De Gemeente – Lichaam van Christus – Deel 3 – Ecclesiologie

7 augustus, 2023

Rubrieken: De Gemeente

De Gemeente

De Gemeente van de levende God

Deel 3 – Het Lichaam van Christus

Inleiding

Een menselijk lichaam is bij uitstek een prachtig metafoor om de Gemeente, leden en de gemeenschap tussen die leden met elkaar en met hun Heer, weer te geven. Het menselijk lichaam is één geheel maar wordt door het hoofd (de hersenen) bestuurd, heeft veel lichaamsdelen met meerdere functies. De brief aan de Efeziërs is bij uitstek die brief van Paulus waar dit beeld van de Gemeente het meest voorkomt.

Het Lichaam van Christus is één geheel van alle wedergeboren mensen

In tegenstelling tot de Gemeente gezien als het Huis van God, bestaat het Lichaam van Christus alleen uit wedergeboren mensen; gelovigen in de ware betekenis van het woord. ‘Wedergeboren, niet uit vergankelijk maar uit onvergankelijk zaad door Gods levend en blijvend woord’ (1Petr.2:23). Dat blijkt ook het volgende vers, waar we lezen van de vrede van Christus die in hun harten woont en deze behoort te beheersen: ‘En laat de vrede van Christus, waartoe u ook geroepen bent in één lichaam, in uw harten heersen; en weest dankbaar’ (Kol.3:15). Zoals al eerder vermeld zijn de gelovigen uit Joden en volken door één Geest, tot één lichaam gedoopt’ (1Kor.12:13). Daar spreekt ook de brief aan de Efeziërs van, waar het zegt: ‘Vrede makende, en beide (Jood en heiden) in één lichaam met God verzoenen door het kruis’ (Ef.2:16). Zo zijn wij, als gelovigen dan ook geroepen in één lichaam (Kol.3:15). Maar dat lichaam bestaat uit meerdere leden, die allen een plaats en taak in het lichaam hebben: ‘Zo zijn wij, de velen, één lichaam in Christus, en elk afzonderlijk leden ten opzichte van elkaar’ (Rom.12:5). Van die geestelijke eenheid, waartoe wij gebracht zijn, geven wij ook uitdrukking en wel bij uitstek tijdens de viering van het avondmaal. ‘Want wij, de velen, zijn één brood, één lichaam; want wij allen nemen deel aan één brood’ (1Kor.10:17).

Het Lichaam van Christus heeft één Hoofd en vele leden

Het lichaam als een metafoor voor de Gemeente komt alleen voor in het Nieuwe Testament, het Oude Testament kent dit niet. Het hoofd van het lichaam is uiteraard Christus. ‘Want de man is het hoofd van de vrouw, evenals ook Christus het hoofd van de Gemeente is’ (Ef.5:23; vgl. 1Kor.11:3). De lichaamsmetafoor komt alleen voor in de brief aan de Romeinen, met de nadruk op de onderlinge verhoudingen: ‘Want zoals wij in één lichaam vele leden hebben, en de leden niet allen dezelfde werking hebben, zo zijn wij de velen, één lichaam in Christus en elk afzonderlijk leden van elkaar’ (Rom.12:4-5). Hetzelfde, namelijk de onderlinge verhoudingen van de leden van de Gemeente, vinden we in 1Korinthiërs10:16v. en 12:12-27. In de brief aan Efeze en Kolosse gaat het meer om de verhouding van Christus en zijn Gemeente (Ef.5:23). ‘En Hij is het hoofd van het Lichaam, de gemeente’ (Kol.1:18; 2:19). De brief aan de Romeinen verbindt het beeld van het lichaam met de taken die de leden hebben. De leden hebben niet allemaal dezelfde werking maar hebben verschillende genadegaven, naar de genade die gegeven is’ (Rom.12:4-6).

Leden van het Lichaam van Christus hebben elk een eigen plaats en/of taak

Genadegaven horen bij het Lichaam van Christus, zoals orde hoort bij het Huis van God, en zijn alleen te vinden in de brief aan de Romeinen en in 1 Korinthiërs 12. In 1 Kor.12 wordt de eenheid benadrukt, in de brief aan de Romeinen de verscheidenheid. Ambten kent de Bijbel niet, maar uit de brief aan de Efeziërs kunnen we ontdekken dat God sommige gelovigen gegeven heeft ‘als apostelen, anderen als profeten, anderen als evangelisten, anderen als herders en leraars, met het doel om de heilige te volmaken’ (Ef.4:11-12). Nergens lezen we in de Bijbel over het ambt van dominee of predikant. Onder ambtsdragers wordt dan vaak verstaan iemand die een theologische opleiding, of Bijbelschool heeft gevolgd. Nu heb ik niets tegen Bijbels onderwijs, integendeel, maar door het verkrijgen van een diploma kan men zich niet het recht toe-eigenen zich een dominee of leraar te laten noemen, en zeker niet voor heel jonge mensen zonder enige levenservaring. De Bijbel stelt zulke eisen niet.

De genadegaven vermeld in de brief aan de Romeinen zijn de volgende: ‘Daar wij nu verschillende genadegaven hebben, naar de genade die ons gegeven is, hetzij profetie, laat het zijn naar het gelang van het geloof, hetzij dienst, in het dienen; hetzij wie leert, in het leren; hetzij wie vermaant, in het vermanen; wie meedeelt, in eenvoudigheid; wie leiding geeft, in ijver; wie barmhartigheid bewijst, in blijmoedigheid’ (Rom.12:6-8). De andere genadegaven vinden we in de eerste brief aan de Korinthiërs: ‘Want aan de één wordt door de Geest gegeven een woord van wijsheid; en aan een volgende een woord van kennis; aan een ander geloof en aan een volgende genadegaven van genezing, en aan een volgende werkingen van krachten, en aan een volgende profetie, onderscheiden van geesten, allerlei talen en uitlegging van talen, maar alles door de werking van de Heilige Geest (1Kor.12:8-11).

De uitleg van de verschillende genadegaven wil ik graag in een apart artikel behandelen, om de grote lijn van het onderwerp niet te veel te onderbreken.

______________________________________________________________________________________________________________________________