Ben ik mijns broeder hoeder? – Genesis 13 – Bijbel – Oude Testament

19 juli, 2023

Bijbelboeken: Genesis

Abraham en Lot

‘Ben ik mijns broeder hoeder?’

Genesis 13:6-18, 14:1-24 en 19:29

 

Als iemand zijn broeder ziet zondigen, een zonde niet tot de dood, moet hij bidden en God zal hem het leven geven’ (1 Johannes 5:16)

   Inleiding (13:1-4)

God bestrafte Abraham in Egypte, en hij keerde terug naar het land dat hij nooit had moeten verlaten. Hij was een zeer rijk man, maar zijn tent en altaar waren de meest waardevolle dingen die hij bezat. Als wij falen, is de Heer bereid om te vergeven en te herstellen (1Joh.1:5). ‘Het overwinnende christelijk leven is een reeks van nieuwe beginpunten.’

Lot

Lot heeft waarschijnlijk al vroeg zijn vader verloren; over zijn moeder hebben we geen informatie. We zien Abraham en Lot vaak naast elkaar genoemd (Gen.11:31. 12:4; 13:5) totdat de scheiding plaatsvond (13:12). Het is zeer wel mogelijk dat Abraham zich verantwoordelijk voelde voor zijn neef. Als we verder komen in het lezen van de geschiedenis van beiden zien we dat niet alleen dat de scheiding die er kwam niet alleen de afstand betrof maar ook geestelijk. Was Abraham een vriend van God, Lot werd een vriend van de wereld en maakte zich daarmee een vijand van God (Jak.4:4). Wat was daarvan de oorzaak? Abraham had Lot wel uit Egypte gehaald, maar Egypte was niet uit Lot (1Tim.6:9-10; 2Tim.4:9). Lot gleed geleidelijk steeds meer bij God vandaan ‘tot bij Sodom (13:12), hij woonde te Sodom (14:12) en tenslotte ‘Lot zat in de poort van Sodom’ (19:1)). Hoewel hij herhaaldelijk wordt gered uit grote moeilijkheden lijkt hij de les niet te kunnen leren en gaat door met af te wijken en volhard in de zonde. Hij wordt voor het laatst vermeld in verband met de zonde van incest; hij verwekte bij zijn dochter kinderen die de vaders werden van de Ammonieten en de Moabieten; later werden deze verboden in de gemeente des Heren te komen (Deut.23:3; Neh.13:2). Als we de tweede brief van Petrus niet zouden hebben, zou je gaan twijfelen of Lot wel een gelovige geweest zou zijn, maar Petrus noemt hem een rechtvaardige (2Petr.2:7-8). Hij is een beeld van een wereldse gelovige die alles verliest in het vuur van de beoordeling. Gered, maar als door vuur heen (1Kor.3:15). Mensen maken zich bekend door de keuzes die ze maken in hun leven. Aan de vrucht herkent men de boom (Mat.12:33). Paulus komt in de eerste brief aan de Korinthiërs tot de vaststelling dat er ‘geestelijke’ en ‘vleselijke’ gelovigen zijn; volwassenen en onvolwassenen, kleine kinderen en grote kinderen (1Kor.3:1; Heb.5:12-14). Toch vinden we in het Nieuwe Testament geen enkele negatieve vermelding over Lot, dat heeft te maken met de onvoorwaardelijke vergeving die God schenkt. ‘Want zegt de Here: “Ik zal jegens hun ongerechtigheden genadig zijn en hun zonden zal Ik geenszins meer gedenken” (Heb.8:12; Mic.7:19).

Lot werd een vriend van de wereld (Jak.4:4) kreeg de wereld lief (1Joh.2:15-17), en werd gelijkvormig aan de wereld (Rom.12:1) en uiteindelijk viel hij onder het oordeel van de wereld (1Kor.11:32).

Het conflict (13:5-13)

Toen Lot in Egypte was, had hij rijkdom vergaard en plezier gekregen in de wereld, maar zijn belangstelling voor de wereld was gedeeltelijk Abrahams schuld. God vergaf Abrahams zonde, maar Hij hield de nare consequenties ervan niet tegen. We oogsten wat we zaaien (Gal.6:7), zelfs nadat we zijn vergeven, kijk naar David. Abrahams eerste geloofsbeproeving kwam door een hongersnood; de tweede kwam van de kant van zijn eigen familie. Familiebeproevingen zijn de moeilijkste. Abraham was een vredestichter omdat hij leefde uit het geloof; Lot was een onruststoker omdat hij leefde aan de hand van wat hij zag. Abraham koos een hemelse stad (Heb.11:13-16), Lot koos een aardse stad, die bovendien goddeloos was en dat wist hij. De stad leek ideaal, maar stevende af op de ondergang. ‘Soms schijnt een weg iemand recht, maar het einde daarvan voert naar de dood’ (Spr.16:25). Je kunt je tent steeds dichter bij de zonde opzetten, maar je kunt je altaar niet meenemen. Lot verliet God en richtte zijn huis ten gronde. Deze omstandigheden die tot de scheiding van Abraham en Lot leiden zullen we ook positief kunnen beoordelen. Lot stond de geestelijk groei van Abraham in de weg, en Lot moet op eigen benen leren te staan. (vgl. Hand.15:39 waar we lezen van de verbittering tussen Barnabas, Markus en Paulus).

