Diverse Onderwerpen – Kan een gelovige verloren gaan? NT – Hebreeën 6

5 augustus, 2023

Rubrieken: Diverse Onderwerpen

Bijbelboeken: Hebreeën

Diverse Onderwerpen

Kan een gelovige verloren gaan?

Inleiding

Het antwoord op de vraag of een gelovige alsnog verloren kan gaan, kan kort en bondig beantwoord worden met: nee! Dat is nogal kort door de bocht maar zo eenvoudig ligt het natuurlijk niet. Zowel voor- als tegenstanders hebben hun eigen argumenten en Schriftplaatsen waar ze zich op beroepen. Zoals met meer onderwerpen geeft de Bijbel niet altijd een zwart-wit antwoord; zo ook hier niet. Het probleem is complexer dan menigeen op het eerste gezicht zou denken, dus laten we maar eens een poging ondernemen om de kwestie duidelijk voor te stellen.

In dit artikel versta ik onder een gelovige iemand die wederom (opnieuw) geboren is (Joh.3:3,5,7) en God Geest als onderpand van zijn toekomstige verlossing heeft ontvangen (Ef.2:13-14). Ten tweede: ‘Verloren gaan’ wil niet altijd betekenen voor eeuwig, of voor de eeuwigheid verloren gaan.

Niet oordelen

Maar laten we beginnen met vast te stellen dat het niemand van ons het recht heeft om over een ander zijn eeuwige bestemming te oordelen. Als we al individueel of als Gemeente mogen of moeten oordelen dan is het over de zonden die iemand doet en dan nog de zonden die we kunnen waarnemen. God is de kenner van de harten, niet wij! (Hand.1:24, 15:8; Joh.2:24-25). ‘Het komt immers niet aan op wat de mens ziet; de mens toch ziet aan wat voor ogen is, maar de Here ziet het hart aan’ (1Sam.16:7). En daarom, wij zien wat voor ogen is, de openlijke zonden, maar wat met de innerlijke zonden, niet van het vlees maar van de geest? (2Kor.7:1). Hoeveel ‘christenen’ zijn er niet die een schijn van godsvrucht hebben en belijden God te kennen, maar Hem met de werken verloochenen? (2Tim.3:5; Tit.1:16). De Heer Jezus had meer moeite met de Farizeeën en Schriftgeleerden van zijn tijd dan met de ordinaire zondaar (Mat.23:13-33). Dus laten we maar heel voorzichtig zijn met het oordelen van een ander en zeker met betrekking tot zijn eeuwige bestemming, want we zouden ons deerlijk kunnen vergissen! Trouwens waarom willen we zo graag oordelen over een ander; om onszelf te verhogen? (Rom.2:1). Daarom? Laat hij die meent te staan, uitkijken dat hij niet valt’ (1Kor.10:12).

Voorbeelden uit het Oude Testament

Lot

Voorstanders van de leer dat een gelovige niet verloren kan gaan verwijzen graag naar Lot. Het leven van Lot kun je niet echt voorbeeldig noemen, als het al een voorbeeld is dan is het een negatief. We kennen de geschiedenis hoe Lot in Sodom terechtkwam, zich bedronk, nageslacht verwekte bij zijn dochters en eindigde in een spelonk (Gen.19:1-38). Niemand die toen geleefd zou hebben, zou Lot als een gelovige (rechtvaardige) erkent hebben, eerder het tegenovergestelde. Het getuigenis van het Nieuwe Testament is echter verrassend te noemen, want tot driemaal toe noemt de Schrift hem een rechtvaardige. ‘Want als God de rechtvaardige Lot, die leed onder de losbandige levenswandel van normloze mensen, verlost heeft – want deze rechtvaardige, die in hun midden woonde, heeft dag in dag uit zijn rechtvaardige ziel gekweld bij het zien en horen van hun wetteloze daden’ (2Petr.2:7-8).

Saul

Een ander voorbeeld dat een gelovige wel verloren kan gaan, is koning Saul, van wie geschreven staat dat hij een ander hart kreeg. ‘Dan zal de Geest des Heren u aangrijpen; gij zult met hen in geestvervoering geraken en tot een ander mens worden. Wanneer deze tekenen aan u geschieden, doe dan wat uw hand vindt, want God is met u. Gij zult u voor mij uit naar Gilgal begeven, en zie, ik zal tot u komen om brandoffers te offeren en vredeoffers te slachten. Zeven dagen zult gij wachten, totdat ik bij u kom en u te kennen geef wat gij doen zult. Terwijl hij zich omkeerde om van Samuël weg te gaan, schonk God hem een ander hart’ (1Sam.10:6-9). Saul kreeg een ander hart en werd met de Geest gezalfd. Dat geeft aanleiding tot de overtuiging dat Saul een gelovige was. Maar het is daarbij niet gebleven want als dat zo was zouden we blijven geloven dat hij behouden was. Later lezen we echter dat de Geest van hem week en er een boze geest voor in de plaats kwam (1Sam.16:14). En daarna ging het geestelijk bergafwaarts met Saul en moest Samuël hem tenslotte meedelen: ‘de Here is van u geweken en uw vijand geworden’ (1Sam.28:16). Wat later pleegde Saul zelfmoord (1Sam.31:4). Dit leidt tot de mening dat Saul tijdelijk zeker een nieuw hart gekregen heeft en met de Geest vervuld was, maar toch verloren is gegaan.

