Nieuwe Testament – Openbaring – 4 Verklaringswijzen

22 juli, 2023

Bijbelboeken: Openbaring van Johannes

Nieuwe Testament

Openbaring 4

Vier verklaringswijzen van het Bijbelboek Openbaring

Voorwoord

Openbaring geeft Gods programma weer voor de geschiedenis van de mensheid. Wat eeuwen geleden is begonnen bij de eerste schepping, zal in de schepping van een nieuwe hemel en aarde zijn vervulling vinden. Openbaring is het boek van de ‘zaligsprekingen’ (1:3; 14:13; 16:15; 20:6; 22:7,14). Het laat ons zien dat de geschiedenis Zijn geschiedenis is en dat menselijke geschiedenis in de handen is van de overwinnende Christus. Wanneer we dit boek bestuderen, worden we bemoedigd, bereid om te dienen, en zullen we in staat zijn om ons leven te reinigen, zodat we gereed zouden zijn als Hij komt!

Inleiding

De interpretatie van Openbaring wordt mede bepaald door de visie die men op het boek heeft. Die visie gaat vooraf aan de interpretatie. Of om het in theologentaal te zeggen de hermeneutiek gaat vooraf aan de exegese. Dat het Bijbelboek Openbaring veel vragen oproept mag duidelijk zijn, het is dan ook geen gemakkelijk boek om uit te leggen. Dat komt niet uitsluitend door het symbolisch karakter, maar mede door het gegeven dat alle lijnen die in de Bijbel zijn uitgezet in het boek Openbaring samenkomen. Om die reden is het dan ook noodzakelijk om over een totaaloverzicht van de Bijbel te beschikken wil men tot een goede uitleg kunnen komen. In de loop van de eeuwen zijn er dan ook meerdere pogingen gedaan om het Bijbelboek de Openbaring te verklaren. Dat heeft geresulteerd in vier basis verklaringswijzen of methodes, waaraan we in dit artikel aandacht willen besteden. We doen dit in chronologische volgorde waarin deze verschillende uitgangspunten in de loop van de tijd zijn verschenen.

Futuristisch uitgangspuntpunt

Omschrijving

De navolgers van deze visie benadrukken dat Openbaring profetie is; de hoofdstukken 6 tot 22 beschrijven een reeks gebeurtenissen die op aarde en in de hemel zullen gebeuren nadat de gemeente van de aarde is weggenomen. De navolgers van deze visie realiseren en erkennen dat er ook geestelijke lessen in het boek Openbaring aanwezig zijn, maar ook dat het gaat over werkelijke gebeurtenissen die eens zullen plaatsvinden. Als Openbaring niet uitgelegd wordt als profetie, dat heeft God de gemeente geen boek in het Nieuwe Testament gegeven dat de toekomstige gebeurtenissen van de wereld weergeeft, de overwinning van de gemeente, het oordeel over de zonde, en de vervulling van de beloften en profetieën die in het Oude Testament gevonden worden. Dit is niet mogelijk! Nee, Openbaring is een profetisch boek! Johannes schrijft zeven keer dat het ‘profetie’ is. Zij die dit boek onderzoeken als een profetisch boek die komende gebeurtenissen voorzegt, ook nadat de gemeente is opgenomen, zullen beloond worden voor hun werken. Volgens deze verklaring, die van alle verklaringstypen de meest letterlijke uitleg van het boek geeft, hebben veel voorzegde gebeurtenissen nog niet plaatsgevonden. Ze vinden plaats in de eindtijd.

