Oude Testament – Het leven is meer… – Prediker

15 augustus, 2023

Bijbelboeken: Prediker

Oude Testament

Het leven is meer… – Prediker

Salomo

Inleiding

Salomo had alle middelen en het gezag om alles te kunnen doen wat zijn hart hem ingaf. Hij besloot zijn eigen hart te onderzoeken om te zien welk antwoord hij zou kunnen geven op twee alledaagse ervaringen: genot (vs.1-3) en arbeid (vs.4-11). Dit onderzoek deed hij met de wijsheid die hij van God had ontvangen (vs.3, 9) maar het bracht hem ertoe het leven te haten totdat hij God ontdekte.

‘Want wie kan eten en wie kan iets genieten buiten Hem?’ (Pred.2:25).

Een opmerking vooraf

Veel lezers van het boek Prediker hebben het moeilijk met de schijnbare negatieve houding die Salomo had van het leven. De oorzaak daarvan is dat Salomo het leven bespreekt en alles wat er gebeurt zonder God erbij te betrekken, hij noemt dat ‘onder de zon’. ‘Ik nam in ogenschouw alle daden, die onder de zon verricht worden’ (Pred.1:14). Als we zonder God ons bestaan als mens bezien dan is alles zonder doel of betekenis en onuitsprekelijk vermoeiend. ‘IJdelheid der ijdelheden, zegt Prediker, ijdelheid der ijdelheden! Alles is ijdelheid!’ (Pred.1:2). Het leven krijgt pas betekenis wanneer God daarin een plaats krijgt anders leef je in eindeloze cirkels. God gaf het leven om ervan te genieten en om ermee te investeren (1 Tim.6:17-19), maar Salomo besloot ermee te experimenteren. Hij beproefde zijn hart om plezier te maken (vs.1-3), met werken (vs.4-6) en met het vergaren van rijkdom (vs.7-9) en hij ontdekte dat dit alles geen voldoening geeft.

Salomo onderzocht het leven (2:10-13-7-11)

‘En niets dat mijn ogen wensten, ontzegde ik ze, noch hield ik mijn hart van enige vreugde terug, ja, mijn hart verheugde zich over al mijn zwoegen, en dit was wat al mijn gezwoeg mij opleverde. Toen ik mij nu wendde tot alle werken die mijn handen hadden gewrocht, en tot het zwoegen waarmee ik mij had afgetobd om die te volbrengen – zie, alles was ijdelheid en najagen van wind, en er is geen voordeel onder de zon’ (Pred.2:10-11).

De wereld is feestziek. Miljoenen mensen zijn in staat alles te geven om feest te vieren om hun zorgen en problemen te vergeten. Er is niets mis met vreugde te hebben in je leven, maar als dat alles is waar je je leven op bouwt dus zal je uiteindelijk teleurgesteld worden. Salomo bezat genoeg vermogen om zich alles te kunnen veroorloven wat zijn hart maar wenste (2:4-10) en toch moet hij erkennen dat alles wat hij had ondernomen dat het allemaal maar lucht en najagen van wind was. Het had geen enkel nut onder de zon (2:11). Veel mensen in onze wereld hebben ‘meer liefde voor genot dan voor God.’ (2 Tim.3:4). In Petrus’ tijd achten ze het een genot op klaarlichte dag te zwelgen’ (2 Petr.2:13). De gelijkenis van de zaaier en het zaad leert ons dat ook veel gelovigen, geestelijk het onderspit delven door ‘het bedrog van de rijkdom en de begeerten naar al het andere’ (Mark.4:19). Genot zoekt zichzelf, bevredigt niet en voorziet niet in de geestelijke behoeften van de mens. ‘Niet alleen van brood zal de mens leven’ (Mat.4:4). Het ziet er allemaal zo goed uit aan de buitenkant  in de wereld waarin wij wonen maar de praktijk leert ons anders, iedere dag drie zelfmoorden in België. Uiterlijke schijn en materiele welvaart zijn bedrieglijk want:‘ook onder het lachen kan het hart pijn lijden en het einde der vreugde kan kommer zijn’ (Spr.14:13). Tegen de gelovige zou ik willen zeggen: ‘Je kunt met geld veel dingen kopen, maar zorg ervoor dat je de dingen die je niet kunt kopen niet verliest.’

‘Ik deed grote dingen: ik bouwde huizen, plantte wijngaarden, legde hoven en parken aan en plantte daarin allerlei vruchtbomen, ik groef watervijvers om daaruit een bos met jonge bomen te bevloeien’ (Pred.2:4-6).

