'In hoofdzaken eenheid, in bijzaken verdraagzaamheid en in alles de liefde'
Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek; daarbij is het niet van belang dat men slaaf is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw; want allen bent u één in Christus Jezus.
Om tot een zojuist mogelijke verklaring te komen wie de twee beesten voorstellen die in hoofdstuk 13 van het boek Openbaring genoemd worden, zullen we van twee aannames, of vooronderstellingen moeten uitgaan. Ten eerste, wanneer we ervan uitgaan dat het eerste beest (Op.13:1) het hoofd van een toekomstig hersteld Romeins Rijk is zullen we duidelijk moeten maken dat zo’n rijk er is geweest en dat het er ook in de eindtijd zal zijn. Ten tweede, wanneer we stellen dat het tweede beest (Op.13:11) de valse profeet of antichrist is, waarvan de Heer Jezus zegt ‘dat hij zal komen in zijn eigen naam’ (Joh.5:43), die zich zal vertonen aan de Joden als de ‘Messias’, dan zullen we duidelijk moeten maken dat er weer een volk en land Israël is die hem kan en zal aanvaarden, want de ‘Messias’ en ‘Israël’ zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dit zullen we hieronder proberen ‘hard’ te maken.
De tijden van de volken
Nadat het volk van Israël, vanwege hun zonden (2Kron.36:11-21) in ballingschap was weggevoerd, naar Babel, begint de periode die genoemd wordt ‘de tijden van de volken’ (Luk.21:24; Dan.2:37-38). Dat betekent dat vanaf dan de heidense wereldmachten aan de macht komen, tot de tijd aanbreekt voor de ‘heiligen van de Allerhoogste’ om het koninkrijk te bezitten (Dan.7:27). Die terzijdestelling van Israël in Gods bestuur met deze wereld, heeft een viertal gevolgen met zich meegebracht: (1) Israël is verstoken van een davidische vorst, een vorst uit het huis van David (2) de Sjechina, het zichtbare teken van Gods aanwezigheid, is niet meer aanwezig in de tempel, (3) trouwens vanaf 70 n.Chr. is er sowieso geen tempel meer, en (4) Israëls bestaan als ‘Mijn volk’ (Ammi) is nu, Niet mijn volk’ (Lo-Ammi) (Hosea 1:9; 2:22). Tussen de terugtrekking van de Sjechina in de hemel en haar terugkeer tot de nieuwe tempel die in Jeruzalem zal verrijzen, liggen de tijden van de volken, dat is de tijd dat niet langer Jeruzalem het centrum van de wereld is, maar het volkerenhoofd (het hoofd van de opeenvolgende wereldrijken) het middelpunt van de wereld vormt.
De vraag die vervolgens beantwoordt moet worden is, ‘wie’ die heidense wereldmachten zijn, aan wie God de macht heeft gegeven. Dat wordt duidelijk gemaakt in het boek Daniël door middel van een droom die Nebukadnessar had gekregen van een groot beeld (Dan.2:31-35) en waarvan Daniël de uitleg mocht geven (Dan2.36-45). Het gouden hoofd stelde Nebukadnessar voor: ‘Gij, o koning, koning der koningen, aan wie de God des hemels het koningschap, macht, sterkte en eer geschonken heeft, ja, in wiens hand Hij de mensenkinderen, waar zij ook wonen, de dieren des velds en het gevogelte des hemels heeft gegeven, en die Hij tot heerser over die alle heeft gemaakt – gij zijt dat gouden hoofd’ (Dan2:37-38). Met Nebukadnessar begint dus het eerste van vijf rijken die het wereldgebeuren vanaf dat moment zullen beheersen. Maar er wordt ook gesproken van een ander, een derde, vierde koninkrijk en dat tenslotte de God des hemels een koninkrijk zal oprichten, dat in eeuwigheid niet te gronde zal gaan, en waarvan de heerschappij op geen ander volk meer zal overgaan; het rijk van Christus. Later, In het eerste jaar van Belsassar, de koning van Babel kreeg Daniël ook een ‘droom en gezichten’ (Dan.7:1) waarvan we de inhoud en uitleg, met betrekking tot die wereldmachten, vinden in de daaropvolgende verzen: ‘Begin van het bericht. Daniël hief aan en zeide: Ik