Ontstaansgeschiedenis

Voor zover bekend waren alle vroege kerkvaders duidelijk chiliasten, d.i. aanhangers van de leer van een toekomstig duizendjarig rijk op aarde voorafgaand aan de nieuwe hemel en aarde. Hier knoopt vandaag de dag de zg. futuristische benadering bij aan. Een nieuwe bijdrage aan de futuristische uitleg kwam eind zestiende eeuw van de SpaanseJezuïet Francisco Ribeira (1537-1591). John Nelson Darby (1800-1882) was een Engels-Ierse bijbelleraar, een van de invloedrijke figuren onder de oorspronkelijke Plymouth Brethren. Hij wordt beschouwd als de vader van het moderne dispensationalisme en futurisme. De theologie van de opname vóór de verdrukking werd in de jaren 1830 uitgebreid en in het begin van de 20e eeuw in de Verenigde Staten door de brede verspreiding van de Scofield Reference Bible.

Conclusie

Vergeleken met de drie andere verklaringswijzen ten aanzien van het boek Openbaring geeft de futuristische-prechiliastische-pretribulationistische interpretatie de beste mogelijkheden om te geloven in een letterlijke vervulling van het boek. De futuristische (of eschatologische interpretatie), die de oudste papieren heeft, meent dat het boek vanaf Openbaring 4 (voor het allergrootste deel) betrekking heeft op de eindtijd. Deze visie komt in ettelijke varianten voor, zodat wij het een nadere onderverdeling moeten maken. Er zijn drie belangrijke kwesties in het geding, namelijk hoe interpreteren we Openbaring 19-22 met betrekking tot een 1000-jarig Vrederijk. (1) Met betrekking tot deze hoofdstukken is de vraag: Komt er een toekomstig duizendjarig vrederijk voorafgaand aan de wederkomst van Christus (postchiliasten). Of komt er een vrederijk, maar dan volgend op de wederkomst van Christus (prechiliasten). Of komt er geen 1000-jarig vrederijk en staan de duizend jaren symbool voor de eeuwigheid (a-chiliasten). (2) Met betrekking tot de hoofdstukken 4-19 is de vraag komt er een Grote Verdrukking en zo ja, wanneer is dan de Opname van de Gemeente, vóór, ná of in het midden van de Grote Veerdrukking? (3) En hoe interpreteren we Openbaring 2 en 3, is het alleen maar een beschrijving van toenmalige situatie van de gemeenten in Asia, of is het ook een profetische beschrijving, en wel in die zin dat de zeven gemeenten in Asia zeven opeenvolgende fasen van de kerkgeschiedenis representeren? Het futurisme verdedigt het futurisch-prechiliastisch-pretribulationistisch standpunt.

Idealistisch uitgangspunt

Omschrijving

De voorzeggingen gaan niet over gebeurtenissen in de tijd, maar vertegenwoordigen grotere idealen en beginselen. Ze spreken van krachten van licht en duisternis die onderling strijden.

De verdedigers van deze visie verlaten de idee van profetie totaal en gebruiken Openbaring als een presentatie van het conflict tussen Christus en satan, goed en kwaad. Ze verwerpen de idee dat Johannes schrijft over actuele gebeurtenissen; ze zeggen dat het boek alleen gaat over algemene geestelijke principes. Maar nogmaals, Johannes schrijft profetie! We erkennen dat Openbaring meerdere algemene geestelijke principes in symbolische vorm bevat, moeten we ook erkennen dat het boek ook gaat over echte gebeurtenissen die eenmaal zullen plaatsvinden in deze wereld. De voorzeggingen gaan niet over gebeurtenissen in de tijd, maar vertegenwoordigen grotere idealen en beginselen. Ze spreken van krachten van licht en duisternis die onderling strijden.

