Serie Leven van Jezus – Deel 10 – Terugkeer van de Koning

20 juli, 2023

Hoogtepunten uit Jezus’ leven

Deel 10

‘De terugkeer van de Koning’

Inleiding

Dat de Heer Jezus eenmaal terugkomen zal wordt door de meeste christenen wel geloofd, maar daar houdt het dan ook wel zo’n beetje mee op, want over het hoe en waar lopen de meningen vaak ver uiteen. De verwarring op eschatologisch gebied is groot en de kennis van Gods Woord, in het bijzonder van de profetieën betreffende de eindtijd, is vaak miniem. Door de vervangingsleer, de leer dat de kerk in de plaats van Israël is gekomen, is het onderscheid tussen de Gemeente en Israël geheel verdwenen en dat vormt een grote blokkade voor het goed verstaan van het profetisch woord. In dit artikel, maar in mijn totale onderwijs van de Schrift voor wat betreft de eschatologie, sta ik de futuristische-pretribulationistische-prechiliastische uitleg voor. Dat wil zeggen (1) ik geloof dat het boek Openbaring spreekt over de toekomst, dat het een profetisch boek is, (2) dat de Gemeente wordt opgenomen vóór de grote verdrukking, en (3) dat de Heer Jezus terugkomt, om zijn koninkrijk op te richten, vóór het duizendjarig Vrederijk. (U kunt op mijn website meer uitleg over deze begrippen vinden in de rubriek Eschatologie) Dat gezegd zijnde gaan we ons bezighouden met het uiteindelijke onderwerp. Het is de afsluiting van de reeks ‘Hoogtepunten uit Jezus’ leven’. Daarin hebben we in acht artikelen het leven van de Heer Jezus kort beschreven en dit laatste artikel ‘De terugkeer van de Koning’ is het laatste deel ervan. Het is begrijpelijk dat deze reeks zó eindigt want het vormt de bekroning van het werk van de Heer Jezus om alles onder één Hoofd samen te brengen (Ef.1:10; 1Kor.15:28).

Van dat aanstaand Vrederijk zijn we niet zo ver meer af, als ik de tekenen der tijden ten minste niet verkeerd interpreteer. Naar die gebeurtenis hebben Jood en Christen eeuwenlang uitgezien en wat een dag zal dat zijn wanneer die in vervulling treedt!

Belofte van zijn komst

Al in Petrus’ zijn tijd waren er mensen, spotters die zeiden: ‘Waar is de belofte van zijn komst? Deze mensen beseften niet dat het uitblijven van Jezus’ komst alleen maar in hun voordeel was, namelijk, God wilde niet dat er iemand verloren zou gaan maar dat allen tot bekering zouden komen (2Petr.3:3-9). Dat is vandaag niet anders, maar ook de reden van Jezus’ terugkeer is nog dezelfde. Het is nu nog de dag van genade waardoor het mogelijk is dat de mensen tot God mogen komen om vergeving van zonden en eeuwig leven te ontvangen door het geloof in Jezus’ naam, maar dat wil niet zeggen dat dat altijd zo blijft! God heeft een dag bepaald waarop Hij het aardrijk zal oordelen (Hand.17:31). Ook in het Athene van toen had je spotters en anderen die hun beslissing om Jezus te volgen uitstelden (Hand.17:31-32). Bij zijn hemelvaart hebben twee mannen in witte kleren tegen de discipelen gezegd: Galilese mannen, wat staat u naar de hemel te kijken? Deze Jezus die van u is opgenomen naar de hemel, zal zó komen, op dezelfde wijze als u Hem naar de hemel hebt zien gaan’ (Hand.1:11).

Welke zijn dan de tekenen die de spoedige komst van de Heer Jezus aangeven? Ik het kort noem ik er vijf waarvan u de uitwerking in het artikel ‘Signalen van de eindtijd’ kunt vinden in de rubriek: Eschatologie op deze website. (1) Het herstel van het Romeinse Rijk, waarvan de EU de voorloper is!?), (2) de oprichting van de staat Israël in 1948, (3) inname van en onder Israëlisch bestuur plaatsen van Jeruzalem in 1967, (4) opkomst van de Messias-belijdende Joden, (5) verval van het Christendom, in het bijzonder in Europa. Wat deze zaken zo bijzonder maakt is niet alleen hun afzonderlijk ontstaan, maar dat ze alle tegelijk in een heel korte periode, van zo’n veertig jaar ná de Tweede-Wereldoorlog zijn ontstaan. Drie van deze fenomenen zijn duidelijk voorzegt in de Bijbel: een herstel van het Romeins Rijk (Dan.2:37-43), het herstel van Israël (diverse profetieën in Oud en Nieuw Testament (bv. Ez.37) en het verval van het Christendom (Op.2-3). Redenen genoeg om aan te nemen dat de komst van Christus niet ver weg meer kan zijn.

