Geschiedenis Europees Christendom – Deel 5 – Karel de Grote

27 november, 2024

Geschiedenis Europees Christendom

Deel 5 – Karel de Grote

Kerstening van West-Europa

Drie keizers en een Koning en hun invloed op het Christendom

Inleiding

De Frankische vorst Karel de Grote, afkomstig uit het geslacht van de Karolingers, werd in 800 de eerste West-Europese keizer sinds de ondergang van dat rijk in 476. Hij was koning, keizer en staatshervormer: zowel Frankrijk en Duitsland beschouwen Karel als grondlegger van hun natie. Tevens onderscheidde Karel zich als verspreider van het christelijk geloof, onderwijshervormer en militair genie.

Keizer is de hoogste vorstelijke titel en staat voor de heerser waaraan alle andere wereldlijke vorsten ondergeschikt zijn. In de middeleeuwen kon een Europese koning zich pas keizer noemen nadat hij door de paus was erkend. Deze pauselijke goedkeuring werd vaak pas na diplomatieke onderhandelingen gegeven. Vanaf de 16e eeuw werd de keizerstitel een erfelijke titel. Paus Leo had Karel nodig om hem te beschermen en Karel had de paus nodig om het tot keizer te brengen. Op de paus was een aanslag gepleegd. Tijdens een bezoek van de paus aan Karel kwam zeer waarschijnlijk de heroprichting van het Romeinse rijk al ter sprake. In 800 is Karel naar Rome afgereisd om de paus Leo te bezoeken om de beschuldigingen die tegen de paus werden geuit, te onderzoeken. Deze werd onschuldig verklaard. Na die besprekingen kwam de heroprichting van het Romeinse rijk ter sprake. De keizerlijke troon was vacant en de paus en alle aanwezigen vroegen Karel om de titel van keizer aan te nemen, waarin hij toestemde. Even daarna zette de paus de keizerskroon op Karels hoofd, met de woorden: ‘Heil en eeuwig leven voor de door God gekroonde Karolus Augustus, de grote vredestichtende keizer der Romeinen’. Na zijn kroning tot keizer verving Karel zijn titel ‘patricius Romanorum (Schutsheer van de Kerk) door: ‘Karel, de allergenadigste, verheven, door God gekroonde, grote en vredestichtende keizer, die het Romeinse rijk regeert en die door de genade Gods ook koning van Franken de Longobarden is’. Hij gold dus voortaan als dubbelkoning en keizer, zijn rijk werd de opvolger van het West-Romeins rijk. Karel liet op zijn keizersbul de woorden aanbrengen: Renovatio Romani imperii (Vernieuwing van het Romeinse wereldrijk). Het tot nieuw wekken van het Romeinse imperium.

Alcuinus de raadgever van Karel had hem voor zijn vertrek naar Rome geadviseerd en dringend aangeraden om naar Rome te gaan om de paus te bezoeken. Hij schreef aan de koning dat er drie waardigheden als hoogste op de wereld gelden: ‘De eerste is de apostolische waardigheid die het recht verleent de troon van de apostelleider Petrus te bestijgen. De tweede is de keizerlijke waardigheid met de wereldlijke macht over het tweede Rome… De derde is de koninklijke waardigheid die onze Heer Jezus Christus u heeft toebedeeld om u tot heerser van het christenvolk te maken. Bijgevolg rust alle heil van de kerk in uw handen…’

Karel de Grote’s betekenis voor het Christelijk geloof

Hoewel het Karel zeker niet aan strategisch inzicht ontbroken heeft, zou het een misvatting zijn om zijn ‘integratiebeleid’ uitsluitend als machtspolitiek te duiden. Willen we Karel goed begrijpen, dan moeten we hem niet slechts als machtspoliticus, maar ook als christelijk vorst serieus nemen. Niet voor niets zien we Karel in beleidsstukken en/of poëzie dikwijls gespiegeld worden aan oudtestamentische koningen als David en Josia. Deze koningen waren door God aangewezen om te regeren over de Israëlieten, Gods uitverkoren volk. Het centrale aspect van hun koningschap was niet macht maar verantwoordelijkheid: zij moesten erop toezien dat de Israëlieten niet van Gods wetten afweken. Kweten de koningen zich onvoldoende van deze taak, dan volgden van Godswege niet mis te verstane represailles. Door Karel de Grote’s optreden is de macht van de paus en van de kerk sterk toegenomen. Alcuinus, Karels leermeester en raadgever riep Karel toe: ‘Verheft u, gij door God gekozen man, en verdedigt de bruid van God, uw heer’. De twee zwaarden waarover Jezus sprak (Luk.22:38), waren volgens Alcuinus een wereldlijk en een geestelijk zwaard, door de beide dienstknechten van Christus (de keizer en de paus) gehanteerd. Op grond van Augustinus’ werk zag Karel zich door God geroepen als verdediger van de kerk om de strijd aan te binden tegen heidenen en ketters. Hij streefde naar een christelijk rijk. De kerkvader Augustinus (354-430) was er voorstander van dat de ongelovigen of niet-christenen met geweld tot de kerk werden gebracht. ‘Dwing ze om in gaan’ (Luk.14:23) was zijn advies. En dat deed Karel, hij bediende zich van roof, brandstichting, moord, mensenjacht en deportaties zonder dat de kerk daarop kritiek had… Karel toonde geen clementie met het heidendom en in dat spoor traden ook de missionarissen op. De kerstening begon doorgaans met de bekering van de koning waarop zijn volgelingen volgden. Veel bisschoppen werden door Karel zelf aangesteld en waren eigenlijk koninklijke ambtenaren. De tienden die de bisschoppen incasseerden, mochten ze voor een derde zelf houden; een derde was bestemd voor de kerk en een derde voor de onderhouding van de armen. Het was vooral Karel de Grote die, door zijn overtuiging dat hij door God tot de regering uitverkoren was, ervoor zorgde dat de positie van het christendom in zijn rijk werd versterkt. Overal in het rijk verrezen kerkgebouwen en kloosters.