Ontstaansgeschiedenis

Mede onder invloed van het Griekse denken en in reactie op bepaalde uitwassen van het chiliasme zoals bij de sekte van de Montanisten ontwikkelde zich vanuit de kerk van Alexandrië de vergeestelijkingstheorie: de opvatting die tegenover de letterlijk-historisch-profetische uitleg een geestelijk-allegorisch-mystieke uitleg plaatste en er bovendien van uitging dat het duizendjarig rijk reeds met Christus’ eerste komst begonnen was. We moeten hier vooral Clemens van Alexandrië, Origenes, Tyconius, Augustinus en Primasius noemen. Vooral de vervangingsleer is te noemen die opgekomen is nadat Jeruzalem verwoest was, Israël verstrooid onder de heidenen en het christendom in het Romeinse rijk gevestigd en bevoorrecht was. Het scheen dat Israël voorgoed had afgedaan en het rijk van Christus gekomen was. Volgens de invloedrijke theoloog Augustinus (354-430) is de Gemeente in de plaats van Israël gekomen. Voor sommigen is deze vervangingsleer een van de oorzaken, of de oorzaak van het antisemitisme.

Conclusie

De idealistische opvatting sluit aan bij de allegorische opvatting van de Alexandrijnse kerkvaders. In deze alles vergeestelijkende visie is de Openbaring niets anders dan een allegorische beschrijving van de voortdurende strijd tussen het christendom en het heidendom. We moeten deze idealistische (tijdloos-symbolische) interpretatie die stelt, dat de Openbaring geen voorzeggingen en geen beschrijvingen van historische gebeurtenissen bevat, maar alleen geestelijke beginselen van de algemene Godsregering beschrijft, dan ook afwijzen. Openbaring is a priori een profetisch boek; zeven keer vinden we die vermelding dan ook.

Historisch uitgangspunt

Omschrijving

Hen die deze visie volgen geloven dat we in de symbolen van de Openbaring de vervulling van de kerk kunnen vinden. Ze geloven dat het boek een overzicht geeft van het verloop van de geschiedenis van de apostolische tijd tot aan het einde van de tijden. Ze zoeken in geschiedenisboeken naar paralellen met het boek Openbaring, maar de resultaten daarvan zijn soms desastreus. De ene uitlegger ziet in een symbool Luther en de Reformatie, maar een ander ziet in hetzelfde symbool de boekdrukkunst! Wat voor een waarde zou het boek Openbaring voor de gelovigen in Johannes dagen gehad hebben als alleen maar de geschiedenis van de wereld zou voorzeggen? En wat voor waarde heeft het boek dan voor ons? De historische of historicistische verklaring zegt dat de voorzeggingen worden vervuld vanaf Johannes, die ze optekende, en in de eeuwen na hem, alle tijden door. Voorzegde gebeurtenissen worden verbonden met grote gebeurtenissen in de geschiedenis. Een voorbeeld. Bij de 4de bazuin (Op.8:12) wordt het derde deel van zon, maan en sterren verduisterd, dus aan dag en nacht het derde deel van hun licht ontnomen. De lutherse en piëtistische Duitse theoloog Johan Albregt Bengel (1687-1752) houdt, naar zijn chronologische verklaring, de verduistering voor de bezetting van de hoofdstad Rome door de Duitse volken in de 5de eeuw, evenals de verduisterende rook uit de bronnen van de afgrond (9:2) voor de verdonkering welke door het ontstaan van de Talmoed over de Joden is gekomen in de 6de eeuw. De verduistering van het dier en het rijk (Op.16:10), is volgens Bengel nog aanstaande, maar volgens een andere verklaarder reeds vervuld in de afbreuk die de Waldenzen aan het antichristelijke rijk deden.

