vader. Is het niet ongelooflijk dat de Vader van jouw Heer wilde dat Jezus gekruisigd werd?’

In hoofdstuk 20 lezen we: ‘Jezus Christus werd gekruisigd, omdat het Hem aan iets ontbrak. Er was iets wat Jezus Christus niet wist, iets wat hij moest leren. Er ontbrak iets in het leven van Jezus Christus. De Zoon heeft geleerd dat alleen een kruisiging Hem kon leren.’ Tot zover enkele citaten uit dit hoofdstuk. In de Bijbelstekst Hebreeën 5:8 (trouwens de enige tekst die in dit boekje vermeld is!) wordt het woordje ‘geleerd’ uitgelegd als iets wat iemand nog niet weet, terwijl het de bedoeling is het woordje te lezen als ‘ervaren’. Dus: ‘gehoorzaamheid ervaren uit hetgeen Hij heeft geleden.’ Ook hier wordt de Goddelijkheid en de Volmaaktheid van de Heer Jezus ontkent. ‘Johannes 18:4 Jezus dan, Die alles wist wat er over Hem komen zou, trad naar voren en zei tegen hen: Wie zoekt u?’ (Joh.18:4). Maar ook de volgende teksten laten ons zien dat de Heer Jezus alles wist en op de hoogte was alle dingen: bijvoorbeeld Joh.6:6, 15, 61; 13:1, 3, 11; 16:19; 18:4).

God in ‘Gekruisigd door christenen’

En wat dacht u van het volgende citaat uit hoofdstuk 9? Jij… werd… gekruisigd volgens plan, met toestemming en bij voorkeur. Je werd gekruisigd naar de wil van God. Alleen met Hem moet je vrede sluiten. Het is niet gemakkelijk God te vergeven… maar het is wel noodzakelijk.’ Moeten wij God vergeven, moeten wij vrede sluiten met God? Zo ja, wat heeft God dan gedaan dat we Hem moeten vergeven en vrede moeten sluiten? Wel dat leert ons hoofdstuk 5, en wat lezen we daar, ik citeer: ‘Hij (God) heeft bepaald wie valse verklaringen tegen jou zouden afleggen; degenen die de roddels zouden verspreiden, die achter je rug om zouden fluisteren. Hij (God) heeft de mensen uitgekozen die jou uiteindelijk naar voren zouden roepen voor verhoor. Hij (God) heeft grove woorden geschreven die naar je hoofd werden geslingerd; Hij (God) heeft degene geselecteerd die deze woorden uitspuugde.’ Dus God stookt de ene christen tegen de ander op en geeft die persoon ook nog allerlei vuile dingen in zijn hart om die te uiten tegen een medechristen. Ongelofelijk, verschrikkelijk om zoiets te durven insinueren! Dit is je reine Godslastering! Ik meen te weten dat God niemand verzoekt (Jak.1:13). God wordt in dit boekje afgeschilderd als de grote boeman, als degene die jou, via anderen (die vrijuit gaan, want het verkeerde wat zij ten opzichte van jou hebben gedaan, is toch door God bewerkt?) heeft gekruisigd, wat dat ook mag betekenen…

En wat moet je verder met het volgende cryptisch citaat uit hoofdstuk 24: ‘Niets kan Jezus Christus nog tegenhouden, want Hij is boven de dood uitgestegen. Alle andere vijanden kunnen Hem minder aandoen dan de Dood. Er is geen vijand zo groot als de Dood. Jezus Christus werd door de Dood gedood, daarna versloeg Hij de dood en verrees. De dood zal Hem nooit meer kunnen raken. De Dood is minder dan wat Christus is. Ook de kruisiging is minder dan wat Christus is.’ Nee, de Schrift leert: Daarom heeft de Vader Mij lief, omdat Ik mijn leven afleg, opdat Ik het weer neem. Niemand neemt het van Mij, maar Ik leg het uit Mijzelf af; Ik heb macht het af te leggen en heb macht het weer te nemen.’ (Joh.10:17-18).

Resterende opmerkingen

De duivel, de vader van de leugen, wordt in dit geschrift niet eens vermeld. God krijgt de schuld van alles! Het vermelden van de zonde als macht die in de mens woont en hem tot zondigen aanzet wordt niet vermeld. Aan allerlei begrippen zoals ‘kruisigen’ en ‘vernietigen’ worden volkomen onjuist toegepast en vinden absoluut geen steun in de Bijbel. Nergens is te lezen dat de heer Jezus, het Lam van God was die de zonde van de wereld zou wegnemen (Joh.1:29).

Ik laat het hierbij, en ga voorbij aan het vreemde verhaal in de hoofdstukken 12-14, en naar hetgeen ik in dit boekje heb ontdek, classificeer ik het als vals leer omdat er afgeweken wordt van een aantal hoofdwaarheden van het Bijbels christelijk geloof. Het beeld wat hier van God en de Heer Jezus geschetst wordt staat ver af en is niet overeenstemming met wat wij daarover in Gods Woord mogen ontdekken. Christenen, met een grote behoefte aan zelfmedelijden, of christenen die niet de moed hebben om onrechtvaardige handelingen gedaan door andere christen uit te spreken kunnen hun klachten dan tot God richten, die dat volgens hen op zijn geweten heeft!!

______________________________________________________________________________________________________________________________