Serie Geloofshelden – Hebreeën 11 – Inleiding: Wat is geloof? – Deel 1

15 augustus, 2023

Serie Bijbelstudies

Geloofshelden – Inleiding – Deel 1

Wat is geloof? Hebreeën 11:1-3

Inleiding

‘Want kijkt naar uw roeping, broeders, dat er niet vele wijzen zijn naar het vlees, niet vele machtigen, niet vele aanzienlijken; maar het dwaze van de wereld heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen, en het zwakke van de wereld heeft God uitverkoren om het sterke te beschamen, en het onaanzienlijke van de wereld en het verachte heeft God uitverkoren, en wat niet is, om wat iets is teniet te doen, opdat geen vlees roemt voor God’ (1Kor.1:26-29)

Iemand heeft eens, naar aanleiding van de hierboven geciteerde tekst, gezegd: ‘Zo ziet Gods gereedschapskist eruit!’ Niet erg vleiend, maar wanneer we naar enkele voorbeelden kijken van personen uit Gods woord, dan zullen we erin moeten toestemmen. Want Mozes was een moordenaar en een vluchteling, Gideon een boer, Amos een schapenfokker, Paulus een vervolger van de gemeente en Petrus een eenvoudige visser. En met alle eerbied gezegd, de Heer Jezus was een timmerman! En toch deed God grote dingen door hen omdat ze geloofden dat Hij die dingen in hen kon bewerken waartoe ze zelf niet in staat waren! Wij, gelovigen van het Nieuwe Testament, hebben de Heilige Geest inwonend, daarom kunnen we zeggen: ‘Ik vermag alle dingen die mij kracht geeft’ (Fil.4:13). Bovendien hebben wij de belofte van de Heer Jezus die eens heeft gezegd: ‘Zonder Mij kunt u helemaal niets doen!’ (Joh.15). We mogen dan ook rekenen op zijn medewerking. ‘Want het is God die in u werkt, zowel het willen als het werken, naar zijn welbehagen’ (Fil.2:13). De gelovigen die in Hebreeën 11 vermeld worden, waren mensen die op God vertrouwden. Zelfs toen ze werden bespot en vervolgd, opgejaagd en gedood (11:35-38). Ze behielden hun geloof, ook al ontvingen ze tijdens hun leven nooit alle zegeningen die God hun had beloofd (Heb.11:39). Maar ze wisten dat ‘zonder geloof het onmogelijk is om Hem te behagen; want wie tot God nadert, moet geloven dat Hij is en dat Hij een beloner is van hen die Hem zoeken’ (Heb.11:6).

Wanneer wij onze eigen wedloop lopen, zullen wij dezelfde hindernissen ervaren als eertijds de patriarchen en profeten. Zware tijden vereisen een sterk geloof; en hoe meer wij op God vertrouwen, des te sterker zullen we worden. Toen Jeremia op het punt stond om het op te geven, sprak God: ‘Als gij met voetgangers loopt, maken zij u moede; hoe zult gij dan een wedloop beginnen met paarden? In een vredig land voelt gij u niet veilig; hoe zult gij het dan maken in de pronk van de Jordaan? Wanneer wij onze wedloop willen uitlopen en de doelen bereiken die God ons in het vooruitzicht heeft gesteld, zullen we moeten verstaan wat het wil zeggen ‘de rechtvaardige zal door geloof leven’.

Wat wil zeggen ‘een bijbels geloof’?

‘Het geloof nu is de zekerheid van wat men hoopt, de overtuiging van wat men niet ziet. Want in dit geloof hebben de ouden getuigenis gekregen’ (Heb.11:1-2)

