Eschatologie – Signalen van de Eindtijd

24 juli, 2023

Rubrieken: Eschatologie

Eschatologie

Signalen van de eindtijd

Inleiding

Dat de wereld na de Tweede Wereldoorlog ingrijpend veranderd is, zal wel niemand ontkennen, daarvoor zijn er voorbeelden in overvloed te noemen. Maar er zullen maar weinig mensen zijn die beseffen dat wij leven in de voorlaatste fase van de geschiedenis die God met deze wereld schrijft. Ook onder christenen is het besef dat we leven in de eindtijd, jammer genoeg vaak niet of nauwelijks (meer) aanwezig. Veel gebeurtenissen die in relatie staan met voorzeggingen in de Bijbel betreffende de eindtijd, hebben intussen plaatsgevonden of zijn bezig zich verder te ontwikkelen. In de zeventiger jaren was er voor de eindtijd en de komst van de Heer Jezus – mede onder invloed van de boeken van Hal Lindsey – veel aandacht, maar de belangstelling voor de ‘dingen die spoedig gebeuren moeten’ is daarna geleidelijk aan weggeëbd. (Misschien was Lindsey iets te populair en zag hij in toenmalige actuele gebeurtenissen te veel een vervulling van de profetie.). Maar het is misschien goed om die belangstelling weer eens aan te wakkeren, want de signalen zijn te duidelijk om ze te negeren, ook nu de Amerikaanse president Trump op 6 december 2017 Jeruzalem als hoofdstad van Israël heeft erkend! Ik plaats deze signalen in chronologische volgorde. Natuurlijk is het niet mogelijk overal uitvoerig over uit te weiden.

Babylon, de grote hoer

Veel Bijbeluitleggers zijn van mening dat de beschrijving van de zeven gemeenten in Openbaring 2 en 3 de profetische geschiedenis is van de christelijke kerk. Het begint met de gemeente te Efeze die haar eerste liefde heeft verlaten (2:4) en eindigt met de gemeente te Laodicea waar de Heer Jezus buiten de deur staat (3:20). De opname van de Gemeente maakt een einde aan die geschiedenis van de kerk op aarde en wordt vanaf hoofdstuk 4 gezien in de hemel. Daarmee eindigt het christendom echter niet, want Laodicea zal overgaan in het grote Babylon van de eindtijd. In Openbaring 17 zien we dat daar nog een geestelijke macht is die heerschappij voert over de koningen van de aarde.

Is het mogelijk dat de Wereldraad van Kerken (Engels: World Council Of Churches), opgericht in 1948, een voorloper is van dit grote Babylon? Het hoofddoel van de oecumenische beweging is immers om kerken van alle denominaties en sekten en uiteindelijk alle religieuze organisaties samen te brengen in één Oecumenische Wereldkerk. Het streven naar deze (valse) eenheid is gebaseerd op Johannes 17:21 en de oprichting in 1948 van de Wereldraad van Kerken kunnen we uniek in de geschiedenis van de Christenheid noemen en staat mijns inziens in verband met de eindtijd en de wederkomst van Christus. Nooit eerder is er na de Reformatie zo’n streven naar eenheid en organisatie geweest. Wie zich daarin meer wil gaan verdiepen kan daarvoor terecht op diverse websites.

