Serie: Het boek Prediker Algemene Inleiding – Deel 2

22 juli, 2023

Prediker

Deel 2

‘Het leven is als modern toneel, als je de helft kan begrijpen is het veel!

Algemene Inleiding

In ieder van ons schuilt wel een filosoof, waarmee ik bedoel dat ieder mens wel een of andere wereldbeschouwing heeft. Het boek Prediker, waarvan ik uitga Salomo de auteur is, behoort dan ook tot de zgn. Wijsheid geschriften van het Oude Testament. Als we mogen aannemen dat Salomo omstreeks 1000 v. Christus heeft geleefd, dan kunnen we met stelligheid zeggen dat hij de eerste filosoof was. De eerste filosofen traden rond 600 v.Chr. op en algemeen wordt Thales uit Milete en Anaximander als de vaders van de westerse filosofie beschouwd. Zij, en na hen vele anderen, ruilden de mythologische wereldbeschouwing in voor een min of meer ‘wetenschappelijke’ methode. Daarom kan Salomo met recht een filosoof genoemd worden, eeuwen eerder dat de eerste filosofen van de antieke wereld. Een filosoof is iemand die ‘liefde voor de wijsheid’ heeft, en in 1Koningen 3:1-15 vraagt Salomo van God een opmerkzaam hart, en God gaf hem ‘een wijs en verstandig hart’. Salomo ’s opgedane wijsheid kunnen we, los van het boek Prediker, tevens terugvinden in het Bijbelboek Spreuken.

God niet betrekken in ons denken, God daarvan uitsluiten (deïsme) – en in dit boek wordt dat duidelijk gemaakt door het sleutelwoord ‘onder de zon’, ontzegd ons een juiste kijk op de werkelijkheid. De naam van God wordt voor het eerst genoemd in 2:26. Wanneer er geen God is, dan is de wereld een gesloten, uniform en voorspelbaar systeem, waarin niets kan veranderen. Dat is een wereld waar geen antwoord op gebeden komen of wonderen kunnen gebeuren! Maar God heeft ‘ingebroken’ in deze wereld en heeft van Zich laten ‘horen’ doordat Hij liet de zon stilstaan (Joz.10), een doorgang door de Rode Zee maakte waardoor het volk Israël kon trekken, ook door de Jordaan (Ex.14, Jz3-4), onthield en gaf regen (Jak.5:17-18), en stilde de zee (Mark.4:35) en zal nog ‘inbreken’ om deze wereld te oordelen! (Op.6vv.; Ps.2).

Ook vandaag zijn er mensen die van mening zijn dat er geen God is en dat daarvan geen bewijzen zijn in de geschiedenis van onze planeet. Tegen ons en over die mensen zegt de apostel Petrus het volgende: ‘Weet dit eerst, dat er in het laatst van de dagen spotters met spotternij zullen komen, die naar hun eigen begeerten wandelen en zeggen: Waar is de belofte van Zijn komst? Want sinds de vaderen zijn ontslapen, blijft alles zó als van het begin van de schepping. Want moedwillig is hun dit onbekend, dat door het Woord van God de hemelen van oudsher waren, en een aarde bestaande uit water en door water, waardoor de toenmalige wereld, door water overstroomd, vergaan is. Maar de tegenwoordige hemelen en de aarde zijn door hetzelfde woord opgespaard voor het vuur en worden bewaard tot de dag van het oordeel en van de ondergang van de goddeloze mensen’ (2Petr.3:3-7).

De naam

In de Engelse taal wordt dit Bijbelboek ‘Ecclesiastes’ genoemd, dat van het Griekse woord ekklesia komt, dat in het Nieuwe Testament is vertaald met ‘kerk’, ‘gemeente’ of ‘vergadering’. Het heeft de idee in zich van een prediker die een vergadering van mensen toespreekt (zie: 1:1-2; 12:8-10). De Nederlandse titel – Prediker – die aan dit boek gegeven is komt van het woord ‘Qohèlét’ en dat is iemand die het woord voert in een vergadering zoals we dat en vinden we in het begin van het boek 1:1 en in vers 12 waar staat ‘Ik, Prediker, was koning over Israël te Jeruzalem’ (zie ook: 7:27; 12:8-10). De prediker stelt een praktisch probleem, bespreekt het, en zoekt naar een conclusie.