De kerstening van Europa

Karels koningschap was op eenzelfde leest geschoeid, met als essentieel verschil dat hij het door God gegeven gezag over een christelijk rijk voerde. Dit rijk was minder exclusief dan het oude Israël: het kon meerdere volkeren omvatten. En dit was ook precies wat Karel zijn nieuwe onderdanen voorhield: zij mochten dan Saksen, Longobarden of Beieren zijn, tezamen vormden zij een populus christianus, een christelijke gemeenschap, onder het gezag van één christelijke vorst. Het christendom kon alleen sociale cohesie garanderen indien Karels onderdanen ook daadwerkelijk christelijk waren. Dit was niet bij alle veroverde volkeren het geval. Met name de Saksen waren in de 8ste eeuw nog sterk heidens.

Bekering van de Saksen

Terwijl Karel zich in Spanje bevond werd de oostgrens van het rijk regelmatig geplaagd door de Saksen, die meerdere malen plundertochten organiseerden op Frankisch grondgebied. In 780 vaardigde Karel daarom het decreet ‘Capitulatio de partibus Saxoniae’ uit, waarin hij vast liet leggen dat de heidense Saksen zich op straffe des doods moesten bekeren tot het christendom. Karels Saksenoorlogen werden dan ook al snel aangegrepen voor grootschalige kerstening. Karel werkte hierbij nauw samen met missionarissen uit kloosters in het Rijngebied, die vaak al langer met de Saksische missie begaan waren.

Doodstraf voor heidense praktijken. De kerstening van de Saksen was pas in de 9de eeuw voltooid. Ook zij verliep dikwijls onder dreiging van geweld. Een extreem voorbeeld hiervan vinden we in een onder Karel opgestelde wet ‘voor de Saksische gebieden’, waarin naast verscheidene vormen van politieke ontrouw ook heidense praktijken met de dood bestraft worden. Het is desondanks tekenend voor het uiteindelijke succes van de Saksische kerstening en integratie in het Frankische rijk, dat Karel door latere generaties Saksen uiterst positief herinnerend werd. De nadruk lag hierbij niet op het bloedvergieten, maar op zijn optreden als ‘Apostel der Saksen’, zoals hij door latere christelijke Saksische auteurs gedoopt werd. Dat Karel als apostel dikwijls met ‘ijzeren tong’ gepredikt had, wreven zij hem nauwelijks aan. Het was voor het eerst in de Westerse geschiedenis dat een vorst een dergelijke gewelddadige kersteningspolitiek hanteerde. Er volgde een lange oorlog, die Karel uiteindelijk pas in 804 in zijn voordeel wist te beslechtten.

Karel de Sachsenslachter

In 782 werd de Frankische staatsinrichting ingevoerd met een bestuurlijke indeling in graafschappen. In dat jaar werden op een dag 4.500 Saksische edellieden en goed getrainde en bewapende militairen gedwongen zich tot het christendom te bekeren, op straffe van moord door onthoofding; de gebeurtenis staat bekend als het Bloedbad van Verden. Het Saksische verzet onder leiding van Widukind duurde, ondanks de letterlijk moordende Frankische maatregelen en de militaire overwinningen van Karel op de Saksen, nog lange tijd voort. Weerstand van de Saksische adel werd met groot geweld neergeslagen en men gaf uiteindelijk in meerderheid op, zelfs Widukind onderwierp zich in 785, maar toch brak er in 792 opnieuw een opstand uit. Karel reageerde zowel met deportatie als met een verbetering van de juridische status van de Saksen in het koninkrijk. In 802 werd het Saksische volksrecht opgetekend en door Karel erkend. Saksen werd kort daarop door Karel de Grote en de Rooms-Katholieke kerk als definitief gepacificeerd en als deel van het Rooms-Katholieke Frankische Rijk gezien. Nooit heeft de kerk tegen het wrede optreden van Karel protest laten horen.

