Kerkgeschiedenis – Mennonieten of Doopsgezinden – Denominaties

12 augustus, 2023

Rubrieken: Kerkgeschiedenis

Kerkgeschiedenis

Denominaties

Mennonieten of Doopsgezinden

 

 

Inleiding

De geschiedenis van de Mennonieten, genoemd naar hun voorganger Menno Simons, wordt vaak in verband gebracht met de gebeurtenissen die zich hebben afgespeeld in Münster (Duitsland) omstreeks het jaar 1534. In die tijd preekten een aantal ‘profeten’ dat het duizend jarig vrederijk was aangebroken en dat gebeuren zou plaatsvinden in de stad Münster. Deze stad was door Philips, de vorst van Münster protestant verklaart, waardoor het tot een toevluchtsoord werd voor een grote menigte vluchtelingen, en onder hen bevonden zich ook gevaarlijke fanaten. Een zekere Matthijsz van Leiden maakten misbruik van deze situatie en het duurde niet lang of zij kregen zoveel invloed dat ze het stadsbestuur afzetten en zelf de macht grepen. Al snel voerde hij en anderen zuiveringen door ongelovigen voor de keuze te stellen: gedoopt te worden, de stad verlaten of te sterven. De absolute gemeenschap van goederen werd ingevoerd en tevens de polygamie. Na de dood van Matthijsz kwam Jan van Leiden aan het bewind en huwde de weduwe van Matthijsz. Ze lieten zich kronen tot koning en koningin van Münster. Kort daarna werd de stad ingenomen, waarop een grote slachtpartij volgde. ‘Koning en koningin’ werden op dezelfde plaats terechtgesteld waar zij zich hadden laten kronen.

Door deze gebeurtenissen kwam er een grote smaad op hen die Christus in oprechtheid wilden volgen. Daardoor bleef voor velen van ‘de broeders’ de lang verbeide vrijheid van geweten en eredienst uit. Zij werden verstrooid en vervolgd, dikwijls in kleine groepen, maar God gebruikte een oprecht man, Menno Simons, om zijn verstrooide schapen te weiden.

Menno werd in 1496 in Witmarsum (Nederland) geboren en op zijn vierentwintigste tot priester gewijd in de Roomse kerk. In zijn biografie schrijft hij over die tijd: ‘Wat betreft de Schriften, die had ik heel mijn leven nooit aangeraakt, want ik was bang dat wanneer ik daarin zou gaan lezen, ik misleid zou worden.’ Toen hij later toch de Bijbel ging lezen raakte hij in gewetensnood. In die periode werd er in Leeuwarden een zekere Sicke Snijder, onthoofd omdat hij zich opnieuw had laten dopen. Dat er een andere doop kon bestaan dan de kinderdoop zetten Menno aan het denken en zoeken, totdat hij in Bijbel het antwoord vond. Dit was de aanleiding van zijn bekering en doopt, die plaatsvond in 1535. Toen de invloed van de ‘sekte van Münster’ naar Nederland kwam bestreed hij die met kracht. Ongeveer een jaar later kreeg Menno Simons, na een ontmoeting met enkele godvrezende mannen, de nood op zijn hart van de vele verstrooide schapen die – afgescheiden van de wereld en van de valse sekten – bijeenkwamen en handelden naar het licht dat zij uit Gods Woord hadden ontvangen. In 1537 verliet hij de Roomse kerk om zijn verdere jaren als reizend leraar de Gemeente in de verstrooiing op te bouwen. De groepen van gelovigen die daardoor ontstonden werden al gauwe ‘Mennonieten’ genoemd. De rol die de Mennonieten hebben vervuld is erg groot en wereldwijd. Zij werden vervolgd van Friesland tot Pruisen en daarna tot in Oekraïne; vandaar vertrokken zij naar Amerika en Canada en naar tal van andere landen zoals Bolivia en via Nederland naar Suriname. We besluiten met een citaat uit de biografie van Menno Simons: ‘Voorts hoop ik, en daartoe helpe ons de Here, dat niemand mij in de hele wereld ooit met reden kan beschuldigen van hebzucht of weelde. Goud en rijkdom bezit ik niet, het hoeft zelfs niet voor mij, ook al zijn er sommigen die uit nijd zeggen dat ik meer gebraden vlees eet dan zij gehakt, of meer wijn drinkt dan zij bier… Hij die mij gekocht en tot zijn dienst geroepen heeft kent mij en weet dat ik geen geld of goed zoek, geen plezier of gemak op aarde, maar alleen de gunst des Heren, mijn eigen behoud en dat van velen.’

______________________________________________________________________________________________________________________________