Nieuwe Testament – Romeinen – Contrasten in de brief aan de Romeinen

22 juli, 2023

Bijbelboeken: Romeinen

Nieuwe Testament

Contrasten in de brief aan de Romeinen

‘(18) Want ik acht, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet waard is vergeleken te worden met de toekomstige heerlijkheid, die aan ons geopenbaard zal worden. (19) Want de schepping verwacht reikhalzend de openbaring van de zonen van God. (20) Want de schepping is aan de vruchteloosheid onderworpen (niet vrijwillig, maar om wille van hem die (haar) onderworpen heeft, (21) in de hoop dat ook de schepping zelf zal worden vrijgemaakt van de slavernij van de vergankelijkheid tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God. (22) Want wij weten, dat de hele schepping tezamen zucht en tezamen in barensnood is tot nu toe. (23) En dat niet alleen, maar ook wijzelf, die de eerstelingen van de Geest hebben, ook wijzelf zuchten bij onszelf in de verwachting van het zoonsschap: de verlossing van ons lichaam’ (Rom.8:18-23)

De apostel Paulus geeft ons in dit gedeelte van de brief aan de Romeinen een aantal contrasten of tegenstellingen.

Toekomst vs. verwachting

De eerste vergelijking is toekomst en verwachting (vs.19, 23). We lezen in dit gedeelte het woord ‘toekomst ‘ en ‘verwachting’. Wellicht heeft ook u allerlei verwachtingen in het leven waarvan u hoopt dat ze ingevuld zullen worden. In vs.19-21 lezen wat de verwachting van de schepping is nl. de vrijmaking van de slavernij van de vergankelijkheid. Deze verwachting richt zich op de toekomst wanneer Christus zal verschijnen. De verwachting van de gelovigen is de verlossing van hun lichaam (Fil.4:20). Beiden zien uit naar die dag die omschreven wordt in Openbaring 21, wanneer de nieuwe hemel en de nieuwe aarde zullen aanbreken.

Lijden vs. heerlijkheid

De tweede vergelijking is die van vers 18 – het lijden en de heerlijkheid. ‘Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden.’ De schepping was goed. God zag dat wat Hij gemaakt had zeer goed was. Maar vandaag is de schepping zuchtend. Maar eens zal het weer een glorieuze schepping zijn. Het schema wat God in deze schepping heeft gelegd is lijden en heerlijkheid. We zien dit in de natuur. Tijdens de winter en de herfst, althans in veel delen van de wereld, kun je het lijden en zuchten van de schepping opmerken. Maar dan in de lente en zomer ontplooit zich de heerlijkheid. Dit was ook zo in het leven van de Heer Jezus – eerst het lijden dan de heerlijkheid (Luk.24:26). In de eerste brief van Petrus vinden we dit thema ook terug – eerst het lijden dan de heerlijkheid (1Petr.1:11). De discipelen wensten de heerlijkheid zonder het lijden. De duivel geeft je lijden zonder heerlijkheid. Maar het leven van een gelovige bestaat eerst uit het lijden en de heerlijkheid. Zo heeft God dit patroon ingesteld. Gods doel met deze schepping was vanaf het begin heerlijkheid. Toen kwam de zonde in de wereld en daarmee gepaard het lijden. In Romeinen 5 legt Paulus uit hoe door de val van eerste mensen de zonde kwam, lijden dood en veroordeling in de wereld. Maar in de Heer Jezus hebben we de verzekering van een toekomstige heerlijkheid. Paulus drukt zich in de tweede brief aan de Korintiërs zo uit: ‘Daarom worden wij niet moedeloos, maar al raakt ook onze uiterlijke mens in verval, toch wordt onze innerlijke van dag tot dag vernieuwd. Want de kortstondige lichtheid van onze verdrukking bewerkt voor ons een uitermate uitnemend, eeuwig gewicht van heerlijkheid, daar wij ons oog niet richten op de dingen die men ziet, maar op de dingen die men niet ziet; want de dingen die men ziet zijn tijdelijk, maar de dingen die men niet ziet zijn eeuwig’ (2Kor.4:16-18). Onze uiterlijke mens vervalt. We worden ouder, en het verval van ons lichaam doet zijn intrede. Maar de innerlijke mens wordt vernieuwd van dag tot dag. We gaan meer en meer op de Heer Jezus gelijken. De verdrukking is licht en slechts tijdelijk wanneer we het vergelijken met de eeuwige heerlijkheid die voor ons ligt wanneer de Heer Jezus komt. Nu ervaren we lijden, maar in de toekomstige vrijheid van de kinderen van God, zal er heerlijkheid zijn.