Ontstaansgeschiedenis

In de twaalfde eeuw kwam de kloosterling Joachim van Fiori (gest.1202) met de verklaring dat hij een bijzonder visioen had ontvangen waarin God hem zijn plan voor heel de geschiedenis had ontvouwd. Joachim ging ervan uit, dat de 1260 dagen in Op.11:3 en 12:6 jaren voorstelden en verdeelde de wereldgeschiedenis in drie perioden, resp. die van Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Hij zag de derde periode als die van het duizendjarig rijk en meende dat in die periode de verdorven kerk hersteld zou worden in haar oorspronkelijke zuiverheid. De latere Franciscanen beschouwden zich als de ware christenen uit zijn visioen. Zij zagen in de paus het beest uit de zee, en in het pauselijke Rome de grote hoer, een interpretatie die – vooral door toedoen van Reformatoren en hun volgelingen (o.a. Luther) – geheel of gedeeltelijk tot op deze dag heeft standgehouden. Vandaag de dag spreken we hier van de zg. historische uitleg en dat geldt ook voor een uitleg als die van Nicolaas van Lyra (gest.1340), die de Openbaring als een strikt chronologische profetie met betrekking tot heel het tijdvak van de apostolische eeuw tot aan de voleinding beschouwde.

Conclusie

De idealistische (tijdloos-symbolische) interpretatie stelt, dat de Openbaring geen voorzeggingen en beschrijvingen van historische gebeurtenissen bevat, maar alleen geestelijke beginselen van de algemene Godsregering beschrijft. De idealistische visie wijzen we af omdat de Openbaring met alle beklemtoning van de symboliek geheel van de (heils)geschiedenis wordt losgemaakt; er is hier geen sprake meer van een werkelijke ‘historische’ jongste dag, een punt in ruimte en tijd waarop Christus werkelijk wederkomst en zijn oordelen volvoert. Hoewel soms ook conservatieve uitleggers voor deze visie gekozen hebben, kan men toch geen uitlag van het boek Openbaring aanvaarden waarin feitelijk geen plaats meer is voor het grote einddoel van het boek, waar het steeds weer heen wijst, namelijk de wederkomst van Christus

Pederastisch uitgangspunt

Omschrijving

Deze visie beweert dat alles wat in Openbaring staat vervuld is in de eerste eeuw. Johannes, zeggen de voorstanders, handelt met de oorlog van de kerk en Rome. Hij schrijft om de heiligen om ze te vertroosten en te bemoedigen. Zeker heeft het boek een speciale waarde voor hen die vervolging van de Romeinen te verduren hadden, maar die waarde eindigt niet met het einde van de apostolische eeuw maar strekt zich uit over alle eeuwen totdat Jezus komt. Volgens de pederastische verklaring zijn de meeste of alle voorzeggingen van het boek Openbaring vervuld tijdens het leven van Jezus en in de eerste generatie christenen. De val van Jeruzalem vervulde vele voorzeggingen, zoals die aangaande de grote verdrukking. Het prenterigste is de leer dat de voorzegde gebeurtenissen in Mattheüs 24 en het boek Openbaring grotendeels of volledig hebben plaatsgevonden in de aanloop naar en ten tijde van de verwoesting van Jeruzalem door de Romeinen in het jaar 70 na Christus. Sommige pret risten stellen dat de wederkomst van Christus en de opstanding van de doden in het jaar 70 hebben plaatsgevonden. De term prenterigste komt van het Latijnse woord prater = verleden, omdat de profetieën merendeels of alle reeds in het verleden zouden zijn vervuld. Het prenterigste stelt dat alle of een deel van de Bijbelse profetieën over de laatste dagen verwijzen naar gebeurtenissen die in de eerste eeuw plaatsvonden na de geboorte van Christus, in het bijzonder in verband met de verwoesting van Jeruzalem in 70 na Christus. Jezus’ voorzeggingen aangaande aardbevingen, onlusten, oorlogen en de grote verdrukking zijn in de eerste eeuw uitgekomen.

