'In hoofdzaken eenheid, in bijzaken verdraagzaamheid en in alles de liefde'
En wees niet bevreesd voor hen die het lichaam doden en de ziel niet kunnen doden, maar wees veeleer bevreesd voor Hem Die zowel ziel als lichaam te gronde kan richten in de hel.
Futuristen, dat zijn hen die geloven dat de situatie in deze wereld steeds slechter wordt, naarmate de komst van Christus dichterbij komt, worden vaak verweten dat zij een negatief wereldbeeld hebben. Het is waar: futuristen hebben een negatief wereldbeeld, maar een hoopvol toekomstbeeld! Er zijn andere christenen die een positief wereldbeeld hebben, de postchiliasten en/of de preteristen. Dezen gaan ervan uit dat het evangelie steeds meer invloed zal krijgen en dat daardoor de wereld er naar de toekomst toe steeds beter zal gaan uitzien, als voorbereiding van de komst van de Heer Jezus. Gelukkig hebben beide visies dat gemeen, dat men nog gelooft in een komst van de Heer Jezus, maar wat betreft veel andere zaken gaan de wegen uiteen. Om te weten te komen wat waar en niet waar is, zullen we toch die gemeenschappelijke ‘bron’ moeten raadplegen waarop wij onze respectievelijke visies hebben gebaseerd en moeten toetsen, de Bijbel en daar gaan we in dit artikel vanuit.
Dan is er nog een andere groep mensen en dat zijn de ongelovigen. En voor wat betreft die groep kunnen we in het algemeen toch wel zeggen dat ze met vrees de toekomst tegemoetzien. Met beroep op de Bijbel zou ik zeggen dat dat de mensen zijn ‘die het besterven van bangheid en verwachting van de dingen die over het aardrijk komen zullen’ (Luk.21:26). Ze hebben uiteraard geen theologisch onderbouwde mening, maar ze zijn wel bezorgd over de toekomst van deze planeet. We hebben de laatste tijd dan ook al heel wat demonstraties gezien waardoor deze groep hun zorg voor wat betreft het klimaat en milieu, naar de politici toe, hebben duidelijk gemaakt.
Mijn mening is, dat voor gelovigen, een negatief wereldbeeld en een hoopvol toekomstbeeld best kunnen samengaan, sterker nog, dat zo’n beeld overeenkomt met de Bijbelse gegevens.
Wereldsituatie
De laatste decennia, of misschien beter, sinds de Club van Rome haar rapport ‘De grenzen aan de groei’ had uitgebracht in 1972, heeft dat rapport ervoor gezorgd dat het milieu wereldwijd op de politieke agenda kwam te staan. De mensheid is dan ook vanaf die tijd overspoeld met allerlei negatieve effecten die onze wereld bedreigen. Nu, zevenenveertig jaar later is het dagelijkse kost. We worden geconfronteerd met berichten over de opwarming van de aarde, het smelten van de ijskappen, het stijgen van de zeespiegel, wat leidt tot overstromingen en erosie, verandering van het klimaat, het opraken van olie- en gasvoorraden, overbevolking, hittegolven of langdurige droge periodes wat hongersnood en milieu-emigratie in de hand werkt, en ga zo maar door. Toename van het aantal conflicthaarden in de wereld en daarmee gepaard gaande de wapenwedloop en een crisissen van humanitaire aard, want 1 op 122 mensen is vluchteling, ontheemd of asielzoeker. Wereldwijd zijn 60 miljoen mensen op de vlucht voor oorlog, geweld of vervolging, ongezien sinds de Tweede Wereldoorlog. Een recent en zeer zichtbaar gevolg daarvan zijn de vluchtelingen die een veilig onderkomen proberen zoeken in Europa. Een Europa dat er maar niet in slaagt om een afdoend antwoord te bieden op deze humanitaire crisis. Verder denken we nog aan de al jarenlange toename van spanningen in het Midden-Oosten. En zo zouden nog verder kunnen doorgaan met het vermelden van dergelijke problemen. Het is dan ook niet vreemd dat veel mensen, (ongelovigen) met zorg en angst de toekomst tegemoet zien, en als het henzelf (nog) niet treft dan toch zeker de kleinkinderen… Ja, waar gaat het met deze wereld naar toe? De ongelovigen weten het niet want ‘zij kennen de gedachten des Heren niet’ (Micha 4:12). De Schrift spreekt in de brief aan de Romeinen van het ‘zuchten van de schepping, en ik ben geneigd te denken dat het ‘zuchten’ heen wijst naar een schepping in barensnood, zoals we dat nu al beginnen te ervaren (Rom.8:22). Dat lijkt negatief, maar ‘barensnood’ wil ook zeggen dat er iets nieuws op komst is: een nieuwe hemel en aarde waarop gerechtigheid woont!
