'In hoofdzaken eenheid, in bijzaken verdraagzaamheid en in alles de liefde'
Wat buigt u zich neer, mijn ziel, en wat bent u onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem weer loven; Hij is de volkomen verlossing van mijn aangezicht en mijn God.
Drie keizers en een Koning en hun invloed op het Christendom
Inleiding
In 476 kwam er een einde aan het West-Romeinse rijk. Oorzaak daarvan waren de binnenkomende volken die door de Hunnen verdreven werden en een zwak beleid. Met koning Clovis brak er een nieuwe periode voor het toenmalige Frankrijk aan die zo’n 1300 jaar zou duren. Ik doel op de, wat later genoemd zou worden, de absolute monarchie met als hoogtepunt de periode van de ‘zonnekoning’ Lodewijk de veertiende.
De bisschop-stadhouder
Maar laten we even teruggaan in de tijd, naar het jaar 476 n.Chr. het jaar waarin het West-Romeins Rijk ophield te bestaan. Met de val van het West-Romeinse Rijk bedoelt men de afzetting van de laatste West-Romeinse keizer Romulus Augustulus op 4 september 476 door Odoaker. Hier gingen twee eeuwen aan vooraf waarin de keizers hun greep op steeds meer gebieden verloren. Het rijk was al geplunderd was door verschillende volkeren en de Germanen en Visigoten hadden al meerdere marionettenkeizers op de troon gezet. De afzetting van de laatste keizer wordt dan ook vaak gezien als een symbolisch einde van het eens zo machtige Romeins Rijk waar allang niet meer veel van over was. Het keizerlijke hof was toen al in Ravenna gevestigd omdat dit beter te verdedigen was. De val van het West-Romeinse rijk luidde het begin van de middeleeuwen in.
Door het verval van Romeins Rijk en de onbekwame keizers, die alles maar op hun beloop lieten, ging de bestuurlijke macht van het rijk geleidelijk aan over op de kerk. In het rijk hadden de bisschoppen, als leiders van de staatskerk, immers een gezag verworven dat de facto op gelijke hoog te met dat van de burgerlijke notabelen stond. Hun maatschappelijke betekenis nam nog toe, naarmate het civiele bestuur wegkwijnde en de mensen aan hun lot overliet. Vanzelf en met de volledige steun van het volk, vulden de bisschoppen het bestuurlijk vacuüm in. De figuur van bisschop-stadhouder, die als eerste voor de belangen van zijn medeburgers op de bres staat, werd steeds zichtbaarder. Maar hij wierp zich ook op als de beschermer van het volk tegen de corruptie en de inhaligheid van staatsambtenaren.
Met deze politisering van het bisschopsambt was geen bewuste strategie gemoeid. De kerk was er niet op uit de bevoegdheden van de staat op te slokken. In de beginjaren van de 5e. eeuw waren de bisschoppen-stadhouders nog betrekkelijk zeldzaam, precies omdat op vele plaatsen de burgerlijke en militaire instanties nog hun werk deden. Maar naarmate de Germanen het staatsbestel ontregelden en de vertegenwoordigers van het keizerlijk gezag de benen namen, voelden de bisschoppen zich verplicht voor de burgerbevolking in de bres te springen.
In de Franse revolutie heeft de wereldse overheid die taken weer op zich genomen, toen de scheiding van kerk en staat een feit werd. Maar zo’n 1300 jaar heeft de RK-kerk de taak om voor het volk zorg te dragen op zich genomen en uitgeoefend.