Ontstaansgeschiedenis

Preterisme (van het Latijnse praeteritus, ‘voorbijgegaan’ of ‘verleden tijd’) is een opvatting binnen het christendom waarbij de profetieën over de eindtijd, zoals uit het Bijbelboek Openbaring, niet over de toekomst gaan maar reeds vervuld zijn. Als de vervulling wordt genoemd het jaar 70 van de eerste eeuw na Christus, waar het gaat over de tijd van de Romeinse keizer Nero en de Joodse oorlog met de Romeinen. De eerste systematische, preteristische beschouwing was Vestigatio arcani sensus in Apocalypsi, gepubliceerd in 1614 en geschreven door de jezuïet Luis De Alcasar gedurende de contrareformatie. Een van de eerste protestanten die deze visie aannam, was Hugo de Groot. Moses Stuart merkte op dat Alcasars preteristische interpretatie van onschatbare waarde was voor de Rooms-Katholieke Keeerk gedurende de strijd met he protestantisme. In diverse historicistische interpretaties die ontstonden in de periode van de reformatie werd Babylon, de grote stad en grote hoer uit Openbaring 14-18 namelijk gezien als een profetische afbeelding van Rome (de Rooms-Katholieke Kerk c.q. het pausdom). Mede door deze tegenstelling vond het preterisme in eerste instantie weinig ingang in protestantse kringen. Tegen het einde van de 18e eeuw raakte de preteristische interpretatie meer ingeburgerd. De eerste volledig preteristische protestantse uiteenzetting werd in 1730 geschreven door de Fransman Firmin Abauzit: Essai sur l’Apocalypse. Abauzit was een bibliothecaris in de destijds onafhankelijke protestantse republiek Geneve. Dit maakte onderdeel uit van een groeiende ontwikkeling van een meer systematisch-preteristische interpretatie van Openbaring.

In het Nieuwe Testament overheerst de overtuiging dat de wederkomst van Jezus nabij was. Deze verwachting werd door Jezus en de apostelen op meerdere plaatsen in de evangeliën en brieven expliciet genoemd: ‘Ik verzeker jullie: sommige van de hier aanwezigen zullen niet sterven voor ze de komst van de Mensenzoon en zijn koninklijke heerschappij hebben meegemaakt’. Op de vraag van zijn leerlingen naar de periode waarin zijn komst en het einde van de wereld zou vallen, antwoordde Jezus: ‘Ik verzeker jullie: deze generatie zal zeker nog niet verdwenen zijn wanneer al die dingen gebeuren’. Ook Paulus zag zijn generatie als die ‘tot wie het einde der tijden gekomen is’. Wat hun overkwam had een diepe zin en het werd te boek gesteld als een waarschuwing voor ons, tot wie het einde der tijden gekomen is.

Conclusie

Het preterisme moet op grond van de Schrift als een dwaling worden bestempeld. ‘De grond voor deze leer is een volstrekt misverstaan van vooral Mattheüs 24. De bekende Anglicaanse theoloog Tom Wright is een preterist. In het Nederlandse taalgebied wordt een preteristische leer verkondigt (anno 2017) door David Sörensen, die stelt dat de wederkomst van de Heer Jezus in het jaar 70 heeft plaatsgevonden, en door de prediker Jeroen Koornstra, die de opname van de gemeente niet als een toekomstige gebeurtenis ziet. Koornstra ziet 2Petr.3:10-12 vervuld in 70 na Chr., toen Jeruzalem verwoest werd. Volgens Koornstra is de eindtijd, d.w.z. ‘de laatste dagen’ (Hebr.1:1; Hand.2:17), begonnen met Jezus en rond het jaar 70 n.C. geëindigd met de verwoesting van Jeruzalem en de tempel. De Heer Jezus komt niet terug op de wolken, maar is al lang teruggekomen. Zijn komst was een ‘ingrijpen’: het uitvoeren van een oordeel over Jeruzalem en de tempel en daarmee de afschaffing van het Oude Verbond, dat toen plaatsmaakte voor het Nieuwe Verbond. Samen met Jezus regeren doen we niet pas in de toekomst, maar in het hier en nu. Zijn koninkrijk krijgt nu al gestalte. De aarde waarop wij wonen is blijvend en wordt niet door vuur verwoest. (Zie voor meer informatie over het preterisme de rubriek ‘Preterisme’ op deze website.

______________________________________________________________________________________________________________________________