De optimisten (de achiliasten of preteristen)
Je moet wel een groot geloof hebben wanneer je vanuit je theologische visie ervan uitgaat dat het met de wereld steeds beter zal gaan, en dat het christendom steeds meer invloed zal gaan krijgen, want als ik de krant lees of het nieuws op de TV volg twijfel ik daar ernstig aan. Het ‘vooruitgangsgeloof’, de opvatting, gedachte of wens dat aan de menselijke samenleving, de wereld, of de werkelijkheid als zodanig een proces ten grondslag ligt dat zich door de tijd heen ontwikkelt naar hogere stadia van volmaaktheid, heeft ná de eerste wereldoorlog, en nog sterker ná de tweede wereldoorlog, aan geloofwaardigheid verloren. De theologische basis waarop ‘de optimisten’ zich baseren is ten diepste het gevolg van hun verwerping van de idee van een werkelijk toekomstig rijk van Christus: een duizendjarig vrederijk. Maar als je dat verwerpt zul je het ergens anders moeten plaatsen en sommigen zien dat rijk ook nu al gerealiseerd, of men vergeestelijkt het tot de vrede van Christus die in het hart van de gelovige aanwezig kan zijn. Vooral na de komst van Constantijn de Grote in 312 n.Chr. kwam die gedachte op, die werd versterkt door het onderwijs van Augustinus, in zijn boek ‘De Stad of het rijk Gods’ (420). Die idee was begrijpelijk gelet op de toenmalige omstandigheden, waar na vele eeuwen vervolging een periode van vrede, voorspoed en verandering aanbrak voor de christenen. Maar het was een theologie gebaseerd op omstandigheden en niet op de Schrift. Het geloof in een toekomstig 1000-jarig vrederijk is verworpen door zowel de Roomse- als de Protestante kerken. Calvijn schreef… ‘een weinig later zijn de chiliasten gevolgd, die het Rijk van Christus beperkt hebben tot duizend jaren. Maar hun verzinsel is te kinderachtig dan dat het weerlegging nodig zal hebben of waardig zijn’. Geen echte argumenten alleen maar denigrerende opmerkingen, en om het met Calvijns eigen woorden te zeggen: ‘die zijn ook geen weerlegging of waardering waardig’. De Lutheranen verwierpen het chiliasme formeel in artikel XVII van de Augsburgse confessie: Bedoeld wordt de heerschappij van Christus en het Vrederijk. Hoe dan ook om vandaag te geloven dat het Vrederijk nu al is aangebroken, daarvoor heb ik het ‘geloof’ niet, en zeker niet om te geloven dat de satan gebonden zou zijn. Iemand heeft ooit eens gezegd: ‘Er zijn er die geloven dat de satan gebonden is, maar dan is hij wel gebonden aan een heel lange ketting…!’ Hij las de krant naast de Bijbel!
De negatieven (de futuristen of chiliasten)
Dat zijn hen die geloven en denken dat een negatief wereldbeeld best gepaard kan gaan met een positieve toekomstverwachting. Stephen Hawking, de in 2018 overleden natuurkundige, kosmoloog en wiskundige, heeft eens gezegd ‘dat de toekomst van de mens in de ruimte ligt’, en dat ben ik helemaal met hem eens. Ik zal zeker wel wat anders bedoelen dan hij, want mijn toekomst is bij Christus in zijn heerlijkheid en niet op aarde (Joh.14:3; 17:24). Ja, ik geloof in een wereld waarin geweld en ongeloof steeds meer zullen toenemen, en ja, ik geloof in een spoedige komst van Christus, en ik meen dat ik de Schrift aan mijn kant heb. Ik noem enkele bijzonder unieke gebeurtenissen die alle plaats hebben gevonden ná de Tweede Wereldoorlog en in onmiddellijk verband staan met de aanstaande komst van Christus. (1) De uitroeping van de staat Israël in 1948. (2) Het ontstaan van de Europese Unie dat een mogelijke voorloper is van een hersteld Romeins rijk dat door de profeet Daniël is voorzegt. (3) Het onder Israëlisch bestuur brengen van Oost-Jeruzalem in 1967. (4) Het fenomeen van de Messias-belijdende christenen, vooral ná 1967. (5) Het verval van het christendom, vooral in Europa, zowel in kwantiteit als kwaliteit. Laat we een paar voorbeelden uit het Oude Testament bekijken, gebeurtenissen en personen die door de Heer Jezus worden aangehaald in verband met zijn komst in de toekomst.