Terugkeer voor de Gemeente

De apostel Paulus heeft ons een aantal geheimenissen, of verborgenheden bekend gemaakt, één daarvan heeft betrekking op de komst van de Heer Jezus voor de Gemeente. Dat geeft indirect al aan dat er naast de komst van de Messias voor Israël, die uitvoerig in het Oude Testament wordt aangekondigd en beschreven, nog een andere komst van Christus is, want waarom zou de apostel Paulus daar anders over hebben geschreven?

Deze komst van Christus voor de Gemeente wordt gemakshalve vaak aangeduid als ‘de Opname’.

Deze geheimenis en/of verborgenheid wordt door Paulus voor het eerst vermeld in de eerste brief aan de Korinthiërs 15:21-52. ‘Zie, ik zeg u een verborgenheid: Wij zullen niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin; want de bazuin zal klinken, en de doden zullen onvergankelijk worden opgewekt, en wij zullen veranderd worden’. Een andere tekst die over die Opname spreekt is 1 Thessalonicenzen 4:15. ‘Want dit zeggen wij u door het woord van de Heer, dat wij de levenden die overblijven tot de komst van de Heer, de ontslapenen geenszins zullen vóórgaan. Want de Heer Zelf zal met een bevelend roepen, met de stem van een aartsengel en met de bazuin van God neerdalen van de hemel; en de doden in Christus zullen eerst opstaan; daarna zullen wij, de levenden die overblijven, samen met hen in wolken worden opgenomen de Heer tegemoet in de lucht; en zó zullen wij altijd met de Heere zijn’ (zie ook: Joh.14:1-3; Fil.3:20-21). Deze ‘Opname’ kan elk moment plaatsvinden; er hoeven geen tekenen aan voorafgaan. Na de Opname van de Gemeente zullen de oordelen over deze aarde komen, zoals beschreven in het boek Openbaring. Dat zal een periode van zeven jaar zijn die overkomt met de laatste van de zeventig jaarweken vermeld in Daniël 9:24vv. Voor een meer detaïlleerde uitleg verwijs ik u nog maar eens naar de rubriek Eschatologie.

 Terugkeer voor Israël en de volken

In tegenstelling tot de komst van de Heer Jezus voor de Gemeente zal de komst van de Heer Jezus voor Israël en de volken zichtbaar plaatsvinden. Het Oude Testament licht ons daarover uitvoerig en gedetailleerd in. Tussen de komst voor de Gemeente (de Opname) van Christus en de komst voor Israël en de volken zit een periode van zeven jaar; die tijd wordt ook wel aangeduid met de Grote Verdrukking. Bij de hemelvaart van de Heer Jezus werden de discipelen, in antwoord op hun vraag – ‘Heer, zult u in deze tijd het koninkrijk voor Israël herstellen’ – verteld dat die tijd nog niet aangebroken was, maar de Heer ontkend, noch corrigeert hun vraag. In Deuteronomium 28 lezen wat de gevolgen waren van hun wel of niet gehoorzaam zijn aan de Here hun God voor het volk Israël: zegen of vloek. Van de vloek lezen we: ‘De Here zal u verstrooien onder alle natiën van het ene einde der aarde tot het andere; aldaar zult gij andere goden dienen, die noch gij noch uw vaderen gekend hebben: hout en steen. Gij zult onder die volken geen rust vinden noch een rustplaats voor uw voetzool; de Here zal u daar een bevend hart geven, ogen vol heimwee en een kwijnende ziel. Zonder ophouden zal uw leven in gevaar verkeren; des nachts en des daags zult gij opschrikken en van uw leven niet zeker zijn. Des morgens zult gij zeggen: Was het maar avond; en des avonds: Was het maar morgen – vanwege de vrees, die uw hart vervult, en vanwege het schouwspel, dat uw ogen zien. De Here zal u op schepen naar Egypte terugbrengen langs de weg, waarvan Ik u gezegd had: Gij zult die nooit weerzien; gij zult daar aan uw vijanden als slaven en slavinnen te koop aangeboden worden, maar er zal geen koper zijn’ (Deut.28:64-68). Maar er wordt ook gesproken van herstel: ‘Want zie, de dagen komen, luidt het woord des Heren, dat Ik in het lot van mijn volk Israël en Juda een keer breng, zegt de Here, en hen terugbreng in het land dat Ik aan hun vaderen gegeven heb, zodat zij het zullen bezitten’ (Jer.30:3). Daarom zijn er na de Tweede Wereldoorlog zoveel Joden naar Israël teruggekeerd en is er weer een land en volk Israël ontstaan; God is bezig!  Er komt een eind aan de ‘wandelende Jood’, Israël is op weg naar zijn rust (Jer.31:2). ‘Want Ik weet, welke gedachten Ik over u koester, luidt het woord des Heren, gedachten van vrede en niet van onheil, om u een hoopvolle toekomst te geven. (Jer.29:11