had in de nacht een gezicht en zie, de vier winden des hemels brachten de grote zee in beroering, en vier grote dieren stegen uit de zee op, het ene verschillend van het andere. Het eerste geleek op een leeuw, en het had adelaarsvleugels. Terwijl ik bleef toezien, werden het de vleugels uitgerukt, en werd het van de grond opgeheven en op twee voeten overeind gezet als een mens, en werd het een mensenhart gegeven. En zie, een ander dier, het tweede, geleek op een beer; het richtte zich op de ene zijde op, en drie ribben waren in zijn muil tussen zijn tanden; en men sprak tegen hem aldus: sta op, eet veel vlees. Daarna zag ik, en zie, een ander dier, gelijk een panter; het had vier vogelvleugels op zijn rug en vier koppen. En aan hem werd heerschappij gegeven. Daarna zag ik in de nachtgezichten en zie, een vierde dier, vreselijk, schrikwekkend en geweldig sterk; het had grote, ijzeren tanden: het at en vermaalde, en wat overbleef, vertrad het met zijn poten; en dit dier verschilde van alle vorige, en het had tien horens. Terwijl ik op die horens lette, zie, daartussen verhief zich een andere kleine horen, en drie van de vorige horens werden daarvoor uitgerukt; en zie, in die horen waren ogen als mensenogen en een mond vol grootspraak’ (Dan.7:2-8). We mogen daaruit afleiden dat het eerste rijk het Babylonische is gesymboliseerd door een leeuw. Het tweede het rijk van de Meden en Persen geleek op een beer, het derde het rijk dat van de Grieken geleek op een panter, en het vierde het Romeinse rijk geleek op een vreselijk, schrikwekkend en geweldig sterk dier. Als laatste het rijk van Christus, nadat aan de vorige dieren de heerschappij ontnomen werd (Dan.7:12, 13-14). Deze indeling van opeenvolgende wereldrijken wordt algemeen aanvaard door de meeste uitleggers, maar ook ondersteund door de gegevens die we mogen ontlenen aan de niet-gewijde of profane geschiedenis. We laten de eerste drie rijken voor wat ze zijn en richten onze aandacht op het vierde, Romeinse rijk en het vijfde, het rijk van Christus.
Een hersteld Romeins Rijk
De tijd dat de Romeinen heersten, na het Griekse rijk van Alexander de Grote en diens opvolgers, was van ca. 753 v.Chr. – 476 n.Chr. Na de val van het West-Romeins rijk in 476 kwam het Oost-Romeins rijk alleen te staan en ook daar kwam een einde aan na de val van Constantinopel in 1453. Echt opgehouden te bestaan heeft het West-Romeins rijk nooit en er zijn meerdere pogingen ondernomen om het weer in het leven te roepen. In 800 werd dat door Karel de Grote geprobeerd. In de negentiende eeuw door keizer Napoleon en daarna nog door Hitler maar allen faalden. De tijd – Gods tijd – was er nog niet rijp voor. Na de tweede-wereldoorlog gebeurde er diverse gebeurtenissen op het wereldtoneel die slechts enkelen hadden voorzien en dat op grond van het profetisch woord, de Bijbel. Ten eerste, in 1948 ontstond de staat Isräel. Ten tweede, in 1948 werden de hoekstenen gelegd van wat later de huidige EU zou worden. De Europese integratie is begonnen om een eind te stellen aan de talrijke en bloedige oorlogen tussen buurlanden, die hun hoogtepunt kenden in de Tweede Wereldoorlog. Sinds 1950 verenigen Europese landen zich economisch en politiek in de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal om te zorgen voor een blijvende vrede. De zes oprichtende landen zijn België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland. De jaren ’50 worden overheerst door een koude oorlog tussen Oost en West. In 1956 wordt de Hongaarse opstand tegen het communistische regime neergeslagen door Sovjettanks. Een jaar later, in 1957, wordt de Europese Economische Gemeenschap (EEG), of “gemeenschappelijke markt” opgericht door het Verdrag van