'In hoofdzaken eenheid, in bijzaken verdraagzaamheid en in alles de liefde'
En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.
Vaak ontstaat de bewustwording van het feit dat je als gelovige niet alleen bent, enige tijd na je bekering. Je bent persoonlijk door God geroepen en hebt persoonlijk de Heer Jezus aangenomen als je Heiland en Verlosser. Maar dan, na enige tijd, kom je tot de ontdekking dat je niet alleen bent en te maken hebt met andere gelovigen, en dat je daar samen mee moet leven in hetzelfde huis, de Gemeente. Men zegt dat wij vandaag de dag in een ik’-tijdperk leven, een tijd van individualisme. Soms noemen we dat wel een ik’-cultuur, dat tegenovergesteld staat aan de wij’-cultuur. Een gemeente zou gekenmerkt moeten worden door een wij’-cultuur, want je bent niet alleen! Om dit beter te begrijpen is het goed aandacht te schenken aan een aantal beelden die we in het Nieuwe testament van de Gemeente kunnen vinden.
We zijn kinderen dezelfde familie.
“Ziet, welk een liefde de Vader ons gegeven heeft, dat wij kinderen van God genoemd zouden worden, en wij zijn het ook!” (1Jh3:1). Wij zijn kinderen van God geworden door het wonder van een nieuwe geboorte, want “Ieder die gelooft dat Jezus de Christus is, is uit God geboren” (1Jh5:1). Het is een wonder dat God ons tot zijn kinderen gemaakt heeft! Wie kan dat wonder bevatten als we beseffen dat we deel hebben gekregen aan de goddelijke natuur, dat we nu al mogen genieten van zijn liefde en zorg, en dat we eenmaal zijn heerlijkheid mogen binnengaan! Maar Gods familie is groot en bevindt zich in de hele wereld en strekt zich uit over vele generaties. Ik heb het voorrecht gehad veel te mogen reizen en heb in veel landen en culturen andere gelovigen ontmoet. Nationale, culturele of kerkelijke muren speelden eigenlijk nooit een rol in het erkennen van elkaar als kinderen van God, want we behoren allen tot dezelfde Vader “die God en Vader is van allen” (Ef4:6). Ook al weten we dat God volmaakt is, zijn ‘familie’ op aarde is dat niet. En waar je ook komt in de wereld, je zult merken dat mensen overal hetzelfde zijn. Dat je in elke gemeente of kerk gelovigen tegen komt waarop je trots kunt zijn, maar ook gelovigen waarover je dat minder kunt zijn. We zullen dat moeten aanvaarden en ernaar streven de ander liefde te hebben.
We zijn leden van hetzelfde Lichaam
Meerdere plaatsen in het Nieuwe testament beschrijven de Gemeente als een lichaam, in het bijzonder 1 Korinthiërs 12:12-31. Paulus beschrijft daar, dat het lichaam bestaat uit vele leden met elke een eigen functie (vs.14). Hij zou dit beeld gebruikt kunnen hebben omdat we allemaal een lichaam hebben en weten hoe het functioneert, en omdat het lichaam het ideale beeld is van eenheid en diversiteit. Iedere gelovige behoort tot het lichaam van Christus, de Gemeente, want “wij zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt” (vs.13). En in dit lichaam heeft iedere een taak te vervullen op zo’n wijze dat het lichaam zou groeien en goed zou functioneren. Iedereen is nodig en niemand mag er vanuit gaan dat het ene lid belangrijker is dan de ander. (Dat was het probleem in de gemeente van Korinthe.) Een geestelijk gezonde gemeente is die waarin de verschillende ‘leden’ hun gave kennen en gebruiken in de dienst van Christus en zijn Lichaam. ‘Samen in de Naam van Jezus’ dient de slogan te zijn voor een gemeente die goed wil presteren. Met andere woorden, er zijn geen ‘individualisten’ die denken dat ze het alleen wel kunnen!
We zijn soldaten van hetzelfde leger.
