'In hoofdzaken eenheid, in bijzaken verdraagzaamheid en in alles de liefde'
En dit niet alleen, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, omdat wij weten dat de verdrukking volharding teweegbrengt, en de volharding ondervinding en de ondervinding hoop.
Hieronder een aantal Bijbelgedeelten die geschikt kunnen zijn voor het voorbereiden van een begrafenispreek. Deze voorbeelden zijn door mij niet als preek uitgewerkt en soms zijn het gewoon wat opmerkingen waar u misschien iets mee kunt doen. Omdat begrafenispreken vaak heel persoonlijk van aard zijn en telkens anders van inhoud naar gelang de persoon en diens achtergrond en functie in kerk en/of maatschappij is een volledig preek voorbeeld niet mogelijk en wenselijk.
1. Markus 5:21-24, 35- 43
Gedachtenlijn: Wandelen in de duisternis. Ook al zie je niets, toch geloven. Jaïrus zag op Jezus; de mensen zagen alleen het dode meisje. Jezus zag het meisje als een slapende. Waarom werd het meisje opgewekt, opdat wij kunnen geloven dat Jezus in staat is om ook ons eenmaal op te wekken. Heeft u het geloof van Jaïrus? Heeft u dat geloof? Ziet u op de Genezer of op het dode lichaam? Ziet u op de dood of op de mogelijkheid van een nieuw leven?
(1) ‘Wie in de duisternis wandelt weet niet waar hij heen gaat’ (Joh.12:35).
‘Het geloof nu is de zekerheid van wat men hoopt, de overtuiging van wat men niet ziet’ (Heb.11:1).
(2) ‘Wie is toch deze dat zelfs de (Luk.8:25)
Richt je aandacht op de Genezer, niet op de zieke.
(3) ‘Onze vriend Lazarus slaapt, maar Ik ga heen om hem uit de slaap te wekken’ (Joh.11:11).
Kijk naar de dood vanuit het perspectief van de Genezer, niet van de zieke. ‘Het kind is niet gestorven, maar slaapt’ (Mark.5:39)
(4) Besluit. ‘Wie mijn woord hoort en gelooft Hem die Mij heeft gezonden, die heeft eeuwig leven’ (Joh.5:24)
2. Lukas 2:25-32 – Preek voor een oudere gelovige
Simeon
(a) Let op zijn ogen: een belofte werd vervuld: hij zag Jezus
(b) Let op zijn lippen: hij prees God
(c) Let op zijn hart – het ervaarde Gods vrede
(1) Hij of zij is van ons heengegaan
(2) De dood is onvermijdelijk
(3) Zijn dood was voorzegt
(4) Zijn dood kwam na een vruchtbaar leven
(5) Zijn dood was vredevol; hij had de Heiland gezien
N.B.: Een uitwerking van dit tekstgedeelte kunt u vinden op mijn website in de Rubriek: Bijbel – Nieuw Testament – Lukas 2 – Plotseling zal Hij tot zijn tempel komen
3. Johannes 11 – De opwekking van Lazarus –
“Jezus zei tegen haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven, en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid.” (Joh.11:25-26)
Inleiding
Dat de dood altijd onverwacht kan komen ervaren we dagelijks. Veel mensen sterven door een ongeval op de weg of door een ziekte. Sommige sterven onverwacht, plots, anderen hebben een lang ziekbed maar alle mensen zullen sterven daaraan ontkomt niemand.
De zusters van Lazarus bleven wij ook met veel vragen zitten en ook wij hebben nog veel vragen. Waarom heeft Jezus niet ingegrepen? Waarom is Jezus niet gekomen toe we Hem geroepen hebben? Had het niet anders gekund?
N.B.: Een uitwerking van dit tekstgedeelte kunt u vinden op mijn website in de Rubriek: Biografieën – Nieuw Testament – Johannes 11 – Lazarus
4. Johannes 14
“Uw hart worde niet ontroerd; gij gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis mijns Vaders zijn vele woningen anders zou Ik het u gezegd hebben want Ik ga heen om u plaats te bereiden.”