Ontstaan van Europa

Na de Tweede Wereldoorlog beperkte zich het streven naar eenheid niet alleen tot de Christenheid. We zouden eerder kunnen stellen dat het streven van de Wereldraad van Kerken gebeurde naar het voorbeeld van de Verenigde Naties. Deze organisatie, opgericht in 1945, streefde naar het samenbrengen van alle volken op deze aarde. Daarnaast was er in Europa ook een streven naar eenheid ontstaan na de Tweede Wereldoorlog. Veel eerder waren daartoe al pogingen ondernomen, o.a. door Karel de Grote, Napoleon en Hitler, maar allen faalden. De pogingen van na de Tweede Wereldoorlog verschilden niet in hun doelstelling, namelijk alle landen van Europa verenigen, maar wel in hun manier. Heersers als Karel de Grote, Napoleon en Hitler gebruikten militaire macht, na WO II ging men met overleg tewerk. Het Verdrag van Rome werd getekend in 1953 in de zaal van de Capitolijnse Musea in Rome en was een verdrag waardoor de Europese Economische Gemeenschap gevestigd werd. Maar wat heeft dat met de eindtijd te maken, vraagt u zich misschien af? Daartoe moeten we teruggrijpen op het boek Daniël en in het bijzonder zijn beschrijving van het zgn. statenbeeld in hoofdstuk 2. Kort samengevat zien we daar dat, nadat Israël terzijde is gesteld, er vier wereldmachten opkomen waaraan God gezag verleent. Dit zijn respectievelijk het Babylonische, het Medisch-Perzische, het Griekse en het Romeinse rijk. Dat laatste rijk zal dan tenietgedaan worden door de komst van Christus, die Zijn Rijk zal stichten. Dat betekent dan ook dat er voor de komst van Christus weer een ‘Romeins rijk’ aanwezig moet zijn. Vele uitleggers zien dan ook in de huidige Europese Unie de herleving van dat Romeinse rijk. Treffend is de profetie van Daniël: ‘Dat gij gezien hebt ijzer vermengd met kleiachtig leem, betekent: zij zullen zich door huwelijksgemeenschap vermengen, maar met elkander geen samenhangend geheel vormen, zoals ijzer zich niet vermengt met leem’ (Dan.2:43). Is dat niet wat wij vandaag zien, een wankele eenheid? De ‘brexit’, het verlaten van de Europese Unie door het Verenigd Koninkrijk, is daarvan al een bewijs. Maar er circuleren geruchten dat ook andere landen de EU willen verlaten in de toekomst.

Ontstaan van de staat Israël

Iemand schijnt eens gezegd te hebben dat er zonder de holocaust geen staat Israël zou zijn geweest. Ik denk dat er zonder de holocaust ook wel een staat Israël zou zijn geweest, omdat Gods Woord ons dat voorzegt. ‘Zo zegt de Here Here: zie, Ik open uw graven en zal u uit uw graven doen opkomen, o mijn volk, en u brengen naar het land Israëls’ (Ez.37:12). Misschien is de stichting van de staat Israël door de gebeurtenissen van de Tweede Wereldoorlog versneld, dat zou kunnen. Hoe dan ook, in 1948 was het zover en riep David Ben-Goerion op 14 mei in Tel-Aviv de staat Israël uit.

In het jaar 70 n.Chr. werd Jeruzalem door de Romeinse bevelhebber Titus verwoest en werden de Joden in ballingschap weggevoerd. Maar er is een heilig ‘totdat’ waarvan het Oude en het Nieuwe Testament getuigen, namelijk dat er voor Israël herstel is. ‘Want ik wil niet, broeders, dat u deze verborgenheid onbekend is, opdat u niet wijs bent in eigen oog, dat er voor een deel over Israël verharding is gekomen, totdat de volheid van de volken is ingegaan, en zó zal heel Israël behouden worden, zoals geschreven staat: ‘Uit Sion zal de Redder komen; Hij zal de goddeloosheden van Jakob afwenden’ (Rom.11:25-26). In de 19e eeuw ontstond er onder seculiere Joden van Oost-Europaeen ideologie, zionisme genaamd, die streefde naar het stichten van een nationale Joodse staat. Het zionisme was o.a. een antwoord op de voortdurendeantisemitische vervolgingen waaraan Joden in Europa blootstonden. Theodor Herzl publiceerde in 1896 het boek Der Judenstaat (= De Jodenstaat), waarin hij de aanzet gaf tot het georganiseerd zionisme. Sinds de oprichting van de zionistische beweging verhuisde een steeds groter deel van de Joodse wereldbevolking naar Israël. In 2000 woonde ongeveer 40% van alle Joden in Israël. Het huidige volk Israël verkeert nog in een staat van ongeloof, maar daarin zal verandering komen en wie weet hoe snel? ‘Zo spreekt de Here Here tot deze beenderen: Zie, Ik ben geest in u, en gij zult herleven’ en  ‘Ik zag toe, en zie, er kwamen spieren op, en vlees, en er trok er een huid overheen; maar geest was er nog niet in hen’ (Ez.37:5, 8).

