Bijbel – Nieuwe Testament
Inleiding op de eerste brief aan de Korinthiërs
De stad
Zonder twijfel was Korinthe de belangrijkste stad van Griekenland. Het was de hoofdstad van de Romeinse provincie en lag op een ideale plaats aan de meest belangrijkste weg van het Romeinse rijk die liep van oost naar west. Korinthe was de vierde grootste stad van het Romeinse rijk en was bekend voor zijn handel, cultuur en verdorvenheid. Iedereen wist was een ‘Korinthiës meisje’ was, en een ‘Korinthiës feest’ was het toppunt van luxe en vrijheid. Korinthe was het middelpunt van de verering van Venus en een aantal andere mysteriegodsdiensten uit Egypte en Asia.
De Gemeente
Paulus bezocht Korinthe tijdens zijn tweede reis, nadat hij, zonder resultaat, Athene had bezocht (Hand.18:1-17). Hij werd bevriend met twee joodse tentenmakers, Aquila en Pricilla, en verbleef anderhalf jaar in Korinthe. Hij discuteerde, week na week, met de Joden in de synagoge, en Silas en Timotheüs voegden zich bij hem nadat hun taak in Berea er op zat. De overste van de synagoge kwam tot geloof en werd gedoopt door Paulus (Hand.18:8; 1Kor.1:14-16). De Heer gaf Paulus een speciale bemoediging om in Korinthe te blijven (Hand.18:9); maar na anderhalf jaar, vertrok hij naar Efeze. Hij verliet een Gemeente die rijkelijk voorzien van was van geestelijke zegeningen (1Kor.1:4-7), maar zeer op de proef werd gesteld door wereldse wijsheid en de zondigheid van de stad.
De briefwisseling
Paulus verbleef drie jaar in Efeze (Hand.19:1vv.). Het is mogelijk dat hij een tweede bezoek aan Korinthe maakte (2Kor.13:1) om sommige problemen recht te zetten. Eenmaal terug in Efeze, schreef hij hun een krachtige brief over hoererij (1Kor.5:9), maar deze brief is verloren geraakt. Op hun beurt schreef de Gemeente van Korinthe een brief aan Paulus, mogelijk verstuurd met Stefanus, Fortunatus en Achaïcus, die leden van de gemeente waren (1Kor.16:17). Deze brief bevatte meerdere vragen over de leer en de praktijk, vragen die Paulus beantwoordde (maar bestrafte hen ook voor hun zonden) in 1 Korinthe (zie: 1Kor.7:1; 8:1; 11:17). Hij zond Timotheüs vooruit om de leiders te helpen de eenheid en reinheid in de gemeente te herstellen (Hand.19:22; 1Kor.4:17; 16:10-11). Het is mogelijk dat de drie Korinthische gelovigen vermeld in 1Kor.16:17 de eerste brief aan de Korinthiërs met zich mee hadden genomen.
Timotheüs keerde naar Paulus terug met het bericht dat de Gemeente de brief had ontvangen maar dat nog niet alles in orde was. Paulus zond daarop Titus naar Korinthe om te zien of de gelovigen zijn gezag als apostel gehoorzaamden (2Kor.7:13-15). Titus ontmoette Paulus (2Kor.7:6-17) met het goede nieuws dat de overtreder (1Kor.5) bestraft was geweest en dat de Gemeente Paulus’ bevel had opgevolgd. Daarop schreef Paulus, samen met Timotheüs (2Kor.1:1), om de gemeente te prijzen en ze te bemoedigen door te gaan en het tot een goed einde te brengen. Titus bracht deze brief naar Korinthe en verbleef daar om te helpen met het in orde brengen van de giften voor de arme gelovigen in Jeruzalem (2Kor.12:17-18; 8:6). Uiteindelijk bracht Paulus nog eenmaal een bezoek aan Korinthe (Hand.20:1-4).
Paulus had twee belangrijke motieven om de eerste brief aan de Korinthiërs te schrijven: (1) om ze terecht te wijzen voor de zonden die in de Gemeente werden toegelaten (1-6); en (2) om hun vragen over het christelijk onderwijs en praktijk te beantwoorden. Hij had van zonde gehoord via het huishouden van Chloë (1:11) en van Stefanas, Fortunatus en Achaïcus (16:17). Zijn eigen bezoek aan Korinthe bracht hem informatie over de verdeeldheid en discussies in de Gemeente op. Geen enkele andere brief in het Nieuwe Testament treedt zo krachtig op met problemen in een plaatselijke Gemeente als Korinthe en wellicht is er geen andere brief die zo genegeerd wordt!
____________________________________________________________________________________________________