Wat voor ‘soort’ geloof hadden de personen vermeld in Hebreeën 11? Wel, ze hadden een geloof dat in praktijk gebracht werd. Het was geen intellectueel of emotioneel geloof, maar een levend geloof in een levende God, een geloof dat zich onderwierp aan het gezag van zijn woord (Ps.19:12). Zo offerde Abel een offer; Noach maakte een ark; Abraham offerde Isaak; Mozes verliet met het volk Egypte, met andere woorden we moeten iets doen! ‘En weest daders van het woord en niet alleen hoorders’ (Jak.1:22). We kunnen niet tegelijk stilstaan en lopen. Paulus roept de gelovige op zijn of haar behoudenis uit te werken en te wandelen in goede werken, die God tevoren heeft bereid (Fil.2:12; Ef.2:10). Zoals anderen al eerder hebben geformuleerd: ‘Echt geloof is gehoorzaamheid aan Gods woord, ongeacht de gevoelens in ons, de omstandigheden rondom en de consequenties voor ons’. Alle personen vermeld in Hebreeën 11 hebben te maken gehad met hun emoties. Heeft u ooit op water gelopen, zoals Petrus? Ze hebben te maken gehad met verschillende omstandigheden. Heeft u ooit tegen een leger moeten vechten, zoals Jozua, Gideon of David? Ze hebben te maken gehad met allerlei gevoelens, omstandigheden en consequenties. Heeft u ooit ‘nee’ moeten zeggen tegen een machtige heerser, zoals Mozes deed? Ze ontkenden hun emoties niet; ze hadden geen invloed op hun omstandigheden; ze konden de consequenties niet van tevoren vaststellen. Maar, ze vertrouwden op God, en Die hielp hen er doorheen. Het voorwerp van hun geloof was God. Iedereen gelooft in iets, een goede baan, geld, vrienden enzovoort. Het verschil tussen een gelovige en een ongelovige is niet dat de een geloof heeft en de ander niet. Het verschil ligt daarin dat de gelovige zijn geloof in God heeft. Het is het voorwerp van zijn of haar geloof dat het verschil maakt Op een van mijn bezoeken aan Israël vroeg een dame mij of ik geloofde dat iemand, zoals Petrus, op het water zou hebben kunnen wandelen? Ik antwoordde haar dat om zoiets te geloven het te maken heeft in welke God je geloofd. Ik vertelde haar dat ik geloofde in de God, de Schepper van hemel en aarde door Wie de werelden bereid zijn, zodat wat men ziet, niet ontstaan is uit wat zichtbaar is (Heb.11:3). Ik stelde haar de vraag: ‘Zou voor die Here iets te wonderlijk zijn? (Gen.18:14)

Hoe ‘werkt’ een bijbels geloof?

‘Zonder geloof echter is het onmogelijk Hem te behagen; want wie tot God nadert, moet geloven dat Hij is en dat Hij een beloner is van hen die Hem zoeken’ (Heb.11:6)

 God heeft zich geopenbaard in de Bijbel en Hij spreekt daardoor tot ons. Zo begint de brief aan de Hebreeën: ‘Nadat God vroeger vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten, heeft Hij in het laatst van deze dagen tot ons gesproken in de Zoon’ (1:1). God heeft gesproken en wat doen wij ermee? Tot de geloofshelden, vermeld in hoofdstuk 11, heeft God op de een of andere manier gesproken. Mozes vreesde het leger van farao niet omdat God hem gezegd had dat Hij het volk Israël veilig uit Egypte zou leiden (Ex.3:9vv.). Jozua was niet beschaamd om een week lang rond Jericho te marcheren, omdat God hem had gezegd dat hij de stad zou innemen (Joz.6:1vv.). God openbaard zich in de natuur (Ps.19; Rom1:20), in de persoon van zijn Zoon, de Heer Jezus en in zijn Woord. In vroegere tijden sprak God op diverse manieren tot de mens, nu door zijn Woord en Geest; uitzonderingen uiteraard daargelaten (Zie bv. Hand.16:9). Om te weten te komen wat God van ons verlangd, dienen we te beproeven wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is (Rom.12:2). Daarvoor is het nodig om gemeenschap met God te hebben door middel van gebed en het lezen van zijn woord. Met andere woorden om God te behagen dienen we dan ook tot Hem te naderen om zijn aangezicht zoeken. ‘Want ieder die bidt, die ontvangt; wie zoekt, die vindt; en voor wie klopt zal opengedaan worden’ (Mat.7:8). Maar ook: ‘God is een geest en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid’ (Joh.4:24). God is een beloner van wie Hem zoeken (vs.6). Samengevat, voor ons geloofsleven moeten we een openbaring van God ontvangen hebben. Die openbaring verkrijgen we door een dagelijkse relatie te onderhouden door het lezen van het woord, waardoor we opgroeien in ons geloof. Eenmaal zijn wil kennen is het de zaak die uit te voeren. De beloning is de innerlijke overtuiging dat God zijn wil in ons openbaard heeft. De vrede van God die alle verstand te boven gaat’ (Fil.4:7).

Hoe kun je groeien in je geloof?

 ‘Door het geloof begrijpen wij dat de werelden door Gods woord bereid zijn, zodat wat men ziet, niet ontstaan is uit was zichtbaar is’ (11:3)