Vader van Europa

Na zijn dood op 28 januari 814 werd Karel de Grote opgevolgd door zijn enige nog levende zoon, Lodewijk de Vrome (778-841), het vijfde kind van zijn derde vrouw Hildegard (758-783). Hij besloot zijn vader te begraven in een kapel te Aken, die tegenwoordig onderdeel uitmaakt van de grote kathedraal. Naast zijn veroveringen verwierf Karel de Grote vooral veel aanzien met zijn culturele en economische prestaties. Niet alleen stichtte hij het grootste rijk dat Europa sinds de val van het Romeinse Rijk had gezien. Hij was heerser van een steeds groter wordend rijk. Hij had kleine maar ook grote landen veroverd. Hij had veel volksgroepen bij zijn rijk gevoegd zoals: Saksen, Lombardije, Beieren en de Spaanse Mark. Hij was koning van de Franken vanaf 768 en vanaf 800 was hij een heilige Romeinse keizer. Zo zorgde hij met zijn ‘Karolingische Renaissance’ voor een opleving van de Europese schriftelijke cultuur en zou het feodale systeem – dat door Karel sterk bevorderd werd – nog eeuwenlang invloed hebben op de politieke en economische geschiedenis van het continent.

Vader van Europa

Karel de Grote wordt dikwijls de ‘Vader van Europa’ genoemd. De Frankische koning verdient deze titel omdat hij drie eeuwen na de ineenstorting van het Romeinse Rijk een groot deel van Europa weer onder één gezag wist te brengen. Karels veldtochten hadden verstrekkende geopolitieke gevolgen. Voor het eerst sinds het uiteenvallen van het West-Romeinse Rijk waren grote delen van West-Europa weer onder één heerser verenigd. De parallel met het oude Romeinse keizerrijk vond symbolische bevestiging in 800, toen Karel door paus Leo III tot keizer gekroond werd in de Sint-Pieter in Rome. Maar of hij nu koning of keizer was, de uitdaging bleef in zekere zin hetzelfde: Karel moest zien te regeren over Franken, Longobarden, Beieren, Aquitaniërs, Saksen, Friezen, Alemannen en Thuringiërs. In politiek opzicht hield het door Karel uitgekerfde rijk slechts twee generaties stand. Zijn zoon Lodewijk de Vrome erfde nog het volledige imperium, maar onder zijn kleinzonen werd het rijk in drie deelrijken opgesplitst. Als ideaal was Karels rijk een aanzienlijk langer leven beschoren. Karels verrichtingen werden een blijvend referentiekader voor de imperiale ambities van middeleeuwse en vroegmoderne vorsten. Ook vandaag de dag geldt Karel nog als een symbool voor Europese eenwording en integratie, een project waarvan de verwezenlijking twaalf eeuwen na Karels dood allerminst vanzelfsprekend is.

Karel de Grote (regeerperiode: 768-814) verenigde een groot deel van het vroegere West-Europese Romeinse rijk. Hij wordt daarom wel de ‘Vader van Europa’ genoemd. Alle Europese vorsten ‘stammen van hem af’. Om de Europese samenwerking een historische basis te geven zegt men wel dat het Frankische Rijk van Karel de Grote de voorloper was van de Europese Unie. Een modern idee wordt op die manier kracht bijgezet met een verwijzing naar het verleden. De Karolinger Karel de Grote was een van de grootste machthebbers die Europa ooit gekend heeft, onmetelijk rijk en met een passie voor kunst. Hij wordt vaak beschouwd als de eerste Europeaan, een voorbeeld van wat nu de Europese Unie is.

Tenslotte

Het is Karel de Grote niet gelukt een blijvend Europa te vestigen. De ‘Sachsenslachter’ heeft het huidige Europa met harde vuist onder zich verenigd maar al snel na zijn dood trad het verval van zijn rijk in. Maar de droom leefde voort en vond een opvolger in Karel V, Napoleon en Hitler. Maar ook deze machthebbers en hun rijken hielden geen stand. Maar Gods beloften van een hersteld Romeins rijk kwamen wel uit in de totstandkoming van de huidige Europese Unie. Dat gezegd hebbende moeten we ons ook realiseren dat het vijfde rijk, het rijk van Christus, op het punt staat werkelijkheid te worden. Hij de Koning der koningen en de Heer der heren zal zijn rijk vestigen, een rijk dat in eeuwigheid niet zal te gronde gaan (Dan.2:44). Kom, Heer Jezus, kom spoedig!

Zie ook de Rubriek Kerkgeschiedenis en Eschatologie

____________________________________________________________________________________