Er is niets mis met arbeid want: ‘de HERE God nam de mens en plaatste hem in de hof van Eden om die te bewerken en te bewaren’ (Gen.2:15).  Salomo kwam tot de conclusie toen hij zich: ‘wendde tot alle werken die mijn handen hadden gewrocht, en tot het zwoegen waarmee ik mij had afgetobd om die te volbrengen – zie, alles was ijdelheid en najagen van wind, en er is geen voordeel onder de zon’ (2 :11). Veel mensen zijn werkziek en lijken op de rijke dwaas waarvan Jezus zei: Het land van een rijk man had veel opgebracht. En hij overlegde bij zichzelf en zeide: Wat moet ik doen, want ik heb geen ruimte om mijn vruchten te bergen. En hij zeide: Dit zal ik doen: ik zal mijn schuren afbreken en grotere bouwen en ik zal daarin al het koren en al mijn goederen bergen. En ik zal tot mijn ziel zeggen: Ziel, gij hebt vele goederen liggen, opgetast voor vele jaren, houd rust, eet, drink en wees vrolijk. Maar God zeide tot hem: Gij dwaas, in deze eigen nacht wordt uw ziel van u afgeëist en wat gij gereedgemaakt hebt, voor wie zal het zijn? Zó vergaat het hem, die voor zichzelf schatten verzamelt en niet rijk is in God’ (Luk.12:13-21). Salomo gaf drie redenen van zijn afkeer van rijkdom (1) je kan de verworven rijkdom niet behouden (vs.18), (2) je kan je rijkdom niet zeker stellen (vs.19-20) en we kunnen er niet zo van genieten al we zouden willen (vs.21-23).

Salomo haatte het leven. (2:12-23)

‘Daarom kreeg ik een afkeer van het leven, want kwaad scheen mij het werk, dat onder de zon geschiedt: het is alles ijdelheid en najagen van wind. Ja, ik kreeg een afkeer van al mijn zwoegen, waarmee ik mij had afgetobd onder de zon, daar ik het moet achterlaten voor de mens die na mij zijn zal, en wie weet, of hij wijs zal zijn of dwaas, en toch zal hij macht hebben over alles waarvoor ik gezwoegd heb en waarin ik wijs geweest ben onder de zon. Ook dit is ijdelheid. Zo kwam ik ertoe zelf te vertwijfelen vanwege al het zwoegen, waarmee ik mij afgetobd had onder de zon. Want is er een mens, die zich voor iets aftobt met wijsheid en kennis en bekwaamheid, dan moet hij het als diens deel nalaten aan een mens, die zich daarvoor niet afgetobd heeft. Ook dit is ijdelheid en een groot kwaad. Wat toch heeft een mens voor al zijn zwoegen en voor het streven van zijn hart, waarmee hij zich aftobt onder de zon, wanneer hij gedurende al zijn levensdagen zijn werk doet in smart en verdriet, en zelfs des nachts zijn hart geen rust vindt? Ook dit is ijdelheid.’

Salomo accepteerde het leven. (2:24-26)

‘Want het leven is meer dan voedsel en het lichaam meer dan kleding’ (Luk.12:23).

In het begin van het boek Prediker is God nog niet in beeld, maar geleidelijk aan verandert dat. In totaal wordt God achtentwintig keer vermeld in dit bijbelboek. En als God in beeld komt in Salomo’s beschouwing over het leven komt er keer in zijn denken en vallen de puzzelstukjes op hun plaats. In Psalm 73 worstelde Asaf ook met een soortgelijk probleem toen hij zag dat het de goddelozen altijd voor de wind ging ondanks hun leven zonder God. Hij zei: ‘Ik tobde erover om dit te begrijpen, een kwelling was het in mijn ogen, totdat ik in Gods heiligdommen inging, en op hun einde lette’ (Ps.73:16-17). Toen Asaf en ook Salomo hadden geleerd deze wereld met ‘Gods ogen’ te zien en te beoordelen kwam er een keer in hun denken. Het leven kreeg weer zin, arbeid was niet vruchteloos en welvaart bleek een zegen te zijn. Voor wat betreft rijkdom en welvaart zegt het Nieuwe Testament: ‘God, die ons alles rijkelijk ten gebruike geeft, om wèl te doen, rijk te zijn in goede werken, vrijgevig en mededeelzaam’ (1 Tim.6:17-18), van de arbeid: ‘Daarom, mijn geliefde broeders, weest standvastig, onwankelbaar, te allen tijde overvloedig in het werk des Heren, wetende, dat uw arbeid niet vergeefs is in de Here’ (1 Kor.15:58) en van het leven: ‘Want het leven is mij Christus en het sterven gewin’ (Fil.1:21).

‘De mens heeft het niet in zijn macht om te eten en te drinken en zich te goed te doen bij zijn zwoegen; dit heb ik wel ontwaard, dat het van de hand Gods komt. Want wie kan eten en wie kan iets genieten buiten Hem? Want aan een mens die Hem welgevallig is, geeft Hij wijsheid, kennis en vreugde; maar hem die niet welgevallig is, geeft Hij de taak om te verzamelen en bijeen te brengen, ten einde dit te geven aan wie Gode welgevallig is. Ook dit is ijdelheid en najagen van wind’ (Pred.2:24-26).

______________________________________________________________________________________________________________________________