De auteur

Hoewel door sommigen betwijfeld op grond van 1:16 en 2:7, teksten die in de verleden tijd staan, wordt Salomo algemeen aanvaard als de auteur; zie 1:1-2, 12. Hij was wijd en zijd bekend om zijn wijsheid, getuige de koningin van Sjeba: ‘De koningin van het Zuiden zal worden opgewekt in het oordeel met de mannen van dit geslacht en zal hen veroordelen, want zij kwam van de einden der aarde om de wijsheid van Salomo te horen’ (Luk.11:31). Toen zij bij Salomo was zei ze tot de koning: Het was de waarheid, wat ik in mijn land over uw woorden en over uw wijsheid gehoord heb. Maar ik geloofde die woorden niet, totdat ik kwam en mijn eigen ogen het zagen. Zie, nog niet de helft was mij verteld. U hebt wat uw wijsheid en welstand betreft het gerucht dat ik gehoord had, overtroffen’ (1Kon.10:6-7). Zoals blijkt uit de volgende tekst was de koningin van Sjeba ook buiten zichzelf toen ze zijn rijkdom, welvaart en dienst aan de Here zag. ‘Toen de koningin van Sjeba alle wijsheid van Salomo zag, en het huis dat hij had gebouwd, het voedsel op zijn tafel, hoe zijn dienaren aanzaten, hoe zijn bedienden klaarstonden, hun kleding, zijn schenkers, zijn brandoffers, die hij bracht in het huis van de HEERE, was zij buiten zichzelf’ (1Kon.10:4-5). Geen andere koning in het Oude Testament voldoet beter aan de beschrijving van de koning in het boek Prediker dan Salomo. De rijkdom en wijsheid van Salomo wordt ook vermeld in het Nieuwe Testament (o.a. Mat.6:29, 12:42).

Het doel

Het boek Prediker beschrijft de poging van een wijs man de zin van de dingen te begrijpen en waar geluk te vinden. Maar hij beperkt zich tot wat ‘onder de zon’ is (de zichtbare dingen). Het resultaat van dit onderzoek is dat alles ‘ijdelheid’ blijkt te zijn (zinloos en hopeloos) zolang men God erbuiten laat. De betekenis van het leven wordt pas duidelijk wanneer men erkent dat God aan het eind van dat leven zal beoordelen in hoeverre het met Zijn wet in overeenstemming was. Het boek laat ons zien dat de wijsheid van de mens zonder God dwaasheid is en dat alleen God zin aan het leven kan geven. Om die reden is het boek Prediker zeer actueel juist in onze tijd waarin met God buiten spel heeft gezet. Door de zogenaamde secularisatie van de maatschappij en cultuur, heeft God zich teruggetrokken en/of is de mens verduisterd.

Het onderwerp

Het onderwerp wordt vermeld in 1:1-3, en kan worden omschreven als: ‘Is het leven werkelijk waard om geleefd te worden?’ Salomo kijkt naar het leven met zijn schijnbare tegenstellingen en geheimenissen, en hij verbaast zich of het ‘eindeloos herhalen’ van het bestaan het leven waard is. Mensen zwoegen hun hele leven, daarna sterven zij, en iemand minder belangrijk dan zij erven de rijkdom en verspillen het. Salomo komt tot de conclusie dat het beste wat je kan doen is om nù te genieten van Gods zegeningen, God te vrezen, en vast te houden aan zijn Woord. Natuurlijk weten wij met het licht vanuit het Nieuwe Testament, dat ‘ons werk is niet tevergeefs in de Heer’ (1Kor.15:58).

Sleutelwoorden

Enige sleutelwoorden in het boek prediker zijn: mens (47 keer), arbeid (36 keer), onder de zon (30 keer), ijdelheid (37 keer), wijsheid of wijs (52 keer), kwaad (22 keer). Realiseer je dat Salomo de zaken beredeneert die ‘onder de zon’ gebeuren, dat wil zeggen dat je alles ervaart zonder rekening te houden met God. Als je stopt met lezen van het boek Prediker en niet verder gaat, dan blijf je zitten met vragen; maar je moet doorgaan om te komen bij het Nieuwe Testament waar de gehele raad van God wordt ontvouwd. Veel religieuze of filosofische ingestelde mensen gebruiken vaak (uit hun verband gerukte) teksten uit dit boek om hun eigen denken te ondersteunen.