Wat blijft over?

Als we accepteren dat we nooit over iemand anders eeuwige bestemming mogen oordelen, wat blijft er dan over? Wel, enkel een theoretische-exegetische-theologische discussie! Omdat zowel de voor- als tegenstanders heel wat Bijbelteksten ter beschikking hebben om hun visie te verdedigen zal het niet zo eenvoudig zijn de discussie tot een bevredigend einde te brengen. Maar we horen elkaars mening te respecteren en het hartelijk oneens kunnen zijn met elkaar. Persoonlijk behoor ik tot hen die belijden dat een gelovige niet verloren kan gaan.

Teksten voor de mening dat een gelovige verloren kan gaan

Een gelovige kan verloren gaan omdat Gods Woord dat zegt. De volgende teksten zijn van belang:

  • ‘Als iemand niet in Mij blijft, wordt hij buitengeworpen als de rank en verdort; en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur en zij verbranden. (Joh.15:6).

  • ‘Als u mijn geboden bewaart, zult u in mijn liefde blijven, zoals Ik de geboden van mijn Vader heb bewaard en in Zijn liefde blijf’ (Joh.15:10).

  • ‘U bent Mijn vrienden, als u doet wat Ik u gebied’ (Joh.15:14).

  • ‘Want als uw broeder vanwege uw eten bedroefd wordt, dan wandelt u niet meer naar de liefde. Richt door uw eten niet hem te gronde voor wie Christus gestorven is’ (Rom.14:15).

  • ‘Want de zwakke, de broeder om wie Christus gestorven is, gaat door uw kennis verloren’ (1Kor.8:11).

  • ‘Kijkt u uit, broeders, dat niet misschien in iemand van u een boos, ongelovig hart is, om af te vallen van de levende God; maar vermaant elkaar elke dag, zolang het ‘heden’ genoemd wordt, opdat niemand onder u verhard wordt door het bedrieglijke van de zonde’ (Heb.3:12).

Nog meer teksten: 1Kor.9:27; 1Kor.15:1-2,11; Kol.2:2; Heb.3:6; 1Joh2:24, 4:20.

Teksten tegen de mening dat een gelovige niet verloren kan gaan

Een gelovige kan niet verloren gaan omdat Gods Woord dat zegt.

  • ‘Ik heb echter voor jou gebeden dat je geloof niet zou ophouden’ (Luk.22:32

  • ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie mijn woord hoort en gelooft Hem die Mij heeft gezonden, die heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, maar is uit de dood overgegaan in het leven’ (Joh.5:24)

  • ‘En dit is de wil van Hem die Mij heeft gezonden, dat Ik van alles wat Hij Mij heeft gegeven, niets verlies, maar het opwek op de laatste dag’ (Joh.6:39)

  • ‘En Ik geef hun eeuwig leven, en zij zullen geenszins verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze rukken uit Mijn hand’ (Joh.10:28)

  • ‘Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, benauwdheid, vervolging, honger, naaktheid, gevaar, of zwaard? – zoals geschreven staat: ‘Om U worden wij de hele dag gedood; wij zijn geacht als slachtschapen. – Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem die ons heeft liefgehad. Want ik ben verzekerd dat dood noch leven, noch engelen noch overheden, noch tegenwoordige noch toekomstige dingen, noch machten, noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die is in Christus Jezus, onze Heer’ (Rom.8:35-39)

  • ‘Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het is alles nieuw geworden’ (2Kor.5:17)

  • ‘In dit vertrouwen, dat Hij die een goed werk in u begonnen is, het ook zal voltooien zal tot op de dag van Christus Jezus’ (Fil.1:6)

  • ‘Want door één offerande heeft Hij voor altijd hen volmaakt die geheiligd worden’ (Heb.10:14)

Nog meer teksten:

Joh.14:16, 17:15,24; Rom.9:11, 11:29; 1Kor1:8; Heb.7:25; 1Petr.1:4, 5:10.

