Geschiedenis Christendom – De Vroege Middeleeuwen – Deel 3 – De Germanen

18 juni, 2025

Geschiedenis van het Christendom

De Vroege Middeleeuwen – ± 500-1000

Deel 3 – De Germanen

Woord vooraf

Ik heb deze reeks studies de titel ‘Geschiedenis van het Christendom’ gegeven, en het wordt tijd om de term ‘Christendom’ te verklaren. Je kunt namelijk pas echt van Christendom spreken na het edict van Theodosius de Grote in 380 waarin hij het christelijk geloof tot staatsgodsdienst verklaarde. Vanaf dat moment kan men spreken van de staatskerk en ook van het christendom. De term ‘christendom’ heeft behalve een religieuze, ook een sociologische betekenis: hij slaat op de innige vervlechting van het christendom, de cultuur en de sociaal-politieke verhoudingen. Feitelijk wil dat zeggen dat er homogene, christelijk geïnspireerde samenleving is, waar de geloofsbeleving niet alleen door een persoonlijke keuze gedragen wordt, maar evenzeer door de sociale en politieke context. Dat kwam bijvoorbeeld tot uitdrukking in de bestrijding van het Arianisme, dat de godheid van Christus ontkende. Door het samenspannen van staat en kerk werd het Arianisme definitief verworpen.

Inleiding

De rivier de Rijn vormde de grens van het Romeinse rijk, een verdere expansie naar het noorden kwam er niet meer. De rechteroever van de Rijn moest, na de nederlaag in het jaar 9 n.Chr. van de Romeinse generaal Varus door de Germaanse aanvoerder Arminius in het Teutoburgerwoud, in het huidige Duitsland, worden opgegeven. Dat wilde echter niet zeggen dat de Germanen geen bemoeienissen hadden met het Romeinse rijk, integendeel! Als grensgebied kwamen er al gauw handelsbetrekking tussen de Germanen en Romeinen tot stand. Geleidelijk aan werden de banden tussen beiden volken sterker; stapsgewijs werden de Germanen geromaniseerd en vormden geen bedreiging meer voor Rome. Dat betekende dat aan het begin van de derde eeuw het leger voor Germaanse eenheden werd open gestald, met behoud van hun leiders. Rond 361 waren de Germanen al doorgedrongen in de hoogste militaire kringen en hun loyaliteit aan Rome ging voor aan hun eigen stam. Meer en meer vestigden Germanen zich in het Romeinse rijk.

De Germanen

De Germanen is een verzamelnaam voor de volken en stammen uit de oudheid die een Germaanse taal spraken, zoals de Bataven, de Gothen, de Saksen en de Friezen. Ze ontwikkelden een eigen alfabet in runen. Lange tijd leefden ze in Europa naast de Romeinen en Kelten, van wie ze ook grote gebieden innamen. In de tijd van de Romeinen woonden in West- en Noord-Europa Keltische en Germaanse stammen. Visigoten, Ostrogoten, Vandalen en Franken rekenen we tot de Germaanse stammen met een eigen taal, godsdienst en cultuur. De Keltische stammen werden door de Romeinen Galliërs genoemd. De stammen verschilden onderling sterk maar hadden een gemeenschappelijke taal. Het is daarom moeilijk over Germanen te spreken zonder verdere aanduiding. De grenzen van het Romeinse rijk in het noorden en oosten stonden onder druk. Voortdurend verplaatsten Germaanse en Keltische stammen zich en duwden tegen de grenzen aan. Sommige stammen kwamen met toestemming binnen de grenzen van het Romeinse Rijk wonen. Zij waren dan verplicht om een eed van trouw aan Rome te zweren, belasting te betalen en hulptroepen te leveren aan het leger. De Germaanse legers die deel uitmaakten van het Romeinse leger, leken in omvang en organisatie op de oorspronkelijke Romeinse legioenen. In tijden van Romeinse zwakte kregen de Germanen steeds meer zelfbestuur op hun grondgebied binnen het Romeinse Rijk. Op den duur telde de Romeinse legerleiding meer Germanen dan Romeinen. Toen in de 3e eeuw de Hunnen vanuit het Oosten oprukten had dat grote gevolgen. Germaanse stammen sloegen op de vlucht en verspreidden zich over heel Europa. Het Romeinse rijk werd gesplitst in een oostelijk en westelijk deel. Zo wilden de Romeinen de aanvallen van buitenaf beter weerstaan. In het oosten lukte dat maar in het westelijk deel van het Romeinse Rijk werd de laatste keizer in 476 afgezet door de Germaanse generaal Odoaker (435-493). Hij was de aanvoerder van de Germaanse huurlingen in het Romeinse leger. De Germanen stichtten op de restanten van het West-Romeinse Rijk een aantal koninkrijken. De Germaanse volken hadden in de loop van de tijd de taal en gewoonten van de Romeinse bevolking overgenomen, inclusief het christelijke geloof dat zich door het hele rijk had verspreid.

Foederatie

Foederati (meervoud van Latijn foederatus, “verbonden”) is een term die nu vooral geassocieerd wordt met de Barbaarse stammen die in de loop der tijd door de Romeinen geaccepteerd werden als bondgenoten, mede ter verdediging van de Rijksgrenzen. In de eerste eeuwen na het begin van de jaartelling kreeg het begrip foederati een ruimere invulling. Eerst bonden de Romeinen bepaalde stammen als foederati aan zich door ondersteuning met geld of voedsel. Later werd het foederati steeds vaker toegestaan zich binnen de grenzen van het Romeinse Rijk te vestigen. Door de feitelijke opname binnen het Rijk genoten de foederati een zekere bescherming. Aan de andere kant betaalden de foederati belasting voor deze dienst: ze leverden Rome hulptroepen voor de legioenen. Veel bekende Germaanse aanvoerders die later in opstand zouden komen tegen Rome – zoals Arminius, Julius Civilis en Alarik I – begonnen hun militaire carrière in het Romeinse leger. Als sluitstuk komt dan de Germaanse leider Odoaker.