De problemen

Beschrijft Prediker dan niet dat mensen sterven zoals de dieren, en dat er geen leven na de dood is? Nee. Lees de gedeelten die ‘de dood’ behandelen zorgvuldig (2:14-16; 3:16-22; 6:1-6; 7:2-4; 9:1-4) en je zal zien dat Salomo zeker gelooft in een leven na de dood. In 3:17 vermeld hij een toekomstig oordeel, en ook in 11:9 en 12:14. Als er geen leven na de dood is, hoe kan er dan een toekomstig oordeel zijn? Het ‘ene lot’ dat zowel de mens als de dieren treft (3:19-20) is dat beiden naar dezelfde plaats gaan – het stof. Maar let op vers 21 waar we lezen dat de geest van de mens opstijgt tot God; zie ook 12:7. Salomo had niet de volle openbaring van het Nieuwe Testament betreffende het leven, dood, opstanding, en oordeel, maar hij weerspreekt het nieuwtestamentisch onderwijs niet.

Leert Prediker ‘Eet, drink en wees gelukkig?’ Nee. Het onderwijst wel dat we de van God ontvangen zegeningen mogen genieten als we kunnen. Tegenover elk onderdeel dat het onderwerp ‘genieten’ behandeld, staat een gedeelte over de ‘dood’ (2:12-23 met 2:24-26; 3:16-21 met 3:12-15; en 22; 6:1-7 met 5:18-20; en 9:1-4 met 8:15-17. Salomo zegt: ‘Met het oog op de kortheid van het leven en de zekerheid van de dood, geniet nù van Gods zegeningen en de opbrengst van je arbeid. Gebruik deze zegeningen ter ere van God.’ Dat stemt overeen met wat Paulus schrijft in 1Tim.6:17: ‘God die ons alles rijkelijk geeft om te genieten’. Salomo raadt ons niet aan om roekeloos te genieten of in dronkenschap te gaan leven. Eerder raadt hij ons aan om het leven te waarderen en te genieten van de daarmee verbonden zegeningen.

Gods waarheid is niet in één keer bekendgemaakt, er is een progressieve ontvouwing van de waarheid in de Bijbel die met de komst van het Nieuwe Testament voltooid is. Er is wel voortschrijding in ons inzicht van de Bijbel, maar dat is heel wat anders dan een voortschrijding van de ontvouwing van de waarheid door God, die is voltooid! ‘Het geloof dat eenmaal aan de heilige is overgeleverd (Judas vers 3; Kol.1:25). Daarom dienen wij bij de interpretatie van het boek Prediker rekening te houden met het Nieuwe Testament. Als de dood aan alles een einde maakt, dan is het leven niet waard geleefd te worden, en zijn de mensen inderdaad te beklagen. Maar als we Christus als onze Heiland en Heer kennen, dan wordt het leven een adembenemend geloofsavontuur. En al ons zwoegen betekend geen ijdelheid meer, maar we zullen ervoor beloond worden (1Kor.15:51-58). Redding en opstanding door Christus maakt het leven waardevol. ‘Wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid’ (1Joh.2:17). ‘Hun werken volgen hen’ (Op.14:13). Salomo ’s conclusie in de hoofdstukken 11-12 is dan ook: leef in geloof, gehoorzaam God, en Hij zal voor al het andere zorg dragen. Geniet nu van Zijn zegeningen en investeer je leven in de dingen waar het werkelijk om gaat.

Toepassing

Ook in onze huidige wereld is er ongerechtigheid t.o.v. de armen (4:1-3), corrupte politici (5:8), incompetente leiders (10:6-7), criminele mensen (8:11), materialisme (5:10), een verlangen naar de ‘goeie, ouwe tijd’ (7:10). Daarom is dit boek nog even actueel als in de tijd van de auteur. Het hart van de mens is te allen tijde boos (Gen.6:5).

____________________________________________________________________________________________________