Andere teksten die spreken over ‘volharden’ of ‘volharding’ en vaak in de discussie gebruikt worden zijn:

Mat.10:22, 24:13; 2Kor.13:5; Gal.6:1; Fil.2:12; 2Thes.2:3; Heb.3:12, 4:1,11, 10:35v., 12:25; 1Petr.5:8; 2Petr.2:20, 3:17; 1Tim.4:1.

En dan nog die ‘moeilijke’ Hebreeënbrief

Twee teksten uit de brief aan de Hebreeën die als ‘bewijs’ worden gebruikt om aan te geven dat een gelovige verloren kan gaan zijn: ‘Want het is onmogelijk hen die eens verlicht zijn geweest en van de hemelse gave geproefd hebben en deelgenoten van de Heilige Geest geworden zijn, en het goede Woord van God en de krachten van de toekomstige eeuw geproefd hebben en afgevallen zijn, nog eens te vernieuwen tot bekering, daar zij voor zichzelf de Zoon van God kruisigen en openlijk te schande maken’ (Heb.6:4-5). Verder: ‘Want als wij willens en wetens zondigen, nadat wij de kennis van de waarheid ontvangen hebben, blijft er geen slachtoffer voor de zonden meer over, maar slechts een verschrikkelijke verwachting van oordeel en verzengend vuur, dat de tegenstanders zal verslinden. Als iemand de wet van Mozes tenietgedaan heeft, moet hij sterven zonder barmhartigheid, op het woord van twee of drie getuigen. Hoeveel te zwaarder straf, denkt u, zal hij waard geacht worden die de Zoon van God vertrapt heeft en het bloed van het verbond, waardoor hij geheiligd was, onrein geacht heeft en de Geest van de genade gesmaad heeft?’ (Heb.10:26-29). In het kort kunnen we zeggen dat het gaat om mensen (joden?) die het christelijk geloof tijdelijk beleden hebben, verlicht zijn geweest, geproefd hebben, deelgenoten van de werking van Gods Geest zijn geweest, en het goede Woord en de krachten geproefd hebben, maar die zich nadien ervan afgewend en Christus en zijn kruis vertrapt hebben. Het betreft geen ware kinderen van God, maar schijngelovigen die het kruis verachten en zich bij de vijand, bij satan gevoegd hebben. In dit verband kan de gelijkenis van Zaaier misschien meer duidelijkheid brengen (Mark.4:13-17).

Vragen

1e. Wat als het waar is dan een gelovige zondigt en verloren kan gaan, kan hij dan nog een keer – voor een tweede keer – ‘wedergeboren’ worden?

2e. Wat als een gelovige alsnog verloren kan gaan, wat is dan het unieke van het Bijbelse geloof?

3e. In het geval van de tekst in Hebreeën 6:4-5, is er dan geen vergeving mogelijk?

4e. Wat als een gelovige alsnog verloren kan gaan, wat is dan de waarde van de inwonende heilige Geest die als onderpand gegeven is (Ef.113-14)?

5e. Wat als een gelovige alsnog verloren kan gaan, waarin ligt dan zijn behoudenis, in het offer van Christus of in zijn eigen volharding?

Tenslotte

Wellicht zal ik zowel voor- als tegenstanders niet hebben kunnen overtuigen; het zij zo. Wat ik wel gehoopt heb te bereiken is de voorzichtigheid die in acht genomen dient te worden met betrekking tot het oordelen over andere gelovigen. Ik had ook geen antwoord kunnen geven op de vraag: ‘Kunnen gelovigen nog verloren gaan’, maar dat zou dan gezien worden als een teken van zwakte. Vandaar dat ik met dit artikel toch een poging heb ondernemen in het besef dat wie zich niet wil laten overtuigen dat ook niet zal worden (vgl. Joh.9:40-41). Tot die gelovigen die denken dat een gelovige niet verloren kan gaan zou ik willen zeggen: Je mag niet denken: ik ben voor eeuwig behouden en kan dus leven zoals ik wil. We hebben ons geloof te laten zien door onze werken. Maar we worden niet behouden door geloof en werken, maar door een geloof dat werkt! Dus moeten we onze eigen behoudenis bewerken met vrees en beven (Fil.2:12). Tot die gelovigen die denken dat een gelovige verloren kan gaan zou ik willen zeggen: Bewaar je  ervoor dat je jouw behoudenis niet door werken of volharding probeert te verkrijgen. ‘Want uit genade bent u behouden, door het geloof; en dat niet uit u, het is de gave van God; niet op grond van werken, opdat niemand roemt’ (Ef.2:8-9).

______________________________________________________________________________________________________________________________