Wanneer en Christen sterft, gaat hij of zij naar de hemel, omdat
1e. De Heer Jezus daarvoor met zijn leven betaald heeft (1Thes.5 :9-10)
2e. De Heer Jezus het beloofd heeft (Joh.14 :1-6)
3e. De Heer Jezus ervoor gebeden heeft (Joh.17:24)
Voordat de Heer Jezus naar het kruis ging om voor ons te sterven, bemoedigde Hij zijn navolgers door vier opmerkingen. U kunt ze hieronder vinden in Johannes 14.
(1) Dood is werkelijk – we kunnen het niet ontkennen.
‘Het staat vast dat de mensen eenmaal moeten sterven en het oordeel daarop volgt’
(Heb.9:27)
(2) Het evangelie is werkelijk – we moeten het aanvaarden.
“Want alzo liefheeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat eenieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.” (Joh.3:16)
(3) De hemel is werkelijk – we mogen ernaar verlangen.
“Ik verlang heen te gaan en met Christus te zijn, want dit is verreweg het beste.” (Fil.1:23)
(4) Christus wederkomst is werkelijk – we mogen het verwachten.
“Want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan.” (1Thes.5:16)
N.B.: Een uitwerking van dit tekstgedeelte kunt u vinden op mijn website in de Rubriek: Bijbel – Nieuw Testament – Johannes 14 – Waarvoor Jezus gekomen is.
5. Handelingen 13:33-39 – Voor een trouwe dienstknecht – bijvoorbeeld David
1e. In het leven diende hij de Heer.
David diende ook de Heer – zijn Psalmen (1Joh.2:17)
2e. In de dood: hij/zij slaapt, in afwachting van de opstanding (Ps.30:4).
N.B.: Een uitwerking van dit tekstgedeelte kunt u vinden op mijn website in de Rubriek: Bijbel – Nieuw Testament – Handelingen 13 – Paulus rede tot de Joden
6. Romeinen 8:23-25
‘Ik weet zeker dat wat voor lijden wij hier ook doormaken, het in het niet valt bij de schitterende heerlijkheid die God ons straks zal laten zien’ (Rom.8:23-25)
Inleiding.
(1) Uit dit gedeelte blijkt dat het leven van een gelovige een vervolg heeft. De apostel Paulus zegt het zo: ‘Heen te gaan en met Christus te zijn want dit is verreweg het beste’ (Fil.1:23; 2Kor.5:8; Luk.23:43)
(2) …omdat de Hij ervoor betaald heeft (1Thes.5:9-10)
“Want Gods bedoeling met ons is niet dat wij veroordeeld worden, maar dat wij gered worden door onze Heer Jezus Christus. Hij is voor ons gestorven opdat wij, of we nu op aarde zijn of gestorven zijn, samen met hem zullen leven.”
(3) …omdat Hij het beloofd heeft
“Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op mij. In het huis van mijn Vader zijn veel kamers; zou ik anders gezegd hebben dat ik een plaats voor jullie gereed zal maken? Wanneer ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom ik terug. Dan zal ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar ik ben. Jullie kennen de weg naar waar ik heen ga.” Toen zei Tomas: ‘Wij weten niet eens waar u naartoe gaat, Heer, hoe zouden we dan de weg daarheen kunnen weten?’ Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven.”
(Joh.14:1-6)
(4) …omdat Hij er voor gebeden heeft (Joh.17:24)
“Vader, u hebt hen aan mij geschonken, laat hen dan zijn waar ik ben. Dan zullen zij de grootheid zien die u mij gegeven hebt omdat u mij al liefhad voordat de wereld gegrondvest werd.”
N.B.: Een uitwerking van dit tekstgedeelte kunt u vinden op mijn website in de Rubriek: Bijbel – Nieuw Testament – Handelingen 13 – Paulus rede tot de Joden
7. De hoop van een gelovige – 2 Korintiërs 5:1-8
Inleiding.
Ons lichaam wordt afgebroken.
Ons lichaam raakt in verval.
De dood is onvermijdelijk.
Wij weten.
Hoe weten wij en wat weten wij?
(1) Wij weten dat de Heer Jezus is opgewekt, (2Kor.4:14) en omdat Hij leeft, zullen ook wij leven (Joh.14:19).