 Het rijk van de Koning

‘Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst. Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David en over zijn koninkrijk, doordat hij het sticht en grondvest met recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid’ (Jes.9:5-6). Het toekomstig rijk van Christus wordt ook wel het duizendjarig Vrederijk genoemd, een samentrekking van Jesaja 9 en Openbaring 20. Er zijn uitleggers die Jesaja vers 5 letterlijk nemen en vers 6 vergeestelijken, waarom zouden we dat doen? De vervangingstheologen, die we vinden in de RK-kerk en veel Protestantse kerken, zullen door hun visie wel gedwongen dat te doen want volgens hun leer is (1) de Kerk is in de plaats gekomen van Israël, en (2) het duizendjarig Vrederijk is er al…

Het rijk van Christus is het laatste van de wereldrijken die in Daniël 2 en 7 beschreven worden. Het gaat hier om het Babylonisch rijk, dat van de Meden en Perzen, de Grieken en het Romeinse rijk en daaropvolgend het koninkrijk van Christus dat alle voorgaande rijken verbrijzelen, maar zelf in eeuwigheid zal bestaan (Dan.2:44). Het rijk van Christus zal op geen ander volk overgaan, zoals dat bij de voorgaande rijken wel het geval is geweest, maar het zal bestaan in eeuwigheid. Het is dan ook begrijpelijk dat veel uitleggers van de Schrift ervan overtuigd zijn dat er in de eindtijd een hersteld Romeins rijk aanwezig zal moeten zijn voordat Christus komt om dat rijk te verbrijzelen. Velen denken dat de Europese Unie daarvan de voorloper is, hoewel nog niet in zijn definitieve eindtijdelijke vorm (zie: Op.17:11).

Het rijk van Christus kunnen we ook het Israëlitisch rijk noemen omdat Jeruzalem de (hoofd-) stad van de komende Koning wordt genoemd (Mat.5:35). Maar voordat het zover is zal er strijd zijn tot het einde toe (Dan.9:26). In de eindtijd zal het wereldgebeuren zich richten op de eeuwige stad Jeruzalem. ‘Zie, Ik maak Jeruzalem tot een schaal der bedwelming voor alle volken in het rond; ja ook tegen Juda zal het gaan bij de belegering van Jeruzalem. Te dien dage zal Ik Jeruzalem maken tot een steen, die alle natiën moeten heffen; allen die hem heffen, zullen zich deerlijk verwonden. ‘En alle volkeren der aarde zullen zich daarheen verzamelen’(Zach.12:2-3). ‘Dan zal de Here uittrekken om tegen die volken te strijden, zoals Hij vroeger streed, ten dage van de krijg; zijn voeten zullen te dien dage staan op de Olijfberg… En de Here zal koning worden over de gehele aarde; te dien dage zal de Here de enige zijn, en zijn naam de enige. Allen, die zijn overgebleven van al de volken, die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, zullen van jaar tot jaar heentrekken om zich neer te buigen voor de Koning, de Here der heerscharen, en het Loofhuttenfeest te vieren’ (Zach.14:3-4, 9, 16).

_________________________________________________________________________________________________________________________________________