Kerstening van de Germanen

Van een echte kerstening van de Germanen kan men niet spreken omdat veel Germanen in het Romeinse rijk verbleven en door hun maatschappelijke en culturele banden hadden ze vaak het Christendom al omarmd. Ook mogen we ervan uitgaan dat door handelscontacten tussen Germanen en Romeinen het christendom verspreid werd door mond-tot-mondreclame. Er bestaat daarover weinig informatie, maar we mogen er ook vanuit dat door de ‘christelijke’ legers het christendom bekend werd. Let wel, we spreken van verspreiding van het christendom, of zoals u wil van het Rooms-katholicisme, niet van evangelisatie in de Bijbelse betekenis! We mogen ons weleens afvragen in hoeverre het evangelie verkondigd is geweest en of mensen van die tijd werkelijk in het hart geraakt waren en tot wedergeboorte zijn gekomen. Dat was wel het geval tijdens de Reformatie en daarna, maar dat moest nog komen!

De volkerenlijst

“En God zegende Noach en zijn zonen en zeide tot hen: Weest vruchtbaar, wordt talrijk en vervult de aarde. De zonen van Noach, die uit de ark gegaan waren, waren Sem, Cham en Jafet; Cham was de vader van Kanaan. Deze drie waren de zonen van Noach, en uit dezen is de gehele aarde bevolkt. Dit zijn de nakomelingen der zonen van Noach: Sem, Cham en Jafet; hun werden namelijk zonen geboren na de vloed. Dit zijn de geslachten der zonen van Noach naar hun afstammingen, in hun volken. En van dezen verdeelden zich de volken op de aarde na de vloed.” (Gen.9:1, 19-20; 10:1, 32)

Bij het lezen en onderzoeken van de geschiedenis van de kerstening van de volkeren in West-Europa (want daarbij beperken we ons), kan de vraag bij ons opkomen waar komen al die volkeren en stammen vandaan. Daartoe geeft de Bijbel ons wel een antwoord, maar dat is heel summier. In elk geval hebben de mensen zich na de zondvloed zich over heel de aarde verspreid.

Peleg

En aan Eber werden twee zonen geboren; de naam van de ene was Peleg, want in zijn dagen werd de aarde verdeeld. Peleg was een nakomeling van Sem; zijn naam betekend dan ook ‘verdeling’ (Gen.10:25) Sommige uitleggers denken dat ‘in die dagen de aarde werd verdeeld’ wil zeggen dat de continenten zich tijdens en na de zondvloed zich gevormd hebben. Anderen denken aan de verdeling van de mensen door de spraakverwarring. Genesis 11:1 zegt: “De gehele aarde nu was een van taal en een van spraak.” Maar in vers 7-9 lezen we dat daaraan een einde komt. “Welaan, laat Ons nederdalen en daar hun taal verwarren, zodat zij elkanders taal niet verstaan. Zo verstrooide de Here hen vandaar over de gehele aarde, en zij staakten de bouw van de stad. Daarom noemt men haar Babel, omdat de Here daar de taal der gehele aarde verward heeft en de Here hen vandaar over de gehele aarde verstrooid heeft.”

We zien dan ook dat kort na de zondvloed beschavingen van hoge kwaliteit ontstaan; we hoeven alleen maar te denken aan de piramiden van Egypte. De mensen van Babel worden uiteengeslagen in vele volken, talen en naties en verspreiden zich over de aarde. Door de taalbarrière ontstonden, na de spraakverwarring, ook de rassen. Hoewel in Noach alle ras mogelijkheden erfelijk aanwezig waren kwamen die toen pas aan het licht. In Genesis 10 vinden we in de volkerenlijst de verspreiding van de mensen. De nakomelingen van Jafeth hebben de kustlanden bevolkt (vs.5) het Middellandse zeegebied en West-Europa. De nakomeling van Cham vinden we in Afrika, Azië en het Midden-Oosten (vs.10-21). Wat de bestemming is van de nakomelingen van Sem is wat onduidelijk ‘En hun woonplaats strekte zich uit van Mesa in de richting van Sefar, het gebergte in het Oosten. Dit waren de zonen van Sem naar hun geslachten, naar hun talen, in hun landen, naar hun volken (10:30-31).

Website:

Zie: Rubriek: Bijbel Oude Testament – Genesis 9-11 – De zonen van Noach

Zie: Rubriek: Bijbel Oude Testament – Genesis 11 – Een nieuw begin

Literatuurlijst

Das Grosse Bibellexikon (3 dln.) Brockhaus – ISBN: 3-417-2461-3

De Franken en het Christendom – Pierre Trouillez – ISBN 9789059087217 – Uitg. Davidsfonds

De Germanen en het Christendom – Pierre Trouillez – ISBN 978940191434 – Uitg. Omniboek

De Grote Volksverhuizing – Chayah Visser – pdf.

De kerstening van Europa – Aat van Gilst – ISBN 9789461538734 – Uitg. Aspekt

En zij werden verstrooid onder alle volken – W. Keller – ISBN 90 6084 611 7 – Voorhoeve

Handelingen der Gemeente, dl.1 en 2 – ISBN: 90-242-2625-2 – R.H. Matzken – Kok Kampen

Het ontstaan van het Christendom – Evangelische Omroep – ISBN: 90-70100-51-7

Karel de Grote – Aat van Gilst – ISBN 9059117026 – Uitg. Aspekt

______________________________________________________________________________