Het getuigenis van Noach. Laten we beginnen met Noach die leefde in de ‘toenmalige wereld’, zoals Petrus die wereld duidt van vóór de zondvloed, of de ‘oude wereld’, ‘de wereld van de goddelozen’ (2Petr.2:5, 3:6). De Heer Jezus, gebruikt de situatie van die tijd om aan te geven dat het ook zo zal zijn wanneer Hij zal komen. Het oordeel stond voor de deur maar de mensen ‘waren etend en drinkend, trouwend en uithuwelijkend’, met andere woorden ze leefden alsof er niets aan de hand was en hadden geen gehoor gegeven aan de prediker van de gerechtigheid, Noach (2Petr.2:5). Zij merkten het daarom ook niet, totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam (Mat.24:39). Het getuigenis van de Schrift laat niets aan duidelijkheid te wensen over hoe het er in Noachs wereld toeging: ‘Toen de Here zag, dat de boosheid des mensen groot was op de aarde en al wat de overleggingen van zijn hart voortbrachten te allen tijde slechts boos was, berouwde het de Here, dat Hij de mens op de aarde gemaakt had, en het smartte Hem in zijn hart. En de Here zeide: Ik zal de mensen, die Ik geschapen heb, van de aardbodem uitroeien, de mensen zowel als het vee en het kruipend gedierte en het gevogelte des hemels, want het berouwt Mij, dat Ik hen gemaakt heb’ (Gen.6:5-7, 11-12). Het mag duidelijk zijn dat Noachs wereldbeeld negatief was: ‘hij zag de bui al hangen!’, maar hij had ook goede hoop want hij had genade in de ogen des Heren gevonden (Gen.6:8). Want de Here ging een watervloed over de aarde brengen, om al wat leeft, waarin een levensgeest is, van onder de hemel te verdelgen; alles wat op de aarde is zal omkomen. Maar God had met hem een verbond opgericht, hij moest een ark bouwen, waardoor hij behouden zou worden.
Het getuigenis van Lot. ‘Op dezelfde manier ook, zoals het gebeurde in de dagen van Lot: zij aten, zij dronken, zij kochten, zij verkochten, zij plantten, zij bouwden. Op de dag echter waarop Lot uit Sodom wegging, regende het vuur en zwavel uit de hemel en bracht hen allen om. Evenzo zal het zijn op de dag waarop de Zoon des mensen geopenbaard zal worden’ (Luk.17:28-30). Ook Lot zal een negatief beeld gehad hebben over de wereld waarin hij leefde, hij kwelde zijn ziel (2Petr.2:8), maar zijn verwachting was positief, hoe zwak zijn geloof en getuigenis als gelovige ook was (Gen.19:12-29). Lot ontkwam aan het oordeel omdat de Here hem wilde sparen en door het gebed van Abraham (Gen.19:16, 27-29).
De les van de vijgenboom. De Heer Jezus verwijst ons in zijn eindtijdrede bovendien nog op de gelijkenis van de vijgenboom dat ook rechtstreeks in verband staat met zijn aanstaande komst (Mat.24:32-35; Luk.21:29-31). Naast een wijngaard mogen we in de vijgenboom het beeld van het volk Israël zien. (Jer.8:13; Hos.9:10; Nah.3:12). Vooral het evangelie van Lukas is zeer verhelderend in dat verband. ‘En Hij sprak een gelijkenis tot hen: Ziet de vijgenboom en alle bomen. Wanneer zij al uitlopen en u dit ziet, dat weet u uit uzelf dat de zomer al nabij is. Zo ook u, wanneer u deze dingen zult zien gebeuren, weet dan dat het Koninkrijk van God nabij is. Voorwaar, Ik zeg u: dit geslacht zal geenszins voorbijgaan voordat alles is gebeurd. De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan’ (Luk.21:29-33). De vijgenboom en alle bomen. Als de vijgenboom Israël is dan moeten we bij de andere ‘bomen’ wel aan de volken denken die rondom Israël zijn ontstaan in de twintigste eeuw, zoals Libanon (1943), Jordanië (1921), Syrië (1961), Iran (1979) en Irak (1932); stuk voor stuk vijanden van Israël (Jer.12). Als deze uitlopen zegt de Heer Jezus dan is de zomer nabij, dat wil zeggen een nieuw begin is aanstaande. Het is een negatief idee, het ontstaan van de vijanden van Israël, maar het positieve is dat de zomer, een nieuw begin, aanstaande is. Hetzelfde zien we in de beschrijving van de apostel Paulus in zijn brief aan de Romeinen waarin hij spreekt over het zuchten van de schepping maar hij vergelijkt het met de barensnood van een vrouw en dat duidt op een nieuw begin! (Rom.8:19-23).
Tenslotte
Naarmate de tijd vordert zullen we meer en meer geconfronteerd worden met een wereld die steeds verder verzinkt in allerlei ellende, maar voor de gelovigen is er een positief einde. ‘En er zullen tekenen zijn aan zon, maan en sterren, en op de aarde benauwdheid onder de volken, in radeloosheid door het bruisen van zee (een beeld van de volken – Jes.17:12) en watergolven, terwijl mensen het besterven van bangheid en verwachting van de dingen die over het aardrijk komen; want de krachten van de hemelen zullen wankelen. En dan zullen zij (Israël) de Zoon des mensen zien komen in een wolk, met kracht en grote heerlijkheid. Als nu deze dingen beginnen te gebeuren, richt u op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing is nabij’ (Luk.21:25). De verlossing voor de gelovigen die nú leven is de Opname, voor Israël Jezus’ komst in heerlijkheid op aarde na de Grote Verdrukking.