Verwachting vs. openbaring

In Romeinen 8:19 vinden we een derde vergelijking. ‘Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het openbaar worden der zonen Gods.’ De schepping verwacht met reikhalzend verlangen naar de komst van Christus. Dat kun je van de mensen die in die schepping leven niet zeggen. De mensen leven alsof Christus nooit is gestorven voor hun zonden en alsof Hij nooit terug zou komen. Maar de schepping wacht, verwachtend de komst van de Heer jezus. Het gaat hier over een ernstig verlangen, als een persoon die op het puntje van zijn stoel zit, uitziende naar de dingen die gaan komen. Het tegenbeeld van verwachting is openbaring. De schepping ziet uit naar het openbaar worden van de zonen Gods. De woorden ‘openbaar worden’ is hetzelfde woord als het woord ‘apokalyps’ in het Bijbelboek Openbaring. Er komt een tijd dat de zonen Gods openbaar worden. Nu kan de wereld nog niet zien wie we werkelijk zijn. De heerlijkheid die God nu al in ons heeft gelegd is nog niet zichtbaar. ‘Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zijn zullen. Wij weten dat als Hij geopenbaard zal zijn, wij Hem gelijk zullen, want wij zullen Hem zien zoals Hij is’ (1Joh.3:2). We weten niet wanneer de Heer Jezus terugkomt, maar wanneer Hij komt zullen de beloofde heerlijkheid binnengaan en zijn heerlijkheid zal zichtbaar worden, de ‘het openbaar worden der zonen Gods. ’In vers 17 spreekt Paulus over onze erfenis. ‘En zijn wij kinderen, dan ook erfgenamen: erfgenamen van God, en mede-erfgenamen van Christus; als wij inderdaad met Hem lijden, opdat ook wij met Hem verheerlijkt worden.’ De Heer Jezus is al verheerlijkt. Wij zijn in Christus; daarom hebben we de zekerheid van onze toekomstige heerlijkheid. Wij zijn mede-erfgenamen; wat wil zeggen wat de Heer Jezus erft, erven wij. De Heer Jezus heeft de Vader gebeden: ‘Vader, wat U Mij hebt gegeven – Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn, opdat zij mijn heerlijkheid aanschouwen die U Mij hebt gegeven’ (Joh.17:24). Vandaag leven wij in de verwachting, maar wanneer de Heer Jezus terugkomt zullen we leven in de openbaring van die heerlijkheid. God zal verheerlijkt zijn wanneer de Gemeente zonder vlek of rimpel en wij veranderd voor Hem zullen staan (Ef.5:27).

Uitzichtloosheid vs. hoop

In Romeinen 8:20 is er nog een tegenstelling op te merken: een tegenstelling tussen uitzichtloosheid en hoop. ‘Want de schepping is aan de vruchteloosheid onderworpen (niet vrijwillig, maar omwille van hem, die haar onderworpen heeft.’ Het woord ‘vruchteloosheid’ betekend ‘ijdelheid’ of ‘doelloosheid’. In het Oude Testament is het de naam van Abel. Adam en Eva noemden hun zoon Abel dat ‘ijdelheid’ betekend. Je vindt het woord ‘ijdelheid’ en ‘ijdelheden’ zo’n achtendertig keer in het boek Prediker. ‘IJdelheid der ijdelheden, zegt Prediker, ijdelheid der ijdelheden! Alles is ijdelheid!’ (Pred.1:2). Het is het woord voor ‘damp’ of ‘adem. ’Er schijnt geen oorzaak te vinden zijn voor de dingen die in de wereld gebeuren. Wanneer je de krant leest of naar het nieuws kijkt, zeg je wel eens: ‘Wat is er allemaal aan de hand in de wereld!’ Het lijkt alles zo zinloos. Maar als contrast met de vruchteloosheid van de schepping, hebben we een gezegende hoop door Jezus Christus. God heeft zijn schepping onder controle. Hij werkt aan zijn plan met deze wereld en dat plan betekend hoop. Hoop in de Bijbel is niet zomaar hoop. Het is niet als een kind dat op zijn verjaardag een fiets hoopt te krijgen. Onze hoop is een zekerheid. Het is een gezegende hoop op de toekomst, en deze zekerheid controleert het heden. God heeft een plan met deze wereld en dat plan zal volvoert worden. We hebben een levende hoop. ‘Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die naar zijn grote barmhartigheid ons heeft wedergeboren doen worden tot een levende hoop door de opstanding van Jezus Christus uit de doden tot een onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkelijke erfenis, in de hemelen weggelegd voor u’ (1Petr.1:3-4). Nu is de wereld onderworpen aan de vruchteloosheid, maar wanneer de Heer Jezus terugkomt, zullen we vervulling van deze gezegende hoop ervaren, ‘de schepping zelf zal zal worden vrijgemaakt van de slavernij van de vergankelijkheid tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God’ (Rom.8:21).