Rome. Op 1 januari 1973 treden Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk toe, waardoor het aantal lidstaten op negen komt. In 1981 wordt Griekenland de tiende lidstaat. Spanje en Portugal volgen vijf jaar later. In 1995 krijgt de EU er nog drie nieuwe leden bij: Oostenrijk, Finland en Zweden. De euro wordt de nieuwe munteenheid voor vele Europeanen. In 2013, wordt Kroatië de 28e lidstaat van de Europese Unie. Wat door geweld niet lukte in de voorgaande eeuwen kwam tot stand door een vreedzaam aangaan van de landen van de Europese Unie na de tweede wereldoorlog. Leggen daar de tekst van het boek Daniël dan zien we dat het vierde koninkrijk, het Romeinse twee vormen kent. Een eerste bestaande uit twee benen en het tweede laatste gesymboliseerd door twee voeten en tien tenen. ‘Het vierde koninkrijk zal hard zijn als ijzer; juist zoals ijzer alles verbrijzelt en vermorzelt; en gelijk ijzer, dat vergruizelt, zal dit die allen verbrijzelen en vergruizelen. En dat gij de voeten en de tenen gezien hebt deels van pottenbakkersleem en deels van ijzer, betekent, dat dit een verdeeld koninkrijk wezen zal: wel zal het iets van de hardheid van het ijzer aan zich hebben, juist zoals gij gezien hebt ijzer gemengd met kleiachtig leem, en de tenen der voeten deels van ijzer en deels van leem; ten dele zal dat koninkrijk hard zijn, en ten dele zal het broos zijn. Dat gij gezien hebt ijzer vermengd met kleiachtig leem, betekent: zij zullen zich door huwelijksgemeenschap vermengen, maar met elkander geen samenhangend geheel vormen, zoals ijzer zich niet vermengt met leem’ (Dan.2:40-43). Let vooral op vers 43: Vrijwillig bijeengekomen, maar geen eenheid, heeft dat geen overeenkomst met de huidige situatie van de Europese Unie?
Zoals blijkt uit de profetie van Daniël 2 en 7 zal het vierde Romeinse rijk vernietigd worden en opgevolgd worden door het rijk van Christus. Dat is niet gebeurd bij Jezus’ eerste komst en zal dus nog moeten gebeuren. Dat betekent dat er vlak vóór de komst van de Heer Jezus er een Romeins rijk aanwezig zal moeten zijn en dat in een tiendelige gestalte in plaats van een tweedelige gestalte in de oudheid. De tweedelige gestalte stelde het Oost- en West-Romeins rijk voor – twee benen – en de tiendelige gestalte het herstelde Romeins rijk van de eindtijd – tien tenen Dan.2:33, 42). Uit de beschrijving die van het beest gegeven wordt in het boek Openbaring, kunnen we onmiskenbaar opmaken dat het hier om het herstelde Romeinse rijk gaat. Het heeft tien horens en zeven koppen, die we terugvinden in Op.17:3,7-12. De zeven koppen zijn zeven bergen (17:9), namelijk die waarop Rome is gebouwd. De tien horens zijn tien koningen; dat is het Romeinse rijk in zijn laatste bestaansvorm, die begint met de vereniging van de tien koningen en daarop uitloopt dat zij al hun macht leggen in handen van het beest (17:12v.). Het beest stelt dus het Romeinse rijk zelf als zijn laatste hoofd voor. ‘En op zijn horens tien diademen’ – het symbool van koninklijk gezag – ‘en op zijn koppen namen van lastering’ (vs.1); het gaat dus om een politieke macht die zich tegen God verheft en zijn heerlijkheid smaadt. We weten dat het Romeinse rijk tijdens de zeventigste week van Daniël zal bestaan en een verbond zal sluiten met het volk Israël (zie Dan.9:27). Het kan dus geen ander rijk zijn dan een hersteld Romeins rijk. Er zijn er die denken aan de Islam als laatste koninkrijk vóór de komst van de Christus. Dat is volledig in tegenspraak met de Schrift. Alle rijken zijn opgekomen en ondergegaan. Maar het Romeinse rijk, dat was, en is en zal zijn in de eindtijd is het rijk dat door Christus zal worden verbrijzeld maar zelf zal het bestaan in eeuwigheid (Op.17:8; Dan.2:44).