Het jaar 1967

De Zesdaagse Oorlog was een oorlog die tussen 5 en 10 juni 1967 werd uitgevochten tussenIsraël en zijn Arabische buurlanden Egyptee, Jordanië en Syrië. De term ‘Zesdaagse Oorlog’ is kort na de gebeurtenissen verzonnen door Moshe Dayan in een bewuste toespeling op de zes dagen der schepping in het Bijbelboek Genesis. Door het innemen van de Gazastrook, het schiereiland Sinaï, de Westelijke Jordaanoever (inclusief oostelijk Jeruzalem) en de Hoogten van Golan, verviervoudigde het door Israël gecontroleerde gebied tot 88.000 vierkante kilometer. Na felle gevechten werd heel Jeruzalem door het Israëlische leger veroverd en Allon en Begin stelden voor om de Oude Stad, het historische centrum, van Jeruzalem in te nemen. De bevelhebber van het Centrale Commando Uzi Narkiss, Moshe Dayan en Yitzak Rabin gingen op 7 juni 1967 om 13:00 uur de Oude Stad binnen via de Leeuwenpoort. Ze zullen toen wel niet beseft hebben dat ze daarmee, volgens veel Bijbeluitleggers, de profetie van de Heer Jezus vervulden zoals vermeld in Lukas 21:24. ‘Jeruzalem zal door de volken vertrapt worden, totdat de tijden van de volken zijn vervuld zullen’. Vanaf die tijd is Jeruzalem een steen die alle natiën moeten heffen (Zach.12:3). Er moet nog heel veel gebeuren voordat al de volken, die tegen Jeruzalem zijn opgerukt van jaar tot jaar zullen heentrekken om zich neer te buigen voor de Koning, de Here van der heerscharen, om het Loofhuttenfeest te vieren, in de stad van de Grote Koning (Zach.14:16; Math.5:35).

De Messiasbelijdende gelovigen

Na de gebeurtenissen van de Zesdaagse Oorlog kregen veel Joodse mensen de overtuiging dat ze in bijzondere tijden leefden. Bij mijn laatste bezoek aan Israël in 2017 vertelde men mij in het informatiecentrum in Tiberias (Galilee Experience) dat er 35 Messiasbelijdende gemeenten in Israël waren en ruim 10-15.000 gelovigen. Meerdere keren heb ik op het Tempelplein in Jeruzalem gelovigen ontmoet die probeerden andere Joden met het evangelie te bereiken door traktaten te verdelen, wat daar natuurlijk niet toegestaan is! Deze beweging is echter niet meer te stoppen en ook wereldwijd neemt het aantal Messiasbelijdende Joden toe. God is bezig zich een ‘rest’ te vormen waaruit Hij het nieuwe volk Israël zal gaan vormen. Dat er weer Joden in het land Israël zullen zijn, blijkt overduidelijk uit de verzen 15-22 van de eindtijdrede in Mattheüs 24. En wat te denken van de honderdvierenveertigduizend verzegelden uit alle stammen van de Israëlieten (Openb.7:4;14:1,3)? Op de bekering van Israël is het nog wachten, maar Gods Woord is daar duidelijk over. De ‘tijden van verkwikking’ (Hand.3:19-21) komen niet eerder dan dat zij over Hem Die zij doorstoken hebben, rouw bedrijven, als met de rouwklacht over een enig kind; en zij zullen over Hem bitter klagen, zoals men bitter klaagt over een eerstgeborene (Zach.12:10).

De komende tempel

Ik ben vaak in Israël geweest, maar in 2014 had ik voor het eerst het voorrecht een bezoek te mogen brengen aan het Visitors Center van het Temple Institute te Jeruzalem. In dit centrum kun je kennisnemen van de voortgang van de voorbereidingen voor de bouw van een tempel. Verschillende attributen worden daar getoond: vaten, kleding van de Hogepriester en ook een klein model van een stenen altaar gemaakt in overeenstemming met de Tora, transporteerbaar en helemaal klaar voor gebruik.  Dit centrum biedt gasten de mogelijkheid om een video te bekijken waarin de geschiedenis van de Heilige Tempel wordt vertoond. De taak van het Temple Institute zoals zij dat zien en zeggen is: ‘om in de profetische tijd waarin wij leven (!) en als leden van het menselijk ras te proberen de herbouw van de Heilige Tempel te voltooien om daarmee de woorden van de profeet Jesaja in vervulling te doen gaan: ‘Want mijn huis zal een huis van gebed genoemd worden voor alle volken’ (Jes.56:7)’.