Clovis I – Koning der Franken
De Frankische koning Clovis (ca. 466-511), ook wel bekend als Clovis I, was de eerste Frankische vorst die zich tot het christendom (Lees: de RK-kerk) bekeerde. Wie was deze Clovis en wat heeft hij betekend voor de Franse geschiedenis en de kerstening van Europa? Het volk kwam mee met de Grote Volksverhuizing (ca.300-600). De Franken kwamen het Romeinse Rijk binnen in Toxandrië – zo heette het gebied tussen het huidige Breda en Antwerpen – in 358. In dat jaar nam keizer Julianus Apostata (331-363) hen op als foederati (‘bondgenoten’) binnen het Romeinse Rijk. In 440 stichtten ze een officieel koninkrijk met als centrum Doornik. Het rijk breidde zich vervolgens uit richting het Zuiden, eerst tot de Somme, onder leiding van koning Childerik I (ca.436-481). Childerik sloot met de Romeinen en Visigoten een verbond tegen Attila de Hun en diens troepen. Onder Childeriks zoon Clovis begon de Merovingische dynastie en breidde het Frankische Rijk zich nog verder naar het zuiden uit, tot aan de rivier de Loire. De Franken profiteerden van het machtsvacuüm dat ontstond door het zich steeds verder terugtrekkende Romeinse Rijk.
Het vroege koningschap van Clovis (481-496)
Clovis werd geboren omstreeks het jaar 466 als zoon van Childerik I en Basina. Toen hij vijftien jaar was, in 481, volgde Clovis zijn vader op als koning. Kort tevoren, in 476, was de laatste West-Romeinse keizer Romulus Augustulus afgezet, waarmee een einde kwam aan het West-Romeinse Rijk. De weg naar machtsuitbreiding lag hierdoor open voor de Franken. In 486 behaalde Clovis een belangrijke overwinning op Syagrius (ca.430-486), de laatste Romeinse generaal die zich nog in Gallië bevond en die – aldus geschiedschrijver Gregorius van Tours (ca.534-594) in diens werk Historia Francorum – in opdracht van Clovis met een messteek de dood vond. Clovis trad in 492 of 493 in het huwelijk met een Germaanse – meer specifiek: Bourgondische – koningsdochter genaamd Clothilde. Ze was een dochter van het koningspaar Chilperic en Caratena. Haar Bourgondische vader was Ariaans, evenals veel andere Germaanse vorsten die tot het christendom overgegaan waren, maar haar moeder was katholiek. Onder haar invloed was ook Clothilde katholiek geworden. Zij was het die Clovis aanspoorde zich te laten dopen.
Clovis’ doop (496)
In 496 versloeg Clovis de Alemannen. In datzelfde jaar, op 25 december 496 (maar er zijn ook historici die 497, 499 of 506 als opties noemen), liet Clovis zich in de stad Reims dopen tot christen. Samen met een gevolg van 3000 Frankische krijgers en Clovis’ zussen Abboflede en Lantechilde. De meeste historici gaan er ervan uit dat het verhaal dat de overwinning op de Alemannen Clovis naar het christendom dreef, een legende is. In elk geval was hij tot deze doopplechtigheid aangespoord door zijn vrome vrouw Clothilde. Over de motieven van Clovis is in de historiografie naar voren gebracht dat Clovis hiermee de Gallisch-Romeinse aristocratie die al rooms-katholiek was, achter zich wilde krijgen. Zo kon hij de Visigoten, die een rijk hadden opgebouwd in het huidige Spanje en Zuid-Frankrijk en de ‘ketterij’ van het arianisme aanhingen – makkelijker bestrijden.
De bekering van Clovis
De bekering van Clovis tot het katholieke christendom was van groot politiek belang. Terwijl alle Germaanse vorsten ariaans of heidens waren, maakte dit hem tot de held van de katholieke Gallo-Romeinse bevolking. Hoogstwaarschijnlijk was Clovis’ bekering inderdaad ingegeven door machtspolitieke ambities. Hoe machtspolitiek zijn motief ook was, zijn doop vormde een belangrijke stap in de kerstening van West-Europa. Clovis werd gedoopt door de heilige Remigius, in het Frans saint Remi. Zijn twee zusters, Audofleda en Lantechilde, en volgens Gregorius drieduizend van zijn krijgers, volgden zijn voorbeeld. Dit aantal lijkt echter meer geïnspireerd door het Bijbelboek Handelingen 2:41, waar ook ongeveer drieduizend bekeerlingen genoemd worden. Een leger van bisschoppen en priesters zou hen allen hebben gedoopt. Een vroom christen werd koning Clovis uit het geslacht van de Merovingers allerminst. Zijn wreedheid bleef onveranderd groot en iedereen die hij beschouwde als een potentiële belager van zijn macht, werd vermoord. En zijn opvolgers zouden wat dat betreft weinig voor hem onderdoen. De geschiedenis van de Merovingers werd een aaneenschakeling van moorden en wreedheden.