Een hersteld volk Israël
Van de scheuring van het rijk in 10 en 2 stammen, dat plaats vond na de dood van koning Salomo (1Kon.12), is het volk nooit herstelt, dat herstel moet nog plaatsvinden. In Ezechiël 36 vinden we de oorzaak vermeld waarom Israël onder de volken is verstrooid geworden (vs.16, 21). In datzelfde hoofdstuk wordt tevens Israëls herstel aangekondigd (vs.24-38) dat verder wordt uitgewerkt in het daaropvolgende hoofdstuk 37. Israël zal terugkeren naar het land Israël (Ez.11:17), naar uw land en naar hun land (Ez.11:17; 36:24; 37:21) en het begin van de vervulling van die profetieën daarvan was, toen in 1948 de staat Israël werd opgericht. De herrijzenis van Israël wordt beschreven in het gezicht was Ezechiël kreeg van het dorre doodsbeenderen dal. Uit vers 11 leren we de betekenis van deze dorre beenderen: ‘Mensenkind, deze beenderen zijn het gehele huis Israël’. Dan volgt een beschrijving van een geleidelijk herstel: de beenderen voegden zich aaneen, er kwamen spieren op en vlees en er trok een huid overheen (vs.7-8). Dat is wat we gezien hebben de laatste decennia een geleidelijke groei van het volk Israël en het in cultuur brengen van het land. Moerassen zijn drooggelegd, steden en dorpen gesticht, het land tot ontwikkeling gebracht en vanaf 1882 zijn er meer dan 3 miljoen Joden uit alle vijf continenten teruggekeerd naar hun vaderland zodat er nu meer dan 6 miljoen Joden wonen. Wie had dat kunnen bedenken toen tijdens de twee wereldoorlog miljoenen Joden werden uitgeroeid in de holocaust? Zoals zij zeggen: Onze beenderen zijn verdord en onze hoop is vervlogen! (Vs.11), maar dan hebben ze buiten de Here God gerekend want Hij heeft gedachten van vrede over hen en niet van onheil, om het volk Israël een hoopvolle toekomst te geven (Jer.29:11). Maar één ding ontbrak nog… geest was er nog niet in hen! Het meest fundamentele ontbreekt nog, hun terugkeer naar God! Iedereen die wel eens een bezoek heeft gebracht aan het land Israël weet dat er niet veel gelovige Joden zijn. Statistisch hangt 82% het joodse geloof aan maar dat is meer cultuur dan echt geloof, zoals dat ook in België of andere landen in Europa het geval is. Maar een terugkeer naar het land is niet voldoende, er moet ook een terugkeer naar de God van het land zijn!
Twee beesten
In het boek Openbaring hoofdstuk 13, wordt melding gemaakt van twee beesten, menselijke werktuigen die door satan in de eindtijd gebruikt zullen worden. Nu we hebben gezien dat er in de eindtijd weer een (hersteld) Romeins rijk aanwezig is en waarvan de EU de mogelijke voorloper is, en er weer een land en volk Israël op het wereldtoneel is, is het niet zo moeilijk meer om die twee beesten te duiden. De Schrift maakt duidelijk onderscheid tussen deze twee beesten zoals het ook het geval is met de twee rijken Israël en het herstelde Romeinse Rijk. We moeten deze twee beesten dus niet met elkaar verwarren of tot één maken. De verwarring die we regelmatig opmerken in de verklaringen van deze gedeelten heeft te maken met de benaming van beide beesten. Ik noem het eerst beest: Hoofd van het Romeinse Rijk, hoewel dit niet zo letterlijk in Gods Woord staat, en het tweede beest: de antichrist of valse profeet (Op.16:13; 19:20; 20:10). Een antichrist is eigenlijk een valse profeet, hij doet zich voor als een lam. Hoe dan ook, als u maar begrijpt dat het eerste beest een militaire macht, en het tweede beest een religieuze macht is, die beiden maar een doel hebben om God tegen te werken en zijn volk Israël te vernietigen!