Jakobus, de halfbroer van de Heer Jezus, vermeld verschillende soorten van geloof: een dood geloof, demonisch geloof en een levend geloof (Jak.2:14-26). Alleen een levend geloof in een levende God dat gegrond is in Gods woord heeft het vermogen in zich om tot een volwassen geloof te komen. In ons hoofdstuk in vers 3 wordt ons geloof in Gods woord gelijk op de proef gesteld en dat meer dan in voorgaande generaties. Ik bedoel het geloof in God als Schepper van hemel en aarde, de werelden zoals onze tekst het weergeeft. Dat staat diametraal van wat de hedendaagse mens gelooft. Nee, ik geloof niet in de evolutie, dat ook een geloof is maar door niets wetenschappelijk ondersteund wordt. Er zijn anderen die beweren dat God door middel van evolutie deze wereld geschapen zou hebben. Helaas voor hen, zoiets kan ik met de beste wil van de wereld niet in Gods woord terugvinden! Nee, ik volg Mozes en de Heer Jezus in hun getuigenis over hoe de wereld door Gods woord bereid zijn (Deut.4:32; Mark.13:9; Mat.19:4). Nee: ‘Want Hij sprak en het was er, Hij gebood en het stond er’ (Ps.33:5) Daarom: ‘Looft Hem, zon en maan, looft Hem, al gij lichtende sterren. Looft Hem, hemel der hemelen, en gij wateren boven de hemel. Dat zij de naam des Heren loven, want Hij gebood en zij waren geschapen’ (Ps.148:3-5). Ons geloof groeit wanneer we God aan het werk zien niet alleen in en door de schepping, maar ook in het leven van doodgewone mensen zoals u en ik. En uit wat zij hebben ervaren kunnen wij onze lessen trekken. Abraham, door geloof, bleef weg van Sodom. Lot, wandelde naar wat hij voor ogen zag, en woonde in Sodom. ‘Want alles wat tevoren geschreven is, is tot onze lering geschreven’ (Rom.15:4; 1Kor.10:6). We kunnen groeien in ons geloof door het lezen van de Bijbel. Het is niet genoeg op de hoogte te zijn met de inhoud van het woord van God; we moeten de God van het woord kennen. Zoals Petrus er ons op wijst: ‘Groeit op in de genade en kennis van onze Heer en Heiland Jezus Christus’ (2Petr.3:18). Tenslotte kunnen we groeien in ons geloof wanneer we het woord in ons leven die plaats geven die het toekomt en het woord in praktijk brengen. Ervaring is de beste leermeester!

Hoe het geloof jou kan veranderen

‘En deze allen die door hun geloof getuigenis hebben verkregen, hebben de belofte niet ontvangen, daar God voor ons iets beters had voorzien’ (Hebr.11:39)

Veel ongelovige mensen zien het geloof in Jezus Christus als een belemmering voor de ontwikkeling van hun leven. Wellicht beseffen ze dat er, bij een eventuele stap in geloof, dingen moeten of gaan veranderen en dat doet hen ervan af zien een beslissing te nemen. Dat getuigt van het niet verstaan van wat het geloof in God werkelijk betekent. Je wordt er niet armer maar rijker van. Je wordt er niet slechter maar beter door! Lees maar eens wat erover ‘de wolk van getuigen’ in hoofdstuk 11 verteld wordt. Allereerst heeft iedereen door geloof vergeving van zonden verkregen. Elk mens is een zondaar, ook hen die in de lijst van de geloofshelden vermeld staan. Maar hun vroegere zonden worden niet vermeld. Noach werd dronken, Abraham loog twee keer in verband met zijn vrouw Sara en ook zijn zoon Isaak. David pleegde overspel en zo zouden we wel door kunnen gaan. Wanneer we geloven in de Heer Jezus Christus vergeeft God ons onze zonden op grond van Jezus’ offer op het kruis van Golgotha. Voor de oudtestamentische gelovigen was die vergeving in het vooruitzicht op het Lam van God dat zou komen, en voor ons, terugblikkend op het verleden. Geloof verandert iedereen, want wie in de Zoon gelooft is een nieuwe schepping, het oude is voorbijgegaan, het is alles nieuw geworden (2Kor.5:17). Onze lijst van geloofshelden laat ons allerlei soorten mensen zien die hun vertrouwen op God stelden en veranderden. Mozes veranderde van een vluchteling in een bevrijder, Gideon werd van een angstige landbouwer een dappere ‘generaal’. Ons verleden en afkomst is geen belemmering voor een toekomstige verandering van onze positie voor God, daarvan getuigd de lijst van Hebreeën 11. Het geloof overwint alle denkbare verhinderingen en moeilijkheden en stelt de gelovige in staat een nieuw en verandert leven te leiden in de kracht van Gods Geest. Dus ga de uitdaging aan en wees ervan verzekerd dat een leven van en door geloof in God een rijke beloning in zich verbergt. ‘U geschiedde naar uw geloof!’ (Mat.9:29). Maar de weg van een gelovige wil niet zeggen dat een kalme zee en gebaande weg op ons wacht. Let er maar eens op wat een gelovige in de kracht van God kan doen, maar ook wat hij kan ervaren; u vindt het opgesomd in de verzen 32-39. ‘We zijn geacht als slachtschapen, maar in dit alles zullen wij (door geloof) meer dan overwinnaars zijn door Hem die ons heeft liefgehad’ (Rom.8:36). Als we geloven in God, dan kunnen we ernaar uitzien wat God voor en door ons kan doen.

______________________________________________________________________________________________________________________________