(2) Het lichaam vergaat maar de Geest keert weer tot God (Pred.12; 1Kor.15:42v.)
Wij zuchten.
Paulus wilde het liefst de Heer Jezus ontmoeten bij zijn wederkomst.
Het zuchten is geen klagen, maar een verlangen naar Christus (Fil.1:23; Rom.8:23)
Wij hebben goede moed.
Daarom hebben wij altijd goede moed… want God heeft ons zijn Geest als onderpand gegeven (Ef.1:13; Rom.8:16, 23; 2Kor.1:22)
Ons verblijf in het lichaam verlaten. In 2Tm4:6 zegt Paulus: ‘de tijd van mijn heengaan is aangebroken’. (Vgl. 2Petr.1:14; Fil.1:23)
N.B.: Een uitwerking van dit tekstgedeelte kunt u vinden op mijn website in de Rubriek: Bijbel – Nieuw Testament – 2 Korinthiërs – Volharing van Paulus
8. 2 Tim.4 – Afscheidswoorden
‘Want ik word al als een drankoffer uitgegoten en de tijd van mijn heengaan is aangebroken. Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop geëindigd, ik heb het geloof behouden. Overigens is voor mij de kroon van de gerechtigheid weggelegd, die de Heer, de rechtvaardige Rechter, mij in die dag zal geven; en niet alleen mij, maar ook allen die zijn verschijning hebben liefgehad.’
N.B.: Een uitwerking van dit tekstgedeelte kunt u vinden op mijn website in de Rubriek: Bijbel Nieuw Testament – 2 Tim.4 – Afscheidswoorden
9. Psalm 90 – De eeuwige God en de vergankelijkheid van de mens.
(1) Een ervaringsdeskundige aan het woord.
Getuigenis van Mozes (vs.1)
Oudste Psalm, omdat Mozes het geschreven heeft.
Gedurende de woestijnreis had Mozes God ervaren
(Deut.8; Joz.1:5).
‘Woorden van wijzen, in rust aangehoord, zijn beter dan het geschreeuw van een heerser onder dwazen.’ (Pr9:17)
(2) Wij zijn reizigers en wat is onze bestemming?
God is eeuwig, de mens tijdelijk (vs.2-6)
‘Weet u waar uw reis heen is?’ (Verhaaltje: dronken man in bus)
(3) Wij zijn leerlingen en het leven is onze school.
God is heilig, de mens zondig (vs.7-12)
‘Laat mij Here, mijn einde kennen, en welke de maat van dagen is, laat mij weten hoe vergankelijk ik ben’ (Ps.39:5)
‘Mij spreekt de blomme een tale’ (Alice Nahon)
(4) Wij zijn gelovigen en de toekomst is verzekerd.
God is liefde en wil de mens zegenen (vs.13-17)
“Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat eenieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.” (Joh.3:16)
‘God wil niet dat iemand verloren gaat’ (2Pt3:9).
N.B.: Een uitwerking van dit tekstgedeelte kunt u vinden op mijn website in de Rubriek: Bijbel Oude Testament – Wijsheidsboeken – Psalmen
10. Prediker 12:5-7
Titel: Bereid u om uw God te ontmoeten!
Het houdt niet op met de dood!
“Een mens weet nooit wanneer hem iets zal overkomen. Hij is als een vis die in het net wordt gevangen en als een vogel die in een strik komt vast te zitten. Evenals zij worden de mensenkinderen verstrikt ten tijde des kwaads, als dit hen plotseling overvalt.” (Pred.9:12)
Indeling
(1) Leven & Dood
De dood is onvermijdelijk en vaak onverwacht.
Het is de mens gezet om eenmaal te sterven (Heb.9:27).
(2) Voorbereiding.
Gedenk dan uw Schepper in uw jongelingsjaren, voordat… (Pred.12:1)
(3) Je eeuwig huis.
“Want de mens gaat naar zijn eeuwig huis!”
N.B.: Een uitwerking van dit tekstgedeelte kunt u vinden op mijn website in de Rubriek: Serie: Het boek Prediker – deel 11