Uit de brief aan de Thessalonicenzen blijkt dat er vlak voor de komst van de Heer Jezus weer een tempel zal zijn, want eerst wordt de tegenstander geopenbaard, ‘die zich verheft tegen al wat God heet of een voorwerp van verering is, zodat hij in de tempel van God gaat zitten en zichzelf vertoont dat hij God is’ (2Thes.2:4). Ook in het boek Openbaring wordt gesproken over een tempel: ‘En mij werd een rietstok gegeven, aan een staf gelijk, en gezegd: Sta op en meet de tempel van God en het altaar en hen die daarin aanbidden. En de voorhof die buiten de tempel is en meet die niet, verwerp die en meet die niet, want hij is aan de naties gegeven, . en zij zullen de heilige stad vertreden, tweeënveertig maanden lang’ (Openb.11:1-2). De ‘derde tempel’, zoals het door orthodoxe Joden genoemd wordt, zal niet de tempel zijn die in het boek Ezechiël beschreven wordt (Ez.40-42), maar de tempel waarin de Antichrist zich zal vertonen.

Ten slotte

De eerste komst van de Heer Jezus – geboren als kind in Betlehem – kon aan de hand van de profetie van Daniël vrij nauwkeurig bepaald worden, want: ‘Vanaf de ogenblik, dat het woord uitging om Jeruzalem te herstellen en te herbouwen tot op een gezalfde, een vorst, zijn zeven weken; en tweeënzestig weken lang zal het hersteld en herbouwd blijven, met plein en gracht, maar in de druk der tijden. En na de tweeënzestig weken zal een gezalfde worden uitgeroeid’ (Dan.9:25-27). 445 (v.Chr) – 483 (69×7) = 38 (n.Chr). Houden we nog rekening met een verschil van 3-4 jaar, dan komen we ongeveer op 33 n.Chr. Let wel, het gaat hier niet om het tijdstip van zijn geboorte, maar van het sterven van de Messias! Het NT vermeldt dat er in die tijd Joden waren die de Messias verwachtten (Luk.2:25,38; 23:51; Joh.4:25).

Een profetie over het tijdstip van de komst van de Heer Jezus voor de Gemeente is ons niet gegeven, eerder het tegenovergestelde. ‘Hij echter zeide tot hen: Het komt u niet toe tijden of gelegenheden te weten die de Vader in Zijn eigen macht heeft gesteld’ (Hand.1:7). En: ‘Van die dag en dat uur echter weet niemand, ook de engelen in de hemel niet, ook de Zoon niet, behalve de Vader’ (Mark.13:32). Ondanks deze woorden van de Heer Jezus zijn er in het verleden maar ook nu nog, veel pogingen gedaan om dat tijdstip te berekenen, maar ze faalden alle. Op de vraag van de discipelen: ‘Wat is het teken van Uw komst en van de voleinding van de eeuw?’ geeft de Heer Jezus in algemene zin wel een antwoord op de dingen die zullen gebeuren, maar vermeldt er gelijk bij dat, ook al gebeuren deze dingen, dat het einde nog niet is. (Mat.24:3-7). Voor de Gemeente (de Opname) kan de Heer Jezus elk moment komen, aan het volk Israël zijn er tekenen gegeven die verder in hoofdstuk 24 van het Mattheüsevangelie vermeld zijn.

De zes gebeurtenissen die ik hierboven vermeld heb, heb ik dan ook bewust geen tekenen genoemd, maar signalen, die aangeven dat we in de eindtijd leven, vlak voor de komst van de Heer Jezus. Wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is, ‘en u doet er goed aan daarop acht te geven als op een lamp die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw harten’ (2Petr.1:19).

______________________________________________________________________________________________________________________________