Nieuwe zegeningen (13:14-18)

De man van geloof krijgt een speciaal woord van God na een tijd van beproeving. Laat de anderen maar nemen wat ze willen; onze God geeft ons veel meer dan waarvan wij zelfs maar kunnen dromen (Ps.16:5; 33:12).

‘Wat de toekomst brengen moge’ JdH 880

Laat mij niet mijn lot beslissen: zo ik mocht, ik durfde niet.

Ach, hoe zou ik mij vergissen, als Gij mij de keuze liet!

Wil mij als een kind behand’len, dat alleen de weg niet vindt:

Neem mijn hand in Uw handen en geleid mij als een kind.

Abraham sloeg zijn ogen op en zag het land. Hij lichtte zijn voeten op en maakte er aanspraak op door het geloof (Joz.1:3). Toen verhief hij zijn hart en aanbad God. Lot had Abrahams hart gebroken, maar God heelde het – en maakte het tot een zegen.

Hoofdstuk 14

‘Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning, die de wereld overwonnen heeft: ons geloof’ (1 Johannes 5:4)

Overwinning door geloof

Help, een broeder in nood (Gen. 14:16); Lot was gevangen genomen! Abraham liet Lot niet aan zijn lot over (eigen schuld dikke bult) maar bracht zijn ‘geoefenden’ in de strijd (Gen. 14:14). Abrahams leger bestond uit gelovigen, geboren in zijn huis (14:14), ze waren bewapend en getraind (14:14). Maar veranderde deze bevrijding de houding van Lot? Helaas niet zoals we in hoofdstuk 19 zien. Zijn hart was in Sodom en zijn lichaam moest daar ook zijn (Joh. 8:34, 36).

Abraham behaalde drie overwinningen

Een overwinning op Lot

Het zou voor Abraham gemakkelijk geweest zijn om Lot de treurige gevolgen van zijn eigen dwaze beslissingen te laten ondergaan. Maar een man van geloof is geroepen om ‘tot zegen’ te zijn, dus kwam Abraham hem te hulp. Lot was geen toegewijde gelovige, maar hij was toch een broeder en had hulp nodig. Als een broeder of zuster u problemen geeft, denk dan aan Abraham en de woorden van Romeinen 12:21. Maar Paulus wijst ons er in Galaten 6:1 er ook ‘dat zelfs als iemand door een overtreding overvallen wordt, brengt u die geestelijk bent zo iemand terecht in een geest van zachtmoedigheid, ziend op uzelf, opdat ook u n niet in verzoeking komt’. ‘Draagt elkanders lasten’, maar ook: ‘ieder zal zijn eigen pak dragen’. Lot ging rechtstreeks terug naar Sodom, maar Abraham deed wat hij deed voor de Heer; en dat is wat echt telt.

Een overwinning op een koning

Abraham de pelgrim zou zich nooit hebben ingelaten met de oorlog als het niet was geweest om Lot te redden. Abraham had geen groot leger, maar hij streed door het geloof, dat bracht hem de overwinning (1Sam.14:6; 1Joh.5:4-5).

Een overwinning op zichzelf

‘Laten we na de overwinning even waakzaam zijn als voor de strijd.’ Abraham werd in de verleiding gebracht om Gods overwinning te gebruiken voor persoonlijk gewin, maar hij sloeg het aanbod af. De koning van Sodom kwam met een aanlokkelijk voorstel, maar de koning van Salem (een beeld van onze Heer Jezus Christus, Heb.7:1-13) kwam met een zegen. Zelfs een schoenriem uit Sodom zou Abrahams vrome levenswandel hebben bezoedeld! Geef na elke strijd God de eer, en wacht u voor aanlokkelijke voorstellen van de duivel. Als u niet oppast, wint u de oorlog maar verliest u de overwinning.

Hoofdstuk 19 – ‘Gebed dat overwint’

Overwinning door gebed

Lot had zijn lesje nog steeds niet geleerd en was weer in grote nood. Weer is daar de bereidwilligheid van Abraham die hem helpt en redt. Dit keer ligt de nadruk als ‘redmiddel’ op het gebed. Natuurlijk is God daarin ook betrokken, want Hij wilde Lot sparen (Gen.19:16), maar we lezen ook: ‘Toen God de steden der Streek verwoestte, gedacht God Abraham, en Hij leidde Lot uit het midden der omkering’ (Gen.19:29).

____________________________________________________________________________________________