Laatste regeerjaren en overlijden van Clovis (497-511)
In 507 verplaatste Clovis het machtscentrum van Doornik naar Parijs, nadat hij de Visigoten verslagen had. Op 27 november 511 overleed hij in Parijs. Bij zijn overlijden hadden de Franken zeggenschap over bijna de volledige provincie Gallië, dat voortaan Frankrijk heette: het rijk van de Franken.
Excurs I – Het Arianisme
In dit verband is het goed een woordje uitleg te geven over hat zogenaamde Arianisme, dat de voornaamste godsdienst onder de Goten die in die tijd over het grootste gedeelte van Gallië heersten. Arius (256-336) leerde dat Jezus het eerste schepsel van God was en hij loochende de eeuwige pre-existentie en wezensgelijkheid met de Vader. Volgens Arius is Christus het eerste en hoogste schepsel van God. In het arianisme wordt het dogma van de drie-eenheid niet geaccepteerd. Zowel Jezus als de Heilige Geest worden gezien als scheppingen van God, die ondergeschikt zijn. Jezus is hierbij alleen ondergeschikt aan God, terwijl de Heilige Geest ondergeschikt is aan zowel Jezus als God. In eenvoudige woorden kan het verschil tussen orthodoxie (de oosters-orthodoxe kerken, rooms-katholieke kerk en (de meeste) protestantse kerken) en arianisme als volgt worden samengevat: de orthodoxie stelt dat Jezus God en mens is, het arianisme spreekt over godgelijkend. Het tegenwoordige unitarisme, ontstaan onder invloed van de Verlichting in de zeventiende en achttiende eeuw, is een moderne variant van het oude arianisme. Het wordt bijvoorbeeld aangehangen door Jehovah’s Getuigen, die Jezus Jehovah’s eerste schepsel noemen en hem vereenzelvigen met de aartsengel Michaël. Toen in 324 Constantijn keizer werd van zowel het Oost-Romeinse rijk als het West-Romeinse rijksdeel, riep hij in 325, om de eenheid te bewaren, onder zijn voorzitterschap het concilie van Nicea bijeen. Er waren ruim 220 bisschoppen aanwezig, voornamelijk uit het oosten. Het concilie veroordeelde Arius en gaf een ‘anti-Arius-decreet’ uit. (Zie verder de Rubriek – Christologie – De Godheid van Christus).
Excurs II – Wedergeboorte versus Kerstening
Uit bovenstaande, dat met de doop van Clovis tegelijkertijd ook 3000 soldaten gedoopt werden dat er van een persoonlijke aanvaarding van het evangelie en wedergeboorte geen sprake was. We vinden daarin een duidelijk beeld van wat ‘kerstening’ inhoudt. Kerstening is het historische bekeren van niet-christelijke volkeren tot het christendom door aanhangers van het christelijk geloof en hun wereldlijke bondgenoten. Dat gebeurde vaak massaal en ook door systematisch gebruik van geweld of het inzetten van zware straffen. Deze wijze van ‘evangeliseren’ staat veraf van wat de Bijbel daaronder verstaat en wat de Heer Jezus aan zijn apostelen geboden had. We moeten dan ook de bekering die ons in de geschiedenis overgeleverd is, met een grote korrel zout nemen. Bekering ja, wedergeboorte, nee. Maar bekering waarvan en tot wie? Ook in de beschrijving van Clovis ‘bekering’ zich we geen verandering en moordde hij na zijn ‘bekering’ er nog lustig op los. Hetzelfde patroon zullen we later in nog heviger mate tegenkomen bij Karel de Grote. De kerk van de begintijd was een Instituut geworden die grote macht en invloed uitoefende in het toenmalige Europa.