Sommige mensen houden niet van de militaire beelden die we in de bijbel vinden (2Tm2:1-4; Ef6:10-18), dat kan komen omdat ze het misschien niet goed begrijpen. Het Nieuwe testament spreekt overduidelijk van een vijand, strijd en wapens. “Want onze strijd is niet tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van deze duisternis, tegen de geestelijke machten van de boosheid in de hemelse gewesten” (Ef6:12). “Want de wapens van onze strijd zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God, tot afbreking van bolwerken” (1Kor10:4). In een leger heb je verschillen in rang en verantwoordelijkheid, maar één ding is duidelijk ‘een oorlog voer je niet alleen!’ In een leger heb je een opperbevelhebber die bevelen geeft, geen verzoeken waarover gedebatteerd gaat worden door de soldaten! Als alle ‘soldaten’ die bevelen gehoorzamen en uitvoeren bestaat er een grotere kans de vijand te overwinnen. Overwinning hangt af van de strategie, diversiteit van bekwaamheden, flexibiliteit en energie. Onze wapens (energie) zijn, gebed, het Woord van God en de kracht van de inwonende Heilige Geest. Maar je dient ook flexibel te zijn opdat je de strategie kan aanpassen aan de veranderde omstandigheden. Geestelijke principes veranderen nooit, strategieën om die principes uit te voeren wel. Toegewijde soldaten houden hun ogen open en zijn waakzaam en helpen hun kameraden in de strijd, zelfs al het zover komt dat ze hun eigen leven op het spel moeten zetten. In tegenstelling wat je vaak ziet in oorlogsfilms, is er geen plaats voor een ‘éénmansoorlog’ in het echt. Het is ‘één voor allen, allen voor één! We zijn een Band of Brothers’
We zijn atleten in hetzelfde team.
Paulus gebruikt beelden uit de atletiek in zijn brieven, zoals rennen (Gl2:2; Fp2:16, 3:12-14), worstelen (Kol4:12), boxen (1Kor9:25-27), en kampvechten (2Tm2:5). Hij benadrukt het werken als een team, want zonder teamwerk kan er geen overwinning zijn. Filippi 1:27 en 4:3 gebruiken het ontwerp van ‘teamwerk’ in de dienst van de lokale gemeente. Het Griekse woord is sunathleo dat ‘samen streven’ betekent. Fp4:3 kan worden omschreven als ‘die mijn teamleden waren in de zaak van het evangelie.’ Als je een Gemeente vind waar God de eer krijgt en waarvan de leden geen aanspraak op ‘wie wat’ gedaan heeft, dan heb je een ‘dreamteam’ gevonden. Jammer genoeg zijn er altijd mensen die deel uitmaken van het team en toch ‘de eerste willen zijn’ (3Jh9) en het daardoor de anderen moeilijk maken. Wat voor verschil maakt het wie er de punten ‘scoort’ als je de wedstrijd wint? Zeker zijn er in de wereld superatleten, maar die winnen niet altijd omwille van hun bekwaamheid. Supersterren zijn ‘super’ omdat ze beseffen dat zij niet de enige sterren zijn in het heelal en dat ze vallende sterren zouden zijn geweest als het team er niet geweest was. Stel je voor dat je een voetbalwedstrijd alleen zou moeten spelen!
Tenslotte
Er zijn nog andere beelden mogelijk voor de Gemeente waar we naar zouden kunnen kijken en het gegeven benadrukken dat we als gelovige niet geïsoleerd kunnen leven en ons ten volle ontplooien met ons van God gegeven gaven.We horen bij elkaar, we beïnvloeden elkaar, en we hebben elkaar nodig. Het beeld is duidelijk: je bent of onbezorgde gelovige en gaat alleen je weg, of je bent een zorgzame gelovige die samen met andere gelovigen op weg gaat. Dat is wat Paulus in gedachten had toen hij schreef: “Doet niets uit partijzucht of uit ijdele roem, maar laat elk in nederigheid de ander uitnemender achten dan zichzelf, laat ieder niet alleen op zijn eigen belangen, maar ieder, ook op die van anderen zien.” (Fp2:2-3)
Anderen… in de familie… in het Lichaam… in het leger… in het team… anderen. Je bent niet alleen!