Gebondenheid vs. vrijheid

In Romeinen 8:21 vinden we een vijfde tegenstelling: de tegenstelling tussen de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid en de vrijheid van Gods kinderen. ‘Dat ook de schepping zelf zal worden vrijgemaakt van de slavernij van de vergankelijkheid tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God.’ Nu weten we waarom de schepping wacht op de komst van de Heer Jezus: De schepping kan niet worden bevrijd totdat wij zijn bevrijd! De schepping kan niet de heerlijkheid ervaren voordat wij die ervaren. Daarom moet de schepping wachten op de komst van Christus. Daarom wacht de Gemeente op de terugkeer van de Verlosser. De schepping is gebonden. Vanwege de zonde is de schepping aan de vergankelijkheid onderworpen (vs.21). De schepping zal worden bevrijd. Bevrijd van wat? Van de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid. Wat is die vergankelijkheid? De gebondenheid van verval, gebonden van het verval. De wet van de zonde en dood is werkzaam in de natuur. Er is dood en de dood leidt tot verval. Uit het verval komt zaad, en van het zaad komt leven, en dat herhaalt zich: leven, dood, verval. Ons lichaam is onderworpen aan de wet van de zonde en dood. Wanneer we sterven, keren onze lichamen terug tot stof. Wanneer de Heer Jezus tergkomt zullen we een verheerlijkt lichaam ontvangen. We kunnen deze cirkel van leven en dood niet doorbreken. Het lijkt erop dat in de lente de schepping vecht om iets nieuws voort te brengen, iets nieuws dat voor altijd zal blijven. Dat komt de herfst en wat ontstaan is in de lente vervalt. Een zullen we in de heerlijkheid zijn, daar is geen dood, geen verval, geen verderf, geen … We zijn op weg naar onze erfenis die God voor ons heeft weggelegd.

Zuchten vs. verlossing

Dit is de laatste tegenstelling: de tegenstelling tussen zuchten en verlossing (Rom.8:22-23). ‘Want wij weten, dat de hele schepping tezamen zucht en tezamen in barensnood is tot nu toe.’ De schepping zucht als een vrouw die een kind baart. In de lente brengt de schepping iets nieuws voort, daarna vervalt het weer en sterft, zoals in voorgaande jaren. ‘En niet alleen zij, maar ook wij zelf, [wij,] die de Geest als eerste gave ontvangen hebben, zuchten bij onszelf in de verwachting van het zoonschap: de verlossing van ons lichaam’ (vs.23). We zuchten niet omdat we reuma, hoofdpijn of andere ziekten. Zelfs ongelovigen zuchten omdat ze last van hun lichaam hebben.  We zuchten innerlijk omdat we wachten op de komst van de Heer Jezus. We zuchten voor de heerlijkheid. De hele schepping zucht voor de heerlijkheid, en u en ik, de gelovigen zuchten voor die heerlijkheid. Wij hebben de Geest als eerste gave ontvangen. Dat betekent dat wij het onderpand van onze heerlijkheid in onze harten hebben. We weten dat we naar de hemel gaan omdat de heilige Geest in onze harten woont. God zegt: ‘Hier is mijn onderpand. De heilige Geest is Mijn onderpand, Mijn zekerheid dat eens Ik jou in Mijn heerlijkheid zal opnemen’ We zullen verheerlijkte lichamen ontvangen, lichamen zoals Christus lichaam. We zullen niet langer lijden onder dood en verval of pijn en lijden dat wij nu ervaren. We zullen genieten van ‘de heerlijkheid der kinderen Gods’ (vs.21). Romeinen 8:30 bevestigd dat wij al verheerlijkt zijn. ‘Die Hij tevoren bestemd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt’ (vs.30). Er staat niet dat Hij ons zal verheerlijken, wij zijn al verheerlijkt in Hem. Waar wachten we dan op? We wachten op de openbaar wording van die heerlijkheid. We wachten op onze aanneming, de verlossing van ons lichaam. Onze innerlijke mens is al verlost, maar het lichaam nog niet. Eens zal ook ons lichaam bevrijd worden en zal onze verlossing compleet zijn. Wat zegt dit ons als gelovigen? In elk geval weten we dat het lijden niet voor altijd is.  Lijden zal voor de ongelovigen voor altijd zijn.  Als je de Heer Jezus niet kent als je persoonlijke Verlosser, wees erop voorbereid dat je voor eeuwig zal lijden. Je moet de Verlosser nu vertrouwen om van lijden en dood verlost te zijn. ‘Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden’ (vs.18).Nu mijden, mensen pijn en wenen. Ze gaan gebukt onder allerlei moeilijkheden en strijd. Laten we doen wat de gehele schepping doet: laten we uitzien naar de verlossing van dood en lijden en wachten op Jezus’ komst. Alle vergankelijkheid van dit leven zal eenmaal vervangen worden door de vervulling van de hoop. De gebondenheid aan de vergankelijkheid zal worden vervangen voor de heerlijkheid van de kinderen Gods. Het zuchten zal plaats maken voor aanneming en de verlossing van onze lichamen. Wat een geweldige dag zal het zijn wanneer de Heer Jezus terugkomt om ons in de hemel te brengen waar wij zullen genieten van zijn heerlijkheid.

______________________________________________________________________________________________________________________________