Het beest dat opstijgt uit de zee (13:1-4)
Het eerste van de twee beesten stijgt op uit de zee (vs.1). De zee is een beeld van de woelige en opstandige volkeren (vgl. 17:15), d.w.z. beest en het rijk opkomen uit de chaotische toestanden, die na de opname van de Gemeente Europa zullen beheersen. Uit die troebelen zal een Romeinse dictator naar voren komen; het beest. We lezen daarover: ‘En de tien horens die u hebt gezien, zijn tien koningen, die nog geen koninkrijk ontvangen hebben, maar één uur gezag als koningen ontvangen met het beest. Dezen hebben enerlei bedoeling en geven hun macht en gezag aan het beest’ (Op.17:12-13). In de eindtijd zal het Europese rijk dan ook geleid worden door ‘tien koningen’ en niet meer door zevenentwintig landen, en die tien koningen geven tenslotte hun macht aan het beest. Het hersteld Romeins rijk zal dus eindigen in een dictatuur zoals de wereld niet eerder heeft gekend. Die dictator, of dat beest zal tijdens of vlak vóór de zeventigste jaarweek van Daniël een verbond sluiten met het Joodse volk. Deze alleenheerser zal zijn satanische macht vooral in de tweede helft van die jaarweek uitoefenen want op de helft van het gesloten zevenjarig verbond zal hij dat verbond verbreken (Dan.9:27). We moeten dan ook denken aan een militaire en/of een economische macht die garant zal staan voor de veiligheid van Israël in die tijd, dat nù al, maar hoe verder in de tijd steeds meer van alle kanten bedreigd zal worden.
Het beest dat opstijgt uit de aarde (13:11-18)
Het tweede beest komt niet uit de zee, maar uit de aarde (vs.11); het heeft dus zijn oorsprong niet in de woelige zee, maar in een wereld van orde en stabiliteit. Dit beest wordt door meerdere namen geduid, zoals de valse profeet, de antichrist en is de valse messias. Het laatste wordt ondersteund door Openbaring 13:11 waar staat dat het twee horens had, aan die van een lam gelijk. Dus het tweede beest verschilt in aard en taak volledig met het eerste beest dat een militaire macht voorstelt in plaats van een religieuze macht die de mensen zal verleiden en zich in de tempel zal vertonen dat hij God is (2Thes.2:4). De Heer Jezus heeft in zijn tijd deze persoon al aangeduid toen Hij zei: U Neemt Mij niet aan; als een ander komt in zijn eigen naam, die zult gij aannemen (Joh.5:43). We zullen dan ook zien dat het hier gaat om de heerser van Israël, terwijl het bij het eerste beest om de heidense volkerenwereld ging. Dit tweede beest is dus een Jood anders zal hij door de Joden niet aanvaard worden, terwijl de leider van het Romeinse rijk een heiden is. Uit het boek Daniël lezen we daarover in het elfde hoofdstuk: ‘En de koning zal doen wat hem goeddunkt; hij zal zich verhovaardigen en zich verheffen tegen elke god, zelfs tegen de God der goden zal hij ongehoorde woorden spreken, en hij zal voorspoedig zijn, totdat de maat van de gramschap vol is; want wat vastbesloten is, geschiedt. Ook op de goden zijner vaderen zal hij geen acht slaan; op de lieveling der vrouwen noch op enige andere god zal hij acht slaan, want tegen alle zal hij zich verheffen. Maar in hun plaats zal hij de god der vestingen vereren: de god die zijn vaderen niet gekend hebben, zal hij vereren met goud en zilver en edelgesteenten en kostbaarheden. En hij zal optreden tegen de versterkte vestingen met de hulp van de vreemde god; ieder die deze erkent, zal tot grote eer komen; hij zal hen tot heersers maken over velen en grond aan hen toedelen als beloning’ (Dan.11:36-39). Let op de woorden ‘de goden zijner vaderen’ in vers 37. Het beest uit de aarde is dus de valse geestelijke leider van Israël, de valse Messias. Het eerste beest bezit meer macht en wordt dan ook, aangeduid als ‘het beest’ (vs.14-18). De politieke macht van het tweede beest is slechts beperkt; het is de geestelijke leider van de Joden. Maar op godsdienstig vlak zal hij de valse profeet genoemd worden (16:13; 19:20; 20:10) en zal hij een aanzienlijke invloed uitoefenen over de hele aarde. Hij zal rechtstreeks in verbinding staan met het eerste beest. Hij is de Antichrist, die als afvallige Jood de Messias loochent, maar die ook het fundament van het christendom loochent, nl. de Vader en de Zoon (1Joh.2:22; 4:3; 2Joh.:7). Hij zal tegelijkertijd geestelijk leider van het judaïsme én van de afvallige christenheid zijn, en zal een nieuwe godsdienst onder hen invoeren: de verafgoding van het eerste beest. Hij zal hen tot de aanbidding van dit beest aanzetten om een einde te maken aan alle aanbidding van God.